Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 januari 2023
gepubliceerd op 03 februari 2023

Koninklijk besluit tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2023030398
pub.
03/02/2023
prom.
19/01/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, artikel 13, 1e alinea, gewijzigd bij de wetten van 15 april 1965 en 27 mei 1997 en artikel 14, gewijzigd bij de wet van 13 juli 1981, bij het koninklijk besluit van 9 januari 1992 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001;

Gelet op de wet van 15 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1965 pub. 12/12/2011 numac 2011000765 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toepassing van de sociale- zekerheidswetgeving voor werknemers op sommige categorieën van personen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981 en 27 mei 1997 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, artikel 4, §§ 1 en 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023117 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is sluiten tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is;

Overwegende de verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles);

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 24 mei 2022;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 6 juli 2022;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juli 2022;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 11 juli 2022, met toepassing van artikel 5, eerste lid van richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies 15-2022 van het Wetenschappelijk Comité, ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 23 september 2022;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 25 november 2022 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° inrichting, operator, exploitant: de inrichting, de operator, de exploitant in de zin van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° aantal tewerkgestelde personen op jaarbasis: het aantal in de inrichting tewerkgestelde personen in de zin van het koninklijk besluit van 10 november 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2005 pub. 21/11/2005 numac 2005022820 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen type koninklijk besluit prom. 10/11/2005 pub. 21/11/2005 numac 2005022821 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;3° aantal tewerkgestelde personen op eender welk moment: het aantal bezoldigde personen van de operator en de bezoldigde personen die ter beschikking zijn gesteld door een uitzendkantoor of een dienstverlener, die in een vestigingseenheid worden ingezet voor het uitvoeren van de activiteiten;4° geraffineerde producten: de producten die vallen onder sectie XVI van bijlage 3 van de verordening (EG) nr.853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

Art. 2.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen en onverminderd andere reglementaire bepalingen die de aanwezigheid van met het officieel toezicht belaste personen vereisen bij bepaalde activiteiten in de inrichtingen, bepaalt bijlage I, deel A de jaarlijkse inspectiefrequentie en de minimale en maximale inspectieduur in de vermelde inrichtingen, rekening houdend met hun activiteiten, in het raam van het controleprogramma van het Agentschap. § 2. In afwijking op paragraaf 1, worden voor inrichtingen die werken met een gemiddeld aantal van maximaal vier tewerkgestelde personen op jaarbasis en met maximaal zes tewerkgestelde personen op eender welk moment, het aantal inspecties die ieder jaar worden verricht in het kader van het controleprogramma en de duur ervan vermeld in deel B van bijlage I, rekening houdende met de activiteiten van deze inrichtingen.

In een inrichting waar meerdere operatoren onder dezelfde erkenning, dezelfde toelating of dezelfde registratie van een exploitant werken, is het aantal tewerkgestelde personen dat in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van het aantal inspecties, de som van het aantal personen die op jaarbasis en op eender welk moment door deze verschillende operatoren worden tewerkgesteld. § 3. Indien het Agentschap vaststelt dat de voorwaarden om te kunnen genieten van de afwijking beschreven in paragraaf 2 van het onderhavige artikel niet worden nageleefd, wordt het aantal inspecties in het kader van het controleprogramma en de duur ervan vermeld in deel A van bijlage I, pro rata van het resterend aantal maanden van het lopende jaar. § 4. In uitzondering op paragrafen 1 en 2 is bijlage I, deel B, van toepassing voor school- of opleidingsinstellingen die erkend zijn door de Gemeenschappen en waar de activiteiten die zijn opgenomen in bijlage I uitsluitend in het kader van onderwijs worden uitgeoefend.

Art. 3.§ 1. De inspecties bedoeld in artikel 2 worden ingedeeld in twee types: 1° De globale inspecties, die, in functie van de activiteiten van de inrichting, een controle inhouden over alle reglementaire bepalingen die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren;2° De opvolgingsinspecties, die steekproefsgewijs bepaalde aspecten van deze regelgeving inhouden. § 2. Jaarlijks wordt één globale inspectie uitgevoerd per activiteit uitgeoefend in de inrichting. De overige inspecties, zoals bepaald door het totale aantal inspecties, zijn opvolgingsinspecties.

Art. 4.§ 1. De weging van de criteria en de indeling van de inrichtingen in de categorieën in functie van de aldus bekomen resultaten gebeurt overeenkomstig bijlage II. § 2. De volgende criteria worden in rekening gebracht, voor het geheel van de activiteiten van de inrichting die onder dit besluit vallen, om te bepalen in welke van de in de bijlage II, punt 3, bepaalde categorie van inrichtingen de individuele inrichtingen worden ondergebracht: 1° de aanwezigheid of afwezigheid van een gevalideerd of gecertificeerd autocontrolesysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen;2° de opgelopen maatregelen gedurende de twee jaren voorafgaand aan de bepaling van het aantal inspecties. Met maatregelen worden bedoeld: a) een waarschuwing als bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;b) een proces-verbaal van overtreding zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 4 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;c) een schorsing of intrekking van de erkenning, de toelating of de registratie, in de zin van hoofdstuk II, sectie 5, van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. § 3. Het reële aantal inspecties in een gegeven inrichting, naargelang het bekomen resultaat van de weging van de criteria voor de betrokken inrichting uitkomt in de categorie 1, 2 of 3, als bedoeld in de bijlage II, punt 3, is opgenomen in bijlage I, deel A. Inrichtingen in categorie 1 worden gecontroleerd volgens de verlaagde frequentie, inrichtingen in categorie 2 worden gecontroleerd volgens de basisfrequentie en inrichtingen in categorie 3 worden gecontroleerd volgens de verhoogde frequentie.

Voor de inrichtingen die op 1 januari in categorie 1 uitkomen, is de eerstvolgende globale inspectie niet onderworpen aan retributies. § 4. De inspectiefrequenties worden per kalenderjaar bepaald. Zij zijn gebaseerd op de situatie van het bedrijf voor de vorige periode van 1 jaar die eindigt op 31 augustus voor wat betreft het criterium dat voorzien is in § 2, 2° van het onderhavige artikel.

Deze frequentie wordt aan de inrichtingen meegedeeld in de loop van de maand december voorafgaand aan de periode waarin ze van toepassing zal zijn of bij de eerste inspectie van het jaar waarin ze van toepassing zal zijn. § 5. Voor inrichtingen waarvan de toestand betreffende het criterium van § 2, 1°, van het onderhavige artikel, is gewijzigd, wordt het totale aantal inspecties bepaald in de eerste maand volgend op de validatie of intrekking van de validatie van het autocontrolesysteem.

De berekening gebeurt pro rata van het resterend aantal maanden van het lopend jaar, de begonnen maand niet meegerekend. Indien van toepassing, wordt het resultaat naar boven afgerond als het eerste cijfer achter de komma gelijk is aan of groter is dan 5, en anders naar beneden, waarbij het totale aantal inspecties niet lager dan één in dit besluit bedoelde inspectie per jaar mag zijn. Het bekomen aantal wordt dan verdeeld in één globale inspectie en een eventueel resterend aantal opvolgingsinspecties. Indien er echter in het lopende jaar reeds een globale inspectie is uitgevoerd, wordt, bij herberekening van het totale aantal inspecties, één globale inspectie vervangen door een opvolgingsinspectie. Het bekomen aantal wordt aan de inrichting meegedeeld bij de eerstvolgende inspectie. § 6. Voor inrichtingen waarvan een erkenning, een toelating of een registratie is geschorst of ingetrokken en die binnen het jaar een nieuwe definitieve erkenning, een nieuwe toelating of een nieuwe registratie verkrijgen, wordt het totale aantal inspecties bepaald in de eerste maand die volgt op de beslissing tot verlening van de nieuwe definitieve erkenning, de nieuwe toelating of de nieuwe registratie.

De berekening gebeurt pro rata van het resterend aantal maanden van het lopend jaar, de begonnen maand niet meegerekend. Indien van toepassing, wordt het resultaat naar boven afgerond als het eerste cijfer achter de komma gelijk is aan of groter is dan 5, en anders naar beneden, waarbij het totale aantal inspecties niet lager dan één in dit besluit bedoelde inspectie per jaar mag zijn. Het bekomen aantal wordt dan verdeeld in één globale inspectie en een eventueel resterend aantal opvolgingsinspecties. Indien er echter in het lopende jaar reeds een globale inspectie is uitgevoerd, wordt, bij herberekening van het totale aantal inspecties per jaar, één globale inspectie vervangen door een opvolgingsinspectie. Het bekomen aantal wordt aan de inrichting meegedeeld bij de eerstvolgende inspectie. § 7. Voor operatoren die voor de eerste maal hun activiteiten aanvatten, wordt in het jaar van het verkrijgen van de definitieve erkenning, van de toelating of van de registratie de basisfrequentie toegepast.

De berekening van het totale aantal inspecties gebeurt pro rata van het resterend aantal maanden van het jaar waarin de definitieve erkenning, de toelating of de registratie werd verkregen, de begonnen maand niet meegerekend. Indien van toepassing, wordt het resultaat naar boven afgerond als het eerste cijfer achter de komma gelijk is aan of groter is dan 5, en anders naar beneden, waarbij het totale aantal inspecties niet minder dan één in dit besluit bedoelde inspectie per jaar mag zijn. Het bekomen aantal wordt dan verdeeld in één globale inspectie en een uiteindelijk resterend aantal opvolgingsinspecties.

Vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de definitieve erkenning, de toelating of de registratie werd verleend, wordt het aantal inspecties bepaald overeenkomstig § 2 en § 3.

Art. 5.§ 1. Voor de toepassing van de bepaling van artikel 2, 6°, van het koninklijk besluit van 10 november 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2005 pub. 21/11/2005 numac 2005022820 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen type koninklijk besluit prom. 10/11/2005 pub. 21/11/2005 numac 2005022821 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, worden de minimale en de maximale duur van de inspecties van elke activiteit bedoeld in dit besluit vastgelegd in bijlage I naargelang de aard en de omvang van deze activiteit in de inrichting. § 2. Voor inrichtingen die meerdere van de in bijlage I genoemde activiteiten uitvoeren, worden evenwel de minimale en maximale duur die aan deze inspecties zijn gekoppeld, vermenigvuldigd met een coëfficiënt. Deze coëfficiënt bedraagt 1,50 wanneer er twee activiteiten worden uitgevoerd, 1,75 wanneer er drie activiteiten worden uitgevoerd en 2 wanneer er vier of meer activiteiten worden uitgevoerd. Indien van toepassing, wordt het resultaat naar boven afgerond als het eerste cijfer achter de komma gelijk is aan of groter is dan 5, en anders naar beneden. § 3. Voor de inrichtingen die op jaarbasis werken met meer dan 100 tewerkgestelde personen wordt de maximale duur van de inspecties vermenigvuldigd met een coëfficiënt van 1,50. Indien van toepassing, wordt het resultaat naar boven afgerond als het eerste cijfer achter de komma gelijk is aan of groter is dan 5, en anders naar beneden.

Art. 6.Inspecties die worden uitgevoerd op vraag van de exploitant of ingevolge andere reglementaire verplichting of ter controle van het tijdig en passend realiseren van maatregelen die werden opgelegd ingevolge vastgestelde tekortkomingen, worden niet beschouwd als behorend tot de inspecties waarvan het aantal wordt geregeld bij dit besluit.

Art. 7.De minister kan de bijlagen van dit besluit wijzigen om rekening te houden met de evolutie van de inspectieresultaten in de bedrijven.

Art. 8.Het koninklijk besluit van van 22 december 2005 tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is, wordt opgeheven.

Art. 9.De minister bevoegd voor de veiligheid van de voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 januari 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, D. CLARINVAL

Bijlage I Deel A. de inrichtingen en hun activiteiten, de overeenstemmende jaarlijkse basisfrequentie, verlaagde frequentie en verhoogde frequentie van de inspecties en de minimum en maximum duur van de inspecties naargelang hun type

Jaarlijkse verlaagd frequentie uitgedrukt in aantal

Jaarlijkse basisfrequentie uitgedrukt in aantal

Jaarlijkse verhoogd frequentie uitgedrukt in aantal

1. uitsnijderijen

2

4

6

2.inrichtingen voor bewerking


a) inrichtingen voor de vervaardiging van gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees; 2

4

6

b) inrichtingen waar visserijproducten worden bewerkt; 2

4

6

c) zuiveringscentra en verzendingscentra voor levende tweekleppige weekdieren

2

4

6

3.inrichtingen voor verwerking


a) de vervaardiging van vleesproducten; 2

4

6

b) het verzamelen, opslaan en verwerken van grondstoffen tot gesmolten dierlijke vetten en kanen; 2

4

6

c) de behandeling van magen, darmen en blazen; 2

4

6

d) de vervaardiging van gelatine; 2

4

6

e) de vervaardiging van collageen; 2

4

6

f) de verwerking van bloed; 2

4

6

g) de vervaardiging van vleesextracten; 2

4

6

h) de verwerking van visserijproducten; 2

4

6

i) de productie van geraffineerde producten

2

4

6

4.Koel- en vrieshuizen met en zonder herverpakking

2

4

6

5. Andere inrichtingen


a) inrichtingen waar kikkerbillen of slakken worden bereid of verwerkt; 2

4

6

b) inrichtingen waar reptielenvlees wordt bewerkt of verwerkt; 2

4

6

c) inrichtingen waar insecten worden bereid of verwerkt

2

4

6


Duur van de inspectie uitgedrukt in uur

Globale inspectie

Opvolgingsinspectie

Min

Max

Min

Max

1.uitsnijderijen

2

8

1

4

2. inrichtingen voor bewerking


a) inrichtingen voor de vervaardiging van gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees; 2

8

1

4

b) inrichtingen waar visserijproducten worden bewerkt; 2

8

1

4

c) zuiveringscentra en verzendingscentra voor levende tweekleppige weekdieren

2

8

1

4

3.inrichtingen voor verwerking


a) de vervaardiging van vleesproducten; 2

8

1

4

b) het verzamelen, opslaan en verwerken van grondstoffen tot gesmolten dierlijke vetten en kanen; 2

8

1

4

c) de behandeling van magen, darmen en blazen; 2

8

1

4

d) de vervaardiging van gelatine; 2

12

1

4

e) de vervaardiging van collageen; 2

12

1

4

f) de verwerking van bloed; 2

12

1

4

g) de vervaardiging van vleesextracten; 2

8

1

4

h) de verwerking van visserijproducten; 2

8

1

4

i) de productie van geraffineerde producten

2

12

1

4

4.Koel- en vrieshuizen met en zonder herverpakking

2

12

1

4

5. Andere inrichtingen


a) inrichtingen waar kikkerbillen of slakken worden bereid of verwerkt; 2

8

1

4

b) inrichtingen waar reptielenvlees wordt bewerkt of verwerkt; 2

8

1

4

c) inrichtingen waar insecten worden bereid of verwerkt

2

8

1

4


Deel B.de inrichtingen en hun activiteiten, de overeenstemmende jaarlijkse basisfrequentie, verlaagde frequentie en verhoogde frequentie van de inspecties en de minimum en maximum duur van de inspecties naargelang hun type: voor de inrichtingen die vallen onder de afwijking voorzien in artikel 2, § 2.

Jaarlijkse verlaagde frequentie uitgedrukt in aantal

Jaarlijkse basisfrequentie uitgedrukt in aantal

Jaarlijkse verhoogde frequentie uitgedrukt in aantal

1. uitsnijderijen

1

2

4

2.inrichtingen voor bewerking


a) inrichtingen voor de vervaardiging van gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees; 1

2

4

b) inrichtingen waar visserijproducten worden bewerkt; 1

2

4

c) zuiveringscentra en verzendingscentra voor levende tweekleppige weekdieren

1

2

4

3.inrichtingen voor verwerking


a) de vervaardiging van vleesproducten; 1

2

4

b) het verzamelen, opslaan en verwerken van grondstoffen tot gesmolten dierlijke vetten en kanen; 1

2

4

c) de behandeling van magen, darmen en blazen; 1

2

4

d) de vervaardiging van gelatine; 1

2

4

e) de vervaardiging van collageen; 1

2

4

f) de verwerking van bloed; 1

2

4

g) de vervaardiging van vleesextracten; 1

2

4

h) de verwerking van visserijproducten; 1

2

4

i) de productie van geraffineerde producten

1

2

4

4.Koel- en vrieshuizen met en zonder herverpakking

1

2

4

5. Andere inrichtingen


a) inrichtingen waar kikkerbillen of slakken worden bereid of verwerkt; 1

2

4

b) inrichtingen waar reptielenvlees wordt bewerkt of verwerkt; 1

2

4

c) inrichtingen waar insecten worden bereid of verwerkt

1

2

4


Duur van de inspectie uitgedrukt in uur

Globale inspectie

Opvolgingsinspectie

Min

Max

Min

Max

1.uitsnijderijen

1

4

1

2

2. inrichtingen voor bewerking


a) inrichtingen voor de vervaardiging van gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees; 1

4

1

2

b) inrichtingen waar visserijproducten worden bewerkt; 1

4

1

2

c) zuiveringscentra en verzendingscentra voor levende tweekleppige weekdieren

1

4

1

2

3.inrichtingen voor verwerking


a) de vervaardiging van vleesproducten; 1

4

1

2

b) het verzamelen, opslaan en verwerken van grondstoffen tot gesmolten dierlijke vetten en kanen; 1

4

1

2

c) de behandeling van magen, darmen en blazen; 1

4

1

2

d) de vervaardiging van gelatine; 1

6

1

2

e) de vervaardiging van collageen; 1

6

1

2

f) de verwerking van bloed; 1

6

1

2

g) de vervaardiging van vleesextracten; 1

4

1

2

h) de verwerking van visserijproducten; 1

4

1

2

i) de productie van geraffineerde producten

1

6

1

2

4.Koel- en vrieshuizen met en zonder herverpakking

1

6

1

2

5. Andere inrichtingen


a) inrichtingen waar kikkerbillen of slakken worden bereid of verwerkt; 1

4

1

2

b) inrichtingen waar reptielenvlees wordt bewerkt of verwerkt; 1

4

1

2

c) inrichtingen waar insecten worden bereid of verwerkt

1

4

1

2


Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 januari 2023 tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is. FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, D. CLARINVAL Bijlage II Weging der criteria en categorisatie der inrichtingen 1. de weging der criteria bedoeld in artikel 4 is als volgt: a) voor criterium 1° worden 30 punten toegekend indien een gecertificeerd of, naargelang het geval, een door het Agentschap gevalideerd systeem van autocontrole aanwezig is in de inrichting.In alle andere gevallen worden voor dit criterium geen punten toegekend; b) voor het criterium 2° worden 50 punten toegekend in geval geen maatregelen werden genomen.Indien maatregelen werden genomen, wordt dit basisaantal verminderd als volgt: - na één waarschuwing: vermindering met 4 punten; na twee waarschuwingen: vermindering met 8 punten; vanaf drie waarschuwingen en meer: vermindering met 20 punten, - na één proces-verbaal van overtreding: vermindering met 8 punten; na twee proces-verbalen van overtreding: vermindering met 20 punten; vanaf drie proces-verbalen van overtreding: vermindering met 50 punten, - na één schorsing of intrekking van de erkenning of de toelating: vermindering met 50 punten. 2. het individueel resultaat voor een inrichting stemt overeen met het totaal van de punten toegekend overeenkomstig punt 1;3. de inrichting wordt op grond van het individueel resultaat ingedeeld in één van volgende categorieën: a) categorie 1: ingeval het puntentotaal zich bevindt vanaf 61 tot 80;b) categorie 2: ingeval het puntentotaal zich bevindt vanaf 29 tot 60;c) categorie 3: ingeval het puntentotaal is minder dan 29. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 januari 2023 tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, D. CLARINVAL

^