Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juli 2019
gepubliceerd op 07 augustus 2019

Koninklijk besluit tot bepaling van de normen voor de erkenning als transitiehuis en houdende de exploitatievoorwaarden voor een transitiehuis

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2019030797
pub.
07/08/2019
prom.
22/07/2019
ELI
eli/besluit/2019/07/22/2019030797/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot bepaling van de normen voor de erkenning als transitiehuis en houdende de exploitatievoorwaarden voor een transitiehuis


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2018 pub. 18/07/2018 numac 2018040294 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen in strafzaken type wet prom. 11/07/2018 pub. 05/03/2021 numac 2021020304 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen in strafzaken. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten betreffende diverse bepalingen in strafzaken (publicatie in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2018) bevat een aantal artikelen met betrekking tot de plaatsing in een transitiehuis in de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van personen die veroordeeld zijn tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (hierna "wet betreffende de externe rechtspositie"). In de optiek van een gedifferentieerde detentie, zijn de transitiehuizen kleinschalige projecten (12 tot 17 plaatsen) waarbinnen bepaalde gedetineerden, die beantwoorden aan een reeks criteria, vastgelegd in artikel 9/3 van de wet betreffende de externe rechtspositie, de mogelijkheid hebben om een deel aan het einde van hun straf in een transitiehuis te kunnen doorbrengen. Ze zullen er van dichtbij worden begeleid en bijgestaan om hen toe te laten zich beter in de maatschappij te re-integreren.

We hebben de eer het besluit ter reglementering van de uitvoering van artikel 9/2, § 3 van de wet betreffende de externe rechtspositie ter ondertekening van uw Majesteit voor te leggen. Krachtens dit artikel komt het de Koning toe om de normen betreffende de architectonische, organisatorische, functionele en personeelseisen, waaraan de inrichtingen dienen te voldoen om te worden erkend als transitiehuis voor de plaatsing van veroordeelden, en het huishoudelijk reglement van deze inrichtingen te bepalen; dit is het onderwerp van dit besluit. Dit besluit regelt eveneens de voorwaarden voor de uitbating van de transitiehuizen.

Het besluit telt vijf hoofdstukken.

Het eerste hoofdstuk betreft de wettelijke context ter definitie van de in het besluit gebruikte begrippen. Het benoemt geen bijzondere verklaringen.

Hoofdstuk 2 bepaalt de algemene normen waaraan een inrichting dient te voldoen om te worden erkend als transitiehuis. De transitiehuizen huisvesten tussen de 12 en de 17 veroordeelden. Ze kunnen echter deel uitmaken van een ruimere infrastructuur op voorwaarde dat hun inhoudelijke werking apart wordt beheerd, dat er een aparte ingang is en dat de activiteiten die voor de veroordeelden worden georganiseerd niet toegankelijk zijn voor andere personen die op dezelfde site verblijven. Dit principe wordt eveneens herhaald in het deel over de functionele normen. Artikel 5 bespreekt eerder een ecologisch principe : het gaat om het vermijden van de inplanting van een transitiehuis in een industriële zone en het garanderen van de levenskwaliteit. Tot slot is het nodig dat de uitbater van het transitiehuis rechtspersoonlijkheid bezit.

Hoofdstuk 3 voorziet een regeling omtrent de verwerking van persoonsgegevens.

In haar advies nr. 130/2019 van 3 juli 2019 vraagt de Gegevensbeschermingsautoriteit zich af waarom er geen verwijzing werd opgenomen naar de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019041200 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank type wet prom. 05/05/2019 pub. 17/05/2021 numac 2021031292 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/08/2019 numac 2019030443 bron federale overheidsdienst justitie Wet teneinde de leesbaarheid te verzekeren van het voor de verenigingen en de stichtingen geldende recht type wet prom. 05/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019030472 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder sluiten houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, daar deze het basiskader vormt voor de verwerking van persoonsgegevens van gedetineerden. In het bijzonder stelt zij voor de link te leggen met het Geïntegreerd Elektronisch Justitieel Opvolgdossier, zoals voorzien in voornoemde wet.

Aansluitend maakt de Gegevensbeschermingsautoriteit de opmerking dat de wet betreffende de externe rechtspositie niet voorziet in een specifieke delegatie aan de uitvoerende macht om meer specifieke aspecten van persoonsverwerking te regelen waarbij zij aldus de vraag stelt naar een afdoende expliciete rechtsbasis.

Het is niet aangewezen in het besluit een verwijzing op te nemen naar voormelde wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019041200 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank type wet prom. 05/05/2019 pub. 17/05/2021 numac 2021031292 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/08/2019 numac 2019030443 bron federale overheidsdienst justitie Wet teneinde de leesbaarheid te verzekeren van het voor de verenigingen en de stichtingen geldende recht type wet prom. 05/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019030472 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder sluiten en naar het Geïntegreerd Elektronisch Justitieel Opvolgdossier in het bijzonder. Dit Geïntegreerd Elektronisch Justitieel Opvolgdossier is een dossier waarin gegevens worden verwerkt die nodig zijn voor de opvolging gedurende de fase van de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten door de strafuitvoeringsrechtbank (SURB). Op het moment van een plaatsing en het verblijf in een transitiehuis (vanaf 18 maanden vóór men zich in de tijdsvoorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidsstelling bevindt) zal de SURB nog niet gevat zijn en zullen dus nog geen door de SURB toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten lopende zijn. Het Geïntegreerd Elektronisch Justitieel Opvolgdossier is in de fase van het verblijf in het transitiehuis dus nog niet van toepassing.

De verwerking van persoonsgegevens door het transitiehuis zal evenmin verlopen via Sidis-suite, dat eveneens gereglementeerd wordt in de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019041200 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank type wet prom. 05/05/2019 pub. 17/05/2021 numac 2021031292 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/08/2019 numac 2019030443 bron federale overheidsdienst justitie Wet teneinde de leesbaarheid te verzekeren van het voor de verenigingen en de stichtingen geldende recht type wet prom. 05/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019030472 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder sluiten.

De opmerkingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit indachtig werd in dit besluit een gegevensbeschermingsregime sui generis uitgewerkt, dat sterk afgestemd is op de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019041200 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank type wet prom. 05/05/2019 pub. 17/05/2021 numac 2021031292 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 05/05/2019 pub. 19/08/2019 numac 2019030443 bron federale overheidsdienst justitie Wet teneinde de leesbaarheid te verzekeren van het voor de verenigingen en de stichtingen geldende recht type wet prom. 05/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019030472 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder sluiten met betrekking tot de gegevensverwerking in Sidis-suite en uitvoering geeft aan de aanbevelingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit: - Zo wordt in artikel 8, § 1, de finaliteit voor de gegevensverwerking in het kader van de exploitatie van het transitiehuis duidelijk gedefinieerd. - In artikel 8, § 2, wordt een verwerkingsverantwoordelijke aangeduid. - Er wordt in artikel 9 een gedetailleerde opsomming gegeven van de persoonsgegevens die zullen worden verwerkt. Het betreft de identificatiegegevens, gegevens waartoe de verantwoordelijke toegang heeft om de opdrachten verbonden aan de plaatsing te kunnen uitvoeren en gegevens met betrekking tot de interne rechtspositie van de veroordeelde.

Ook gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten (vermeld in artikel 9, § 1, 2° ) kunnen worden verwerkt. Het toestaan van de verwerking hiervan blijkt uit de wet externe rechtspositie. De vermelding in artikel 9/2, § 2 dat de verantwoordelijke van het transitiehuis toegang heeft tot gegevens uit het dossier van de veroordeelde die van aard zijn om de opdrachten verbonden aan de plaatsing te kunnen uitvoeren, maakt duidelijk - aangezien het om gegevens van de veroordeelde gaat - dat dit gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten omvat.

De wet laat aldus de verwerking hiervan toe.

Naar aanleiding van een opmerking van de Gegevensbeschermingsautoriteit omtrent de persoonsgegevens betreffende gezondheid of religieuze overtuiging, dient te worden opgemerkt dat geen medisch dossier als zodanig zal worden opgemaakt op het niveau van het transitiehuis. Veroordeelden die in het transitiehuis verblijven, zullen indien gewenst een arts kunnen consulteren die volledig onafhankelijk werkt ten aanzien van de exploitant van het transitiehuis. Er zal dan ook geen afzonderlijke verwerking van deze gegevens gebeuren op het niveau van het transitiehuis noch zal er een overdracht van medische gegevens zijn tussen de FOD Justitie en de exploitant van het transitiehuis.

Ook gegevens betreffende religieuze overtuiging zullen niet als zodanig verwerkt worden door de exploitant. Veroordeelden kunnen in het transitiehuis weliswaar een erkende godsdienst belijden en het bezoek van godsdienstbeoefenaars ontvangen maar er worden niet op systematische wijze gegevens verzameld omtrent hun godsdienstbeleving.

Indien verantwoordelijke voor het transitiehuis toegang wenst tot andere gegevens dan deze voorzien in artikel 9, dient hij een gemotiveerde aanvraag te richten aan de directeur-generaal van de penitentiaire inrichtingen. - Er wordt in artikel 10 een bewaartermijn voor de persoonsgegevens bepaald: de persoonsgegevens worden gewist wanneer de veroordeelde het transitiehuis verlaat - Gelet op de aard van de gegevens die verwerkt worden, wordt een vertrouwelijkheidsverplichting opgelegd. - Binnen de beperkingen die artikel 23 van de Verordening 2016/679 toelaat, is een uitzonderingsregeling voorzien voor de uitoefening van de privacyrechten van de betrokkenen van wie de gegevens worden verwerkt in het kader van de exploitatie van het transitiehuis (artikel 11). - Tot slot zijn in artikel 49 waarborgen opgenomen teneinde een passend beveiligingsniveau te verzekeren.

Doorheen het besluit werd ook rekening gehouden met de opmerking van de Gegevensbeschermingsautoriteit omtrent de minimale gegevenswerking.

Meerdere bepalingen (artikelen 35, 41, 44) werden op een meer limitatieve wijze geformuleerd.

Wat de delegatie aan de Koning voor deze aspecten van gegevensverwerking betreft, werd in de in de aanhef een verwijzing opgenomen naar de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning op grond van artikel 108 Grondwet.

Hoofdstuk 4 definieert de architectonische, functionele, organisatorische en personeelsnormen.

De gebouwen van het transitiehuis moeten aangepast zijn aan de bestemming ervan en voldoende gemeenschappelijke ruimtes bevatten die adequaat uitgerust zijn. De kamers moeten een oppervlakte hebben van ten minste 10m2, met inbegrip van het sanitair indien van toepassing.

Een afwijkingsmarge van 15% is voorzien. Deze bepaling is conform aan de aanbevelingen van de Raad van Europa via het Comité ter preventie van foltering en onmenselijke of vernederende straffen of behandelingen (CPT). De kamers zijn individueel. De veroordeelden moeten dagelijks hun lichamelijke hygiëne en hun voorkomen kunnen verzorgen. Dit betekent niet dat de kamers dienen te beschikken over een bad of een douche, maar dat het transitiehuis beschikt over voldoende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen.

Het leven in gemeenschap is één van de belangrijke pijlers van de functionele normen. Het dagelijkse leven in de inrichting moet zoveel mogelijk gemeenschappelijk verlopen zodat de veroordeelde de onmiskenbare capaciteiten kan ontwikkelen voor zijn re-integratie.

Artikels 35 tot 37 voorzien de organisatorische normen. De exploitant benoemt de verantwoordelijke voor het transitiehuis, die het dagelijks beheer voor zijn/haar rekening neemt. De verantwoordelijke is eveneens de contactpersoon voor de veroordeelden die in het transitiehuis verblijven en voor de gevangenisdirecteur die het dossier van de veroordeelde verder beheert. In deze optiek dient de verantwoordelijke van het transitiehuis periodiek rapport uit te brengen aan de gevangenisdirecteur betreffende het verloop van de plaatsing en wanneer de veroordeelde op definitieve wijze het transitiehuis verlaat. Deze rapporten moeten de directeur toelaten vast te stellen dat de voorwaarden van het plaatsingsplan gerespecteerd worden. Deze rapportering is eveneens van belang voor de andere strafuitvoeringsmodaliteiten, zij het deze toegekend door de Minister (zoals penitentiair verlof) of door de Strafuitvoeringsrechtbank (zoals de voorwaardelijke invrijheidstelling).

Artikel 37 van het Koninklijk Besluit bepaalt de thema's die minimaal dienen te worden geregeld in het huishoudelijk reglement van de transitiehuizen; De verantwoordelijke van het transitiehuis mag andere regels toevoegen, onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister van Justitie.

Artikel 38 bepaalt de normen met betrekking tot het personeel. Het preciseert wat minimaal dient te worden verzekerd : directie, administratief en financieel beheer van het transitiehuis, de huisvesting (dit wil zeggen het logement en de verplichting om voeding te voorzien voor de veroordeelden, zij het reeds bereid of de mogelijkheid om deze te bereiden; de huisvesting omvat niet het onderhoud van de kamers, dit is de verantwoordelijkheid van de veroordeelden), alsook de begeleiding van de veroordeelding. Het besluit voorziet dan ook dat de exploitant over voldoende personeel moet beschikken om de door dit besluit voorziene kernopdrachten te vervullen. In zijn advies nr. 65.955/1 van 9 mei 2019 vraagt de Raad van State dat gepreciseerd zou worden wat verstaan dient te worden onder "voldoende personeel". Het is niet aangewezen om dit begrip te preciseren. Het project van elk transitiehuis kan immers verschillend zijn: het ene transitiehuis kan misschien de nadruk leggen op het werken in groep, een ander zal misschien werken rond psychologische begeleidingen of het werken rond verslaving... . Het aantal noodzakelijke personeelsleden zal bepaald worden per transitiehuis, in functie van het project van elke inrichting.

Hoofdstuk 5 bepaalt de voorwaarden voor de uitbating van een transitiehuis. Gezien de karakteristieken van dergelijke inrichting, is het noodzakelijk dat de continuïteit van de uitbating 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 gegarandeerd wordt. Het huishoudelijk reglement en het veiligheidsplan moeten beschikbaar zijn vanaf de plaatsing van de eerste veroordeelde in het transitiehuis.

Teneinde de plaatsing te doen slagen, is het fundamenteel dat er een nauwe samenwerking bestaat tussen de gevangenisdirecteur en de verantwoordelijke van het transitiehuis. Het besluit beschrijft dus de wijze waarop het plaatsingsplan wordt opgemaakt alsook de wijze waarop de plaatsing van de veroordeelde zal verlopen, met duidelijke weergave van de rol van de verschillende partijen. Een regelmatige informatieoverdracht tussen de verantwoordelijke van het transitiehuis en de gevangenisdirecteur wordt voorzien via maandelijkse rapporten en overlegmomenten.

Vertegenwoordigers van de FOD Justitie kunnen op elk moment het transitiehuis controleren en inspecteren. Hiertoe hebben ze toegang tot alle gebouwen en mogen ze in alle vertrouwelijkheid een onderhoud hebben met de veroordeelden.

Het koninklijk besluit bepaalt de verplichtingen van de uitbater in termen van betaling van verzekeringen. Er wordt gepreciseerd dat alle voorwaarden met betrekking tot de uitbating dienen te worden vervuld tijdens de volledige duur van het contract. Een ernstig gebrek aan deze verplichting heeft tot gevolg dat de erkenning zal worden ingetrokken. Het intrekken van de erkenning kan eveneens gebeuren in geval van faillissement, opheffing of vereffening uit hoofde van de uitbater.

Artikels 9/1, 9/2 en 9/3 van de wet betreffende de externe rechtspositie en het huidige besluit treden in werking op 1 september 2019.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, belast met de Regie der Gebouwen, K. GEENS

22 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot bepaling van de normen voor de erkenning als transitiehuis en houdende de exploitatievoorwaarden voor een transitiehuis FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, artikel 9/2, §§ 3 en 4, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2018 pub. 18/07/2018 numac 2018040294 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen in strafzaken type wet prom. 11/07/2018 pub. 05/03/2021 numac 2021020304 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen in strafzaken. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, artikel 70;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 3 juli 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Minister van Justitie, gegeven op 14 maart 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 april 2019;

Gelet op advies 65.955/1 van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. -Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit bepaalt, ter uitvoering van artikel 9/2, § 3 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, de normen waaraan een inrichting moet voldoen om erkend te kunnen worden als transitiehuis voor de plaatsing van veroordeelden alsook de voorwaarden voor de exploitatie van een transitiehuis.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1) Wet externe rechtspositie: de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten;2) De directeur: de persoon zoals bedoeld in artikel 2, 13° van de wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;3) Transitiehuis: het transitiehuis zoals bepaald in artikel 9/2, § 1, van de wet externe rechtspositie;4) De verantwoordelijke: de verantwoordelijke van het transitiehuis zoals bepaald in artikel 35 van dit besluit;5) De exploitant: de rechtspersoon die instaat voor de exploitatie van een transitiehuis;6) Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van de Richtlijn 95/46/EG. HOOFDSTUK 2. - Algemene normen

Art. 3.Het transitiehuis beschikt over ten minste 12 en niet meer dan 17 plaatsen.

Art. 4.Indien één of meerdere transitiehuizen deel uitmaken van een ruimere infrastructuur met andere diensten, dient de inhoudelijke werking van de transitiehuizen afzonderlijk van de andere diensten te worden beheerd.

Art. 5.Bij de ruimtelijke inplanting van het transitiehuis wordt rekening gehouden met het lichamelijk en psychisch welzijn van de veroordeelden.

Art. 6.Het transitiehuis wordt binnen de lokale leefgemeenschap ingeplant.

Art. 7.De exploitant van een transitiehuis dient rechtspersoonlijkheid te bezitten. HOOFDSTUK 3. - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 8.§ 1. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van de exploitatie van een transitiehuis heeft als doeleinde de professionele opvolging en begeleiding van de veroordeelden die in het transitiehuis verblijven. § 2. De exploitant is de verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 4, 7° van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Art. 9.§ 1. Met betrekking tot de veroordeelden die in een transitiehuis verblijven worden de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerkt : 1° de identificatiegegevens, namelijk: - familienaam, voorna(a)m(en), eventuele alias(sen); - geboortedatum, plaats en land van geboorte; - nationaliteit(en); - geslacht; - unieke identificatienummers, namelijk het identificatienummer van de sociale zekerheid (rijksregisternummer of bisnummer), het dossiernummer bij de Dienst Vreemdelingenzaken en het in toepassing van het koninklijk besluit van 11 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/03/2019 pub. 19/03/2019 numac 2019011166 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de nadere regels voor de rechtstreekse bevraging van de Algemene Nationale Gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt ten behoeve van de Federale Overheidsdienst Justitie met het oogmerk bij te dragen tot de unieke identificatie van gedetineerden type koninklijk besluit prom. 11/03/2019 pub. 29/11/2019 numac 2019042502 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de nadere regels voor de rechtstreekse bevraging van de Algemene Nationale Gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt ten behoeve van de Federale Overheidsdienst Justitie met het oogmerk bij te dragen tot de unieke identificatie van gedetineerden. - Duitse vertaling sluiten betreffende de nadere regels voor de rechtstreekse bevraging van de Algemene Nationale Gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt ten behoeve van de Federale Overheidsdienst Justitie met het oogmerk bij te dragen tot de unieke identificatie van gedetineerden bekomen unieke dactyloscopische referentienummer (AFIS-nummer); - burgerlijke staat; - gesproken taal, administratieve taal; - adres van inschrijving in het bevolkingsregister, het verblijfsadres; - familiale gegevens, met name de naam van vader, moeder, echtgenoot of wettelijk samenwonende partner en het aantal kinderen; 2° De gegevens van het dossier waartoe de verantwoordelijke voor de verwerking toegang heeft overeenkomstig artikel 9/2, § 2, van de wet externe rechtspositie om de opdrachten die verbonden zijn aan de plaatsing te kunnen uitvoeren, namelijk: - de opsluitingsfiche, die een opsomming bevat van de detentietitels en de tijdsvoorwaarden voor de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten; - de veroordelende vonnissen en arresten; - de verslagen van de psychosociale dienst van de gevangenis; - de overeenkomstig artikel 10, § 1bis, van de wet externe rechtspositie genomen beslissing tot plaatsing, vergezeld van het schriftelijk verzoek van de directeur. - het plaatsingsplan; - de schriftelijke instemming van de veroordeelde met het plaatsingsplan, met de voorwaarden verbonden aan de plaatsing en met het huishoudelijk reglement; 3° de pertinente gegevens met betrekking tot de interne rechtspositie van de gedetineerde, waaronder de lijst van bezoekers. Indien de verantwoordelijke toegang wenst tot andere gegevens, dient hij een gemotiveerde aanvraag in bij de directeur-generaal van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de Federale Overheidsdienst Justitie. § 2. Het is de verantwoordelijke niet toegestaan om gegevens uit het dossier van de veroordeelde of enige andere informatie waarvan hij ingevolge de exploitatie van het transitiehuis kennis zou krijgen, kenbaar te maken aan derden, behoudens indien hij hiertoe verplicht zou zijn ingevolge wettelijke of reglementaire bepalingen of ingevolge een rechterlijke beslissing. § 3. In toepassing van artikel 10, § 2 van de Wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 30/03/2021 numac 2021030655 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens stelt de verantwoordelijke een lijst op van de categorieën van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens. Deze personen zijn gehouden het vertrouwelijke karakter van de persoonsgegevens in acht te nemen.

Art. 10.De persoonsgegevens die verwerkt werden in het kader van de exploitatie van een transitiehuis worden gewist wanneer de veroordeelde op defintieve wijze het transitiehuis verlaat.

Art. 11.§ 1. In afwijking van de rechten voorzien in artikel 13, § 1, d), e) en f), § 2, b), c), e) en f) en § 3, artikel 14, artikel 15, § 1, b), c), e), g) en h), § 2, de artikelen 16 tot en met 22 en artikel 34 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, om de doelstelling voorzien in artikel 23.1.d) van de Algemene Verordening Gegevensbescherming te waarborgen, kunnen de voormelde rechten ten opzichte van de betrokkenen vermeld in artikel 9, § 1 van dit besluit geheel of gedeeltelijk worden beperkt.

De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn deze die noodzakelijk zijn ter uitvoering van de wettelijke opdrachten bedoeld in artikel 8, § 1. § 2. De in paragraaf 1, eerste lid vermelde afwijkingen worden niet in de tijd beperkt tenzij: - het beperken van de uitoefening van de rechten van de betrokkenen niet langer noodzakelijk is voor de uitoefening van de wettelijke opdrachten bedoeld in artikel 8, § 1; - een uitdrukkelijke wettelijke bepaling hiertoe verplicht in het kader van een geschillen- of administratieve procedure; of - de Federale Overheidsdienst Justitie dit uitdrukkelijk toestaat voor wat betreft de gegevens waartoe de verantwoordelijke toegang heeft en waarvoor de Federale Overheidsdienst Justitie de verantwoordelijke voor de verwerking is in de zin van artikel 4, 7° van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 3. Bij ontvangst van een verzoek tot uitoefening van de rechten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, bevestigt de verantwoordelijke de ontvangst hiervan en informeert de verzoeker over de afwijkingen tenzij dit afbreuk kan doen aan het doel van de afwijkingen.

De verantwoordelijke informeert de verzoeker in ieder geval over de mogelijkheden om klacht in te dienen bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit of om een beroep in rechte in te stellen. HOOFDSTUK 4. - Bijzondere normen Afdeling 1. - Architectonische normen

Onderafdeling 1. - Normen inzake de persoonlijke verblijfsruimten en de gemeenschappelijke ruimten

Art. 12.In elk transitiehuis moeten minimaal de volgende gemeenschappelijke ruimten voorzien zijn: - een zitkamer, die zo gezellig en huiselijk mogelijk wordt ingericht; - een ruimte voor gemeenschappelijke activiteiten; alsook - ruimten voor individuele hulp en begeleiding in het kader van de hulp- en dienstverlening aan de veroordeelden.

Art. 13.In het transitiehuis kunnen de veroordeelden gebruik maken van een, al dan niet gemeenschappelijke, afdoende uitgeruste keuken of kitchenette.

Art. 14.Het transitiehuis moet beschikken over een buitenruimte die in het kader van de organisatie van het dagprogramma kan benut worden.

Art. 15.De circulatie tussen verschillende verdiepingen van het transitiehuis dient op veilige en doeltreffende wijze te kunnen verlopen.

Art. 16.§ 1. In het transitiehuis mag per kamer slechts één veroordeelde ondergebracht worden.

Onder kamer dient te worden verstaan: de persoonlijke verblijfsruimte van de veroordeelde. § 2. Met een toegelaten afwijkingsmarge van 15% moeten de in paragraaf 1 vermelde kamers ten minste 10 m2 oppervlakte hebben, in voorkomend geval met inbegrip van de oppervlakte voor de sanitaire uitrusting.

Art. 17.De kamers dienen zodanig te worden ingericht dat de lichaams- en de omgevingshygiëne van de veroordeelde maximaal gegarandeerd wordt.

Art. 18.Elke kamer dient over minimaal volgende uitrusting te beschikken: - Een tafel; - Een stoel; - Een bed; - Een afsluitbare kast; - een wastafel met stromend warm en koud water.

Art. 19.De ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten hebben een vloer- en raamoppervlakte die aangepast is aan de activiteiten die er plaatsvinden.

Art. 20.§ 1. De gemeenschappelijke ruimtes moeten uitgerust zijn in overeenstemming met de functies waarvoor ze dienen.

De nodige voorzieningen voor audiovisuele apparatuur en ICT dienen aanwezig te zijn. § 2. In geval een gemeenschappelijke ruimte voor diverse functies wordt aangewend, mogen de specifieke eisen die aan die ruimtes gesteld worden niet onverenigbaar zijn.

Art. 21.Sanitaire installaties moeten in voldoende mate voorzien zijn, onder meer ook in de onmiddellijke omgeving van eet- en zitkamers en van ruimten voor gemeenschappelijke activiteiten.

Art. 22.De sanitaire installaties moeten bestaan uit ten minste : 1° 1 bad of stortbad per 6 veroordeelden;2° 1 toilet per 6 veroordeelden.

Art. 23.De deuren van de toiletten en de badkamers moeten naar buiten open gaan en uitgerust zijn met een slotensysteem dat door het personeel van buitenaf kan bediend worden.

Art. 24.De vensters moeten een open zicht op de omgeving van het transitiehuis mogelijk maken Onderafdeling 2. - Normen inzake brandveiligheid

Art. 25.§ 1. Alle ruimten op het domein van het transitiehuis dienen in overeenstemming te zijn met de geldende wetgevende en reglementaire bepalingen inzake brandpreventie en brandbestrijding. § 2. Een verslag van de brandweer dat de conformiteit van de gebouwen en de uitrusting aan deze bepalingen bevestigt, dient aan de Federale Overheidsdienst Justitie te worden voorgelegd.

Onderafdeling 3. - Normen inzake verlichting, verwarming en verluchting

Art. 26.In de kamers en ruimten voor gemeenschappelijke activiteiten dienen de verlichting, verwarming en de verluchting, in functie van hun bestemming, in overeenstemming te zijn met de geldende wetgevende en reglementaire bepalingen.

Onderafdeling 4. - Normen inzake onderhoud

Art. 27.Het transitiehuis dient behoorlijk onderhouden te worden en ten allen tijde te beantwoorden aan de hedendaagse hygiënische en sanitaire vereisten.

Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan preventie en bestrijding van ongedierte en besmettelijke aandoeningen. Afdeling 2. - Functionele normen

Art. 28.De exploitant van een transitiehuis dient een leefklimaat te garanderen, dat het leven in gemeenschap bevordert en moet de nodige middelen voorzien voor het verzekeren van een huishoudelijke sfeer.

Art. 29.De toegang tot het transitiehuis moet voorzien zijn van een systeem waardoor de directe toegang door buitenstaanders onmogelijk wordt gemaakt.

Art. 30.Indien het transitiehuis deel uitmaakt van een gebouw waarin nog andere maatschappelijke functies worden voorzien, dient de directe toegang van uit deze andere gebouwdelen eveneens, zonder tussenkomst van personeel van het transitiehuis, onmogelijk te worden gemaakt.

Art. 31.De ruimte waarin bezoekers kunnen ontvangen worden moeten hiertoe van gepast meubilair voorzien te worden en kindvriendelijk worden ingericht.

Art. 32.De ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten moeten uitgerust zijn met het meubilair en de apparatuur overeenkomstig hun bestemming.

Art. 33.De geneesmiddelen moeten worden bewaard in een afsluitbare kast.

Art. 34.Indien een ruimte voor medisch onderzoek en behandeling wordt ingericht, moet deze een medische raadpleging met respect voor de privacy mogelijk maken. Afdeling 3. - Organisatorische normen

Onderafdeling 1. - De leiding over het transitiehuis

Art. 35.De dagelijkse leiding van het transitiehuis dient te worden waargenomen door de verantwoordelijke van het transitiehuis.

De verantwoordelijke staat tevens in voor de contacten en het overleg met de directeur van de gevangenis die het detentiedossier van de veroordeelde beheert en voor de verslaggeving zoals voorzien in de wet externe rechtspositie en in hoofdstuk 5, afdeling 2, onderafdeling 2, van dit besluit.

Art. 36.Elk transitiehuis is, met het oog op het beheer van het detentiedossier, functioneel verbonden aan de gevangenis die in de beslissing tot plaatsing werd aangeduid als gevangenis die het detentiedossier van de veroordeelde beheert.

Onderafdeling 2. - Het huishoudelijk reglement

Art. 37.§ 1. Het transitiehuis moet beschikken over een huishoudelijk reglement dat voor goedkeuring aan de Minister van Justitie moet worden voorgelegd. § 2. Het huishoudelijk reglement dient minstens volgende thema's nader te regelen: 1) Principes rond onthaal en dagindeling;2) De materiële levensvoorwaarden in het transitiehuis;3) de gedragsregels die de veroordeelden die in het transitiehuis dienen na te leven;4) de wijze waarop de veroordeelden in contact kunnen komen met hun advocaat;5) de bezoekregeling en andere contacten met de buitenwereld;6) het gebruik van telefoon en computer;7) de wijze waarop klachten van de geplaatste veroordeelden worden ingediend en behandeld;8) de wijze waarop externe diensten in het kader van de hulp- en dienstverlening aan veroordeelden toegang hebben tot het transitiehuis;9) de wijze waarop de veroordeelde zijn godsdienst of levensbeschouwing kan belijden;10) de activiteiten die in het transitiehuis worden georganiseerd;11) de wijze waarop de veroordeelde in contact kan komen met een arts;12) de wijze waarop de toegang door de veroordeelde tot diens dossier wordt geregeld. § 3. Elke wijziging aan het huishoudelijk reglement dient voorafgaandelijk aan de Minister van Justitie ter goedkeuring te worden voorgelegd. Afdeling 4. - Personele normen

Art. 38.§ 1. De exploitant van een transitiehuis moet voor de plaatsing en de begeleiding van de veroordeelden beschikken over voldoende personeel om de bij dit besluit bepaalde kernopdrachten te kunnen vervullen. § 2. Volgende opdrachten dienen minstens gewaarborgd te worden: 1° de leiding van het transitiehuis;2° het administratief en financieel beheer;3° de huisvesting;4° de begeleiding van de veroordeelden. § 3. Er kan geen beroep gedaan worden op onderaannemers voor de organisatie van activiteiten en begeleiding van veroordeelden § 4. Voor de opdrachten inzake de begeleiding van de veroordeelden dient, in samenwerking met de diensten van de Gemeenschappen, de exhaustieve invulling en de continuïteit van de hulp- en dienstverlening gewaarborgd te worden. HOOFDSTUK 5. - Voorwaarden voor de exploitatie van een transitiehuis Afdeling 1. - Kernopdrachten van de exploitant

Art. 39.De exploitant van het transitiehuis dient gedurende de ganse duur van de erkenning te voldoen aan alle normen zoals bepaald in de hoofdstukken 2 en 4 van dit besluit.

Art. 40.§ 1. De continuïteit van de exploitatie dient te allen tijde gegarandeerd te worden (24 uur op 24 en 7 dagen op 7). § 2. Het is de exploitant verboden om: 1) de exploitatie van het transitiehuis op enig ogenblik geheel of gedeeltelijk stop te zetten zonder toestemming van de Federale Overheidsdienst Justitie, of de goede werking ervan te belemmeren;2) het transitiehuis aan te wenden voor andere doeleinden dan deze bepaald in de wet externe rechtspositie;3) in het transitiehuis activiteiten uit te voeren die onverenigbaar zijn met de bestemming van het transitiehuis of die de goede werking ervan kunnen belemmeren.

Art. 41.De exploitant is ertoe gehouden loyaal en te goeder trouw samen te werken met de Federale Overheidsdienst Justitie.

In het kader daarvan dient de exploitant op het eerste verzoek alle gevraagde informatie in verband met de exploitatie van het transitiehuis aan de Federale Overheidsdienst Justitie over te maken.

Art. 42.De exploitant dient op de dag van de plaatsing van de eerste veroordeelde in het transitiehuis te beschikken over: - een huishoudelijk reglement, dat overeenkomstig artikel 37, § 1, van dit besluit is goedgekeurd door de Minister van Justitie; - een veiligheidsplan, hetgeen onder andere maar niet uitsluitend richtlijnen bevat voor het beheer van brand en andere calamiteiten. Afdeling 2. - Verblijf van veroordeelden in het transitiehuis

Onderafdeling 1. - Opmaak van het plaatsingsplan

Art. 43.§ 1. Het in artikel 9/1, 1e lid van de wet externe rechtspositie bedoelde plaatsingsplan wordt uitgewerkt door de verantwoordelijke en de directeur, in overleg en met medewerking van de veroordeelde. § 2. Het plaatsingsplan kan door de verantwoordelijke en door de directeur van de gevangenis die tijdens de duur van de plaatsing het detentiedossier van de veroordeelde beheert, in samenwerking met de veroordeelde, in de loop van de plaatsing worden aangevuld, nader geconcretiseerd en bijgestuurd, onder meer in functie van de evolutie van het re-integratietraject van de veroordeelde.

Onderafdeling 2. - Verloop van de plaatsing

Art. 44.Onverminderd de verplichting van de verantwoordelijke om in de gevallen bepaald in artikel 12, § 2bis, van de wet externe rechtspositie verslag uit te brengen aan de directeur van de gevangenis die het detentiedossier van de veroordeelde beheert, dient de verantwoordelijke daarenboven gedurende de volledige duur van de plaatsing minstens eens per maand te rapporteren aan de directeur die het detentiedossier van de veroordeelde beheert omtrent het verloop van de plaatsing. Hij stelt eveneens een eindverslag op wanneer de veroordeelde definitief het transitiehuis verlaat.

Deze verslaggeving heeft betrekking op : - de naleving van de bijzondere voorwaarden; - de deelname aan de in het plaatsingplan opgelegde activiteiten; - het verloop van het verblijf in het transitiehuis en in het bijzonder de moeilijkheden en incidenten die zich tijdens het verblijf van de veroordeelde voordoen; - de naleving van de bepalingen van het huishoudelijk reglement; - De periodes gedurende dewelke de veroordeelde het transitiehuis tijdelijk verlaten heeft.

Art. 45.Op geregelde tijdstippen heeft een overleg plaats tussen de verantwoordelijke, de directeur van de gevangenis die het detentiedossier van de veroordeelde beheert en de bevoegde diensten van de Gemeenschappen.

Art. 46.Gedurende het verloop van de plaatsing, dienen voorzieningen te worden getroffen opdat veroordeelden in geval van medische urgentie overgebracht kunnen worden naar een ziekenhuis.

De directeur van de gevangenis die tijdens de duur van de plaatsing het detentiedossier van de veroordeelde beheert, wordt hiervan onverwijld in kennis gesteld. Afdeling 3. - Inspecties en toezicht

Art. 47.§ 1. De exploitant is ertoe gehouden te allen tijde in het transitiehuis inspecties toe te laten door vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Justitie, dewelke erop gericht zijn de conformiteit na te gaan met de aan de exploitant opgelegde voorwaarden en verplichtingen.

Het kan hierbij gaan om aangekondigde zowel als onaangekondigde inspecties. § 2. Gedurende de inspecties dient de exploitant de vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Justitie toegang te verlenen tot alle locaties binnen het domein van het transitiehuis en hen te voorzien van alle informatie die noodzakelijk wordt geacht voor het uitvoeren van de inspectie.

De exploitant mag deze inspecties bijwonen zonder deze op enige wijze te hinderen of te bemoeilijken.

De vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Justitie kunnen in vertrouwen en buiten de aanwezigheid van de exploitant een onderhoud hebben met de veroordeelde. Afdeling 4. -Overige verplichtingen van de exploitant

Art. 48.§ 1. De exploitant is ertoe gehouden ervoor te zorgen dat de uitvoering van alle activiteiten in en rond het transitiehuis steeds plaatsvindt in overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving en relevante vergunningen. § 2. De exploitant staat waar nodig in voor het aanvragen, verkrijgen en verlengen van alle vergunningen vereist voor de exploitatie van het transitiehuis. § 3. De exploitant sluit de nodige verzekeringen af met het oog op eventuele schade en aansprakelijkheid voortvloeiend uit de exploitatie van het transitiehuis.

Hiertoe wordt minstens doch niet uitsluitend een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten.

Art. 49.In het kader van de verwerking van de persoonsgegevens voorziet de exploitant in een strikt en adequaat gebruikers- en toegangsbeheer dat toelaat gebruikers te identificeren, te authentificeren en hun relevante kenmerken of hoedanigheden, mandaten en toegangsmachtigingen te controleren en beheren. Afdeling 5. - Evaluatie van de exploitant

Art. 50.De exploitant dient gedurende de exploitatie te blijven voldoen aan alle voorwaarden en verwachtingen in verband met de exploitatie, inzonderheid aan de in afdeling 1 opgenomen kernopdrachten.

Indien de exploitant in dit verband ernstige tekortkomingen vertoont, is de Federale Overheidsdienst Justitie er steeds toe gerechtigd de erkenning van het transitiehuis en haar exploitant op te heffen. HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding

Art. 51.Treden in werking op 1 september 2019: 1° artikel 9/1, 9/2 en 9/3 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) type wet prom. 17/05/2006 pub. 16/06/2009 numac 2009000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoerings-modaliteiten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten;2° dit besluit.

Art. 52.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juli 2019.

FILIP Van Koningswege : De Vice-eerste minister en minister van Justitie, belast met de Regie der Gebouwen, K. GEENS

^