gepubliceerd op 26 augustus 2014
Besluit van de Waalse Regering houdende regeling van de scheepvaart op de waterwegen in het Waalse Gewest en tot opheffing voor het Waalse Gewest van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk
15 MEI 2014. - Besluit van de Waalse Regering houdende regeling van de scheepvaart op de waterwegen in het Waalse Gewest en tot opheffing voor het Waalse Gewest van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk
De Waalse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het decreet van 19 maart 2009 betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein, inzonderheid op de artikelen 2, tweede lid, 2°, 3, § 4, 2°, en 4bis, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 juni 2009 tot vaststelling van de inwerkingtreding van het decreet van 19 maart 2009 de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein en de nadere regels voor de aanwijzing van de domaniale politieagenten en de ambtenaren die gemachtigd zijn om administratieve geldboetes op te leggen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 tot bepaling van de voorschriften die van toepassing zijn op de domeinconcessies betreffende de infrastructuren voor riviertoerisme op de waterwegen van het Waalse Gewest;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 1950 houdende bijzondere reglementen van sommige scheepvaartwegen;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk en de wijzigingsbesluiten ervan;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2007 houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op het Europees Reglement voor binnenlandse waterwegen (CEVNI) aangenomen door de werkgroep Vervoer door binnenlandse waterwegen van het Comité Binnenlands vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, bij resolutie nr. 24 van 15 november 1985 en zijn latere wijzigingen;
Gelet op het advies van de autonome adviescel "Duurzame ontwikkeling" van 13 maart 2014;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 55.995/4, gegeven op 7 mei 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor de Waterwegen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder : 1° algemeenheden : a) recreatieve activiteiten : geheel van recreatieve activiteiten die alleen of in groep op de waterweg uitgeoefend worden met al dan niet de bijstand van een instructeur die met name het welzijn en de ontspanning als doel heeft;b) berichten aan de scheepvaart : inlichtingen of voorschriften met een tijdelijk karakter bestemd voor de stuurlieden en gebruikers, en die ter inzage gelegd worden op de website van het Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen van de Waalse Overheidsdienst, voor de sluizen, alsook bij elk ander communicatiemiddel;c) pand : watervlak inbegrepen tussen twee of verschillende kunstwerken;d) stuurman : persoon verantwoordelijk voor het besturen van een schip;e) stuwpeil : ogenblikkelijk waterpeil van het watervlak op een bepaalde plaats;f) fenders en wrijfhouten : elementen neergelegd tegen de romp van een schip om bedoeld schip tijdens maneuvers zoals een vastlegging te beschermen;g) domein : het gewestelijk openbaar waterwegendomein;h) laagwaterstand : peil of debiet van het laag water;i) beheerder : het Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen belast met het beheer van de waterwegen;j) uren van bediening : periode waarin een kunstwerk wordt bediend om de doorvaart mogelijk te maken;k) infrastructuur voor riviertoerisme : aanmeerplaats, relais, of jachthaven naar gelang van de aangeboden diensten, met inbegrip van water, elektriciteit, sanitair zoals bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 tot bepaling van de voorschriften die van toepassing zijn op de domeinconcessies betreffende de infrastructuren voor riviertoerisme op de waterwegen van het Waalse Gewest;l) Minister : de Minister die bevoegd is voor de waterwegen;m) ankerplaats : hoogte tussen het stuwpeil en de bodem van de waterweg of kunstwerk;n) normale hoogwaterstand : referentieniveau van het watervlak dat de toegelaten diepgang zoals bepaald in de bijzondere reglementen verzekert;o) kunstwerk : kunstwerk in de zin van punt 6 van dit artikel;p) breedte der vaargeul : referentiebreedte van een sectie van de waterweg waarin de schepen mogen varen op de toegelaten diepgang en hoogte boven de waterlijn;q) vaarverlof : vergunning verleend door de beheerder om een reis te maken;r) bedieningspersoneel : personeel aangesteld voor de bediening van de kunstwerken;s) gezaghebbende persoon : persoon die verantwoordelijk is of belast met het toezicht op een drijvende installatie of een stilliggend schip;t) bijzondere reglementen : geheel van bepalingen besloten door de Minister, dat de waarde heeft van een juridische norm die specifiek toepasselijk is op de waterwegen en de grote waterkunstwerken bepaald in de bijlagen 1 en 2 bij dit besluit;u) het schutten : opvulling of lediging van een schutkolk of translatie van een bak;v) gebruiker : elke andere persoon dan de stuurman van een schip of dan de gezaghebbende persoon;2° algemene verdeling : a) schip : elk bootje, al dan niet gemotoriseerd, met inbegrip van de voorwerpen zonder waterverplaatsing en de watervliegtuigen, gebruikt of geschikt om gebruikt te worden als vervoermiddel over het water;b) pleziervaartuig : elke schip gebruikt voor recreatieve activiteiten met uitzondering van de passagiersvaartuigen;c) gemotoriseerde vaartuigen : schepen bestemd voor sport of recreatie op het water, met een snelheid hoger dan degene die toegelaten is bij het glijden over het water.Ze worden in drie categorieën verdeeld : - de vaartuigen met buitenboordmotor; - de waterscooters met zadel, ook runabout genoemd, hebben een gewaarborgde stabiliteit bij stilstand en een gewaarborgde bestuurbaarheid bij een lage snelheid. Ze beschikken in het algemeen over twee of drie zitplaatsen; - de waterscooters met verstelbare arm, ook stand-up-jetski of jetski genoemd zijn vaartuigen waarvan de stabiliteit en de bestuurbaarheid noch bij stilstand, noch bij een lage snelheid worden gewaarborgd, die algemeen overeind of op de knieën door middel van een verstelbare arm worden bestuurd; d) passagiersschip : elk schip ingericht of gebruikt om meer dan 12 passagiers te vervoeren;e) bunkerschip : schip met een lengte kleiner dan 35 m, gespecialiseerd in de bevoorrading van de drijvende of stilliggende schepen voornamelijk met brandstof, huisbrandolie, aftapolie, gas en drinkbaar water.3° afmetingen van de schepen : a) maximale lengte : lengte over alles;b) maximale breedte : breedte over alles;c) diepgang : verticale afstand tussen de waterlijn en het laagste vaste punt;d) hoogte boven de waterlijn : verticale afstand tussen het peil van het watervlak en het hoogste gedeelte van het schip;e) toegelaten diepgang : maximale toegelaten diepgang;f) maximale toegelaten afmetingen : afmetingen die de lengten, breedten, maximale diepgang zoals bepaald in de bijzondere reglementen, omvatten.4° afmetingen van de kunstwerken : a) bruikbare lengte van een kunstwerk : referentielengte van een kunstwerk, gebruikt om de maximale lengte van een schip dat alleen door het kunstwerk kan varen, of de maximale gecumuleerde lengte van verschillende schepen die samen door het kunstwerk kunnen varen, te bepalen;a) bruikbare breete van een kunstwerk : referentiebreedte van een kunstwerk, gebruikt om de maximale breedte van een schip dat alleen door het kunstwerk kan varen, of de maximale gecumuleerde breedte van verschillende schepen die samen door het kunstwerk kunnen varen, te bepalen;c) vrije hoogte : maximale verticale afstand tussen de normale hoogwaterstand en de binnenzijde van de brug of het kunstwerk of onder een hoogspanningsleiding over de breedte der vaargeul;5° exploitatie : a) scheepsmanoeuvre : besturing waarvan de moeilijkheid erin bestaat rekening te houden met de parameters die bijdragen tot de verplaatsing van het schip en die voor de stuurman voornamelijk erin bestaat roer- of voortstuwingsorders te geven en algemeen een bemanning te leiden om het schip in een voorbepaalde positie te plaatsen of om een baan in alle veiligheid te volgen;b) bediening van een kunstwerk : geheel van de verrichtingen die nodig zijn voor een schip om door een kunstwerk te varen;c) het stilstaan : een schip is stilligend wanneer het op een bepaald punt geankerd of vastgemeerd is;d) regelmatige dienst : elk schip is in regelmatige dienst wanneer het op bepaalde dagen en uren in voorbepaalde havens vertrekt en aankomt en wanneer het door de kunstwerken volgens een voorbepaald tijdschema vaart;e) snelheidspiste : sectie of gedeelte van een watervlak waarop sommige schepen of vaartuigen met een hogere snelheid dan de op de waterweg toegelaten maximale snelheid varen.6° kunstwerken : a) doorvaartkunstwerk : kunstwerk bestemd om door een verval zoals een sluis, een scheepslift of hellend vlak te varen;b) sluis : kunstwerk voor de doorvaart van een verval door verandering van het watervlak binnen een kamer of schutkolk;c) scheepslift : kunstwerk voor de doorvaart van een verval door verticale translatie van een bak aan de hand van pistons of kabels;d) hellend vlak : kunstwerk voor de doorvaart van een verval door translatie van een bak op een hellend vlak : e) stuwdam : kunstwerk gebouwd dwars op de bedding van een natuurlijke waterloop om het water in zijn loop tegen te houden;f) stuwdam in rivier : kunstwerk dat de stuwpeil kan reguleren;g) stuwbekken : groot waterbouwkundig kunstwerk en zijn eventuele voorstuwdammen bestemd voor de opslag van het water;h) keersluis : veiligheidskunstwerk om een pandgedeelte te isoleren.
Art. 2.Toepassingsgebied De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op het geheel van de waterwegen opgenomen in het Gewestelijk openbaar waterwegendomein alsook op de grote waterbouwkundige kunstwerken zoals bepaald in de bijlagen 1 en 2. HOOFDSTUK II. - Scheepvaartvoorschriften
Art. 3.Algemeen § 1. Behalve toestemming van de bevoegde Minsiter of van diens afgevaardigde : a) mag geen vaartuig varen of stilligen, zo het gevaar loopt te zinken ten gevolge van gebrekkige bouw, ouderdom, overlading of averij;b) mag geen vaartuig varen indien zijn afmetingen, met inbegrip van zijn lading, de maximale toegelaten afmetingen van de schepen, zoals bepaald in de bijzondere reglementen, niet naleven en de veilige doorvaart van kunstwerken, niet mogelijk maken;c) moet de lading van de schepen zich ten minste 0,10 meter binnen het vlak der zijgangen van het schip bevinden en moet zodanig gestuwd zijn dat ze niet in de bedding van de waterweg kan storten. § 2. In buitengewone gevallen en tijdens de laagwaterstanden mag de diepgang verminderd worden. De stuurlieden en de gebruikers worden door middel van berichten aan de schippers daarvan in kennis gesteld. § 3. De breedte en de ligging van de breedte van de vaargeul alsook de normale hoogwaterstand van elk pand worden in de bijzondere reglementen bepaald. § 4. De bepalingen inzake scheepvaart bij wateraanwas of hoogwater worden in de bijzondere reglementen bepaald.
Art. 4.Vaarregels, snelheid en besturing, scheepvaartperiode en nachtelijke vaart § 1. Vaarregels, snelheid en besturing De stuurlieden maneuvreren alleen wanneer de plaatselijke omstandigheden het toelaten zonder risico voor het behoud van het domein.
Overeenkomstig artikel 20, §§ 1 en 2 van het koninklijk besluit van 9 maart 2007 houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk is de besturing van een schip door een enig bemanningslid verboden bij wateraanwas.
De snelheid en de besturing van een schip worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden zodat geen schade wordt gericht aan het domein door schadelijke golfslag.
Elke stuurman moet beslissen om al dan niet te varen naar gelang van zijn persoonlijke ervaring, de afmetingen en het soort schip dat hij bestuurt, het vermogen van de motoren, de zichtbaarheid en het debiet van de rivier.
Onder voorbehoud van de in dit artikel bepaalde specifieke regels worden de bepalingen inzake de snelheid van een schip ten opzichte van de oever in de bijzondere reglementen bepaald.
De volgende regels zijn van toepassing voor de praktijk van de scheepvaart tegen een snelheid hoger dan de maximale toegelaten snelheid op de weg door gemotoriseerde vaartuigen : 1° de waterscooters met verstelbare arm, ook stand-up-jetski of jetski genoemd, varen alleen op de daartoe bestemde snelheidspisten;2° de waterscooters met zadel worden toegelaten om tegen een hogere snelheid dan de op de waterweg toegelaten maximale snelheid te varen, namelijk : a) in de snelheidspisten voorbehouden aan de jetski's als ze in de trant van jetski's varen (slaloms of onregelmatige banen);b) op de andere snelheidspisten als ze in de trant van buitenboordmotoren volgens regelmatige banen varen of bij het trekken van waterski's : 3° de vaartuigen met buitenboordmotor worden toegelaten om tegen een hogere snelheid dan de op de waterweg toegelaten maximale snelheid te varen in de snelheidspisten die niet uitdrukkelijk voor jetski's worden bestemd. Hun snelheid wordt evenwel tot maximum 60km/h beperkt.
De snelheidspisten en de vaartuigen die specifiek toegelaten worden om op die plaatsen te varen, worden in de bijzondere reglementen bepaald. § 2. Scheepvaartperioden In elk pand wordt de scheepvaart 24 u/24 toegelaten behalve voor de waterwegen van klasse I waarin de scheepvaart toegelaten is tijdens een periode gelijk aan de breedste bedieningstijden van de kunstwerken gelegen aan de uiteinden van dit pand, vermeerderd zowel aan het begin als aan het einde van de dag met de tijd die nodig is om door dit pand te varen.
De bijzondere reglementen bepalen de openingsuren van de snelheidspisten en het tijdschema van de recreatieve en sportactiviteiten.
De Minister of zijn afgevaardigde kan onder de door hem bepaalde voorwaarden tijdelijke afwijkingen toekennen wat betreft de bedieningstijden van de kunstwerken of, in het in tweede lid bedoelde geval, het tijdschema van de recreatieve en sportacitiviteiten. § 3. Regels betreffende de nachtelijke scheepvaart Een zoeklicht kan alleen gebruikt worden tijdens de tijd nodig voor de erkenning van de plaatsen en van de hindernissen en om de bruggen te passeren. Bij het kruisen van een drijvend schip wordt dit zoeklicht uitgedaan of vervangen door een niet-verblindend licht.
De schepen minderen vaart bij het naderen van elk gemeerd schip.
De schepen zijn voorzien van een radiotelefonie, zoals een marifoon op kanaal VHF 10.
Art. 5.Stilliggen § 1. Het stilliggen, het tewaterlaten of het aan land brengen van de schepen alsook het laden en het afladen van de goederen en van de personen worden uitsluitend in de havens of in de plaatsen en voorwaarden die in de bijzondere reglementen daartoe worden bepaald, uitgeoefend. § 2. De aanhangwagens of de verplaatsbare tuigen die gebruikt werden om de boten te water te laten of aan land te brengen moeten onmiddellijk van de hellingen voor de stapelloop verwijderd worden. § 3. Het is verboden plezierboten te koop te stellen op de waterwegen. § 4. Behalve afwijkingen vermeld in de bijzondere reglementen mogen de boten niet stilliggen op minder dan 50 m van de stuwen. § 5. Algemene bepalingen betreffende het gebruik van infrastructuren voor riviertoerisme op de waterwegen : 1° de aanlegkaden van de infrastructuren voor riviertoerisme op de waterwegen worden uitsluitend bestemd voor het stilliggen van de plezierboten gebruikt voor niet-sportieve en niet-commerciële activiteiten;het stoppen en het stilliggen van de passagiersvaartuigen zijn er verboden; 2° de infrastructuren zijn tijdens het hele jaar open;3° de maximale afmetingen van de toegelaten plezierboten worden in de bedrijfsplannen van de beheerder van de infrastructuur voor riviertoerisme bepaald;4° het stilliggen in de aanmeerplaatsen is alleen tussen zonsopgang en zonsondergang toegelaten;5° het stilliggen in de relais is alleen tijdens maximum zeven opeenvolgende kalenderdagen toegelaten;6° het stilliggen in de jachthavens is toegelaten zonder tijdsbeperking;een zone is er voorbehouden voor de doorgaande plezierboten; 7° afwijkingen van de punten 1° tot 6° worden evenwel toegelaten en staan vermeld in het bijzonder reglement van de betrokken weg.
Art. 6.Vaarvergunning De vaarvergunning is verplicht voor alle reizen op de in het Waalse Gewest gelegen waterwegen en dit ook indien er niet door de kunstwerken wordt gevaren. De Minister bepaalt de modaliteiten voor de afgifte ervan.
Voor de plezierboten die op in het Waalse Gewest gelegen waterwegen varen zonder doorvaart van de bediende kunstwerken of zonder de grenzen van het Gewest te overschrijden, wordt de vaarvergunning geacht gehouden te zijn door het feit dat ze overeenstemt met de reglementering over de immatriculatie van de plezierboten.
Voor de andere boten wordt de vaarvergunning geacht gehouden te zijn door de stuurman zodra hij het door de beheerder toegekende officiële reisnummer heeft ontvangen.
Voor de bunkerschepen die niet door een kunstwerk varen of die de grenzen van het Gewest niet overschrijden moet alleen één vaarvergunning per dag gehouden worden.
Art. 7.Fenders en wrijfhouten De fenders en wrijfhouten zijn drijvend en zijn voorzien van het identificatiemerkteken van het schip waartoe ze behoren.
Het gebruik van banden als fender is verboden behalve afwijking verleend door de Minister of diens afgevaardigde, en dit, alleen onder de voglende voorwaarden : 1° een met redenen omklede aanvraag indienen bij de beheerder met vermelding van de naam en de immatriculatie van de betrokken boot;2° zich ertoe verbinden het Waalse Gewest en de gebruikers, stuurlieden of de gezaghebbende personen in geval van schade veroorzaakt door de banden afkomstig van hun materieel te vergoeden;3° overgaan tot het warmmerken van de banden om ze in geval van verlies te erkennen;4° een vastleggingswijze gebruiken die het vandalisme verhindert;5° de in 3° bedoelde banden wegnemen bij het doorvaren van de kunstwerken.
Art. 8.Doorvaart van de bediende kunstwerken § 1. Doorvaartvolgorde De doorvaart van de bediende kunstwerken gebeurt in volgende volgorde : 1° de vaartuigen met een gewoon blauw flikkerlicht of een snel flikkerlicht, in hun orde van aankomst;2° de vaartuigen gebruikt voor een geregelde vervoerdienst tijdens tijdsbestekken goedgekeurd door de beheerder;3° alle andere vaartuigen in hun orde van aankomst. Overeenkomstig 2° van het vorige lid worden de doorvaarturen aangeplakt aan de doorvaartkunstwerken. Wanneer een reis niet meer geregeld geschiedt, verliest het schip deze voorrang. § 2. Regels die van toepassing zijn voor elk type bediend kunstwerk Bij het naderen van een bediend kunstwerk, moet elke stuurman het bedieningspersoneel van zijn aankomst verwittigen en zich aan zijn voorschriften aanpassen. De kunstwerken en kantoren van afgifte uitgerust met een radiotelefonie-installatie, zoals de marifoon, worden vermeld in de bijzondere reglementen alsook het oproepkanaal VKF. De vaartuigen die wachten op de bediening van een kunstwerken gaan meren in hun orde van aankomst. De stuurlieden zetten slechts hun vaart voort met de toelating van het bedieningspersoneel en blijven in de kunstwerken alleen tijdens de voor de bediening strikt nodige tijd.
De uren van bediening van de kunstwerken worden vermeld in de bijzondere reglementen.
De Minister of diens afgevaardigde kan onder de door hem bepaalde voorwaarden een afwijking betreffende de uren van bediening van de kunstwerken verlend. § 3. Regels specifief voor de doorvaartkunstwerken Wanneer het bedieningspersoneel het toelaat, doen de stuurlieden hun vaartuigen langzaam vooruitvaren en meren ze bedoelde vaartuigen door de daartoe bestemde voorzieningen te gebruiken. Tijdens de schutting worden de vaartuigen zodanig gemeerd dat elke beweging schadelijk voor de schutkolk, de bak van het kunstwerk, de uitrustingen en de beschermingen wordt voorkomen. De vaartuigen blijven gemeerd tot de volledige opening van de deur.
Bepaalde stroken kunnen voorbehouden worden voor de vaartuigen bestemd voor de eerstvolgende schutting.
De vaartuigen worden ertoe gemachtigd om door een kunstwerk te varen alleen indien de termijn voldoende is om een volledige manoeuvre tijdens het tijdschema mogelijk te maken.
Het is verboden de delen van kunstwerken aan te raken met stangen, bootshaken, schippersboomen en andere tuigen die een schade zouden kunnen veroorzaken aan de kunstwerken.
Behalve afwijkingen voorzien door de Minister of diens afgevaardigde, mag een vaartuig slechts een kunstwerk binnenvaren alleen wanneer zijn lengte, roer inbegrepen, minstens kleiner is dan 0,30 meter en zijn breedte minstens kleiner is dan 0,20 meter van de nuttige lengte en breedte van het kunstwerk. In de kunstwerken waarvan de bruikbare breedte niet hoger is dan 5m20 moet de breedte van het vaartuig verplicht 0,10 meter minder bedragen dan de breedte van het door te varen kunstwerk. Zo mogen ook vaartuigen die niet breder zijn dan 5m10 alle sluizen binnenvaren welke een bruikbare breedte van meer dan 5m20, maar niet meer dan 5m30 hebben.
Verschillende vaartuigen zijn zij aan zij in de schutkolk of in de bak toegelaten op voorwaarden dat hun totale breedte : 1° kleiner is dan 0,30 meter van de bruikbare breedte van het kunstwerk als het gaat om twee vaartuigen;2° kleiner is dan 0,40 meter van de bruikbare breedte van het kunstwerk als het gaat om drie vaartuigen;3° kleiner is dan 0,50 meter van de bruikbare breedte van het kunstwerk als het gaat om vier vaartuigen; Verschillende vaartuigen zijn de ene achter de andere in de schutkolk of in de bak toegelaten op voorwaarden dat de bruikbare breedte van het kunstwerk hoger is dan de totale lengte van de vaartuigen : 1° verhoogd met 1,50 meter als het gaat om twee vaartuigen;2° verhoogd met 2,00 meter als het gaat om drie vaartuigen;3° verhoogd met 2,50 meter als het gaat om vier vaartuigen; De bemanningsleden nodig voor de manoeuvre van de schepen blijven aan boord tijdens bedoelde manoeuvre.
Het bedieningspersoneel beschikt over een register, waarin elke stuurman of elke gezaghebbende persoon zijn klachten betreffende de dienst mag aanteekenen.
Tijdens de laagwaterstanden is de Minister of diens afgevaardigde bevoegd om vaartuigen ter verenigen. Indien nodig kan de maatregel het geheel van de vaartuigen betreffen.
Tijdens de schutting worden de vaartuigen zodanig gemeerd dat de sluismuren, de wanden van de bakken, de beschermings- en bedieningsvoorzieningen geen schok krijgen en meer algemeen dat de integriteit van de kunstwerken niet wordt aangetast.
Installaties voor de vooziening van drinkwater worden ter beschikking gesteld van de gebruikers op sommige kunstwerken vermeld in de bijzondere reglementen. De schuttingen mogen niet opgehouden worden wegens het onttrekken van water. § 4. Regels specifiek voor de verplaatsbare bruggen De beweegbare bruggen worden slechts geopend, wanneer dit voor de doorvaart van de vaartuigen onontbeerlijk is en alleen indien die doorvaart niet mogelijk is door het strijken van de beweegbare elementen van de vaartuigen.
Art. 9.Doorvaart van de stuwdammen, onder de bruggen, loopbrugjes en bovengrondse gedeelten van kunstwerken § 1. Doorvaart van de stuwdammen De doorvaart van de stuwdammen is verboden buiten de bijzondere infrastructuren vermeld in de bijzondere reglementen. § 2. Het varen onder de bruggen, loopbrugjes en bovengrondse gedeelten van kunstwerken De vrije hoogten, de ligging en de breedte der vaargeul worden bepaald in de bijzondere reglementen.
De maximale hoogte boven de waterlijn is kleiner dan 0,30 meter van de vrije hoogte van het kunstwerk.
De hoogte boven de waterlijn van het vaartuig wordt verminderd ten opzichte van de maximale hoogte boven de waterlijn naar gelang van de stuwpeil loodrecht op het kunstwerk.
Art. 10.Recreatieve activiteiten : § 1. Geen enkele recreatieve activiteit wordt op het domein uitgeoefend zonder de toestemming van de Minister of diens afgevaardigde : 1° op minder dan 50 meter van een stuwdam;2° op minder dan 250 meter van een voorbijvarenkunstwerk. § 2. Sommige recreatieve of sportactiviteiten worden uitgeoefend in de plaatsen en onder de voorwaarden die daartoe worden bepaald in de bijzondere reglementen.
Art. 11.Bijzondere omstandigheden § 1. Bij bijzondere omstandigheden, zoals vloed, gedeeltelijk of totale daling van het water, ijsdam, kan de beheerder vereisen dat de vaartuigen stilliggen en door de stuurlieden of elke gezaghebbende persoon stevig gemeerd worden zodat ze ze de vrije loop van het water niet kunnen hinderen, noch geen schade veroorzaken aan het domein.
Desnoods worden ze verhaald op plaatsen aangeduid door de beheerder. § 2. Bij vriesweer zijn de stuurlieden of gezaghebbende personen verplicht het ijs, dat zich rondom hun schepen mocht vormen, te breken en gebroken te houden. § 3. In geval van brand aan boord verwijdert de stuurman zijn vaartuig uit de nabijheid van andere vaartuigen en kunstwerken.
Art. 12.Verboden § 1. De Minister of diens afgevaardigde is bevoegd om het verkeer op de beweegbare bruggen te verbieden. § 2. Het is verboden : 1° over de beweegbare bruggen te gaan zonder de toestemming van het bedieningspersoneel;2° te blijven op de beweegbare bruggen.
Art. 13.Verplichtingen van elke stuurman, elke gezaghebbende persoon of elke gebruiker § 1. Elke stuurman, elke gezaghebbende persoon of elke gebruiker die een schade heeft toegebracht aan het domein, verwittigt onmiddellijk de beheerder. § 2. Elke stuurman, elke gezaghebbende persoon of elke gebruiker die op het domein een voorwerp verliest die de de vaart of het domein kan hinderen, verwittigt onmiddellijk de beheerder en wijst hem zo precies mogelijk op de plaats waar het voorwerp verloren is. Indien nodig zet hij een merkstreep op de plaats. § 3. Elke stuurman of eigenaar van een gestrand of gezonken schip : 1° verwittigt onmiddellijk de beheerder;2° plaatst de nodige en aangepaste bakens;3° licht het vaartuig, met inbegrip van de lading onmiddellijk;4° voert de wrak buiten het domein af. Bij niet-uitvoering binnen een redelijke termijn bepaalt de stuurman een termijn na welke maatregelen van ambtswege worden genomen met kosten, risico's en gevaar voor de beheerder of de eigenaar van het schip.
Wanneer de stuurman of de eigenaar van een gezonken schip onbekend is, worden het schip, de wrakstukken en de lading ervan door de beheerder verkocht.
De opbrengst, na aftrekking van de kosten van de beheerder voor de verwijdering, wordt gestort bij de Deposito- en Consignatiekas die ter beschikking wordt gesteld van de rechthebbenden. § 4. Elke stuurman of elke gezaghebbende persoon verwittigt onmiddellijk de beheerder wanneer hij : 1° een toestand vaststelt die de vaart of het domein zou kunnen hinderen of aan bedoelde vaart en domein een schade zou kunnen veroorzaken, zoals een vreemd voorwerp, een beschadigde of gebrekkige afbakening, een brand, een aanvaring of een milieuschade;2° een nood- of attentiesignaal hoort;3° verplicht is stil te liggen op een verboden plaats. Hij wijst bovendien de beheerder zo precies mogelijk op de plaats waar één van de hierbovenvermelde toestanden zijn vastgesteld. § 5. Elke stuurman, elke gezaghebbende persoon of elke gebruiker die van mening is dat hij een schade heeft ondervonden waarvoor de beheerder verantwoordelijk zou kunnen zijn, verwittigt hem onmiddellijk om de contradictoire vaststelling zo spoedig mogelijk mogelijk te maken.
Indien die stuurman evenwel beslist zich voort te bewegen, verwittigt hij er de beheerder van uiterlijk bij de doorvaart van het eerste ontmoete kunstwerk. Daartoe dient hij zijn bezwaarschrift in het register in dat te zijner beschikking is gesteld, zoals bedoeld in artikel 8, § 3, lid 9 van dit besluit.
Art. 14.Hiërarchie van de scheepvaartvoorschriften De stuurlieden of de gezaghebbende personen passen zich aan in de volgende volgorde aan : 1° de injuncties van de beheerder;2° de tijdelijke voorschriften van de beheerder in het kader van de berichten aan de binnenschippers;3° de bepalingen vermeld in dit besluit en in de ministeriële uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 15.Afwijkingen Wanneer de belangen van het Gewest of de veiligheid van de scheepsvaart het vereisen, kan de Minister of diens afgevaardige onder de door hem bepaalde voorwaarde elke buitengewone tijdelijke afwijking van de in dit besluit bedoelde scheepvaartvoorschriften toekennen en zelfs opleggen.
Wanneer die afwijking bekendgemaakt moet wordt, wordt die bekendmaking via de berichten aan de binnenschippers uitgevoerd. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 16.Bijzondere reglementen De Minister bepaalt de bijzondere reglementen die van toepassing zijn voor elke waterweg en groot waterbouwkundig kunstwerk.
Art. 17.Opheffing De artikelen 1, lid 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9; artikel 4, lid 1, 2, 3, 4; artikel 6; artikel 8, 3° ; artikel 9, § 1, lid 1, 2, § 4, lid 3, 4, 5 en § 6; artikel 9bis § 1, § 2, § 3, § 6; artikel 9 ter § 1; artikel 10, lid 1; artikel 11; artikel 13, lid 1, 2, 3, 4, 5; artikel 14; artikel 15; artikel 21; artikel 24; artikel 25; artikel 26; artikel 27; artikel 28, § 1, § 2, § 3, § 4, § 5, § 6, § 8; artikel 29; artikel 30; artikel 31; artikel 32; artikel 33; artikel 34; artikel 38; artikel 39; artikel 40; artikel 42; artikel 44; artikel 45; artikel 46; artikel 47; artikel 47bis; artikel 49, alinéas 1, 2, 3; artikel 50; artikel 51; artikel 52; artikel 55; artikel 58; artikel 59; artikel 59bis; artikel 60; artikel 61; artikel 65; artikel 90; artikel 91; artikel 92; artikel 93; artikel 94; artikel 95; artikel 96; artikel 97; artikel 99; artikel 102; artikel 104; artikel 105; artikel 106; artikel 107, van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk zoals gewijzigd bij de besluiten van 3 oktober 1986, 28 maart 1988, 25 mei 1992, 23 september 1992, 2 juni 1993, 21 januari 1998, 8 november 1998, 5 maart 1999, 3 mei 1999, 20 juli 2000, 23 februari 2006, 24 september 2006, 9 maart 2007, 7 en 28 november 2007 worden opgeheven.
Art. 18.De Minister tot wiens bevoegdheden de Waterwegen behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 15 mei 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO
Bijlage 1 LIJST VAN DE WATERWEGEN
Naam :
DENDER
Nummer :
18
Oorsprong :
afwaartse retourmuur van het benedenhoofd van de sluis nr. 21 van Aat van het kanaal Blaton-Aat niet inbegrepen
Uiteinde :
Grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest in Lessen (Deux-Acren)
Bijbehorende armen :
Naam :
Afleiding van de Molens van Bilhée
Nummer :
181
Oorsprong :
op de linkeroever van de Dender in Aat
Naam :
Afleiding van de stuwdam van Rebaix
Nummer :
182
Oorsprong :
op de linkeroever van de Dender in Aat (Rebaix)
Naam :
Afleiding van de stuwdammen en de Molens van Papignies
Nummer :
183
Oorsprong :
op de linkeroever van de Dender in Lessen (Papignies)
Naam :
Afleiding van de Molens van Lessen
Nummer :
184
Oorsprong :
op de linkeroever van de Dender in Lessen (Papignies)
Naam :
Aanhangsel van de afleiding van de Molens van Lessen
Nummer :
1841
Oorsprong :
op de linkeroever van de Dender in Lessen (Papignies)
Naam :
Afleiding van de Molens van Deux-Acren
Nummer :
185
Oorsprong :
op de rechteroever van de Dender in Lessen (Deux-Acren)
Naam :
ALBERTKANAAL
Nummer :
20
Oorsprong :
op de linkeroever van de Maas in Luik
Uiteinde :
grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest in Bitsingen (Eben-Emael)
Naam :
KANAAL VAN TERNAAIEN
Nummer :
21
Oorsprong :
op de rechteroever van het Albertkanaal in Wezet (Lanaye) stroomopwaarts van de sluis van Lanaye
Uiteinde :
Samenloop op de linkeroever van de Grensmaas in Wezet (Lanaye)
Naam :
KANAAL VAN HACCOURT IN WEZET
Nummer :
28
Oorsprong :
op de rechteroever van het Albertkanaal in Wezet
Uiteinde :
uiteinde van het havenhoofd tussen het kanaal en de Maas in Wezet
Naam :
KANAAL BRUSSEL-CHARLEROI
Nummer :
30
Oorsprong :
op de linkeroever van de Samber in Charleroi (Dampremy)
Uiteinde :
grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest in Tubeke (Clabecq)
Bijbehorende armen :
Naam :
Arm van Bellecourt
Nummer :
301
Oorsprong :
op de linkeroever van het Kanaal Charleroi-Brussel in Seneffe
Naam :
Arm van Seneffe
Nummer :
302
Oorsprong :
op de rechteroever van het Kanaal Charleroi-Brussel in Seneffe
Naam :
Arm van Ronquières
Nummer :
303
Oorsprong :
op de rechteroever van het Kanaal Charleroi-Brussel in 's Gravenbrakel (Ronquières)
Naam :
Afgedankt kanaal Charleroi-Brussel voor 300t
Nummer :
304
Oorsprong :
Noordelijk uiteinde van het tunnel van Godarville in Seneffe
Uiteinde :
Afgedankte sluis nr. 26 in 's Gravenbrakel (Ronquières)
Naam :
MAAS
Nummer :
40
Oorsprong :
grens tussen Frankrijk en België in Hastière (Agimont) op de linkeroever
Uiteinde :
stuwdam van Monsin in Luik inbegrepen
Naam :
SEMOIS
Nummer :
401
Oorsprong :
stroomafwaarts van de stuwdam die de Molen Deleau bij Herbeumont bevoorraadt, stuwdam niet inbegrepen
Uiteinde :
grens tussen Frankrijk en België in Vresse-sur-Semois (Bohan) op de linkeroever
Naam :
LESSE
Nummer :
402
Oorsprong :
vaste stuwdam van de Lesse in Dinant (Anseremme) inbegrepen
Uiteinde :
samenloop van de Maas in Dinant (Anseremme)
Naam :
AFLEIDING VAN DE MAAS
Nummer :
403
Oorsprong :
uiteinde van het havenhoofd tussen de afleiding van de Maas in Luik stroomafwaarts van de brug van Fragnée
Uiteinde :
uiteinde van het havenhoofd tussen de afleiding van de Maas in Luik stroomafwaarts van de brug Atlas V
Naam :
GRENSMAAS STROOMOPWAARTS
Nummer :
404
Oorsprong :
grens tussen Frankrijk en België op de beek van Massembre op de rechteroever van Hastière (Heer)
Uiteinde :
grens tussen Frankrijk en België op de linkeroever in Hastière (Agimont)
Naam :
SAMBER
Nummer :
41
Oorsprong :
grens tussen Frankrijk en België op de linkeroever in Erquelinnes (Solré)
Uiteinde :
samenloop op de linkeroever van de Maas in Namen
Naam :
EAU D'HEURE
Nummer :
411
Oorsprong :
500 m stroomopwaarts van de samenloop met de Samber in Charleroi (Marchienne-au-Pont)
Uiteinde :
samenloop op de rechteroever van de Samber
Naam :
KANAAL VAN DE OURTHE
Nummer :
42
Oorsprong :
op de linkeroever van de Ourthe in Luik (Angleur)
Uiteinde :
samenloop op de rechteroever van de Maas in Luik
Naam :
OURTHE
Nummer :
421
Oorsprong :
stuwdam van Nisramont (niet inbegrepen) in La Roche-en-Ardenne (linkeroever) en Houffalize (rechteroever)
Uiteinde :
samenloop op de rechteroever van de afleiding van de Maas in Luik
Naam :
AMEL
Nummer :
422
Oorsprong :
Brug van Sougné in Aywaille (Sougné-Remouchamps) niet inbegrepen
Uiteinde :
samenloop op de rechteroever van de Ourthe in Comblain-au-Pont
Naam :
BENEDEN-MAAS
Nummer :
43
Oorsprong :
stuwdam van Monsin in Luik (niet inbegrepen)
Uiteinde :
ter hoogte van de grens tussen Nederland en België in Wezet (Lixhe) volgens de lijn langs palen P45 op de rechteroever en B45 op de linkeroever
Naam :
KANAAL VAN MONSIN
Nummer :
45
Oorsprong :
op de rechteroever van het Albertkanaal in Luik
Uiteinde :
samenloop op de linkeroever van de Beneden-Maas in Luik
Naam :
GRENSMAAS
Nummer :
46
Oorsprong :
ter hoogte van de grens tussen Nederland en België in Wezet (Lixhe) volgens de lijn langs palen P45 op de rechteroever en B45 op de linkeroever
Uiteinde :
ter hoogte van de grens tussen Nederland en België in Wezet (Petit-Lanaye) ter hoogte van de grenspaal 49 op de linkeroever
Naam :
BOVENSCHELDE
Nummer :
50
Oorsprong :
grens tussen Frankrijk en België in Brunehaut (Bléharies)
Uiteinde :
grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest in Mont de l'Enclus
Samenstelling :
volgens het koninklijk besluit van 2 februari 1993 tot vaststelling van de lijst van de waterwegen en hun aanhorigheden overgedragen van de Staat aan het Waalse Gewest : - op de rechteroever : vanaf de verlenging op de rechteroever van de grens van de gemeenten Spiere-Helkijn (Spiere) en Pecq (Warcoing) gelegen op de linkeroever, waarbij die brug als km 0 wordt beschouwd, tot km 0,880, of 75 m stroomafwaarts van het stroomopwaartse uiteinde van de ligplaats op de rechteroever stroomopwaarts van de sluis van Espierres;
- op de linkeroever : vanaf km 0,300 tot km 0,528, tot 71 m stroomopwaarts van de uitmonding tot het kanaal van Espierres in de Schelde; - op de rechteroever : vanaf km 1,073, of 132 m stroomopwaarts van het bovenhoofd van de sluis van Espierres tot km 1,617, stroomafwaarts uiteinde van de ligplaats op de rechteroever stroomafwaarts van de sluis van Espierres; - op de linkeroever : vanaf km 1,075, of 130 m stroomopwaarts van het bovenhoofd van de sluis van Espierres tot km 1,497, of 113 m stroomafwaarts van het benedenhoofd van de sluis van Espierres;
- op de rechteroever : vanaf km 1,734, of 61 m stroomopwaarts van de samenloop van de beek Espierres met de Schelde, tot km 3,538, of 271 m stroomafwaarts van de brug Pottes-Helkijn; - op de linkeroever : vanaf km 1,830, of 35 m stroomopwaarts van de samenloop van de beek Espierres met de Schelde, tot km 2,472, of 32 m stroomopwaarts van het stroomopwaartse uiteinde van de privé-kade van firma Delbeque in Spiere-Helkijn (Helkijn);
- op de linkeroever : van km 3,763 tot km 3,968; - op de rechteroever : van km 3,738 tot km 3,904; - op de rechteroever : van km 4,158 tot km 4,542; - op de linkeroever : van km 4,420 tot km 4,489;
- op de rechteroever : van km 4,966 tot km 6,934; - op de linkeroever : van km 5,261 tot km 5,972, of 60 m stroomopwaarts van de samenloop met het kanaal Bossuit-Kortrijk; - op de rechteroever : van km 7,023 tot km 7,383; - op de linkeroever : van km 7,057 tot km 7,203;
- op de rechteroever : van km 7,657 (samenloop van "La Haye" met de Schelde) tot km 9,178, tot 479 m stroomopwaarts van de brug van Escanaffles; - op de linkeroever : van km 7,663 tot km 8,633, of 66 m stroomopwaarts van de brug van Escanaffles; - op de rechteroever : van km 9,247 tot km 10,042, grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest in Mont de l'Enclus
Naam :
KANAAL VAN ESPIERRES
Nummer :
58
Oorsprong :
grens tussen Frankrijk en België in Estaimpuis (Leers-Nord)
Uiteinde :
grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest in Pecq (Warcoing)
Naam :
BREED KANAAL "DU CENTRE"
Nummer :
60
Oorsprong :
op de linkeroever van het Kanaal Charleroi-Brussel in Seneffe
Uiteinde :
In Bergen (Nimy) op 14,50 meter op de aslijn gemeten stroomopwaarts van de spoorbrug van lijn Bergen-Brussel
Bijbehorende arm :
Naam :
Arm van "la Croyère"
Nummer :
601
Oorsprong :
op de linkeroever van het breed kanaal "du Centre" in La Louvière
Naam :
KANAAL BLATON-ATH
Nummer :
61
Oorsprong :
op de rechteroever van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes te Bernissart (Blaton)
Uiteinde :
samenloop in Aat met de bevaarbaar gemaakte Dender (benedenhoofd nr. 21 van Aat van het kanaal Balton-Aat inbegrepen)
Naam :
KANAAL POMMEROEUL-CONDE
Nummer :
62
Oorsprong :
op de linkeroever van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes te Bernissart (Pommeroeul)
Uiteinde :
grens tussen Frankrijk en België in Hensies
Naam :
Haine
Nummer :
621
Oorsprong :
loodrecht op de aslijn van de spoorbrug van de lijn Bergen-Brussel in Bergen (Nimy)
Uiteinde :
op de linkeroever van het Kanaal Pommeroeul-Condé in Hensies
Naam :
Rivièrette
Nummer :
622
Oorsprong :
samenloop met de Haine in Saint-Ghislain
Uiteinde :
samenloop met de "Vielle Haine" in Boussu
Naam :
"Vieille Haine"
Nummer :
623
Oorsprong :
samenloop met de "Rivièrette" in Boussu
Uiteinde :
samenloop met de Haine in Hensies (Montroeul-sur-Haine)
Naam :
KANAAL NIMY-BLATON-PERONNES
Nummer :
63
Oorsprong :
in Bergen (Nimy) stroomopwaarts van de spoorbrug van de lijn Bergen-Brussel op een afstand van 14,50 gemeten op de aslijn
Uiteinde :
op de recheroever van de Bovenschelde in Antoing (Péronnes)
Bijbehorende armen :
Naam :
Afgedankt Kanaal Pommeroeul-Antoing (oostelijk gedeelte)
Nummer :
631
Oorsprong :
ter hoogte van de zinker onder de weg Bernissart-Harchies in Bernissart (Harchies)
Naam :
Afgedankt Kanaal Pommeroeul-Antoing (westelijk gedeelte)
Nummer :
632
Oorsprong :
toevoerkranen op de rechteroever van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes in Péruwelz (Wiers)
Naam :
Grand Large van Bergen
Nummer :
633
Oorsprong :
op de linkeroever van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes in Bergen
Naam :
Grand Large van Péronnes
Nummer :
634
Oorsprong :
op de rechteroever van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes in Antoing (Péronnes)
Naam :
VOORNAMELIJKE KRUISING
Nummer :
64
Oorsprong :
op de linkeroever van het breed kanaal "du Centre" in La Louvière
Uiteinde :
Samenloop met het "canal du Centre historique" in La Louvière (Houdeng-Goegnies)
Bijbehorende arm :
Naam :
Arm van La Louvière
Nummer :
641
Oorsprong :
op de linkeroever van La Louvière (Houdeng-Goegnies)
Naam :
"CANAL DU CENTRE HISTORIQUE"
Nummer :
65
Oorsprong :
194 m stroomopwaarts van de aslijn van de wachtdeur, samenloop met de voornamelijke kruising in La Louvière (Houdeng-Goegnies)
Uiteinde :
op de linkeroever van het breed kanaal "du Centre" in Le Roeulx (Thieu)
Bijbehorende arm :
Naam :
Arm van het "Canal du Centre Historique"
Nummer :
651
Oorsprong :
samenloop met het "canal du Centre historique" met een uiteenlopende muur van de samenloopsluis van Thieu in Le Roeulx (Thieu)
Uiteinde :
430 m stroomafwaarts van de brug van de "Chausée de Mons" in Bergen (Havré)
Zuidelijke arm van de arm het "Canal du Centre Historique"
Nummer :
6511
Oorsprong :
op de linkeroever van de arm van het "Canal du Centre Historique" in Le Roeulx (Thieu)
Naam :
GRENSLEIE
Nummer :
85
Oorsprong :
samenloop met de Deule op de grens tussen Frankrijk en België in Komen-Waasten (Waasten)
Uiteinde :
grens tussen het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest stroomafwaarts van de brug van Komen in Komen-Waasten (Waasten) Lessen (Deux-Acren)
Samenstelling :
volgens het Koninklijk besluit van 2 februari 1993 tot vaststelling van de lijst van de waterwegen en hun aanhorigheden overgedragen van de Staat aan het Waalse Gewest : - de gehele bedding van de Leie van KP 9,576 in Komen-Waasten (Waasten), 0,555 km stroomafwaarts van de vaste brug van Waasten tot kp 9,778, gelegen in Komen-Waasten (Neerwaasten), 0,757 km stroomafwaarts van de vaste brug van Waasten;
- het Belgische gedeelte van de bedding van de Leie van KP 9,576 in Komen-Waasten (Waasten) tot KP 10,033, gelegen in Komen-Waasten (Neerwaasten), 1,012 km stroomafwaarts van de vaste brug van Waasten; - de gehele bedding van de Grensleie van KP 10,033 in Komen-Waasten (Neerwaasten) tot KP 10,198, gelegen in Komen-Waasten (Neerwaasten), 1,177 km stroomafwaarts van de vaste brug van Waasten;
- het Belgische gedeelte van de bedding van de Grensleie van KP 10,198 in Komen-Waasten (Waasten) tot KP 11,821, gelegen in Komen-Waasten (Neerwaasten), 0,682 km stroomopwaarts van het bovenhoofd van de nieuwe sluis van Komen-Waasten; - de gehele bedding van de Leie van KP 11,821 in Komen-Waasten (Neerwaasten) tot KP 13,364, gelegen in Komen-Waasten (Komen), 0,352 km stroomopwaarts van de vaste brug van Komen;
- het Belgische gedeelte van de bedding van de Grensleie van KP 13,364 in Komen-Waasten (Komen) tot KP 14,680, gelegen in Komen-Waasten (Komen), 0,964 km stroomafwaarts van de vaste brug van Komen;
N.B. : Alle waarden "kilometerpunt (KP)" vermeld in dit besluit worden gemeten vanaf de oorsprong van de oude Leie weg 851 op de Franse grens en niet vanaf de samenloop van de Deule, oorsprong van weg 85.
Bijbehorende armen
Naam :
Arm van de "Basse ville"
Nummer :
854
Oorsprong :
op de linkeroever van de Grensleie in Komen-Waasten (Komen)
Naam :
Arm van Waasten
Nummer :
855
Oorsprong :
op de linkeroever van de Grensleie in Komen-Waasten (Komen)
Naam :
Arm van de "Vert digue"
Nummer :
856
Oorsprong :
op de rechteroever van de Grensleie in Komen-Waasten (Komen)
Naam :
Arm van de Sluis
Nummer :
857
Oorsprong :
op de rechteroever van de Grensleie in Komen-Waasten (Komen)
Naam :
OUDE LEIE
Nummer :
851
Oorsprong :
vanaf de Franse grens tussen Frankrijk en België in Komen-Waasten (Waasten)
Uiteinde :
op de samenloop van de Deule en Grensleie in Komen-Waasten (Waasten)
Samenstelling :
volgens het Koninklijk besluit van 2 februari 1993 tot vaststelling van de lijst van de waterwegen en hun aanhorigheden overgedragen van de Staat aan het Waalse Gewest : - het Belgische gedeelte van de bedding van de Grensleie van de stroomopwaarts gelegen oorspong in Komen-Waasten (Ploegsteert), km 0,000 tot kp 0,243 gelegen in Komen-Waasten (Ploegsteert), 70 m stroomafwaarts van de vaste brug van de spoorweg van Oostende in Armentières;
- de gehele bedding van de Leie van kp 0,243 in Komen-Waasten (Ploegsteert) tot kp 0,905, gelegen in Komen-Waasten (Ploegsteert), 194 km stroomafwaarts van de vaste brug van Houplines; - het Belgische gedeelte van de bedding van de Grensleie van punt km 1,943 in Komen-Waasten (Waasten), 1,232 km stroomafwaarts van de vaste brug van Houplines tot kp 4,378, gelegen in Komen-Waasten (Waasten), 1,041 km stroomafwaarts van de vaste brug van Frélinghien;
- het Belgische gedeelte van de bedding van de Grensleie van punt km 4,590 in Komen-Waasten (Waasten), 1,253 km stroomafwaarts van de vaste brug van Houplines tot kp 5,360, gelegen in Komen-Waasten (Waasten), 0,181 km stroomopwaarts van de vaste brug van Pont Rouge;
- de gehele bedding van de Leie van kp 5,360 in Komen-Waasten (Waasten) tot kp 5,555, gelegen in Komen-Waasten (Waasten), 0,014 km stroomafwaarts van de vaste brug van Pont Rouge;
- het Belgische gedeelte van de bedding van de Grensleie van kp 5,555 in Komen-Waasten (Waasten) tot kp 9,397, gelegen in Komen-Waasten (Waasten), 0,376 km stroomafwaarts van de vaste brug van Waasten;
Bijbehorende armen
Naam :
Arm van Houplines
Nummer :
852
Oorsprong :
op de rechteroever van de Oude Leie in Komen-Waasten (Ploegsteert)
Naam :
Arm van "Pré entre Deux Eaux"
Nummer :
853
Oorsprong :
op de linkeroever van de Oude Leie in Komen-Waasten (Ploegsteert)
Naam :
Afgedankt kanaal Yper-Komen
Nummer :
858
Oorsprong :
Grens Wallonië-Vlaanderen
Uiteinde
op de linkeroever van de Grensleie in Komen-Waasten (Komen)
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 houdende regeling van de scheepvaart op de waterwegen in het Waalse Gewest en tot opheffing voor het Waalse Gewest van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk.
Namen, 15 mei 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO
Bijlage 2 LIJST VAN DE GROTE WATERBOUWKUNDIGE KUNSTWERKEN
Naam :
De stuwdam en het reservaat van RY DE ROME
Nummer :
405
Omvang :
Fusiegemeente Couvin
Naam :
De stuwdam en het reservaat van "EAU D'HEURE"
Nummer :
412
Omvang :
Fusiegemeenten Froidchapelle en Cerfontaine
Naam :
De voorstuwdam en het reservaat van RY JAUNE
Nummer :
4121
Omvang :
Fusiegemeente Cerfontaine
Naam :
De voorstuwdam en het reservaat FERONVAL
Nummer :
4122
Omvang :
Fusiegemeente Froidchapelle
Naam :
De voorstuwdam en het reservaat van FALEMPRISE
Nummer :
4123
Omvang :
Fusiegemeente Cerfontaine
Naam :
De stuwdam en het reservaat van PLATTE TAILLE
Nummer :
413
Omvang :
Fusiegemeenten Froidchapelle en Cerfontaine
Naam :
De stuwdam en het reservaat van de OURTHE
Nummer :
423
Omvang :
Fusiegemeenten van La-Roche-en-Ardenne en Houffalize
Naam :
De stuwdam en het reservaat van GILEPPE
Nummer :
424
Omvang :
Fusiegemeenten van Baelen en Jalhay
Naam :
De stuwdam en het reservaat van de VESDER
Nummer :
425
Omvang :
Fusiegemeenten van Eupen en Raeren
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 houdende regeling van de scheepvaart op de waterwegen in het Waalse Gewest en tot opheffing voor het Waalse Gewest van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk.
Namen, 15 mei 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO