Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 juni 1997
gepubliceerd op 15 juli 1997

Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, vastgesteld voor de sector pluimvee

bron
ministerie van economische zaken, ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van middenstand en landbouw
numac
1997016178
pub.
15/07/1997
prom.
24/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/24/1997016178/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 JUNI 1997. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, vastgesteld voor de sector pluimvee


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994 en 20 december 1995, inzonderheid op artikel 32, 2; vierde, zesde en zevende lid, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het advies van de Raad van het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, gegeven op 2 december 1992;

Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 22 mei 1996;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 februari 1993;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 16 maart 1993;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Slachthuis : elke inrichting waar pluimvee wordt geslacht overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel;2° Bedrijf : elk gebouw of complex van gebouwen, erin begrepen de erbij horende terreinen, die samen op epidemiologisch gebied een geheel vormen, waar pluimvee wordt gehouden of die daartoe bestemd is, zelfs al gaat het om verscheidene afzonderlijke productie-eenheden waarvoor evenwel de productiemiddelen gemeenschappelijk gebruikt worden;3° Verantwoordelijke : de eigenaar of de houder, die gewoonlijk over het pluimvee een onmiddellijk beheer en toezicht uitoefent;of, voor ondernemingen waar geen pluimvee wordt gehouden, de verantwoordelijke van die onderneming; 4° Pluimvee : kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (ratites), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren, als sierpluimvee of om in het wild te worden uitgezet;5° Eendagskuikens : pluimvee dat nog geen 72 uur oud is en dat nog niet is gevoerd;muskuseenden of kruisingen daarvan (cairina moschata) mogen evenwel gevoerd zijn; 6° Consumptie-eieren : eieren van pluimvee, in de schaal en geschikt voor consumptie in ongewijzigde staat of voor het gebruik door de levensmiddelenindustrie;7° Broederij : bedrijf dat zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van eendagskuikens;8° Pluimveeselectiebedrijf : bedrijf waarvan de activiteit bestaat in de productie van broedeieren bestemd voor de productie van fokpluimvee;9° Vermeerderingsbedrijf : bedrijf waarvan de activiteit bestaat in de productie van broedeieren bestemd voor de productie van gebruikspluimvee; 10° Opfokbedrijf : i) ofwel een opfokbedrijf voor fokpluimvee, d.w.z. een inrichting waarvan de activiteit bestaat in het opfokken van fokpluimvee tot het voortplantingsstadium; ii) ofwel een opfokbedrijf voor gebruikspluimvee, d.w.z. een inrichting waarvan de activiteit bestaat in het opfokken van legdieren tot het legstadium; 11° Eiproducten : consumptie-eieren ontdaan van de schaal, eigeel en ovalbumine;12° Dienst : de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;13° Inspecteur-dierenarts : de inspecteur-dierenarts van de Inspectie-Generaal Veterinaire Diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;14° Het Fonds : het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren.

Art. 2.1. De verplichte bijdragen van de sector pluimvee aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, worden als volgt vastgesteld : 1° de verantwoordelijken van de pluimveeslachthuizen, erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 5.000 F indien ze per jaar minder dan 100.000 stuks slachten, - 16.000 F indien ze per jaar 100.000 tot en met 2.000.000 stuks slachten, en - 30.000 F indien ze per jaar meer dan 2.000.000 stuks slachten; 2° de verantwoordelijken van de pakstations in de eiersector, erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 3.000 F indien ze een technische sorteercapaciteit hebben tot en met 5.000 eieren per uur, - 4.500 F indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan 5.000 tot en met 15.000 eieren per uur, en - 7.000 F indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan 15.000 eieren per uur; 3° alle groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van 3.000 F; diegenen met een gemiddelde wekelijkse omzet van minder dan 1.800 eieren zijn evenwel vrijgesteld van de bijdrage; 4° de houders van een sanitaire vergunning voor de verkoop van pluimvee op markten, hen afgeleverd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw betalen een jaarlijkse bijdrage van 2.500 F; 5° de verantwoordelijken van de eiproductenbedrijven en van de bedrijven die ovoproducten in de handel brengen, erkend door de Algemene Eetwareninspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu; waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van minder dan 3 ton per uur, betalen een jaarlijkse bijdrage van 5.000 F; waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van 3 ton per uur of meer, betalen een jaarlijkse bijdrage van 15.000 F; 6° de verantwoordelijken van de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende broederijen betalen een jaarlijkse bijdrage 30.000 F voor alle broederijen met capaciteiten van 1.000 of meer eieren, ongeacht de pluimveesoort waarvan broedeieren ingelegd worden; 7° de verantwoordelijken van de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende pluimveeselectiebedrijven, vermeerderingsbedrijven en opfokbedrijven voor fokpluimvee betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 8.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van minder dan 5.000 dieren, - 12.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van 5.000 tot en met 9.999 dieren, - 18.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van 10.000 tot en met 19.999 dieren, - 27.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van 20.000 dieren of meer; 8° de houders van een erkenning voor het fabriceren van mengvoeders, afgeleverd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw, betalen een jaarlijkse bijdrage van 3.000 F; de houders van een vergunning voor de invoer, wiens enige beroepsactiviteit betrekking heeft op de invoer van producten uit andere Lidstaten, zijn evenwel vrijgesteld van de bijdrage; 9° de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reformedieren inbegrepen, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 5.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van 5.000 tot en met 14.999 leghennen, - 9.500 F in geval van een bedrijfsgrootte van 15.000 tot en met 29.999 dieren, - 18.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van 30.000 of meer dieren; 10° de verantwoordelijken voor braadkippen, uitgezonderd ééndagskuikens, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 2.500 F in geval van een bedrijfsgrootte van 5.000 tot en met 9.999 dieren, - 6.500 F in geval van een bedrijfsgrootte van 10.000 dieren tot en met 24.999 dieren, - 15.500 F in geval van een bedrijfsgrootte van 25.000 of meer dieren; 11° de verantwoordelijken van pluimvee, andere dan loopvogels of deze bedoeld in de vorige punten, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 2.500 F in geval van een bedrijfsgrootte van 2.000 tot en met 4.999 dieren, - 6.500 F in geval van een bedrijfsgrootte van 5.000 tot en met 9.999 dieren, - 10.000 F in geval van een bedrijfsgrootte van 10.000 of meer dieren. 2. De facturaties bestemd voor de verantwoordelijken bedoeld in 1, onder punt 1°, 2°, 5°, 7°, 10° en 11° zijn gebaseerd op de laatst beschikbare gegevens van de Dienst en op de aanvullende verklaringen van de verantwoordelijke.3. Een verklaring van definitieve stopzetting vóór de datum van de facturatie ontslaat de verantwoordelijke van de verplichte bijdrage. De inspecteur-dierenarts of zijn afgevaardigde stelt de stopzetting vast.

Art. 3.De verplichte bijdragen worden gestort in het Fonds. Zij zijn jaarlijks verschuldigd.

Art. 4.1. De verplichte bijdragen worden betaald aan het Fonds binnen de 30 dagen die volgen op de vordering. Bij gebreke aan tijdige betaling is van rechtswege en zonder aanmaning of ingebrekestelling een verwijlintrest verschuldigd. 2. Volgende openbare besturen verstrekken op eenvoudige aanvraag aan de Dienst alle inlichtingen, die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit : 1° het Instituut voor Veterinaire Keuring en de Algemene Eetwareninspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;2° de Diensten van het Ministerie van Economische Zaken.3. De inspecteur-dierenarts of zijn afgevaardigde kan de gegevens op de bedrijven verifiëren.Op basis van de gedane vaststellingen kan de inspecteur de medegedeelde gegevens met toepassing van 2 aanpassen.

Art. 5.Indien een bijdrageplichtige bedoeld in artikel 2, 1, het bedrag van de verplichte bijdragen en intresten niet betaalt aan het Fonds na twee aanmaningen, wordt het bedrag van de verschuldigde bijdragen verdubbeld. De Dienst verzendt de aanmaningen bij aangetekende brief aan de bijdrageplichtige, respectievelijk minstens 60 dagen en 90 dagen na de datum van het verzoek tot betaling.

Art. 6.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft, overeenkomstig de bepalingen van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.

Art. 7.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouwen de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^