Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 december 2022
gepubliceerd op 10 januari 2023

Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het openbaredienstcontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2023030026
pub.
10/01/2023
prom.
26/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het openbaredienstcontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordening nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg, het artikel 5, § 6;

Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, de artikelen 4 en 5, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013014750 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en Nieuwe NMBS gelden sluiten tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden;

Gelet op de aanbevelingen van het raadgevend comité van de treinreizigers van 15 juli 2022;

Gelet op het advies van het strategisch bedrijfscomité van de NMBS van 14 december 2022;

Gelet op de afstemming van het openbaredienstcontract van NMBS op het performantiecontract van Infrabel, inclusief voor wat betreft de capaciteit van het spoorwegnet met betrekking tot personenvervoer;

Gelet op het advies van de Investeringscel voor het spoor van 22 augustus 2022 over het meerjareninvesteringsplan 2023-2032;

Gelet op de eenparige goedkeuring van het beheerscontract door de raad van bestuur van de NMBS;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 december 2022 en op 19 december 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 21 december 2022;

Overwegende dat dit koninklijk besluit enerzijds de beslissing inhoudt tot gunning van het openbaredienstcontract overeenkomstig artikel 5, § 6, van de Verordening 1370 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (hierna Verordening 1370) en anderzijds het koninklijk besluit betreft tot goedkeuring met betrekking tot artikel 4 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (hierna de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten);

Overwegende allereerst het artikel 14 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en het aan het VWEU gehechte protocol nr. 26 betreffende de diensten van algemeen belang, waarin het beginsel is vastgelegd dat de lidstaten over een ruime beoordelingsmarge beschikken bij de vaststelling van openbaredienstverplichtingen;

Overwegende evenwel artikel 1 van Verordening 1370, waarin staat: "in deze verordening worden de voorwaarden gesteld waaronder de bevoegde instanties, wanneer zij een openbaredienstverplichting opleggen of daartoe een contract afsluiten, aan exploitanten van openbare diensten een compensatie voor de kosten en/of exclusieve rechten verlenen als tegenprestatie voor het vervullen van openbaredienstverplichtingen.";

Overwegende dat de naleving van de bepalingen van Verordening 1370 het optreden van de bevoegde instanties bij de gunning van onder die verordening vallende openbaredienstcontracten verenigbaar maakt met de gemeenschappelijke markt zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening 1370;

Overwegende de toepassing van de procedure van Verordening 1370/2007 voor het gunnen van openbaredienstcontracten voor personenvervoer per spoor;

Overwegende het regeerakkoord van 30 september 2020 waarin het voornemen wordt geuit om het volgende openbaredienstcontract voor het personenvervoer per spoor te gunnen aan de NMBS voor een periode van 10 jaar en die de oriëntaties definieert van de politieke, budgettaire en industriële keuzes om van het spoor de ruggengraat van de toekomstige mobiliteit in België te maken;

Overwegende de bekendmaking van de vastgestelde specificaties voor openbaredienstverplichtingen van 2 april 2021 overeenkomstig artikel 2bis van Verordening 1370;

Overwegende de op 6 mei 2022 aangenomen Spoorwegvisie 2040, die een koers en een richting aangeeft en een langetermijnambitie voorstelt voor de toekomst van het spoorvervoer in België;

Aangezien deze documenten de beleidsdoelstellingenbevatten en het beleid inzake openbaar vervoer van de Belgische federale Staat bepalen overeenkomstig artikel 2bis van Verordening 1370;

Overwegende de beleidsdoelstelling om een duurzame `modal shift' te realiseren naar collectieve en multimodale mobiliteit voor alle reismotieven (en niet enkel woon-werk) ook buiten de spitsuren, in plaats van het vervoer over de weg dat vandaag een negatieve impact heeft op de klimaatverandering en de luchtkwaliteit (CO2 uitstoot), maar ook op de volksgezondheid (verkeersongevallen en verslechterde leefomstandigheden in stedelijke gebieden), en de economie (congestie van de wegen); dat een performante, betaalbare en dekkende collectieve mobiliteit daarnaast ook een antwoord biedt voor maatschappelijke uitdagingen betreffende sociale cohesie en de vrijheid van verkeer voor alle burgers (jongeren, economisch kansarme mensen, ouderen en gehandicapten, maar ook ouders, studenten, werknemers en toeristen die kiezen voor duurzame mobiliteit); dat efficiënte, betaalbare en aantrekkelijke en veilige spoorwegdiensten de ruggengraat van het openbaar vervoer in België vormen; dat een verhoging van het modale aandeel van de trein een voor de hand liggende en snelle manier is om naar meer autonomie te evolueren en minder uit te geven aan de invoer van fossiele brandstoffen hetgeen noodzakelijk is om de beleidsdoelstellingen inzake klimaat te behalen; en dat deze beleidsdoelstellingen ruim gedragen worden door de bevolking zoals blijkt uit het reeds bestaande intense gebruik van de spoordiensten en externe adviezen met betrekking tot het beheerscontract en met betrekking tot de Spoorvisie 2040;

Overwegende dat de beleidsdoelstelling van een duurzame modal shift, met het spoorwegvervoer als ruggengraat van het openbaar vervoer, dringend een aanbod vereist dat voldoende aantrekkelijk is om de overstap te maken;

Overwegende dat de initiële keuze voor uitvoering van de openbaredienstverplichtingen door één operator op gans het grondgebied gerechtvaardigd is door de noodzaak van een coherent en met andere vervoersmodi afgestemd transportsysteem;

Overwegende de mededeling aan de Europese Commissie van het voortgangsrapport inzake de naleving van artikel 5 van Verordening 1370;

Overwegende de bekendmaking in het PBEU op 26 november 2021, via het platform "ted.europa.eu", van het voornemen om het volgende openbaredienstcontract voor personenvervoer per spoor een jaar voor de genoemde gunning aan de NMBS te gunnen, overeenkomstig artikel 7, § 2, van Verordening 1370;

Overwegende dat na deze bekendmaking tot op heden geen enkele andere exploitant belangstelling heeft getoond voor het aanbieden van binnenlandse openbare diensten voor reizigersvervoer per spoor op Belgisch grondgebied;

Overwegende voorts de volgende specifieke kenmerken van het Belgische spoorwegnet die, op dit moment en om de continuïteit van de openbare dienst niet te verstoren, de rechtstreekse toewijzing aan de NMBS rechtvaardigen, rekening houdend met de complexiteit van dit net, voornamelijk ondersteund door : a)De specifieke positie van het spoorwegknooppunt Brussel als bron van onderlinge afhankelijkheid op de schaal van het Belgische netwerk, in die zin dat dat knooppunt een gecentraliseerde planning bevordert, b) De stervormige structuur van het net beperkt door de Noord-Zuidverbinding in Brussel, die intensief wordt gebruikt en een knelpunt vormt (84 treinen/uur tijdens de piekuren, ongeveer 1400 treinen/dag) en die is ontworpen en georganiseerd voor doorgaande verbindingen die niet in Brussel eindigen; Overwegende dat deze twee elementen aanzienlijke infrastructurele beperkingen vormen die de verdeling van de verbindingen tussen de verschillende exploitanten bemoeilijken en het risico inhouden dat investeringen verloren gaan, met name door de aanpassingen aan de infrastructuur die door een eventuele verdeling noodzakelijk worden, zoals bijvoorbeeld de noodzakelijke aanleg van perronsporen, rangeersporen en keersporen en de verplaatsing van onderhoudswerkplaatsen; c) Het feit dat de huidige exploitatie van het Belgische net ook een hoge graad van gemengd verkeer, een hoge graad van gemengde oorsprong/bestemmingen met zich meebrengt en het feit dat de bediening van Brussel bijna het gehele net overlapt, hetgeen, in geval van toewijzing ten gunste van verscheidene exploitanten, de planning van de dienstregeling en het beheer in real-time van verstoorde situaties zou bemoeilijken;d) De kenmerken van de vraag die zeer groot is voor wat betreft de verplaatsingen naar Brussel, pleiten eveneens voor een uniekheid van de exploitatie van het net; Overwegende dat een niet-progressieve verdeling bovendien de huidige afstemming van het systeem ter discussie zou kunnen stellen, hetgeen ten koste zou gaan van de samenhang van het globale en geïntegreerde aanbod;

Aangezien Verordening 1370 een overgangsregeling vaststelt die de gunning van een openbaredienstcontract voor personenvervoer per spoor krachtens artikel 5, § 6, ervan mogelijk maakt tot 25 december 2023 en dat voor een maximumperiode van 10 jaar;

Overwegende dat het doel van deze overgangsregeling is om ervoor te zorgen dat de bevoegde instanties geleidelijk voldoen aan de bepalingen van Verordening 1370 teneinde de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen door zowel de instanties als de historische exploitanten in staat te stellen zich aan te passen aan de concurrentie in het kader van de openbare dienstverlening;

Overwegende voorts dat het contract een performantie-traject oplegt, met periodiek toezicht op de prestaties van de geselecteerde exploitant van openbare diensten, met stimulansen en zelfs sancties indien de doelstellingen niet worden gehaald, gericht op een verbetering van de kwaliteit en doeltreffenheid van de dienstverlening;

Immers, het openbaredienstcontract in de bijlage opgenomen bevat het mechanisme voor prestatiebeheer, dat gebaseerd is op de volgende beginselen: a) toezicht door middel van indicatoren, activiteitenverslagen en, in voorkomend geval, remediëringsplannen;b) jaarlijks organiseren van een prestatiedialoog; c) een financieel stimulerings-/sanctiemechanisme voor bepaalde prestatie-indicatoren zoals klantentevredenheid, aantal passagiers/km, stiptheid van de diensten, enz.; d) procedures inzake remediëring ingeval van het aanhoudend niet realiseren van doelstellingen; Overwegende de aanneming van een bepaling betreffende pilootprojecten die de Staat toelaat gedurende de looptijd van het bijgevoegde openbaredienstcontract een of meerdere pilootprojecten te ontwikkelen met het oog op het gunnen van een of meer openbaredienstcontracten voor personenvervoer per spoor door middel van een openbare aanbesteding, een bepaling waarvan de toepassing het derhalve mogelijk maakt het beginsel van artikel 5 van de Verordening 1370, dat erin bestaat openbaredienstcontracten voor personenvervoer per spoor te gunnen na een openbare aanbesteding, geleidelijk en op zodanige wijze toe te passen dat de continuïteit van de dienstverlening niet wordt onderbroken;

Overwegende het sluiten van een mid-term reviewbepaling die de voorafgaande uitvoering van een marktverkenning impliceert door de vervoersorganiserende autoriteit, de ontwikkelingen van het spooraanbod in "open access" inbegrepen, die als basis kan dienen voor de eventuele heroverweging van de perimeter van het openbaredienstcontract en ter ondersteuning ervan in het licht van het in Verordening 1370 opgenomen beginsel van evenredigheid;

Overwegende de open toegang voor binnenlandse dienstverlening, gegarandeerd op het Belgische spoorwegnet sinds eind 2020 (cf.

Spoorcodex) en de afwezigheid, tot op heden, van nieuwe marktdeelnemers, zelfs het ontbreken van een blijk van concrete belangstelling door andere exploitanten dan de NMBS voor het verrichten van binnenlandse diensten van personenvervoer per spoor, hetgeen de rechtstreekse gunning van het openbaredienstcontract aan de NMBS lijkt te rechtvaardigen zodoende de continuïteit van de betrokken openbare dienst niet te verstoren;

Overwegende ten slotte dat Verordening 1370 de bevoegde instanties de mogelijkheid biedt om overeenkomstig artikel 2, onder e), de specificaties van openbaredienstverplichtingen voor het verrichten van openbaar personenvervoer en het toepassingsgebied daarvan vast te stellen. Dit omvat de mogelijkheid om diensten die hun kosten dekken en diensten die hun kosten niet dekken te bundelen;

Overwegende de inhoud van het financiële hoofdstuk waarin de modaliteiten en de details inzake de toepassing van de bijlage bij Verordening 1370 worden vastgesteld;

Overwegende de bepaling betreffende de activa op grond waarvan enerzijds de Staat de overdracht van gesubsidieerd materieel kan verkrijgen om de mogelijke opties op het gebied van de organisatie van de openbare dienst voor toekomstige openbaredienstcontracten niet te beperken en anderzijds de NMBS geen concurrentiebeperkende voordelen te verlenen gezien de levensduur van bepaalde activa die langer is dan de looptijd van het huidige contract;

Overwegende, enerzijds, de beslissing van de Raad van ministers van 18 oktober 2022 dat voorziet voor de periode 2023-2032 in de beschikbaarheid van begrotingskredieten die de toekenning van basissubsidies gelijk aan de nu in voege dotaties, inclusief hun toekomstige indexatie, en de toekenning van bijkomende kredieten die de NMBS toelaten om haar obligaties vanwege het openbaredienstcontract na te komen, en, anderzijds, de integratie van die beslissing in de financiële hoofdstuk van het contract (hoofdstuk XI), en de intrinsieke integratie van die elementen met het ondernemingsplan, en in het bijzonder het financiële plan en het meerjarige investeringsplan van de NMBS;

Overwegende, enerzijds, de noodzaak om het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013014750 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en Nieuwe NMBS gelden sluiten tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden op te heffen aangezien het zijn bestaansreden verliest ten gevolge van het sluiten van nieuwe openbaredienst- en performantiecontracten en anderzijds de noodzaak om de toepassing mogelijk te maken van de bepalingen van hetzelfde besluit die betrekking hebben op de uitoefening van de taken van openbare dienst voor het jaar 2022 en waarvan de rechtsgevolgen in 2023 voortduren, wat het geval kan zijn voor uitgestelde betalingen, de mededeling van bewijsstukken of eventuele terugbetalingen;

Overwegende de noodzaak om de inwerkingtreding van het beheerscontract om boekhoudkundige redenen vast te stellen op 1 januari 2023;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het als bijlage bij dit besluit gevoegde openbaredienstcontract gesloten tussen de Staat en de NMBS wordt goedgekeurd. Dit contract heeft uitwerking vanaf 1 januari 2023.

Het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013014750 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en Nieuwe NMBS gelden sluiten tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en NMBS gelden wordt opgeheven, behoudens de bepalingen die het bevat met betrekking tot de uitvoering van hun taken van openbare dienst door de NMBS en Infrabel gedurende het jaar 2022, en waarvan de toepassing is voorzien na 31 december 2022.

Art. 2.De Minister belast met mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.

Gegeven te Ciergnon, 26 december 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^