gepubliceerd op 02 mei 2013
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
28 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 7, § 1;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 maart 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, 20 maart 2013;
Overwegende dat de Regering moet waken over de vrijwaring van de concurrentiepositie van België met de buurlanden en de gevolgen van de verhoging van de loonkloof tussen België en de buurlanden moet verminderen;
Overwegende dat het technisch verslag van 21 december 2012 van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven heeft vastgesteld dat de loonkostenkloof met de drie buurlanden met 0,8 % is toegenomen in de periode 2011-2012, terwijl het belangrijk is voor de competitiviteit van de Belgische ondernemingen en bijgevolg voor het behoud van de tewerkstelling, dat het verschil in de loonkosten met de buurlanden onder controle wordt gehouden;
Overwegende dat in geval van het ontbreken van een interprofessioneel akkoord zoals voorzien in artikel 6, § 1, van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, de regering op basis van artikel 6, § 3, van deze wet een voorstel tot consensus over de maximale marge van de loonkostenontwikkeling heeft voorgesteld op 22 februari 2013 en dat formeel werd vastgesteld tijdens een bijeenkomst van de Regering met de sociale gesprekpartner op 27 februari 2013 dat geen akkoord werd bereikt op basis van dit voorstel zodat de Regering op basis van artikel 7, § 1, van deze wet de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling kan vastleggen;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de voormelde wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten voorziet dat de maximale marge van de loonkostenontwikkeling tweejaarlijks wordt vastgelegd, de Regering bij het ontbreken van een consensus over deze marge, deze marge moet vastleggen met ingang vanaf 1 januari 2013 en de ondernemingen snel geïnformeerd dienen te worden over de maximale marge van de loonkostenontwikkeling dewelke vanaf 1 januari 2013 van kracht zal zijn;
Gelet op het advies 53.150/1 van de Raad van State, gegeven op 5 april 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat, met betrekking tot artikel 2 van onderhavig besluit, de datum van inwerkingtreding aan de opmerkingen in het advies van de Raad van State werd aangepast;
Op de voordracht van de Eerste Minister, de Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging, de Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken, de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, de Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, de Minister van Middenstand, K.M.O's, Zelfstandigen en Landbouw, de Minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging, de Minister van Werk en de Minister van Financiën belast met Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2013 en 2014 wordt op 0 % vastgelegd, vermeerderd, in voorkomend geval, met de aanpassing van de lonen aan de evolutie van de index en de baremieke verhogingen.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De Eerste Minister, de Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging, de Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken, de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, de Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, de Minister van Middenstand, K.M.O's, Zelfstandigen en Landbouw, de Minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging, de Minister van Werk en de Minister van Financiën belast met Ambtenarenzaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging, P. DE CREM De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, A. DE CROO De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging, O. CHASTEL De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, K. GEENS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.