gepubliceerd op 22 mei 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2006, gesloten in Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot toekenning van een harmonisatiepremie en tot bepaling van de loonvoorwaarden voor het jaar 2006 voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies
25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2006, gesloten in Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot toekenning van een harmonisatiepremie en tot bepaling van de loonvoorwaarden voor het jaar 2006 voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot toekenning van een harmonisatiepremie en tot bepaling van de loonvoorwaarden voor het jaar 2006 voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2006 Toekenning van een harmonisatiepremie en bepaling van de loonvoorwaarden voor het jaar 2006 voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (Overeenkomst geregistreerd op 27 juni 2006 onder het nummer 80205/CO/329.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest en die behoren tot een van de volgende erkennings- en/of subsidiëringsregimes en hun werknemers : - productie- en gastateliers, erkend en gesubsidieerd krachtens het besluit van de Executieve van de Franstalige Gemeenschap van 26 juli 1990 betreffende de erkenning en de betoelaging van de productieateliers en de gastateliers voor films en videogrammen en door het besluit van de Executieve van de Franstalige Gemeenschap van 23 februari 2000 tot erkenning van de vzw "Atelier de création sonore et radiophonique" als onthaalstructuur inzake creatie op radio; - bibliotheken, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 28 februari 1978 tot instelling van de "Service public de la lecture", gewijzigd door de decreten van 21 oktober 1988, 19 juli 1991 en 30 november 1992, voor zover het betrekking heeft op de privaatrechtelijke verenigingen en stichtingen erkend als openbare bibliotheken; - culturele centra, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 28 juli 1992 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de culturele centra, gewijzigd door het decreet van 10 april 1995; - jeugdhuizen, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 20 juli 2000, tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongereninformatiecentra en van hun federaties; - organisaties voor permanente opvoeding, erkend en gesubsidieerd krachtens het koninklijk besluit van 5 september 1921, het koninklijk besluit van 4 april 1925, het koninklijk besluit van 16 juli 1971, het decreet van 8 april 1976 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de organisaties voor permanente vorming van de volwassenen in het algemeen en aan de organisaties voor de sociaal-culturele bevordering van de arbeiders en het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding; - sportfederaties, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap; - "la Médiathèque", erkend en gesubsidieerd krachtens het koninklijk besluit van 7 april 1971; - jeugdorganisaties, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 20 juni 1980 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de jeugdorganisaties; - lokale televisies, erkend en gesubsidieerd krachtens het artikel 74 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die gedekt zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002 tot bepaling van de functieclassificatie en de loonvoorwaarden voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) (koninklijk besluit van 4 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2004) en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 tot bepaling van de functieclassificatie en de loonvoorwaarden voor de sectoren van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector die afhangen van het Waalse Gewest : de "Entreprises de Formation par le Travail", de "Organismes d'Insertion Socio-professionnelle", de "Centres Régionaux d'Intégration pour les populations d'origine étrangère", de "Missions Régionales pour l'Emploi" en "Centres de Formation et/ou de réadaptation Professionnelle agréés par l'Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" (Waals Gewest) (koninklijk besluit van 24 augustus 2005, Belgisch Staatsblad van 8 november 2005).
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden. HOOFDSTUK II. - Harmonisatiepremie
Art. 2.In 2006 wordt aan de in artikel 1 bedoelde werknemers een harmonisatiepremie toegekend. De berekeningsmodaliteiten ervan worden vastgelegd in dit hoofdstuk.
Art. 3.Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers wordt het bedrag van de premie herleid naar rata van hun arbeidstijdstelsel.
Art. 4.Het brutobedrag van deze premie bestaat uit twee elementen : 1. het positief verschil, voor de periode van 1 januari 2005 en 31 december 2005 gedurende dewelke de werknemer door een arbeidsovereenkomst gebonden was met de werknemer, tussen : - enerzijds, het werkelijk aan de werknemer betaalde brutoloon gedurende elke maand van deze periode, in voorkomend geval rekening houdend met het effect van het dubbel vakantiegeld, - en anderzijds, het brutoloon dat zou betaald geweest zijn gedurende elke maand van deze periode als de tabel in bijlage 1, die wezenlijk deel uitmaakt van deze overeenkomst, zou zijn toegepast, in voorkomend geval rekening houdend met het effect van het dubbel vakantiegeld.2. zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 7, het positief verschil tussen : - enerzijds, het brutobedrag van de werkelijk aan de werknemer betaalde eindejaarspremie op basis van de geleverde prestaties gedurende het jaar 2005.Als de werknemer in 2005 een dergelijke premie niet ontvangen heeft, wordt er van uitgegaan dat het bedrag gelijk is aan nul, - en anderzijds, het brutobedrag van het deel van de harmonisatiepremie dat overeenstemt met een eindejaarspremie, berekend volgens de bepalingen van de artikelen 7 en 8, die zou zijn toegekend aan de werknemer op basis van de tabel in bijlage 1, als die van toepassing zou zijn geweest.
Art. 5.Onder "positief verschil" in de zin van punt 1 van artikel 4, verstaat men : het deel van het bedrag van het loon, gebaseerd op de tabel in bijlage 1, dat hoger is dan het werkelijk aan de werknemer betaalde brutoloon.
Onder "positief verschil" in de zin van punt 2 van artikel 4, verstaat men : het deel van het bedrag van de harmonisatiepremie dat overeenstemt met een eindejaarspremie, berekend op basis van de tabel in bijlage 1, dat hoger is dan de werkelijk aan de werknemer betaalde eindejaarspremie.
Art. 6.De werkgevers verbinden er zich toe de bijkomende middelen die voor 2005 toegekend worden door de Franstalige Gemeenschap in het kader van het akkoord voor de non-profit van juni 2000, te bestemmen voor het verhogen van de loonmassa om aldus een verbetering mogelijk te maken van de lonen, ten bedrage van het bedrag van de eindejaarspremie, zoals bepaald in de artikelen 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en van 95 pct. van de loonschalen vastgesteld door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 (Waals Gewest).
In geval de jaarlijkse loonmassa's van de organisatie gelijk zouden zijn aan of groter dan het bedrag van de eindejaarspremie, zoals bepaald in de artikelen 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en dan 95 pct. van de loonschalen vastgesteld door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 (Waals Gewest) is het eerste lid niet van toepassing.
Art. 7.Voor het bepalen van het bedrag van de in artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde harmonisatiepremie, wordt voor de in artikel 1 bedoelde werknemers een eindejaarspremie in aanmerking genomen als element van de berekening.
De eindejaarspremie is niet verschuldigd in de ondernemingen waar de loonschalen in 2005 gelijk waren aan of hoger dan het bedrag van de eindejaarspremie, zoals bepaald in dit voorschrift en in het artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en van 95 pct. van de loonschalen bepaald in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 (Waals Gewest).
De referteperiode voor het berekenen van de eindejaarspremie loopt van 1 januari tot 30 september 2005.
Als de werknemer niet gedurende de ganse referteperiode tewerkgesteld werd door dezelfde werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie bepaald naar verhouding van het aantal dagen tewerkstelling in de onderneming gedurende de referteperiode.
Bovendien wordt het bedrag van de premie verminderd naar rato van de afwezigheden in de loop van het jaar die niet voortvloeien uit de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen betreffende jaarlijkse vakantie, wettelijke feestdagen, klein verlet, beroepsziekte, arbeidsongeval en bevallingsrust, ouderschapsverlof en ziekte- of ongevalperiodes, gedekt door een gewaarborgd loon.
Art. 8.Het minimumbedrag van deze eindejaarspremie bestaat uit een forfaitair gedeelte, dat verhoogd wordt met een variabel gedeelte. 1. Het forfaitair gedeelte wordt bepaald overeenkomstig artikel 5, § 2, 1° van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt (Belgisch Staatsblad van 22 november 1979), gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987 (Belgisch Staatsblad van 5 december 1987), hetzij 306,14 EUR.2. Het variabele gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het aan de werknemer verschuldigde loon voor de maand oktober van het lopende jaar, vermenigvuldigd met twaalf. Als de werknemer zijn loon voor de maand oktober van het lopende jaar niet ontvangen heeft, wordt het loon dat als basis zou hebben gediend om zijn loon voor deze maand te berekenen, als dit verschuldigd was geweest, in aanmerking genomen.
Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers wordt het bedrag van de premie herleid naar rata van hun arbeidstijdstelsel.
Art. 9.§ 1. De anciënniteit die in aanmerking zal worden genomen voor het berekenen van de harmonisatiepremie, is de anciënniteit vermeld in de arbeidsovereenkomst en, ten minste, de anciënniteit in de instelling. § 2. In de sectors van de Jongerencentra en de Jeugdorganisaties, zoals bepaald in artikel 1, wordt de anciënniteit in aanmerking genomen die vermeld wordt in § 1, behalve voor de werknemers wier anciënniteit op 1 januari 2003 beperkt werd tot een maximum van 8 jaar. Voor deze werknemers wordt de anciënniteit in 2005 beperkt tot een maximum van 15 jaar. § 3. Voor de werknemers wier anciënniteit op 1 januari 2003 geneutraliseerd werd, wegens hun herkwalificatie als werknemer in het kader van werkgelegenheidsprogramma's, wordt deze neutralisatie gehandhaafd. § 4. De weddeschaalaanpassingen die gekoppeld zijn aan de anciënniteit zullen worden toegepast op de eerste dag van de maand die volgt op de verjaardatum van het contract.
Art. 10.De harmonisatiepremie zal worden uitbetaald aan de werknemers die er recht op hebben, ten laatste op het einde van de maand die volgt op de uitbetaling van de subsidies aan de werkgevers door de administraties van de Franstalige Gemeenschap.
Evenwel zullen de werkgevers aan wie de subsidies werden gestort voor het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de harmonisatiepremie uitbetalen aan de werknemers die er recht op hebben, ten laatste op het einde van de maand die volgt op het sluiten van deze overeenkomst.
Art. 11.Aan elke werknemer die de harmonisatiepremie ontvangt wordt, bij de storting ervan, een document bezorgd dat werd opgesteld volgens het model in bijlage 3 met de berekening die voor deze werknemer werd uitgevoerd. HOOFDSTUK III. - Lonen in 2006
Art. 12.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 20, zullen de minimumlonen per categorie van het voltijds tewerkgesteld personeel, zoals beschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2003 tot bepaling van de functieclassificatie voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productie-ateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (koninklijk besluit van 16 december 2005, Belgisch Staatsblad van 3 maart 2006), vanaf 1 januari 2006, gebaseerd worden op de loonschalen opgenomen in bijlage 2 die wezenlijk deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze loonschalen zijn een minimumbasis.
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 20 verbinden de werkgevers er zich toe om, in 2006, de bijkomende middelen toegekend door de Franse Gemeenschap in het kader van het akkoord met de non-profit van juni 2000, aan te wenden voor het verhogen van de loonmassa om aldus een verbetering van de lonen mogelijk te maken, tot het bedrag van een eindejaarspremie, bepaald volgens de modaliteiten voorzien in de artikelen 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en tot 100 pct. van de loonschalen bepaald in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 (Waalse Gewest).
De voorgaande alinea is niet van toepassing als de jaarlijkse loonmassa's van de instelling gelijk zijn aan of hoger dan het bedrag van een eindejaarspremie, bepaald volgens de modaliteiten voorzien in de artikelen 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en gelijk aan of hoger dan 100 pct. van de loonschalen bepaald in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002.
Art. 13.Overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht ten aanzien van de deeltijdse arbeid, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 21 september 1981, moet de deeltijds tewerkgestelde werknemer, voor een zelfde of gelijkwaardige arbeid, een loon krijgen proportioneel aan dat van de voltijds tewerkgestelde werknemer (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1981).
Art. 14.De anciënniteit die in aanmerking zal worden genomen voor het bepalen van het loon van de werknemers, is de anciënniteit vermeld in de arbeidsovereenkomst en, ten minste, de anciënniteit in de instelling.
Art. 15.Voor de werknemers wier anciënniteit op 1 januari 2003 geneutraliseerd werd, wegens hun rekwalificatie als werknemer in het kader van werkgelegenheidsprogramma's, wordt deze neutralisatie gehandhaafd.
Art. 16.In 2006 wordt in de sectors van de jongerencentra en de jeugdorganisaties, zoals bepaald in artikel 1, de anciënniteit in aanmerking genomen die vermeld wordt in artikel 14 van deze overeenkomst, behalve voor de werknemers wier anciënniteit op 1 januari 2003 beperkt werd tot een maximum van 8 jaar. Voor deze werknemers wordt de anciënniteit in 2006 beperkt tot een maximum van 18 jaar.
Art. 17.In de sectors van de jongerencentra en de jeugdorganisaties, zoals bepaald in artikel 1, wordt de anciënniteit in aanmerking genomen die vermeld wordt in de arbeidsovereenkomst en, ten minste, de anciënniteit in de instelling, behalve voor de werknemers wier anciënniteit op 1 januari 2003 beperkt werd tot een maximum van 8 jaar. Voor deze werknemers zal de anciënniteit op de volgende wijze evolueren : - in 2007 zal het plafond worden bepaald op 22 jaar; - vanaf 2008 zal er geen enkel anciënniteitsplafond meer worden toegepast.
Artikel 16 en deze bepaling zullen worden toegepast naarmate de hiertoe bestemde sommen worden vrijgemaakt door de Franse Gemeenschap; de plafonds zullen versneld afgeschaft worden zodra de regering van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig haar verklaring van gemeenschapspolitiek, de nodige middelen zal toekennen om de werkelijke anciënniteit in aanmerking te nemen in de in het 1ste lid bedoelde instellingen.
Art. 18.De weddeschaalaanpassingen die gekoppeld zijn aan de anciënniteit zullen worden toegepast op de eerste dag van de maand die volgt op de verjaardatum van het contract. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 19.Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de lonen bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997 betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de comsumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1997 (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1997), worden de loonschalen in bijlage 2 gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen maandelijks opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en worden aangepast volgens de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997.
Op het ogenblik van de sluiting van de overeenkomst, is de spilindex 102,10 (basis 2004 = 100). HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen
Art. 20.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 51 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, zal de eventuele herverdeling van de jaarmassa's in de inrichtingen waar het totaal van de lonen en voordelen gelijk is aan of hoger dan die bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, moeten worden besproken in de ondernemingsraad of, bij gebrek hieraan, in overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging of, bij gebrek hieraan, moeten worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming.
Art. 21.De artikelen 1, 9 en 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 tot bepaling van de loonvoorwaarden in 2004 en 2005 voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (geregistreerd onder het nummer 75660/CO/329), worden opgeheven. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2006. Zij is voor onbepaalde tijd gesloten en kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 1 Harmonisatiepremie 2005 Rooster van 1 januari tot 30 augustus 2005 De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad, legt de verplichting op het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen in acht te nemen.
Vanaf 1 september 2005 moeten de bedragen geïndexeerd worden met 2 pct..
Spil = 113,88 (basis 1996)
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 2 Loonschalen Lonen vanaf 1 januari 2006 De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad, legt de verplichting op het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen in acht te nemen.
Spil = 102,10 (basis 2004)
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 3 Modelformulier te bezorgen aan iedere werknemer
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
* Voor dit vakje, de berekening maken = 92 pct. X brutoloon van de voornaamste vakantiemaand (in principe juli of augustus) voor zover de werknemer gedurende gans het jaar 2004 tewerkgesteld werd; zoniet het dubbel vakantiegeld aanpassen in functie van de tewerkstelling in 2004. ** Voor dit vakje, de berekening uitvoeren overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2006 tot toekenning van een harmonisatiepremie en bepaling van de loonvoorwaarden voor het jaar 2006 voor sommige sectoren van de Franse Gemeenschap. *** In dit vakje de positieve bedragen optellen overeenstemmend met elke maand en, in voorkomend geval, het bedrag van het dubbel vakantiegeld en van de eindejaarpremie.
OPGELET : DEZE TABEL IS GEBASEERD OP EEN STANDAARDSITUATIE. IN VOORKOMEND GEVAL MOET ER REKENING WORDEN GEHOUDEN MET SOMMIGE ANDERE ELEMENTEN DIE EEN INVLOED KUNNEN HEBBEN OP DE BEREKENINGEN EN MOET DE TABEL AANGEPAST WORDEN. Bijvoorbeeld : verandering van arbeidstijdstelsel of indiensttreding in de loop van een maand, verlof zonder wedde, langdurige ziekte.....
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN