Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 2017
gepubliceerd op 06 juli 2017

Koninklijk besluit betreffende de organisatie en werking van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie genaamd, "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen"

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2017012648
pub.
06/07/2017
prom.
22/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/22/2017012648/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JUNI 2017. - Koninklijk besluit betreffende de organisatie en werking van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie genaamd, "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen"


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie genaamd, "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen" werd binnen de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie opgericht overeenkomstig de bepalingen van Titel III, Hoofdstuk II, van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat.

In uitvoering van artikel 68 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie beoogt dit besluit de regels te bepalen voor de organisatie en werking van deze dienst. De organisatie van het financieel beheer zal het voorwerp uitmaken van een ander koninklijk besluit.

Het beheer van het Commissariaat-generaal wordt opgedragen aan het beheerscomité en de commissaris-generaal, hiertoe bijgestaan door een adjunct (art. 2).

Het beheerscomité is samengesteld uit zes leden vanuit de federale overheid, waaronder de voorzitter en zes leden vanuit de deelstaten (art. 4).

De taken van het beheerscomité worden vastgelegd in het artikel 3. Het beheerscomité bepaalt het algemeen concept van de deelname aan een tentoonstelling. Na het doorlopen van een selectieprocedure draagt ze de 3 beste kandidaten voor aan de minister bevoegd voor economie voor de functie van commissaris-generaal en adjunct commissaris-generaal.

De overige taken omvatten beheerstaken inzake personeel, het opmaken van de financiële planning en de begroting, het jaarlijks investeringsprogramma, het afsluiten van de rekeningen en het organiseren van het beheer van de dienst. Daarnaast oefent het beheerscomité toezicht uit op de werking van de dienst, de uitvoering van het financieel plan en het investeringsprogramma. Voorts heeft het beheerscomité er ook een adviserende en informatieve taak (art. 3).

Elk lid van het beheerscomité kan een punt op de agenda van het beheerscomité plaatsen (art. 7). Doordat de commissaris-generaal en zijn adjunct deel uitmaken van het beheerscomité kunnen zij onmiddellijk toelichting of verduidelijking geven, wat de transparantie en de accountability verhoogd. Vanuit deze optiek hebben de commissaris-generaal en zijn adjunct een adviserende stem (art. 5).

Zo kan ook de revisor de vergaderingen van het beheerscomité bijwonen en kunnen derden gevraagd worden om er verslag of advies uit te brengen over een agendapunt. Er valt te denken aan experten, ingenieurs, architecten, enz. (art. 9).

Van de beraadslaging van het beheerscomité worden samenvattende notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend (art. 12).

Het beheerscomité dient een huishoudelijk reglement op te maken (art. 13). Hierin zal er bijzonder aandacht zijn voor het uitbouwen van een systeem van interne controle, de aanbestedingsprocedures en de samenwerking met de Regie der Gebouwen rond de bouw van een paviljoen.

Het dagelijks bestuur van het Commissariaat-generaal wordt opgedragen aan de commissaris-generaal (art. 15).

Ingevolge artikel 13 van de Conventie betreffende de Internationale Tentoonstellingen, ondertekend te Parijs op 22 november 1928 is de commissaris-generaal als enige belast met de organisatie van de nationale inzending. Hij vertegenwoordigt de federale regering en geldt als aanspreekpunt.

De commissaris-generaal beschikt vanuit deze optiek over ruime bevoegdheden, welke nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdracht, waaronder het aanwerven en ontslaan van tijdelijk personeel met standplaats in het buitenland (art. 16, eerste lid, 2° ).

Indien gedurende de exploitatie van het paviljoen zich problemen stellen met tijdelijk aangeworven personeel, bijvoorbeeld onthaalpersoneel of catering dan is het immers ondenkbaar om hierover een beheerscomité samen te roepen met het oog op ontslag en aanwerving.

Deze ruime bevoegdheid wordt echter getemperd door het verplicht voorafgaandelijk akkoord vanwege het beheerscomité voor alle overeenkomsten en rechtshandelingen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een bedrag van 500.000 euro te boven gaan. Zonder dit voorafgaand akkoord kan er geen rechtsgeldige verbintenis zijn (art. 16, tweede lid).

Per deelname wordt er een technisch comité opgericht, onder voorzitterschap van de commissaris-generaal. Het technisch comité bestaat uit vertegenwoordigers van de deelnemende overheden, experten afgevaardigd door de Regie der Gebouwen en ad hoc experten (art. 17) Het technisch comité geeft advies aan het beheerscomité aangaande de uittekening van het globaal concept van een tentoonstelling, het voorziet in een technische opvolging, begeleiding en evaluatie van de openbare aanbesteding voor het paviljoen, het staat in voor de opvolging van het project en verleent advies hieromtrent (art. 18).

Ten slotte wordt er in het land van de tentoonstelling een plaatselijk comité opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende overheden. Het plaatselijk comité adviseert de commissaris-generaal omtrent de belangrijkste operationele beslissingen (art. 20).

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Begroting, S. WILMES

ADVIES 61.387/1 VAN 24 MEI 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `BETREFFENDE DE ORGANISATIE EN WERKING VAN DE ADMINISTRATIEVE DIENST MET BOEKHOUDKUNDIGE AUTONOMIE, GENAAMD 'BELGISCH COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLINGEN'' Op 24 april 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de organisatie en werking van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, genaamd 'Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen''.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 18 mei 2017.

De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Wouter Pas, staatsraden, Michel Tison, assessor, en Wim Geurts, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Paul Depuydt, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wilfried Van Vaerenbergh, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 mei 2017. 1. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de Raad van State, afdeling Wetgeving, zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Bij artikel 62 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten `houdende diverse bepalingen inzake economie' is het "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen" (hierna : Commissariaat-generaal) opgericht als administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie.Het Commissariaat-generaal wordt belast met het ontwerp, de voorbereiding, de organisatie en de vereffening van de Belgische deelname aan internationale tentoonstellingen georganiseerd door het Internationaal Bureau voor Tentoonstellingen opgericht bij de Conventie betreffende de Internationale Tentoonstellingen, ondertekend te Parijs op 22 november 1928. Er wordt een beheerscomité opgericht voor het beheer en het toezicht op de werking van het Commissariaat-generaal en er wordt een Commissaris-generaal aangesteld die belast is met het dagelijks beheer ervan.

Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit regelt de samenstelling van het beheerscomité, de organisatie en de werking van het Commissariaat-generaal en de controle hierop, het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Commissariaat generaal en de aanstelling van de Commissaris-generaal en de adjunct Commissaris-generaal. 3. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt vooreerst geboden door artikel 68, 1°, 2°, 3° en 5°, van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten, dat de Koning machtigt om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de hiervoor genoemde aangelegenheden te regelen. Daarnaast vindt het ontwerp rechtsgrond in artikel 92ter, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `tot hervorming der instellingen'. Krachtens die bepaling regelt de Koning bij een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit, genomen na akkoord van de bevoegde Regeringen, de vertegenwoordiging van de Gemeenschappen en de Gewesten, naargelang van het geval, in de beheers- of beslissingsorganen van de nationale instellingen en organismen, onder meer met een adviserende en controlerende taak, die Hij aanduidt.

Aangezien artikel 4 van het ontwerp voorziet in de vertegenwoordiging van de Gemeenschappen en de Gewesten in het beheerscomité van het Commissariaat-generaal, vormt ook die bepaling rechtsgrond voor het ontwerp.

In de aanhef van het ontwerp wordt ook nog verwezen naar artikel 108 van de Grondwet, waaraan de Koning een algemene bevoegdheid ontleent voor het uitvoeren van wetten. De hiervoor genoemde bepalingen volstaan echter als rechtsgrond voor het ontwerp zodat een beroep op die grondwetsbepaling niet nodig is.

Onderzoek van de tekst Aanhef 4. Rekening houdend met wat hiervoor is opgemerkt over de rechtsgrond voor het ontwerp, dient de verwijzing in het eerste lid van de aanhef naar artikel 108 van de Grondwet te worden weggelaten en dient in het huidige tweede en derde lid van de aanhef de rechtsgrond te worden gespecificeerd (resp.artikel 92ter, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en artikel 68, 1°, 2°, 3° en 5°, van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten `houdende diverse bepalingen inzake economie' (niet : de wet diverse bepalingen van 23 maart 2017)).

Artikel 2 5. Artikel 2, eerste lid, van het ontwerp is overbodig, aangezien het erin bepaalde reeds voortvloeit uit artikel 62, derde en vierde lid, van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten, en dient dan ook uit het ontwerp te worden weggelaten. Artikel 4 6. Er is overlapping tussen artikel 4, eerste lid, van het ontwerp, dat een regeling bevat voor de aanduiding van de voorzitter van het beheerscomité, en het derde lid van dat artikel, dat eveneens in een regeling voorziet voor de aanduiding van, onder meer, de voorzitter. Die overlapping moet worden weggewerkt. Bovendien kan in het eerste lid niet worden bepaald dat de voorzitter wordt aangeduid door "de Minister bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit". Immers, ofwel wordt de voorzitter aangeduid door de Minister, ofwel door de Koning, maar in geen geval kan hij door beiden worden aangeduid.

Artikel 4, eerste lid, van het ontwerp dient bijgevolg ook wat dit laatste betreft te worden herzien. 7. Artikel 4, vierde lid, bepaalt dat het beheerscomité bestaat uit een gelijk aantal Nederlandstalige en Franstalige leden.Vraag is hoe de beoogde taalpariteit kan worden gewaarborgd, nu het beheerscomité is samengesteld uit een even aantal leden en er wordt voorzien in één vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap. Indien wordt vastgehouden aan de beoogde taalpariteit, zal in het ontwerp een regeling moeten worden opgenomen op grond waarvan deze pariteit effectief kan worden tot stand gebracht.

Artikel 15 8. In de Franse tekst van artikel 15, derde lid, van het ontwerp moeten de woorden "appartenant chacun à un rôle linguistique différent" worden geschrapt. Artikel 18 9. In de inleidende zin van artikel 18, eerste lid, van het ontwerp schrijve men "Het technisch comité heeft de volgende opdrachten :". Artikel 20 10. In artikel 20, tweede lid, van het ontwerp is er een discordantie tussen de Nederlandse en de Franse tekst, die moet worden weggewerkt ("de belangrijkste operationele beslissingen" - "les décisions opérationnelles importantes").Bovendien is het gehanteerde criterium voor het bepalen van de adviesbevoegdheid ("belangrijkst" of "important") een weinig rechtszeker criterium dat aanleiding kan geven tot onduidelijkheid nopens de reikwijdte van de adviesbevoegdheid.

Artikel 21 11. De gemachtigde heeft verklaard dat het statuut van het permanent personeel van het Commissariaat-generaal wordt beheerst door de regels die eigen zijn aan de ambtenaren in openbare dienst en dat het tijdelijk personeel wordt in dienst genomen volgens de regels van het toepasselijke nationaal privaatrecht.Dit dient te worden verduidelijkt in artikel 21 van het ontwerp. Bovendien kunnen in het eerste lid van dat artikel de woorden "en van de medewerkers", die overbodig zijn, worden geschrapt.

Artikel 22 12. Tenzij er bijzondere redenen voorhanden zijn die nopen tot een afwijking van de gebruikelijke regels van inwerkingtreding van besluiten (de tiende dag volgend op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad), dient artikel 22 uit het ontwerp te worden weggelaten. De griffier, W. Geurts.

De voorzitter, M. Van Damme.

22 JUNI 2017. - Koninklijk besluit betreffende de organisatie en werking van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, genaamd "Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen" FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 92ter, eerste lid;

Gelet op de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017030176 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie, artikel 68, 1°, 2°, 3° en 5° ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 13 april 2017;

Gelet op het advies 61.387/1 van de Raad van State, gegeven op 24 mei 2017 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het samenwerkingsprotocol van 28 maart 2017 tussen de Federale staat enerzijds en de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap anderzijds, met betrekking tot de deelname van België aan de universele tentoonstellingen, internationale gespecialiseerde tentoonstellingen, tuinbouwtentoonstellingen of de Triënnale van Milaan die in het kader van het Bureau International des Expositions worden georganiseerd;

Op de voordracht van de Minister van Economie en van de Minister van Begroting en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Belgisch Commissariaat-generaal voor de Internationale Tentoonstellingen, hierna genoemd "het Commissariaat-generaal", staat onder het gezag van de minister bevoegd voor economie, hierna genoemd "de Minister".

Art. 2.Het beheer van het Commissariaat-generaal wordt opgedragen aan het beheerscomité en aan de Commissaris-generaal hiertoe bijgestaan door de adjunct Commissaris-generaal.

Bij ontstentenis van Commissaris-generaal zal het beheerscomité tijdelijk een verantwoordelijke aanstellen voor het beheer.

Art. 3.Het beheerscomité wordt onder meer belast met : 1° het toezicht houden op de werking van het Commissariaat-generaal;2° de opmaak van het financieel plan in functie van de voorziene ontvangsten en uitgaven per tentoonstelling;3° het opstellen van het jaarlijks investeringsprogramma onder meer in functie van het financieel meerjarenplan;4° de tussentijdse opvolging van de uitvoering van het investeringsprogramma en het financieel plan;5° het opstellen van een jaarlijkse begroting voor de aanvang van het begrotingsjaar en zo nodig de aanpassing ervan in de loop van het begrotingsjaar;6° het afsluiten van de rekeningen van het afgelopen boekjaar;7° het opmaken van het jaarlijks verslag van de activiteiten en de evolutie van de financiële gegevens;8° het algemeen personeelsbeleid, in het bijzonder de vaststelling van de aanwervings- en selectieprocedures en de vergoeding voor prestaties en kosten van het personeel, onverminderd de toepassing van de reglementaire bepalingen terzake;9° het uitbrengen, op eigen initiatief of op verzoek van de Minister, van adviezen over het beheer van het Commissariaat-generaal;10° het organiseren van het beheer van het vermogen van het Commissariaat-generaal;11° het bepalen van het algemeen concept van elke deelname;12° de voordracht aan de Minister van de drie beste kandidaten in voorkeursvolgorde voor de functie van Commissaris-generaal en van adjunct Commissaris-generaal op basis van een analyse van de resultaten van de selectieprocedure.

Art. 4.Het beheerscomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de federale regering, aangeduid bij een in Ministerraad overlegd Koninklijk Besluit voor een periode van vijf jaar. De ondervoorzitter wordt door het beheerscomité aangeduid onder zijn leden.

Het beheerscomité bestaat uit : 1° de voorzitter;2° de directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie van de FOD Economie;3° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor economie, of zijn plaatsvervanger;4° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor begroting, of zijn plaatsvervanger;5° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor buitenlandse zaken, of zijn plaatsvervanger;6° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen, of zijn plaatsvervanger;7° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor internationale tentoonstellingen binnen het Vlaamse Gewest, of zijn plaatsvervanger;8° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor internationale tentoonstellingen binnen het Waalse Gewest, of zijn plaatsvervanger;9° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor internationale tentoonstellingen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of zijn plaatsvervanger;10° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor internationale tentoonstellingen binnen de Vlaamse Gemeenschap, of zijn plaatsvervanger;11° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor internationale tentoonstellingen binnen de Franstalige Gemeenschap, of zijn plaatsvervanger;12° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor internationale tentoonstellingen binnen de Duitstalige Gemeenschap, of zijn plaatsvervanger; De leden bedoeld in het tweede lid, 3° tot en met 12°, en hun plaatsvervangers worden op voordracht van de vertegenwoordigde minister aangeduid door de Minister voor een periode van vijf jaar. De mandaten zijn hernieuwbaar.

De leden van het beheerscomité bedoeld in het tweede lid, 2° tot en met 11°, bestaan uit een gelijk aantal Nederlandstaligen en Franstaligen.

Als een lid ontslag neemt, overlijdt of in de onmogelijkheid verkeert nog langer zijn mandaat uit te oefenen, wordt het onmiddellijk vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.

Art. 5.De Commissaris-generaal en de adjunct Commissaris-generaal maken deel uit van het beheerscomité met raadgevende stem.

Art. 6.De voorzitter wijst een secretaris aan onder de personeelsleden van het Commissariaat-generaal. De secretaris is niet stemgerechtigd.

Art. 7.Het beheerscomité vergadert ten minste viermaal per jaar.

De voorzitter roept schriftelijk minstens tien dagen vooraf de leden van het beheerscomité bijeen en dit ambtshalve of op gemotiveerd verzoek van de Commissaris-generaal, of van een derde van de stemgerechtigde leden van het beheerscomité.

De oproeping vermeldt de agenda.

De agenda bevat elk punt voorgesteld door een lid en waarvan de voorzitter minstens tien dagen voor de vergadering schriftelijk van in kennis werd gesteld.

Art. 8.Het beheerscomité beraadslaagt onder het voorzitterschap van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, van de ondervoorzitter.

Art. 9.Op vraag van één van de leden van het beheerscomité kan de voorzitter andere personen uitnodigen op de bijeenkomsten van het beheerscomité, teneinde advies of verslag uit te brengen omtrent een agendapunt.

Zij hebben geen stemrecht.

Art. 10.Het beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen indien alle stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordig zijn. Indien 1 of meerdere leden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan het beheerscomité, na een tweede bijeenroeping, geldig beraadslagen mits een meerderheid van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

Elk lid kan zich door een ander lid van het beheerscomité laten vertegenwoordigen.

Art. 11.De beslissingen van het beheerscomité worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

In geval van agendapunten die verband houden met de uitwerking van een deelname aan een specifieke tentoonstelling georganiseerd in het kader van het Bureau International des Expositions, hierna genoemd "BIE tentoonstelling", wordt het stemrecht binnen het beheerscomité beperkt tot de vertegenwoordigers van de aan dat event deelnemende overheden.

Art. 12.Van de beraadslagingen van het beheerscomité worden notulen opgesteld die door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.

Art. 13.Het beheerscomité bepaalt het huishoudelijk reglement dat wordt onderworpen aan de goedkeuring van de Minister.

Art. 14.De leden van het beheerscomité nemen hun ambt kosteloos waar.

Art. 15.Het dagelijks bestuur van het Commissariaat-generaal wordt opgedragen aan de Commissaris-generaal of bij ontstentenis, aan het tijdelijke hoofd van het Commissariaat-generaal.

De Commissaris-generaal wordt in zijn taak bijgestaan door de adjunct Commissaris-generaal, in het bijzonder inzake personeel, financieel en administratief beheer. Het beheerscomité zal de taakbeschrijvingen nader vastleggen.

De Commissaris-generaal en de adjunct Commissaris-generaal worden voor een Universele Tentoonstelling, op voordracht van het beheerscomité aan de Minister, benoemd bij middel van een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit en dit voor een termijn tot uiterlijk zes maanden na het einde van de tentoonstelling. Deze benoeming kan periodiek verlengd worden door de Minister zonder evenwel de cumulatieve duur van 1 jaar te overschrijden. Beiden zullen deze functie vervullen voor alle BIE tentoonstellingen waar België zal aan deelnemen tot het einde van hun mandaat, welke niet hernieuwbaar is.

De Commissaris-generaal en de adjunct Commissaris-generaal behoren elk tot een verschillende taalrol waarbij elke functie afwisselend aan een persoon van een andere taalrol zal toegewezen worden.

De Minister kan op elk ogenblik een einde stellen aan deze mandaten.

De Minister kent, in overleg met het beheerscomité, de Commissaris-generaal en de adjunct Commissaris-generaal een vergoeding toe voor hun prestaties en kosten. Deze bedragen zijn aan te rekenen op de begroting van het Commissariaat-generaal.

Art. 16.De Commissaris-generaal beschikt over alle bevoegdheden welke nodig zijn voor het volbrengen van de opdrachten van het Commissariaat-generaal. Met dat doel kan hij binnen het kader, vastgelegd door het beheerscomité voor het volbrengen van zijn opdracht : 1° zich verbinden en bedingen, alle onroerende goederen huren, onderhuren en beheren;alle roerende goederen kopen, vervreemden, ruilen of huren; onderhandelen over of schikkingen treffen over alle aankopen binnen het kader van de opdrachten van het Commissariaat-generaal; 2° alle overeenkomsten sluiten binnen het kader van de opdrachten van het Commissariaat-generaal, met inbegrip van het aanwerven en ontslaan van tijdelijk personeel met standplaats in het buitenland. In elk geval, voor alle overeenkomsten en rechtshandelingen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een bedrag van 500.000 euro te boven gaan, kan de Commissaris-generaal slechts rechtsgeldig verbintenissen aangaan mits het voorafgaandelijk akkoord van het beheerscomité.

De Commissaris-generaal kan onder zijn verantwoordelijkheid, een deel van zijn bevoegdheden delegeren. De nadere regels hieromtrent worden opgenomen in het huishoudelijke reglement.

Art. 17.Per deelname aan een BIE tentoonstelling wordt er een technisch comité opgericht.

Het technisch comité bestaat uit : 1° een voorzitter, de Commissaris-generaal;2° een ondervoorzitter, de adjunct Commissaris-generaal;3° maximaal twee vertegenwoordigers per deelnemende overheid of hun plaatsvervanger;4° twee technische adviseurs van de Regie der Gebouwen. Het technisch comité kan bijgestaan worden door experten ad hoc, uitgenodigd door het Commissariaat-generaal of op voorstel van de leden van de technisch comité.

Art. 18.Het technisch comité heeft volgende opdrachten : 1° het geven van advies aan het beheerscomité over de uittekening van het globaal concept van elke deelname aan een BIE tentoonstelling;2° de technische opvolging en begeleiding van de bestekken voor openbare aanbestedingen alsook het formuleren van adviezen dienaangaande;3° het evalueren van openbare aanbestedingen voor de constructie en uitrusting van een paviljoen;4° het geven van advies aan de Commissaris-generaal over de uitwerking en de uitvoering van het globaal concept van elke deelname;5° het opvolgen van het project door zijn verschillende fasen heen (voorbereiding, operationalisatie, nazorg) en het formuleren van adviezen dienaangaande.6° het aanbrengen van adviezen en suggesties omtrent sponsoring binnen de door het beheerscomité vastgelegde procedures. De leden van het technisch comité nemen hun ambt kosteloos waar.

Art. 19.De adviezen van het technisch comité worden met redenen omkleed.

Het technisch comité kan een eensluidend advies bij consensus of een meerderheidsadvies uitbrengen waarbij de afwijkende meningen in het advies worden opgenomen.

Op elk beheerscomité zal de Commissaris-generaal of de adjunct Commissaris-generaal verslag uitbrengen over de diverse technische comités die sinds het vorige beheerscomité hebben plaats gevonden. Een kopie van het advies wordt overgemaakt aan het beheerscomité.

Art. 20.Per BIE tentoonstelling wordt ter plaatse een comité opgericht bestaande uit de lokale vertegenwoordigers van de deelnemende overheden.

Het comité adviseert de Commissaris-generaal over alle belangrijke operationele beslissingen.

Art. 21.Het statuut van het permanent personeel van het Commissariaat-generaal wordt beheerd door de regels eigen aan de ambtenaren in openbare diensten die, inzonderheid via detachering of ter beschikking stelling, opgeroepen worden tot het leveren van prestaties binnen het kader van de opdrachten van het Commissariaat-generaal. Het statuut van het tijdelijk personeel wordt beheerd door de regels van het toepasselijke nationale privaatrecht.

De personeelskosten worden gedragen door de begroting van het Commissariaat-generaal.

Art. 22.De minister bevoegd voor economie en de minister bevoegd voor begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Begroting, S. WILMES

^