gepubliceerd op 10 mei 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering in uitvoering van artikel 14 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005
22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering in uitvoering van artikel 14 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering in uitvoering van artikel 14 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het elgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 Recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering in uitvoering van artikel 14 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 4 augustus 2005 onder het nummer 75982/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van : - de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 77bis van 19 december 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002 (Belgisch Staatsblad op 5 maart 2002), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 77ter van 10 juli 2002, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 20 september 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 5 oktober 2002, hierna collectieve arbeidsovereenkomst 77bis genoemd. - hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven (Belgisch Staatsblad op 15 september 2001). HOOFDSTUK III. - Recht op tijdskrediet
Art. 3.Conform de bepalingen van artikel 3, § 2, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis wordt de duur van het recht op tijdskrediet op 2 jaar gebracht.
De onderneming kan bij collectieve arbeidsovereenkomst de duur van het recht op tijdskrediet verlengen tot maximum 5 jaar. HOOFDSTUK IV. - Recht op een 1/5 loopbaanvermindering
Art. 4.§ 1. In uitvoering van artikel 6, § 2, en artikel 9, § 2, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, hebben arbeiders die in ploegen of in cycli werken recht op een 1/5 loopbaanvermindering. § 2. De nadere regels voor het organiseren van het recht op loopbaanvermindering met 1/5 worden bepaald op ondernemingsniveau rekening houdend met de volgende voorwaarden : - de bestaande arbeidsorganisatie moet verder toegepast kunnen worden.
Hiermee wordt bedoeld dat de toepassing van de arbeidscycli en van de ploegenstelsels gegarandeerd moeten blijven; - de loopbaanvermindering moet minstens per volledige dag genomen worden. § 3. De afgesproken organisatieregels worden opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak. HOOFDSTUK V. - Organisatieregels
Art. 5.§ 1. Conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis bestaat er een onvoorwaardelijk recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering voor ondernemingen vanaf 10 werknemers. § 2. Indien 5 pct. van de werknemers tegelijkertijd van dit recht wensen gebruik te maken moeten op ondernemingsvlak hieromtrent voorrangsregels worden afgesproken, zoals opgenomen in afdeling 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis. § 3. Arbeiders van 50 jaar en meer die gebruik maken van het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering, mogen niet worden meegeteld voor de berekening van de drempel van 5 pct. op sectorvlak.
Dit houdt in dat de sectorale drempel van 5 pct. berekend wordt op het totaal aantal werknemers binnen de onderneming en dat los van dit percent arbeiders van 50 jaar en meer gebruik kunnen maken van het recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering.
Voor de berekening van de drempel voor arbeiders minder dan 50 jaar die gebruik maken van het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering worden evenwel de arbeiders van 50 jaar en meer die gebruik maken van dit recht mee in rekening gebracht. § 4. Ondernemingen die bij ingang van dit akkoord reeds een gunstiger percentage hanteren, kunnen dit percentage behouden. Hiertoe moet op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten. § 5. In ondernemingen met minder dan 10 werknemers zijn de formules van tijdskrediet, 1/5 loopbaanvermindering en loopbaanverminderingen voor de + 50-jarigen toegelaten mits individueel akkoord tussen de werkgever en de arbeider. HOOFDSTUK VI. - Specifieke vormen van loopbaanonderbreking
Art. 6.De specifieke regelingen inzake loopbaanonderbreking, met name : - recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zeer zwaar ziek gezins- of familielid, opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 8 september 1998); - recht op ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking, opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997; - recht op loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof, opgenomen in het koninklijk besluit van 22 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 5 mei 1995), installeren een apart recht op loopbaanonderbreking en vallen hierdoor volledig buiten het hierboven vermelde recht.
Dit betekent dat deze vormen van loopbaanonderbreking in de onderneming niet mee kunnen worden geteld in de berekening van de 5 pct. HOOFDSTUK VII. - Overgang naar voltijds brugpensioen
Art. 7.Bij overgang naar voltijds brugpensioen na loopbaanvermindering en na vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking wordt de aanvullende vergoeding brugpensioen berekend op grond van het arbeidsregime en de bezoldiging die de arbeider voor de vermindering van zijn prestaties genoot. HOOFDSTUK VIII. - Behoud van anciënniteit
Art. 8.Bij loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking blijft de anciënniteit en functiecategorie waarin de arbeider zich bevond voor de vermindering van prestaties behouden. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2001 betreffende het recht op loopbaanonderbreking, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 12 maart 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 4 juni 2003.
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair subcomité voor de edele metalen.
Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 juli 2007.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN