24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden in de diamantnijverheid (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juni 1979;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, houdende vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden in de diamantnijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 juni 1979, Belgisch Staatsblad van 21 november 1979.

Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 1996 Vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden in de diamantnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1998 onder het nummer 49368/CO/324)

Artikel 1.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 2 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 2.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 13 195 BEF per week en 2 639 BEF per dag.".

Art. 2.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 3 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 3.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 11 445 BEF per week en 2 289 BEF per dag.".

Art. 3.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 4 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 4.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 12 185 BEF per week en 2 437 BEF per dag.".

Art. 4.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 6 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 6.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 11 445 BEF per week en 2 289 BEF per dag.".

Art. 5.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 7 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 7.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 12 185 BEF per week en 2 437 BEF per dag.".

Art. 6.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 8 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 8.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 11 445 BEF per week en 2 289 BEF per dag.".

Art. 7.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt artikel 10 vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 10.Het minimumloon van de werklieden en werksters van meer dan 21 jaar, wordt vanaf maandag 1 juli 1996 vastgesteld op : 11 445 BEF per week en 2 289 BEF per dag.".

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 juli 1996 en heeft dezelfde geldigheidsduur, dezelfde opzeggingsperiode en -modaliteiten als de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN