Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 oktober 2015
gepubliceerd op 24 november 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, tot opheffing van artikel 7.1. van het nationaal akkoord 2013-2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012177
pub.
24/11/2015
prom.
26/10/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014; b) de collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2014 pub. 27/07/2015 numac 2015022268 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, tot opheffing van artikel 7.1. van het nationaal akkoord 2013-2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014; b) de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2014 pub. 27/07/2015 numac 2015022268 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, tot opheffing van artikel 7.1. van het nationaal akkoord 2013-2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014 Nationaal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2014 onder het nummer 122543/CO/209) Preambule Investeren in de industrie De sociale partners onderstrepen het bijzondere belang van de industrie en in het bijzonder van de metaal- en technologische industrie.

De industrie is immers cruciaal voor de ontwikkeling van de economie in het algemeen, voor de openbare financiën, voor de tewerkstelling, voor de welvaart en voor het welzijn.

De ondertekenaars van dit akkoord doen hierbij een oproep aan alle stakeholders op alle niveaus, in de eerste plaats de overheden maar ook de ondernemingen en de vakbondsvertegenwoordigers. Deze oproep viseert enerzijds de best mogelijke maatregelen te nemen en omgevingsfactoren te creëren opdat de industrie zich zou kunnen ontwikkelen en anderzijds dat men zich zou onthouden om initiatieven te nemen die deze ontwikkeling bemoeilijken. Tegelijk onderstrepen de sociale partners dat deze maatregelen en initiatieven dienen te gebeuren binnen het kader van het sociaal overleg en mits naleving van sociaal aanvaardbare waarden.

Statuut arbeiders/bedienden - De sociale partners van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid wensen stappen te zetten in de toenadering van de statuten arbeiders/bedienden op sectorvlak. - In het kader van de nieuwe ontslagwetgeving, en meer bepaald van hoofdstuk 5, afdeling 4 van de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen, wensen ze uitvoering te geven aan het activeringsluik. Het is absoluut wenselijk dat deze besprekingen plaats hebben samen met de vertegenwoordigers van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw. - Daarnaast willen de sociale partners van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid ook starten met de toenadering van de sectorale bepalingen van de paritaire comités 111 en 209. Ook deze besprekingen kunnen alleen maar plaats hebben samen met de vertegenwoordigers van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw. Als eerste stap dienen hiervoor de thema's en de timing te worden bepaald. - De sociale partners van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid wensen de sociale partners van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw uit te nodigen om voor wat betreft de twee bovenstaande punten samen die besprekingen te organiseren.

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, met uitzondering van de artikelen 5.1., 5.2. en 5.3. die enkel van toepassing zijn op de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

Onder "bedienden" wordt verstaan : mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met in acht name van het koninklijk besluit van 28 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2013 pub. 02/05/2013 numac 2013202627 bron f.o.d. kanselarij van de eerste minister, min. van landsverdediging, f.o.d. buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, f.o.d. economie, k.m.o., middenstand en energie, f.o.d. binnenlandse zaken, f.o.d. sociale zekerheid, f.o.d. budget en beheerscontrole, f.o.d. werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en f.o.d. financien Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 2 mei 2013).

Art. 3.Werkzekerheid De bepalingen betreffende de werkzekerheidsclausule zoals opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011 houdende het nationaal akkoord 2011-2012, geregistreerd onder het nummer 105349/CO/209 ( koninklijk besluit van 20 december 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2012 pub. 18/01/2013 numac 2012206447 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 sluiten, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 januari 2013), worden verlengd tot en met 31 december 2014.

Deze bepalingen zijn : § 1. Principe Er zal geen meervoudig ontslag plaatsvinden vooraleer alle tewerkstellingsbehoudende maatregelen werden onderzocht en, in de mate van het mogelijke, toegepast, waaronder : opleidingstrajecten, tijdelijke werkloosheid, arbeidsherverdeling, deeltijdse arbeid en tijdskrediet.

Naar aanleiding van dit onderzoek moet de werkgever een overzicht van het gevoerde investeringsbeleid in de voorbije drie jaren voorleggen. § 2. Definitie Onder "meervoudig ontslag" wordt verstaan : elk ontslag, met uitzondering van ontslag om dringende redenen, dat in de loop van een periode van zestig kalenderdagen een aantal bedienden treft dat ten minste 10 pct. bedraagt van het gemiddelde bediendenbestand onder arbeidsovereenkomst in de loop van het kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat, met een minimum van 3 bedienden voor ondernemingen met minder dan 30 bedienden. Ook ontslagen als gevolg van een sluiting vallen onder toepassing van deze definitie. § 3. Procedure Wanneer zich echter onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen, zal de volgende overlegprocedure worden nageleefd : Wanneer de werkgever voornemens is over te gaan tot ontslag van meerdere bedienden, dat als meervoudig ontslag kan worden beschouwd, licht hij voorafgaandelijk de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale delegatie voor bedienden in.

In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie voor bedienden bestaat, licht hij voorafgaandelijk, schriftelijk en tegelijkertijd zowel de betrokken bedienden in, alsook de voorzitter van het gewestelijk verzoeningsbureau.

Binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de bediendenvertegenwoordigers, dienen partijen op ondernemingsvlak de besprekingen te starten over de maatregelen die terzake kunnen worden genomen.

Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dan wordt binnen de vijftien kalenderdagen na het vaststellen van een niet-akkoord op ondernemingsvlak, een beroep gedaan op het gewestelijk verzoeningsbureau.

In geval er in de onderneming geen ondernemingsraad of syndicale delegatie voor bedienden bestaat, kan, binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de betrokken bedienden en voorzitter van het gewestelijk verzoeningsbureau, dezelfde overlegprocedure worden ingeleid op initiatief van de vakbondsorganisaties die de bedienden vertegenwoordigen. § 4. Sanctie Wanneer de procedure niet conform zou zijn nageleefd, zal een bijdrage van 1 870 EUR per ontslagen bediende gestort worden aan het regionaal paritair opleidingsfonds van de provincie waar de onderneming gelegen is : - voor Antwerpen : Vormingsinitiatief voor bedienden van de Antwerpse Metaalverwerkende nijverheid (VIBAM); - voor Limburg : Limburgs Instituut voor de Opleiding van bedienden in de metaalverwerkende nijverheid (LIMOB); - voor Waals-Brabant, Brussel en Vlaams-Brabant : Opleidings- en Tewerkstellingsfonds voor de bedienden van de metaalverwerkende nijverheid van Brabant (OBMB-FEMB); - voor Henegouwen en Namen : Centre de Perfectionnement Employés Hainaut Namur (CPEHN); - voor Luik/Luxemburg : TALENTEO; - voor Oost- en West-Vlaanderen : VORMETAL-Oost- en West-Vlaanderen.

In geval van betwisting wordt een beroep gedaan op het gewestelijk verzoeningsbureau op vraag van de meest gerede partij.

De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het gewestelijk verzoeningsbureau wordt beschouwd als een niet-naleving van de bovenstaande procedure.

De werkgever kan zich hiervoor laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming.

De sanctie is eveneens van toepassing op de werkgever die een unaniem advies van het gewestelijk verzoeningsbureau niet toepast.

Art. 4.Werkbaar werk Om diverse redenen zullen werknemers in de toekomst langer moeten werken. Om dit zo goed mogelijk waar te maken zijn initiatieven nodig om het werk werkbaar te houden of te maken. "Werkbaar werk" of het duurzaam inzetten van medewerkers is een onderwerp dat bij de werkgevers en vakbonden de nodige aandacht verdient. Zij dienen samen te onderzoeken hoe in de nabije en verdere toekomst de werknemers - in het bijzonder de oudere werknemers - op een duurzame manier kunnen ingezet worden en tegelijk een goed functioneren van de ondernemingen kunnen verzekeren.

De sectorale sociale partners wensen de ondernemingen en hun vakbonden te ondersteunen in deze aanpak. In de plaats van een nieuw kader hiervoor te creëren of nieuwe verplichtingen op te leggen, zijn ze van oordeel dat dit het best kan gebeuren aan de hand van de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan oudere werknemers in de onderneming, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012.

Op sectorvlak zal een paritaire werkgroep worden opgericht met de bedoeling het thema "werkbaar werk" verder richting en inhoud te geven in functie van de in de ondernemingen vastgestelde benchmark. Deze werkgroep heeft als concrete opdracht om een kader op te stellen met concrete suggesties en handvaten voor de ondernemingen voor de invulling van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104.

Art. 5.Inkomenszekerheid 5.1. Ecocheques A. Principe Op ondernemingsvlak kan gekozen worden voor een alternatieve en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques, die nog toegekend worden overeenkomstig het artikel 3 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009, geregistreerd onder het nummer 95215/CO/209 ( koninklijk besluit van 13 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2010 pub. 16/08/2010 numac 2010202989 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 type koninklijk besluit prom. 13/06/2010 pub. 11/08/2010 numac 2010202733 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid, betreffende het sectoraal akkoord 2009-2010 sluiten, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2010) en het artikel 4.2. van het nationaal akkoord 2011-2012 van 4 juli 2011, geregistreerd onder het nummer 105349/CO/209 ( koninklijk besluit van 20 december 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2012 pub. 18/01/2013 numac 2012206447 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 sluiten, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 januari 2013).

De alternatieve besteding gebeurt op basis van een bedrag van maximaal 250 EUR (administratieve kosten niet inbegrepen).

De alternatieve besteding is enkel mogelijk voor de ecocheques die vanaf oktober 2014 (met referteperiode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) worden toegekend. De ingangsdatum van de alternatieve besteding is vanaf 1 oktober 2013 of 1 oktober 2014. De alternatieve besteding moet betrekking hebben op dezelfde referteperiode als deze waarvoor ecocheques verschuldigd zijn.

B. Modaliteiten voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen op hun vlak onderhandelen over een alternatieve en equivalente besteding van de nog toegekende ecocheques. Deze onderhandelingen moeten voor 30 juni 2014 resulteren in een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak betreffende de alternatieve besteding.

Indien gekozen wordt voor de omzetting van de 250 EUR in brutoloon, komt het bedrag van 250 EUR overeen met een bruto verhoging van 13,30 EUR/maand van de wedde van een bediende in een voltijdse betrekking.

Voor bedienden met een deeltijdse arbeidsbetrekking wordt het bedrag van 13,30 EUR geproratiseerd.

In geval het bedrag van de toegekende ecocheques lager is dan 250 EUR, dan wordt het bedrag van 13,30 EUR aangepast volgens de regel van 3.

Bijvoorbeeld : de waarde van de ecocheques bedraagt nog 125 EUR. Bij brutering wordt de bruto maandwedde in een voltijdse betrekking verhoogd met 6,65 EUR. C. Modaliteiten voor ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging voor bedienden De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen via toetreding tot het onderstaand menu, dat de keuzemogelijkheden bevat, kiezen voor een alternatieve en equivalente besteding van de nog toegekende ecocheques. De toetreding tot het keuzemenu gebeurt door de werkgever door middel van een toetredingsakte die uiterlijk tegen 30 juni 2014 via een aangetekend schrijven wordt overgemaakt aan de voorzitter van het nationaal paritair comité. De voorzitter brengt op zijn beurt de sociale partners hiervan op de hoogte.

Een model van toetredingsakte is als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst toegevoegd.

Voor de alternatieve besteding kan uitsluitend gekozen worden uit de volgende 3 mogelijkheden (keuzemenu) : - invoering of verbetering van een (bestaande) polis collectieve hospitalisatieverzekering; - invoering of verbetering van een (bestaand) aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak; - omzetting van de 250 EUR in brutoloon. Dan komt het bedrag van 250 EUR overeen met een bruto verhoging van 13,30 EUR/maand van de wedde van een bediende in een voltijdse betrekking en worden dezelfde regels toegepast als voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden.

D. Suppletieve regeling Indien er op ondernemingsvlak geen onderhandelingen worden gevoerd of partijen komen vóór 30 juni 2014 niet tot een akkoord over een alternatieve besteding van de ecocheques, of indien er, voor ondernemingen zonder syndicale delegatie, geen toetredingsakte wordt overgemaakt vóór 30 juni 2014, dan blijven de bepalingen van artikel 3 van het bovengenoemd nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009 en artikel 4.2. van het bovengenoemd nationaal akkoord 2011-2012 van 4 juli 2011 onverkort van kracht. 5.2. Uitbreiding gelijkstellingen ecocheques Aan artikel 3, § 3 van het bovengenoemd nationaal akkoord 2009-2010 waar de prestaties en gelijkstellingen in het kader van de toekenning van de ecocheques worden opgesomd, wordt de volgende gelijkstelling toegevoegd : - "de volledig periode vaderschapsverlof". 5.3. Nationale minimum weddeschalen en sectorale functieclassificatie Partijen komen het volgende overeen : - een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de sectorale functieclassificatie met het oog op de toepassing van het sectorale minimumbarema zal worden gesloten; - de gesprekken betreffende de invoering van nationale minimum weddeschalen zullen in 2014 terug opgestart worden, voor zover dit, in het kader van de toenadering van het statuut arbeiders/bedienden, kan gebeuren samen met de vertegenwoordigers van het Paritair Comité 111 voor de metaal-, machine- en elektrische bouw. In het vooruitzicht hiervan zullen tussen de sociale partners van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid intussen voorbereidende besprekingen opgestart worden; - als overgang naar en in afwachting van nieuwe sectorale minimumweddeschalen voor werknemers (arbeiders en bedienden) zoals hierboven bedoeld, zullen vanaf 1 april 2014 voor het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid tijdelijke sectorale minimumweddeschalen heringevoerd worden, meer bepaald de aan de indexverhoging van 1 juli 2013 aangepaste weddeschalen die van toepassing waren tot eind 2012, maar enkel met een minimum per functiegroep en per trap zonder progressie in functie van de beroepsloopbaan. Deze weddeschalen worden jaarlijks op 1 juli aangepast aan de index. 5.4. Aanvullend pensioen Een werkgroep zal in de loop van 2014 de mogelijkheden onderzoeken tot instelling van een solidariteitsluik in het kader van het sectoraal aanvullend pensioenplan.

Art. 6.Opleiding 6.1. Risicogroepen De bijdrage bestemd voor risicogroepen wordt voor de duur van dit akkoord bepaald op 0,10 pct..

Teneinde de inning te vereenvoudigen wordt het bedrag ervan forfaitair vastgesteld.

Vanaf 1 april 2014 wordt de bestaande bijdrage aan het "Sociaal Fonds voor de bedienden metaal - Fonds voor bestaanszekerheid", afgekort SFBM, ten belope van 8,88 EUR per kwartaal per bediende aangepast aan de ontwikkeling van de levensduurte en gebracht op 9,50 EUR per kwartaal per bediende.

De helft van deze middelen zal aangewend worden voor risicogroepen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2013. 6.2. Opleidingsengagement De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competenties van de bedienden, en bijgevolg van de ondernemingen.

Het jaarlijks engagement inzake opleidingsinspanningen ten belope van 1,6 pct. in tijd te besteden aan beroepsopleiding ten opzichte van het geheel van de door de totaliteit van de bedienden jaarlijks gepresteerde uren zoals voorzien in het nationaal akkoord 2011-2012 van 4 juli 2011, wordt in 2014 verhoogd met 0,1 pct. tot 1,7 pct..

Onder "beroepsopleiding" wordt verstaan : vorming die de kwalificatie van de bediende bevordert en beantwoordt aan de noden van de onderneming, inclusief on-the-job-training. Deze beroepsopleiding dient tijdens de werkuren te gebeuren.

Daarbij wordt aanbevolen dat de vorming zo maximaal mogelijk op alle categorieën van bedienden zou slaan.

De op ondernemingsvlak al bestaande inspanningen betreffende beroepsopleiding voor bedienden kunnen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de bovengenoemde 1,70 pct. in 2014.

Dit engagement zal jaarlijks op ondernemingsvlak geëvalueerd worden door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door de syndicale delegatie voor bedienden. Tegelijkertijd zullen eveneens de vooruitzichten betreffende beroepsopleiding besproken worden. Deze evaluatie en bespreking gebeurt ter gelegenheid van de jaarlijkse inlichtingen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden.

Om de realisatie van het opleidingsengagement te meten zal in de loop van het 2de kwartaal van 2015 een centraal gecoördineerde enquête georganiseerd worden bij de ondernemingen, inclusief deze zonder syndicale delegatie voor bedienden.

Ondernemingen die niet antwoorden op deze enquête kunnen geen beroep doen op de financiële tussenkomsten van de paritaire opleidingsinstanties van de sector, volgens de modaliteiten vastgelegd door de raad van bestuur van de paritaire opleidingsinstanties.

De resultaten van deze enquête zullen in het paritair comité besproken worden.

Vooraleer deze enquête gevoerd wordt zullen de sociale partners paritair onderzoeken hoe deze enquête kan vereenvoudigd worden, rekening houdende met de gegevens van de sociale balans. 6.3. OpleidingsCV De sociale partners wensen het opleidingsCV zoals voorzien in de collectieve arbeids overeenkomst van 7 juli 2008Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 07/07/2008 pub. 28/07/2008 numac 2008022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 07/07/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008022389 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende het opleidingsCV (registratienummer 88958/CO/209) een extra stimulans te geven.

Hiertoe zal een digitaal platform opgericht en ter beschikking gesteld worden met het oog op de registratie van de door de werknemers gevolgde opleidingen.

Dit digitale platform zal aan de ondernemingen worden aangeboden, in de mate dat er op ondernemingsniveau nog geen gelijkaardige initiatieven bestaan.

Een paritaire werkgroep bestaande uit de opleidingsexperten van de verschillende organisaties zal tegen het einde van 2014 concrete voorstellen formuleren met betrekking tot het digitaal platform en de verdere verbetering van het gebruik van het opleidingsCV. 6.4. Opleidingsplannen Bij het opstellen van de opleidingsplannen op ondernemingsvlak, volgens de bepalingen opgenomen in artikel 7, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 houdende het nationaal akkoord 2007-2008 (registratienummer 85840/CO/209), zal ook rekening worden gehouden met de individuele opleidingsbehoeften. 6.5. Bijdrage opleiding en tewerkstelling van de bedienden Vanaf 1 april 2014 wordt de bestaande bijdrage, bestemd voor de financiering van de opleiding en tewerkstelling van de bedienden en geïnd door het "Sociaal Fonds voor de bedienden metaal - Fonds voor bestaanszekerheid", afgekort SFBM, ten belope van 7,25 EUR per kwartaal per bediende, aangepast aan de ontwikkeling van de levensduurte en gebracht op 7,75 EUR per kwartaal per bediende.

Art. 7.Tijdskrediet 7.1. Partijen herbevestigen het artikel 8 van de collectieve arbeids overeenkomst van 11 juni 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 11/06/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001022389 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 (registratienummer 64996/CO/209), dat betrekking heeft op het recht op tijdskrediet. 7.2. Recht van oudere bedienden op landingsbanen In uitvoering van artikel 8, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, hebben de bedienden van de sector die minstens 50 jaar zijn en een beroepsloopbaan van 28 jaar doorlopen hebben, recht op een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de.

Art. 8.Verlenging akkoorden van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) 8.1. De SWT-leeftijd, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt binnen de wettelijke mogelijkheden op 58 jaar gebracht voor de periode gaande van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. 8.2. De SWT-leeftijd wordt, binnen de wettelijke mogelijkheden, op 56 jaar gebracht voor bedienden die een beroepsverleden van 33 jaar als werknemer kunnen aantonen waarvan 20 jaar arbeid met nachtprestaties in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, voor de periode gaande van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014.

Art. 9.Flexibiliteit In het kader van de verankering van de industriële activiteiten en van de ontwikkeling van de tewerkstelling, zal het geheel van de mechanismen van arbeidsorganisatie onderzocht en geëvalueerd worden in al de mogelijke formules.

Art. 10.Syndicale waarborgen Vanaf 1 april 2014 wordt de bestaande bijdrage, bestemd voor de financiering van de waarborgen voor werknemersorganisaties en de vorming georganiseerd door de werkgevers- en werknemersorganisaties, geïnd door het "Sociaal Fonds voor de bedienden metaal - Fonds voor bestaanszekerheid", afgekort SFBM, aangepast aan de ontwikkeling van de levensduurte : - van 13,41 EUR naar 13,95 EUR per kwartaal per bediende voor ondernemingen met 133 of meer bedienden; - van 8,06 EUR naar 8,40 EUR per kwartaal per bediende voor ondernemingen met minder dan 133 bedienden.

Art. 11.Economische werkloosheid In het artikel 11, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2011 betreffende een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of een regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken (registratienummer 107306/CO/209), wordt een volgende alinea toegevoegd : "Het bedrag van 1 EUR, waarvan sprake hierboven, wordt vanaf 1 april 2014 verhoogd tot 1,05 EUR.".

Art. 12.Onderaanneming Partijen richten een paritaire werkgroep op rond het thema onderaanneming met het oog op een bespreking van de problematiek van deloyale concurrentie en sociale dumping.

Art. 13.Sociale vrede De sociale vrede zal verzekerd zijn tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bijgevolg zal op nationaal, provinciaal of ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, uit te breiden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.

Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.

Art. 14.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur, behalve de artikelen 3 (werkzekerheid), 5.3., laatste opsommingsteken (overgangsbarema), 6.1. (risicogroepen), 8 (SWT) en 13 (sociale vrede) die gesloten worden voor bepaalde duur van 1 januari 2014 tot 31 december 2014, tenzij een andere duur werd bepaald.

De bepalingen van onbepaalde duur kunnen slechts opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en met naleving van een opzeggingstermijn van 6 maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014

Paritair Comité 209 voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid

Toetredingsakte voor een alternatieve besteding van ecocheques van maximaal 250 EUR

(Uitvoering van artikel 5.1., C van het nationaal akkoord 2013-2014 van 14 maart 2014)


Deze toetredingsakte is uitsluitend geldig voor ondernemingen behorend tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden.

Via aangetekend schrijven terug te sturen aan de heer Michel Preud'homme, voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Ernest Blerotstraat 1 te 1070 Brussel vóór 30 juni 2014.

Identificatienummer (KBO-nummer) van de onderneming : Naam van de onderneming : Adres : Vertegenwoordigd door ondergetekende (naam, voornaam en bevoegdheid) : (één van beide opties) o Zal de ecocheque van 250 EUR die vanaf 1 oktober 2014 (met referteperiode 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) zou moeten betaald worden, omzetten in volgende alternatieve besteding en dit voor onbepaalde duur vanaf 1 oktober 2013 (aankruisen wat van toepassing is); o Kent de ecocheques toe in oktober 2014 maar zet vanaf de aanvang van de nieuwe referteperiode van 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015 de toekenning van de ecocheques om in volgende alternatieve besteding en dit voor onbepaalde duur vanaf 1 oktober 2014 (aankruisen wat van toepassing is).

Keuze van omzetting (één van de drie opties) : o invoering of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering ten belope van ..... EUR (maximaal 250 EUR - administratieve kosten niet inbegrepen); o invoering of verbetering van een bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak ten belope van ........ EUR (maximaal 250 EUR - administratieve kosten niet inbegrepen); o de verhoging van de bruto maandlonen ten belope van ........ EUR(1) (in een voltijdse betrekking komt het maximale bedrag van 250 EUR overeen met een verhoging van 13,30 EUR/maand bruto) (maximaal 250 EUR - administratieve kosten niet inbegrepen).

Datum, . . . . . Handtekening werkgever, Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) In geval het bedrag van de ecocheques lager is dan 250 EUR dan wordt het bedrag aangepast volgens de regel van 3, waarbij 250 EUR = 13,30 EUR bruto per maand. Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de bedienden ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest, met name : 1. zorgkrediet;2. opleidingskrediet;3. ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 00 juli 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 2 Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2014 pub. 27/07/2015 numac 2015022268 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Opheffing van artikel 7.1. van het nationaal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2015 onder het nummer 125606/CO/209)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Opheffing Artikel 7.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014 met betrekking tot het nationaal akkoord 2013-2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid (met registratienummer 122543/CO/209), wordt opgeheven vanaf 1 januari 2014.

Art. 3.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Zij kan worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité 209 voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^