Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2022
gepubliceerd op 22 december 2022

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de beloningen voor verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022034498
pub.
22/12/2022
prom.
19/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de beloningen voor verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Vanaf inkomstenjaar 2022 geldt een specifiek fiscaal stelstel voor de beloningen voor verenigingsactiviteiten als opvolger van het stelsel voor het verenigingswerk ( wet van 26 april 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2022 pub. 06/05/2022 numac 2022031910 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van het fiscaal stelsel van de beloningen voor verenigingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten tot regeling van het fiscaal stelsel van verenigingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders). De beloningen voor verenigingsactiviteiten worden onder bepaalde voorwaarden als divers inkomen belast tegen een aanslagvoet van 20 pct. na toepassing van een forfaitaire kostenaftrek van 50 pct.

Artikel 2 van dit besluit past artikel 204, KB/WIB 92 aan om vast te leggen tot welk belastbaar tijdperk de beloningen voor verenigingsactiviteiten behoren, i.c. het belastbare tijdperk waarin ze zijn betaald of toegekend. Dit sluit aan bij de regel die geldt voor bezoldigingen. Bij een overschrijding van de uurgrenzen of de inkomensgrens vermeld in artikel 37bis, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) zullen de inkomsten uit verenigingsactiviteiten immers als bezoldigingen van werknemers worden belast. De beloningen die worden verkregen voor verenigingsactiviteiten zijn namelijk beloningen die worden verkregen in het kader van een arbeidsovereenkomst.

De schuldenaars van de beloningen voor verenigingsactiviteiten moeten jaarlijks een inkomstenfiche opstellen en die bezorgen aan de verkrijger van de inkomsten en aan de fiscale administratie (artikel 90, vierde lid, WIB 92).

Dit besluit legt de inhoud van de voormelde fiche vast (nieuw artikel 53/6, § 1, KB/WIB 92). De fiches moeten, in lijn met de regels die gelden voor de andere inkomstenfiches, vóór 1 maart van het jaar na het inkomstenjaar langs elektronische weg worden bezorgd aan de fiscale administratie en langs elektronische weg of op papier worden bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten (nieuw artikel 53/6, § 2, KB/WIB 92).

Artikel 1 van dit besluit, dat betrekking heeft op de inkomstenfiche, is van toepassing op de vanaf 1 januari 2022 betaalde of toegekende beloningen. Artikel 2 van dit besluit, dat vastlegt tot welk belastbaar tijdperk de beloningen voor verenigingsactiviteiten behoren, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

ADVIES 72.356/3 VAN 16 NOVEMBER 2022 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "TOT WIJZIGING VAN HET KB/WIB 92 OP HET STUK VAN DE BELONINGEN VOOR VERENIGINGSACTIVITEITEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 90, EERSTE LID, 1° TER, VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992" Op 14 oktober 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de beloningen voor verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992'.

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 8 november 2022. De kamer was samengesteld uit Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter, Koen Muylle en Inge Vos, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lise Vandenhende, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 november 2022. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe om in een nieuw artikel 53/6 van het KB/WIB 92 de inhoud vast te leggen van de inkomstenfiche die de schuldenaars van beloningen voor verenigingsactiviteiten jaarlijks moeten opstellen en bezorgen aan de verkrijger van de inkomsten en aan de fiscale administratie overeenkomstig artikel 90, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) (artikel 1 van het ontwerp).Daarnaast wordt artikel 204 van het KB/WIB 92 aangepast om vast te leggen tot welk belastbaar tijdperk de beloningen voor verenigingsactiviteiten behoren, met name het belastbare tijdperk waarin ze zijn betaald of toegekend (artikel 2 van het ontwerp).(1) Artikel 1 van het te nemen besluit is van toepassing op de beloningen die vanaf 1 januari 2022 worden betaald of toegekend. Artikel 2 van het te nemen besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022 (artikel 3 van het ontwerp).

Rechtsgrond 3.1. Artikel 1 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 90, vierde lid, van het WIB 92.

Dat is ook het geval voor de erin vervatte regeling van de verwerking van persoonsgegevens, die een intrinsiek gevolg is van de toepassing van de voormelde wetsbepaling, teneinde de noodzakelijke gegevens te kunnen verstrekken voor de belastbaarheid van de betrokken beloningen als diverse inkomsten in de personenbelasting. Bijgevolg is geen afzonderlijke wettelijke basis vereist voor de regeling van de verwerking van de persoonsgegevens die daarmee rechtstreeks verband houdt. 3.2. Artikel 2 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 360, tweede lid, van het WIB 92.

Vormvereisten 4. Uit de bij de adviesvraag gevoegde documenten blijkt niet dat over artikel 1 van het ontwerp advies werd gevraagd van de Gegevensbeschermingsautoriteit.De gemachtigde verklaarde in dat verband het volgende: "Het advies werd niet gevraagd. De inhoud van de fiche gaat niet verder dan de inhoud die is vastgelegd door de wettelijke bepaling waarvoor de GBA een advies heeft verstrekt".

Met die zienswijze kan niet worden ingestemd. Zoals is uiteengezet in opmerking 3.1 is de regeling van de verwerking van persoonsgegevens weliswaar een intrinsiek gevolg van de toepassing van de rechtsgrondbepaling voor artikel 1 van het ontwerp, maar dat neemt niet weg dat het gaat om een nadere, meer uitgewerkte regeling die nog steeds onder de adviesverplichting valt, zodat ook de Gegevensbeschermingsautoriteit onder meer kan nagaan of de aldus geregelde gegevensverwerking beperkt is tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden die ermee worden nagestreefd. Die beoordeling kan niet worden overgelaten aan de stellers van uitvoeringsbesluiten van wetsbepalingen. Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit zal dus nog moeten worden ingewonnen.

Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst ten gevolge van het inwinnen van het voornoemde advies nog wijzigingen zou ondergaan (2), moeten de gewijzigde of toegevoegde bepalingen, ter inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd.

De griffier, De voorzitter, A. Truyens J. Van Nieuwenhove _______ Nota's (1) Met die laatste aanpassing wordt gevolg gegeven aan hetgeen is opgemerkt in adv.RvS 70.780/3 van 24 januari 2022 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 1 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2022 pub. 01/03/2022 numac 2022030590 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bepaling van het nettobedrag van de beroepsinkomsten sluiten "tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de inkomsten uit de deeleconomie en uit het verenigingswerk" (zie opmerkingen 4 en 5 van dat advies). (2) Namelijk andere wijzigingen dan diegene waarvan in dit advies melding wordt gemaakt of wijzigingen die ertoe strekken tegemoet te komen aan hetgeen in dit advies wordt opgemerkt. 19 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de beloningen voor verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992: - artikel 90, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 5 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/2022 pub. 19/07/2022 numac 2022032713 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten; - artikel 360, tweede lid;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 oktober 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting d.d. 13 oktober 2022;

Gelet op advies 72.356/3 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk I van het KB/WIB 92 wordt een afdeling XVIII/2 ingevoegd die het artikel 53/6 bevat, luidende: "Afdeling XVIII/2 - Jaarlijks door de schuldenaars van de beloningen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op te maken document (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 90, vierde lid).

Art. 53/6.§ 1. Bij het einde van elk jaar stelt de schuldenaar van de in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde beloningen voor iedere verkrijger een fiche op waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld, en waarin de volgende gegevens worden vermeld: 1° de identiteit van de verkrijger van de beloningen en zijn fiscaal nummer;2° de sector waarin de verkrijger van de beloningen prestaties heeft geleverd;3° het aantal door de verkrijger van de beloningen gepresteerde uren, per kwartaal;4° het bruto bedrag van de beloningen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° ter, van het hiervoor vermelde Wetboek die in het betrokken jaar zijn betaald of toegekend, desgevallend opgesplitst in het bruto bedrag van de beloningen voor prestaties geleverd in het jaar zelf en het bruto bedrag van de beloningen voor prestaties geleverd in vorige jaren;5° desgevallend, het bedrag van de terugbetaalde kosten eigen aan de werkgever. De verkrijger van de inkomsten wordt geïdentificeerd aan de hand van: a) zijn fiscaal nummer, zijnde het rijksregisternummer van de verkrijger of, voor niet-inwoners die geen rijksregisternummer hebben, het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid;b) wanneer de verkrijger niet over een fiscaal nummer beschikt, zijn geboortedatum, voornaam en naam en volledige adres. Voor de in het eerste lid, 2°, bedoelde vermelding van de sector, wordt een omschrijving gebruikt die is opgenomen in een lijst die door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld. § 2. De in paragraaf 1 vermelde fiches worden vóór 1 maart van het jaar na het inkomstenjaar langs elektronische weg ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstenbelasting en langs elektronische weg of op papier bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.".

Art. 2.In artikel 204, 4°, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2022 pub. 01/03/2022 numac 2022030590 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bepaling van het nettobedrag van de beroepsinkomsten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder b) worden de woorden "1° bis en 2° tot 7° " vervangen door de woorden "1° bis tot 7° ";2° de bepaling onder b/1) wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 1 is van toepassing op de beloningen die vanaf 1 januari 2022 worden betaald of toegekend.

Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 4.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^