gepubliceerd op 30 mei 2016
Koninklijk besluit tot regeling van de overplaatsing van de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat naar de federale politie
23 MEI 2016. - Koninklijk besluit tot regeling van de overplaatsing van de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat naar de federale politie
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121;
Gelet op de wet diverse bepalingen Binnenlandse Zaken van 21 april 2016, de artikelen 92, § 1, tweede lid, 2° en 4° en derde en zesde lid en 94;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten ("RPPol");
Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 29/06/2002 numac 2002009610 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht sluiten betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de diensten enquêtes bij de vaste comités P en I en van het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie;
Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 23 van het onderhandelingscomité van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat van 13 januari 2016;
Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 379/1 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 30 maart 2016;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur-generaal van financiën, gegeven op 27 oktober 2015 en 2 maart 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 12 januari 2016 en 4 maart 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 maart 2016;
Gelet op advies 59.206/2 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat, belast met het uitvoeren van opdrachten van persoonsbescherming en in dienstactiviteit bij de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, overgeplaatst naar de federale politie krachtens artikel 92 van de wet diverse bepalingen Binnenlandse Zaken van 21 april 2016, hierna "de overgeplaatste beschermingsassistenten" genoemd. HOOFDSTUK II. - Overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie binnen de federale politie
Art. 2.Bij hun overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie van de federale politie worden de overgeplaatste beschermingsassistenten benoemd als statutaire personeelsleden van de federale politie zonder voorwaarde van stage, met als graad beschermingsassistent en aangewezen bij de directie van de bescherming bij de federale politie.
Art. 3.De overgeplaatste beschermingsassistenten volgen een informatiesessie van 40 uren.
Die informatiesessie heeft tot doel de organisatie en de werking van de geïntegreerde politie toe te lichten.
Het programma van die informatiesessie wordt door de nationale politieacademie, in samenspraak met de directeur van de directie van de bescherming, bepaald.
Art. 4.De Veiligheid van de Staat deelt aan de federale politie het saldo van de dagen vakantieverlof van elke overgeplaatste beschermingsassistent vastgesteld op het ogenblik van de overplaatsing mee.
Voor het jaar 2016 komt dit saldo in de plaats van het in artikel VIII.III.1 RPPol bedoelde jaarlijkse vakantieverlof.
Vanaf het volgende kalenderjaar wordt het jaarlijkse vakantieverlof vastgesteld overeenkomstig de artikelen VIII.III.1 en volgende, RPPol.
Art. 5.De Veiligheid van de Staat deelt aan de federale politie het saldo van de dagen ziekteverlof van elke overgeplaatste beschermingsassistent vastgesteld op het ogenblik van de overplaatsing mee.
De overgeplaatste beschermingsassistent behoudt zijn aldaar opgebouwde saldo dat na zijn overplaatsing overeenkomstig artikel VIII.X.1 RPPol jaarlijks wordt aangevuld op de datum waarop hij eertijds bij de Veiligheid van de Staat in dienst is getreden.
Voor de toepassing van artikel VIII.X.1, eerste lid, tweede zin, RPPol worden de overgeplaatste beschermingsassistenten beschouwd als personeelsleden die op zijn minst al zesendertig maanden in dienst zijn.
Art. 6.De overgeplaatste beschermingsassistenten genieten de in artikel X.I.1 RPPol bedoelde kosteloze gezondheidszorgen.
Art. 7.Voor de toepassing van artikel XI.III.28 RPPol en de daarin bedoelde aanwezigheidstermijn in het raam van de toelage "Brussels Hoofdstedelijk Gewest" wordt de dienstanciënniteit van de overgeplaatste beschermingsassistenten verworven bij de Veiligheid van de Staat in rekening gebracht.
Art. 8.De commissaris-generaal reikt aan de overgeplaatste beschermingsassistenten een legitimatiekaart uit waaruit hun hoedanigheid van beschermingsassistent van politie blijkt.
De legitimatiekaart van de overgeplaatste beschermingsassistenten wordt vastgesteld overeenkomstig de door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde nadere regels. HOOFDSTUK III. - Statutaire voordelen in overgangsrecht Afdeling 1. - Beroepsonverenigbaarheden
Art. 9.De overgeplaatste beschermingsassistenten mogen de bijkomende beroepen of bezigheden waarvoor zij bij de Veiligheid van de Staat toestemming hebben gekregen, verder zetten voor zover de uitoefening van dat bijkomend beroep of die bezigheid geen schade toebrengt aan het vervullen van hun ambtsplichten of afbreuk doet aan de waardigheid van het ambt.
De Veiligheid van de Staat bezorgt die toestemmingen aan de federale politie bij de overplaatsing en zij worden opgenomen in het persoonlijk dossier van betrokkenen. Afdeling 2. - De benoeming
in de graad van inspecteur binnen de Staatsveiligheid
Art. 10.De overgeplaatste beschermingsassistenten kunnen, wanneer zij minstens vier jaar gecumuleerde dienstanciënniteit bij de Veiligheid van de Staat en, vanaf hun overplaatsing, bij de politiediensten genieten, deelnemen aan de vergelijkende wervingsselecties voor inspecteur van de Veiligheid van de Staat met vrijstelling van de diplomavoorwaarde.
De ambtenaren van de Veiligheid van de Staat met de graad van beschermingsassistent die een graadanciënniteit van ten minste vier jaar hebben, kunnen deelnemen aan de vergelijkende wervingsselecties voor inspecteur van de Veiligheid van de Staat met vrijstelling van de diplomavoorwaarde. HOOFDSTUK IV. - Benoeming in de graad van inspecteur van politie
Art. 11.Binnen de zes maanden na hun overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie van de federale politie delen de overgeplaatste beschermingsassistenten aan de directeur van de directie van de bescherming mee of ze al dan niet kandidaat zijn voor het volgen van ofwel de basisopleiding van het basiskader ofwel de opleiding bedoeld in de artikelen 21 en 22 van het koninklijk besluit van 20 november 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/11/2001 pub. 07/12/2001 numac 2001001043 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen sluiten betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen, hierna "de versnelde basisopleiding" genoemd.
De directeur van de directie van de bescherming verdeelt de kandidaten per opleiding, per taalrol en in volgorde van de gecumuleerde dienstanciënniteit bij de Veiligheid van de Staat en bij de politiediensten. Bij gelijke anciënniteit wordt voorrang gegeven aan de oudste.
Deze rangschikking bepaalt hun volgorde tot de toelating aan, naar gelang van het geval, de basisopleiding van het basiskader of de versnelde basisopleiding gedurende de eerste vijf jaar na hun overplaatsing binnen de bijzondere personeelscategorie van de federale politie.
De overgeplaatste beschermingsassistenten die zich geen kandidaat stellen binnen de zes maanden na hun overplaatsing, maar die het later doen, worden toegelaten tot, naar gelang van het geval, de basisopleiding van het basiskader of de versnelde basisopleiding na de in het tweede lid bedoelde kandidaten.
Art. 12.Tijdens, naar gelang van het geval, de basisopleiding van het basiskader of de versnelde basisopleiding geniet de overgeplaatste beschermingsassistent verder zijn wedde, alsmede de vaste toelagen die aan een aspirant-inspecteur van politie toekomen.
Elke maand dat de som van deze bezoldigingselementen lager is dan de in het derde lid bedoelde gevrijwaarde bezoldiging, geniet de overgeplaatste beschermingsassistent die gevrijwaarde bezoldiging.
Die gevrijwaarde bezoldiging is gelijk aan de maandwedde van de overgeplaatste beschermingsassistent verhoogd, in voorkomend geval met de haard- of standplaatstoelage, en met een maandelijkse toelage ten bedrage van 375,00 EUR die gekoppeld is aan de spilindex 138,01.
Art. 13.Worden toegelaten tot het basiskader van het operationeel kader van de federale politie de overgeplaatste beschermingsassistenten die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : 1° door de dienst arbeidsgeneeskunde van de federale politie medisch geschikt bevonden worden voor toelating tot het operationeel kader van de federale politie alvorens de opleiding bedoeld in 2° aan te vangen;2° geslaagd zijn in : - ofwel de basisopleiding van het basiskader.De overgeplaatste beschermingsassistenten zijn vrijgesteld van de testen georganiseerd voor de clusters Sport en Geweldsbeheersing, die deel uitmaken van deze basisopleiding; - ofwel de versnelde basisopleiding. De overgeplaatste beschermingsassistenten zijn vrijgesteld van de testen georganiseerd voor de clusters Sport en Geweldsbeheersing, die deel uitmaken van deze basisopleiding. 3° geen zware tuchtstraf hebben opgelopen die nog niet is uitgewist;4° niet het voorwerp uitmaken van een wettelijk verbod om wapens te dragen, noch weigeren of zich onthouden, verklaren te weigeren of zich te onthouden van gelijk welk gebruik van wapens en andere ter beschikking gestelde verdedigingsmiddelen krachtens de voorwaarden die volgens de wetten, besluiten of richtlijnen ter zake zijn bepaald;5° er zich toe verbinden het reglementaire uniform te dragen.
Art. 14.De overgeplaatste beschermingsassistenten worden benoemd bij de directie bescherming van de federale politie in de graad van inspecteur van politie de eerste dag van de maand die volgt op de maand van het slagen van de in artikel 13, 2°, bedoelde opleiding.
Zij worden alsdan ingeschaald in de aan de graad van inspecteur van politie verbonden loonschalengroep volgens hun gecumuleerde dienstanciënniteit bij de Veiligheid van de Staat en bij de politiediensten, met behoud van geldelijke anciënniteit. Zij verwerven de volgende loonschaal : a) B1 indien die anciënniteit minder dan zes jaar bedraagt;b) B2 indien die anciënniteit tenminste zes maar minder dan twaalf jaar bedraagt;c) B3 indien die anciënniteit tenminste twaalf maar minder dan achttien jaar bedraagt;d) B4 indien die anciënniteit tenminste achttien maar minder dan vierentwintig jaar bedraagt;e) B5 indien die anciënniteit tenminste vierentwintig jaar bedraagt. Hun loonschaalanciënniteit wordt dan vastgesteld op de in het tweede lid bedoelde anciënniteit, verminderd met zes, twaalf, achttien of vierentwintig jaar indien zij respectievelijk de loonschaal B2, B3, B4 of B5 verwerven.
De loonschaal die zij als overgeplaatste beschermingsassistenten voor hun benoeming tot inspecteur van politie genoten, wordt gevrijwaard.
Bij de benoeming in de graad van inspecteur van politie bedraagt de kaderanciënniteit in het basiskader van de overgeplaatste beschermingsassistent nul.
In afwijking van het vijfde lid wordt een kaderanciënniteitsbonificatie toegekend aan de overgeplaatste beschermingsassistent die binnen de zes maanden na zijn overplaatsing ervoor gekozen heeft om, naar gelang van het geval, de basisopleiding van het basiskader of de versnelde basisopleiding te volgen maar die er niet als eerste heeft kunnen aan deelnemen wegens de in artikel 11, derde lid, bedoelde rangschikking. Deze kaderanciënniteitsbonificatie is gelijk aan de tijd die verstreken is sinds de benoeming in de graad van inspecteur van politie van de overgeplaatste beschermingsassistenten die als eerste aan de, naar gelang van het geval, basisopleiding van het basiskader of versnelde basisopleiding hebben deelgenomen.
TITEL II. - WIJZIGINGSBEPALINGEN
Art. 15.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 29/06/2002 numac 2002009610 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht sluiten betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de volgende zin : "alsook de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat overgeplaatst naar de federale politie";b) de bepaling onder 8° wordt opgeheven.
Art. 16.In artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de diensten enquêtes bij de vaste comités P en I en van het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, worden de woorden "en van de vorige beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat overgeplaatst naar de federale politie" ingevoegd tussen de woorden "De bewapening van de politieambtenaren" en het word "bevat".
TITEL III. - SLOTBEPALINGEN
Art. 17.Treden in werking op 1 juni 2016 : 1° de artikelen 92 en 93 van de wet diverse bepalingen Binnenlandse Zaken van 21 april 2016;2° dit besluit met uitzondering van artikel 10, tweede lid, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2016.
Art. 18.De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 mei 2016.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS