gepubliceerd op 01 september 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2004 betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel
21 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Deze tekst beoogt de rol van de Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel te actualiseren.
Naast de aanbevelingen van het actieplan 2012-2014 heeft dit voorstel rekening gehouden met de conclusies van de werkgroep van de Senaat en met het wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel met het oog op een vertegenwoordiging van de opvangcentra voor slachtoffers van mensenhandel in de Interdepartementale Coördinatiecel voor de strijd tegen mensensmokkel en mensenhandel (C. Désir).
De Interdepartementale Cel en haar Bureau kregen een nieuwe dynamiek door het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel. Dat platform werd tien jaar geleden in zijn nieuwe configuratie ingevoerd.
Sindsdien heeft de Interdepartementale Cel bijgedragen aan de goedkeuring en de follow-up van de uitvoering van nationale actieplannen ter bestrijding van de mensenhandel. In het kader van haar opdrachten heeft zij onder andere de omzendbrief inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel of nog het koninklijk besluit inzake de erkenning van de gespecialiseerde opvangcentra uitgewerkt. Zij heeft eveneens verschillende bewustmakingstools ontwikkeld zoals de flyer voor de aanvragers van een werkvisum of de brochure bestemd voor de ziekenhuizen. Haar Bureau was eveneens de drijvende kracht achter de organisatie van de European Anti-Trafficking Day 2010, enz.
De Interdepartementale Cel moet vanzelfsprekend evolueren naargelang van de institutionele werkelijkheid en de gedane vaststellingen in het kader van de bestrijding van de mensenhandel. Om die reden stelt dit besluit meerdere wijzigingen voor met betrekking tot de samenstelling van de Cel en haar Bureau.
Op grond van het voorstel van het Bureau van de Cel en het onderzoek van het wetsvoorstel van mevrouw Désir betreft het inzonderheid de formele toevoeging van de centra die gespecialiseerd zijn in de opvang van slachtoffers van mensenhandel en bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel aan de Interdepartementale Cel.
Het is een feit dat de gespecialiseerde opvangcentra een bepalende rol spelen in de implementatie van de maatregelen ter bescherming van de slachtoffers van mensenhandel.
Hoewel zij reeds jaarlijks betrokken waren bij bepaalde vergaderingen van het Bureau van de Cel, zijn zij geen leden van het mechanisme. Hun formele toevoeging zal dan ook de in België gevolgde multidisciplinaire benadering versterken.
Er kan echter een belangenconflict bestaan, inzonderheid op het vlak van de bespreking van dossiers met betrekking tot de rol en de organisatie van de opvangcentra.
Om die reden is de vertegenwoordiger van de opvangcentra - net als de andere leden van de Cel - stemgerechtigd, behalve inzake de aangelegenheden waarvoor op een belangenconflict kan worden gewezen.
Dit wordt bepaald op het tijdstip waarop de agenda van de vergaderingen van de Cel wordt vastgelegd.
De nieuwe tekst voorziet in de vertegenwoordiging van de opvangcentra via 1 vertegenwoordiger. Uiteraard is het wenselijk dat deze vertegenwoordiging georganiseerd wordt op basis van een beurtrol tussen de opvangcentra en dat zij voor elke vergadering betreffende de agenda overleg plegen.
Teneinde de aandacht voor het financiële aspect van deze vorm van criminaliteit te beklemtonen, bleek het bovendien relevant om in een vertegenwoordiging van de Cel voor Financiële Informatieverwerking te voorzien.
Hoewel de gewestelijke sociale inspectiediensten thans niet bevoegd zijn om vaststellingen inzake mensenhandel te doen, neemt dat niet weg dat zij de rol van tussenpersoon moeten spelen. Doorgaans kunnen de gewesten eveneens betrokken worden bij het beleid ter bestrijding van mensenhandel. Om die reden wordt een vertegenwoordiging van de gewestelijke regeringen voorgesteld.
Daarenboven zijn de Gemeenschappen bevoegd voor de vorming en de hulp aan personen, dat de jeugdbijstand, de opvang en de integratie van personen omvat. Daarom wordt ook voorgesteld dat zij ook vertegenwoordigd worden in de Cel.
Tot slot werd besloten om een vertegenwoordiging van het College van Procureurs-generaal toe te voegen aan het Bureau van de Interdepartementale Cel. Het College zal als waarnemer aanwezig zijn.
Hoewel er regelmatige contacten bestaan tussen het voorzitterschap van het expertisenetwerk van de in mensenhandel gespecialiseerde magistraten en het voorzitterschap van het Bureau van de Interdepartementale Cel, zal de vertegenwoordiging van het College van Procureurs-generaal in het Bureau de rechtstreekse interactie tussen alle partners vergemakkelijken.
Een tweede aspect dat in deze tekst behandeld wordt betreft aangelegenheid van de Nationale Rapporteur en/of een equivalent mechanisme van soortgelijke strekking (NREM). De richtlijn van de Raad van de Europese Unie van 5 april 2011 behandelt deze aangelegenheid in artikel 19.
De consideransen van de richtlijn bepalen het volgende : "De lidstaten moeten, op de wijze die volgens hen het best beantwoordt aan hun interne organisatie, bijvoorbeeld door een nationaal rapporteur aan te stellen of een mechanisme van soortgelijke strekking in te stellen, voorzien in een nationaal controlesysteem met een minimale structuur voor het vervullen van een aantal omschreven taken, dat ten doel heeft tendensen op het gebied van mensenhandel te monitoren, statistieken te verzamelen, de resultaten van maatregelen ter bestrijding van mensenhandel te meten, en regelmatig te rapporteren. Dergelijke nationale rapporteurs of mechanismen van soortgelijke strekking zijn reeds vertegenwoordigd in een informeel EU-netwerk dat met de Raadsconclusies inzake de oprichting van een informeel EU-netwerk van nationale rapporteurs of gelijkwaardige mechanismen ter bestrijding van mensenhandel van 4 juni 2009 is ingesteld. Een coördinator voor de bestrijding van mensenhandel neemt deel aan de werkzaamheden van dit netwerk dat de Unie en de lidstaten voorziet van objectieve, betrouwbare, vergelijkbare en actuele strategische gegevens inzake mensenhandel en waarin ervaringen en beste praktijken voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel op het niveau van de Unie worden uitgewisseld. Het Europees Parlement moet kunnen deelnemen aan de gezamenlijke activiteiten van de nationale rapporteurs of de mechanismen van soortgelijke strekking." In België organiseren de bestaande teksten reeds verschillende mechanismen die tegemoetkomen aan de vereisten van de richtlijn.
Enerzijds het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel, dat de opvolger is van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, een autonome openbare dienst die zijn opdrachten wettelijk gezien in alle onafhankelijkheid moet uitvoeren en die sinds 1996 jaarlijks een onafhankelijk evaluatieverslag publiceert over de evoluties en de resultaten van de bestrijding van de mensenhandel in België. Die opdracht is thans omschreven in het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten en is een van de belangrijkste monitoringtools.
De Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel beschikt eveneens over een wettelijke opdracht tot kritische evaluatie en aanbevelingen krachtens artikel 8 van hetzelfde besluit en voert die opdracht hoofdzakelijk uit in het kader van de uitwerking van een nationaal actieplan of specifieke evaluaties (cfr. Evaluatie inzake de multidisciplinaire omzendbrief)..
Bovendien moet ook de regering krachtens de wet van 13 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/1995 pub. 02/07/2009 numac 2009000438 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (artikel 12) verslag uitbrengen over de toepassing van de wet inzake mensenhandel in België (tweejaarlijks verslag). Dat verslag wordt opgesteld door de FOD Justitie.
Er moet bovendien rekening worden gehouden met het bestaan van de informele groep van Nationale Rapporteurs of equivalente mechanismen van soortgelijke strekking op Europees niveau. Binnen die groep moet zowel in een vertegenwoordiging van de gouvernementele coördinatie als in een vertegenwoordiging van het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel worden voorzien. Voor zover het gaat om het uitwisselen van ervaringen en informatie over het fenomeen en het gevoerde beleid blijft het executief politiek verantwoordelijk voor het verslag van de getroffen maatregelen en de door België ingenomen standpunten in die informele groep. Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel beschikt over een uitgebreide expertise inzake de aspecten die verband houden met het zijn verslag of met de dossiers waarin het zich burgerlijke partij heeft gesteld.
Hoewel de vereisten van de richtlijn reeds als voldaan kunnen worden beschouwd, kan het relevant zijn om dat kader dichter bij de verwachtingen te laten aansluiten. Rekening houdend met voorgaande opmerkingen organiseert deze tekst de Nationale Rapporteur of het equivalent mechanisme van soortgelijke strekking in de vorm van een mechanisme bestaande uit : 1° De Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel als coördinatieorgaan en rapporteur van de Staat krachtens zijn wettelijke opdracht ter uitvoering van artikel 12 van de wet van 13 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/1995 pub. 02/07/2009 numac 2009000438 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel en krachtens Hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten. Binnen de Interdepartementale Cel is de FOD Justitie, die het voorzitterschap van het Bureau van de Cel waarneemt, verantwoordelijk voor de opmaak van het tweejaarlijkse verslag van de regering. 2° Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel als onafhankelijke rapporteur krachtens zijn wettelijke opdracht overeenkomstig artikel 3 van de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014000166 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding met het oog op de omvorming ervan tot een federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel sluiten tot aanpassing van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding met het oog op de omvorming ervan tot een federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel en krachtens Hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten; De hoofdtaak van de Interdepartementale Cel blijft echter natuurlijk het coördineren, het voorstellen en het invoeren van een beleid, zulks echter onverminderd de aan het IAMM toevertrouwde opdrachten, of de publicatie van het verslag van de regering en interne evaluaties.
Artikelsgewijze bespreking
Artikel 1.Om tegemoet te komen aan wijzigingen, zowel in de benaming van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, als het statuut van de Dienst Strafrechtelijk Beleid van de FOD Justitie, dienen deze begrippen geactualiseerd te worden.
Artikelen 2 en 3. Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel heeft als dusdanig geen beleidscoördinerende rol aangezien het een onafhankelijke instelling is. Die rol komt toe aan de Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel. Om die reden wordt het woord "coördinatie" geschrapt in de artikelen 1 en 3 van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten.
Artikel 4.Het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten vermeldde de "Federale Overheidsdienst Justitie" als zijnde verantwoordelijk voor het voorzitterschap van de Interdepartementale Cel. In werkelijkheid is het echter de Minister van Justitie die verantwoordelijk is voor die coördinatie op politiek vlak. Het voorzitterschap van de Cel wordt in de praktijk systematisch waargenomen door de Minister van Justitie, bijgestaan door de FOD Justitie die het voorzitterschap van het Bureau waarneemt. Teneinde hierover klaarheid te scheppen, worden de woorden "FOD Justitie" dus vervangen door de woorden "Minister van Justitie".
Artikel 5.Wijzigt deels de samenstelling van de Interdepartementale Cel.
De bevoegdheid krachtens de wet van 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt steeds vaker toevertrouwd aan een Staatssecretaris en ressorteert niet langer specifiek onder de Minister van Binnenlandse Zaken. Om die reden wordt het belangrijk geacht om te voorzien in een specifieke vertegenwoordiger ongeacht de Minister die krachtens de wet van 1980 bevoegd is.
Een vertegenwoordiging van de Minister die bevoegd is voor gelijke kansen lijkt eveneens relevant ten aanzien van het sociale beleid dat een rem kan vormen op de uitbuiting van mensen.
Economische uitbuiting vormt bovendien een belangrijk onderdeel van de mensenhandel. De bevoegdheden met betrekking tot Werkgelegenheid worden thans gedeeltelijk geregionaliseerd. Hoewel de gewestelijke inspecties thans niet over een eigen bevoegdheid inzake mensenhandel beschikken, is het belangrijk dat hun actie in voorkomend geval kan worden gecoördineerd met die van de diensten die over die bevoegdheid beschikken. De gewesten spelen eveneens een belangrijke rol bij het beheer van de aangelegenheden die verband kunnen houden met de bestrijding van de mensenhandel. Om die redenen worden de gewestelijke regeringen in de Interdepartementale Cel geïntegreerd.
Daarenboven zijn de Gemeenschappen bevoegd voor de vorming en de hulp aan personen, dat de jeugdbijstand, de opvang en de integratie van personen omvat. Daarom wordt ook voorgesteld dat zij ook vertegenwoordigd worden in de Cel.
Teneinde over een betere expertise inzake de financiële aspecten van de mensenhandel te beschikken, wordt voorgesteld om de CFI (Cel voor Financiële Informatieverwerking) in de Cel te integreren.
Een van de voornaamste aangebrachte wijzigingen bestaat tot slot in de integratie van de centra die gespecialiseerd zijn in de opvang van slachtoffers van mensenhandel. Zij waren tot nu toe nog niet formeel geïntegreerd in de Interdepartementale Cel. Er wordt dus voorgesteld om die situatie te veranderen.
Er wordt bovendien verduidelijkt dat de opvangcentra niet stemgerechtigd zijn inzake de aangelegenheden waarvoor een belangenconflict kan ontstaan, zoals hun financiering of erkenning. Er bestaan reeds vergelijkbare bepalingen, bijvoorbeeld in het Wetboek van Vennootschappen.
Krachtens het bestaande artikel 7 kunnen ook andere actoren steeds uitgenodigd worden indien een bepaalde expertise dit wenselijk maakt (bijvoorbeeld het IGVM bij genderkwesties).
Artikel 6.Het Bureau vormt tevens het aanspreekpunt voor de behandeling van de officiële multidisciplinaire informatieaanvragen met betrekking tot de mensenhandel en het gevoerde beleid.
Artikel 7.Wijzigt de samenstelling van het Bureau. Het College van Procureurs-generaal wordt geïntegreerd als waarnemer.
Artikel 8.Voegt een artikel 11bis toe aan het koninklijk besluit van 2004. Dat artikel 11bis voorziet (minimaal) tweemaal per jaar vergadering met de centra die gespecialiseerd zijn in de opvang van slachtoffers van mensenhandel.
Artikel 9.Voegt een artikel 11ter toe aan het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten. Dat artikel 11ter bevestigt een handelwijze van het Bureau, te weten het gegeven dat het Bureau alle nuttige personen uitnodigt op zijn besprekingen.
Artikelen 10 en 11. Geven nadere uitleg bij de Nationale Rapporteur of een equivalent mechanisme van soortgelijke strekking. Hoewel reeds aan de vereisten van de Europese richtlijn ter zake was voldaan door bestaande bepalingen in verschillende teksten, lijkt het relevant om het geheel te formaliseren.
De Nationale Rapporteur of het equivalent mechanisme van soortgelijke strekking is dus op een onafhankelijke en gouvernementele basis georganiseerd. Enerzijds vervult het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel een functie als onafhankelijk rapporteur en anderzijds vervult de Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel een functie als rapporteur van de Staat. Binnen de Cel is de FOD Justitie, die het voorzitterschap van het Bureau uitoefent, verantwoordelijk voor het tweejaarlijks verslag van de regering.
De rol van de Nationale Rapporteur of equivalent mechanisme is drieledig : het vaststellen van tendensen, beleidsevaluatie en gegevensverzameling. Tijdens de specifieke EU vergaderingen voor deze organen, zal de vertegenwoordiger van de FOD Justitie de regering vertegenwoordigen indien het over beleid gaat, en zal het federaal Centrum voor de Migratiestromen discussies voor zich nemen waarvoor het een specifieke expertise heeft. Bij onenigheid zal ieder zich in eigen naam uitdrukken. De vertegenwoordiger van de FOD Justitie voor de regering, en de vertegenwoordiger van het Centrum voor de onafhankelijke instelling.
De voorzitter van het Bureau van de Interdepartementale Cel is het contactpunt van het gouvernementele gedeelte van dit mechanisme. Hij is dus verantwoordelijk voor officiële antwoorden ten aanzien van de aanvragen met betrekking tot het regeringsbeleid inzake mensenhandel.
Hiervoor wordt, indien noodzakelijk, in overleg getreden met de betrokken departementen.
De voorzitter van het Bureau wordt aangewezen binnen de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden.
Gegeven te Brussel op 21 juli 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister, Minister van Binnenlandse Zaken en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Mevr. M. DE BLOCK
Advies 55.853/2 van 23 april 2014, van de raad van state, afdeling Wetgeving, over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het besluit van 16 mei 2004 betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel" Op 25 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het besluit van 16 mei 2004 betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 23 april 2014. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Martine BAGUET en Luc DETROUX, staatsraden, Yves DE CORDT en Christian BEHRENDT, assessoren, en Anne Catherine VAN GEERSDAELE, griffier.
Het verslag is opgesteld door Xavier DELGRANGE, eerste auditeur afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 23 april 2014.
In advies 35.118/2, op 28 april 2003 gegeven over een ontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten `betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel', heeft de afdeling Wetgeving het volgende opgemerkt : "1. De artikelen 1 tot 11 van het ontwerpbesluit hebben betrekking op de interne organisatie van het bestuur en vertonen bijgevolg niet het reglementaire karakter vereist in artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Daarom brengt de afdeling Wetgeving van de Raad van State geen advies uit over die artikelen (1)".
De Raad van State zal dus geen advies uitbrengen over de artikelen 1 tot 7 van het voorliggende ontwerp dat die bepalingen beoogt te wijzigen.
Dezelfde opmerking geldt voor de artikelen 8 tot 11 van het ontwerp.
Het ontwerp bezit dus, in zijn geheel, geen reglementair karakter.
De griffier, Anne-Catherine VAN GEERSDAELE De voorzitter, Pierre VANDERNOOT _______ Nota (1) Voetnoot 1 van het geciteerde advies : Zie advies 24.515/2, gegeven op 30 mei 1995 over het ontwerp van besluit dat aanleiding heeft gegeven tot het koninklijk besluit van 16 juni 1995 betreffende de opdracht en bevoegdheid van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding inzake de bestrijding van de internationale mensenhandel, alsook tot uitvoering van artikel 11, § 5, van de wet van 13 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/1995 pub. 02/07/2009 numac 2009000438 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie.
21 JULI 2014. - Koninklijk besluit van 21 Juli 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 13 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/1995 pub. 02/07/2009 numac 2009000438 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel, inzonderheid op artikel 11, § 2, gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2005, en artikel 12;
Gelet op de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, inzonderheid op artikel 61/2, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 maart 2014;
Gelet op het advies 55.853/2 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2014;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, de Minister van Gelijke Kansen en de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. In de titel van hoofdstuk I, en in de artikelen 1, 2, 3, 4 en 18 van het koninklijk besluit van 16 mei 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2004 pub. 28/05/2004 numac 2004009376 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel sluiten betreffende de bestrijding van de mensensmokkel en mensenhandel worden de woorden "Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding" elke keer vervangen door de woorden "federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel". § 2. In de artikelen 18 en 19 van hetzelfde besluit worden de woorden "Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van de Federale Overheidsdienst Justitie" elke keer vervangen door de woorden "het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie belast met de coördinatie van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel".
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt het woord "coördinatie" geschrapt.
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "is belast met de coördinatie en zorgt voor" geschrapt en vervangen door de woorden "ziet toe op".
Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "De Federale Overheidsdienst Justitie neemt het voorzitterschap ervan waar" vervangen door "De Minister van Justitie of zijn vertegenwoordiger neemt het voorzitterschap ervan waar".
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : " § 1. 1° De Cel is samengesteld als volgt : - een vertegenwoordiger van de Eerste Minister; - een vertegenwoordiger van elke Vice-Eerste Minister die niet over een vertegenwoordiger in een andere hoedanigheid beschikt; - een vertegenwoordiger van de Minister van Justitie; - een vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Minister van Buitenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Minister van Werkgelegenheid; - een vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken; - een vertegenwoordiger van de Minister van Maatschappelijke Integratie; - een vertegenwoordiger van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking; - een vertegenwoordiger van de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; - een vertegenwoordiger van de Minister die bevoegd is voor gelijke kansen; - een vertegenwoordiger van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - een vertegenwoordiger van het Vlaamse Gewest; - een vertegenwoordiger van het Waalse Gewest; - een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap; - een vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschap; - een vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap; - de vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie belast met het voorzitterschap van het Bureau van de Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel; - een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie; - een vertegenwoordiger van het College van Procureurs-generaal; - een vertegenwoordiger van het Federaal Parket; - een vertegenwoordiger van de Cel voor Financiële Informatieverwerking; - een vertegenwoordiger van de centrale Cel "Mensenhandel" van de Federale Politie; - een vertegenwoordiger van de Veiligheid van de Staat; - een vertegenwoordiger van de Dienst Vreemdelingenzaken van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Dienst Inspectie van de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; - een vertegenwoordiger van de Bijzondere Belastingsinspectie van de Federale Overheidsdienst Financiën; - een vertegenwoordiger van de Dienst Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid; - een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; - een vertegenwoordiger van het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel; - een vertegenwoordiger van de erkende centra die gespecialiseerd zijn in de opvang van slachtoffers van mensenhandel; - een vertegenwoordiger van Child Focus. 2° De vertegenwoordiger van de erkende centra die gespecialiseerd zijn in de opvang van slachtoffers van mensenhandel is stemgerechtigd, behalve inzake aangelegenheden die een belangenconflict uitmaken.
Art. 6.In artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit wordt de zin "Het Bureau vormt tevens het aanspreekpunt voor de behandeling van de officiële multidisciplinaire informatieaanvragen met betrekking tot de mensenhandel en het gevoerde beleid." toegevoegd na de zin "De Cel omvat een Bureau, dat belast is met het voorleggen van voorstellen aan de Cel, de uitvoering van haar beslissingen en de coördinatie van de vergaderingen.".
Art. 7.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 11.Het Bureau is samengesteld als volgt : - een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie belast met de coördinatie van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel die het voorzitterschap ervan waarneemt; - een vertegenwoordiger van het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel die het secretariaat ervan waarneemt; - een vertegenwoordiger van de Dienst Vreemdelingenzaken van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; - een vertegenwoordiger van de centrale Cel "Mensenhandel" van de Federale Politie; - een vertegenwoordiger van de Veiligheid van de Staat; - een vertegenwoordiger van de Dienst Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid; - een vertegenwoordiger van de Dienst Inspectie van de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; - een vertegenwoordiger van het College van Procureurs-generaal als waarnemer.".
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende : "
Art. 11bis.Het Bureau organiseert tweemaal per jaar vergaderingen met de erkende centra die gespecialiseerd zijn in de opvang van slachtoffers van mensenhandel.".
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11ter ingevoegd, luidende : "
Art. 11ter.Het Bureau kan volgens de noodwendigheden de medewerking vragen van andere deskundigen en bevoegde personen of diensten en die aan de vergaderingen laten deelnemen.".
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk IV vervangen als volgt : "Hoofdstuk IV : Nationale Rapporteur of een equivalent mechanisme ".
Art. 11.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 21.De Nationale Rapporteur of een equivalent mechanisme is samengesteld uit : 1° De Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van de mensensmokkel en de mensenhandel als coördinatieorgaan en rapporteur van de Staat krachtens haar wettelijke opdracht ter uitvoering van artikel 12 van de wet van 13 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/1995 pub. 02/07/2009 numac 2009000438 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de mensensmokkel en krachtens Hoofdstuk II van dit besluit; 2° het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel als onafhankelijke rapporteur krachtens zijn wettelijke opdracht overeenkomstig artikel 3 van de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/03/2014 numac 2014000166 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding met het oog op de omvorming ervan tot een federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel sluiten tot aanpassing van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding met het oog op de omvorming ervan tot een federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel en krachtens Hoofdstuk I van dit besluit.".
Art. 12.De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken en de minister bevoegd voor Justitie, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel op 21 juli 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister, Minister van Binnenlandse Zaken en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Mevr. M. DE BLOCK