Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2001
gepubliceerd op 28 juli 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2001002095
pub.
28/07/2001
prom.
19/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/19/2001002095/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 14 juni 2001 door de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen », heeft op 28 juni 2001 het volgende advies gegeven : Onderzoek van de tekst Opschrift De Raad van State, afdeling wetgeving, ziet niet waaraan de in het opschrift van het ontworpen besluit voorkomende term « uitvoeringsdiensten van de federale overheidsdiensten » refereert.

Verder in het besluit wordt overigens nog enkel gewag gemaakt van de centrale diensten.

Aanhef 1. De rechtsgrond van het ontwerp die wordt aangehaald in het eerste lid van de aanhef, dient als volgt te worden gepreciseerd : « Gelet op..., inzonderheid op artikel 43, § 3, vierde lid; ».

Deze precisering is wenselijk, daar het aangehaalde artikel 43 van de gecoördineerde (en niet « gecoördinneerde ») wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken nog andere delegaties aan de Koning bevat, welke ten aanzien van het om advies voorgelegde ontwerp niet relevant zijn. 2. De bepalingen aangehaald in het tweede en derde lid van de aanhef van het ontwerp strekken dit laatste niet tot rechtsgrond, worden erdoor niet gewijzigd en zijn niet noodzakelijk voor een goed begrip ervan.De tweede en derde aanhefverwijzing dienen derhalve te worden geschrapt. 3. De aanhef van het ontwerp dient geen gewag te maken van de norm die de naleving van een pleegvorm oplegt, maar wel van de gegevens waaruit de naleving van de pleegvorm blijkt. Het vierde lid van de aanhef (dat het tweede lid wordt) dient gelet op dit voorschrift te worden herwerkt. 4. Men redigere de Franse tekst van het vijfde lid (dat het derde lid wordt) als volgt : « Vu l'avis de la Commissions permanente de contrôle linguistique, donné le 11 juin 2001;». 5. Aan de aanhef dient een lid te worden toegevoegd waarin wordt gerefereerd aan het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 27 maart 2001.Dat vormvereiste wordt immers voorgeschreven door artikel 14, 1°, a), van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole. 6. Gelet op de meest recente wetgevingstechnische voorschriften, redigere men het zesde en het zevende lid van de aanhef (die het vijfde en het zesde lid worden) als volgt : « Gelet op het besluit van de Ministerraad, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand; Gelet op het advies 31.830/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; ».

Artikel 1 1. Aangezien de personeelsleden van de cellen beleidsvoorbereiding, algemene beleidscoördinatie en algemeen beleid als bedoeld in het ontworpen koninklijk besluit betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en van de cellen en secretariaten van de leden van de federale Regering, en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van het kabinet van een lid van een regering of van een college van een gemeenschap of een gewest (1), deel zullen uitmaken van een centrale dienst en ambtenaren zijn, zijn ook zij onderworpen aan artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.Zij dienen derhalve met het oog op het vaststellen van taalkaders te worden ingedeeld in een trap van de hiërarchie.

Het ontwerp zal op dit punt dienen te worden aangepast. 2. Men schrappe in de inleidende zin de woorden « horizontale en verticale », nu die woorden geen geëigende, juridische betekenis hebben.3. Men schrijve « eerste trap », « tweede trap », enzovoort in plaats van « 1e trap », « 2e trap », enzovoort. In de Nederlandse tekst van de omschrijving van de eerste en tweede trap dient het woord « aangeduid », conform de Franse tekst, te worden vervangen door het woord « bepaald » (2), terwijl in de Franse tekst van die omschrijving telkens « fonctions » moet worden geschreven in plaats van « fonction ».

Artikel 2 Gesteld dat er besluiten of reglementen bestaan waarin wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 14 september 1994 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van bepaalde centrale diensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen, mag de referentie aan dat besluit in ieder geval niet zonder meer worden vervangen door een referentie aan het besluit dat thans in ontwerpvorm voorligt. Het besluit van 14 september 1994 heeft immers nog gelding ten aanzien van de ministeries die nog niet zijn afgeschaft.

Artikel 2 dient derhalve te worden herbekeken, waarbij er tevens zal op moeten worden gelet dat het koninklijk besluit van 14 september 1994 in de Nederlandse tekst met zijn correct opschrift wordt vermeld.

Artikel 3 Aangezien besluiten houdende de indeling van de rangen volgens de trappen van de hiërarchie maar echt uitwerking krijgen op het tijdstip dat de nieuwe taalkaders van kracht worden, nu zij precies met het oog op het vaststellen van die taalkaders worden bepaald, lijkt er geen reden te bestaan om af te wijken van de gangbare termijn van inwerkingtreding.

Artikel 3 wordt dan ook beter uit het ontwerp weggelaten.

De kamer was samengesteld uit : De heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;

J. Baert, J. Smets, staatsraden;

G. Schrans, A. Spruyt, assessoren van de afdeling wetgeving;

A. Beckers, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse teks twerd nagezien onder toezicht van de heer J. Smets.

Het verslag werd uitgebracht door de heer B. Weekers, adjunct-auditeur. De nota van het coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer J. Drijkoningen, referendaris.

De griffier, De voorzitter, A. Beckers. M. Van Damme. _______ Nota's (1) Over dat ontwerp heeft de Raad van State, afdeling wetgeving, op 31 mei 2001 het advies 31.707/1 uitgebracht. (2) In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 2 mei 2001 betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten wordt immers gewag gemaakt van « de bepaling van het organogram ». 19 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43, § 3, vierde lid gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 juli 1993 en bij de wetten van 10 april 1995 en 19 oktober 1998;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 maart 2001;

Gelet op de opmerkingen van de vakbonden, gegeven op 11 april 2001, voor wat betreft het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt en gegeven op 13 april 2001, voor wat betreft de Algemene Centrale van Openbare Diensten, overeenkomstig artikel 54, tweede lid van voormelde wetten;

Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, gegeven op 11 juni 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies nr. 31.830/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, op de personeelsleden van de centrale diensten van de horizontale en verticale federale overheidsdiensten, bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, worden de verschillende graden die een trap van de hiërarchie vormen, vastgesteld als volgt : Eerste trap : de betrekking van de voorzitter van het Directiecomité en de betrekkingen overeenstemmend met een managementfunctie -1 en -2, zoals bepaald door Ons overeenkomstig artikel 2, § 2 van het het koninklijk besluit van 2 mei 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten;

Tweede trap : de betrekkingen overeenstemmend met een managementfunctie -3 en een staffunctie, zoals bepaald overeenkomstig artikel 2, § 2 van het het koninklijk besluit van 2 mei 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten, evenals de graden die behoren tot de rangen 17, 16, 15 en 13;

Derde trap : de betrekkingen van de leden van een cel beleidsvoorbereiding, met inbegrip van het hoofd, zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest, voorzover de leden van de cel beleidsvoorbereiding niet reeds aan een taalkader onderworpen zijn, en de graden die behoren tot rang 10, evenals de graden die behoren tot het niveau 2+;

Vierde trap : de graden die behoren tot niveau 2;

Vijfde trap : de graden die behoren tot de niveaus 3 en 4.

Art. 2.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^