Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2005
gepubliceerd op 21 december 2005

Koninklijk besluit betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2005014215
pub.
21/12/2005
prom.
19/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/19/2005014215/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, vervangt het koninklijk besluit van 3 mei 2004 betreffende de overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones inzake verkeersveiligheid.

Het verkeersveiligheidsfonds moet de politiezones en de federale politie in staat stellen te genieten van een financiële steun voor de acties die ze ondernemen op het vlak van de verkeersveiligheid. Er werd met de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid en het koninklijk besluit van 3 mei 2004 een systeem van overeenkomsten gecreëerd tussen de federale overheid en de politiezones, zodat de gegeven steun past in een gestructureerde werkwijze en volgens precieze doelstellingen.

De wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid voorziet in de toevoeging van de federale politie als begunstigde van het verkeersveiligheidsfonds en de integratie van de verkeersveiligheidsovereenkomsten in de actieplannen inzake verkeersveiligheid van de politiezones.

De wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid en het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit voorzien in de volgende wijzigingen ten aanzien van het koninklijk besluit van 3 mei 2004 : De term « verkeersveiligheidsovereenkomst » wordt vervangen door « actieplan inzake verkeersveiligheid ».

Het verkeersveiligheidfonds bestaat uit de ontvangsten van de penale geldboeten inzake verkeer, van de minnelijke schikkingen en van de onmiddellijke inningen, verminderd met : - het bedrag van deze ontvangsten in 2002. Voor 2002 worden deze ontvangsten forfaitair vastgesteld op 183.442.060,68 euro. Dit forfaitair bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig artikel 5, § 1,1°, tweede lid van de wet; - het bedrag gereserveerd voor de administratieve opvolging en controle van de actieplannen inzake verkeersveiligheid; - het bedrag gereserveerd voor de controlediensten inzake verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdiensten Financiën en Mobiliteit en Vervoer in het kader van gemeenschappelijke aankopen; - het bedrag gereserveerd voor de uitvoering van de alternatieve maatregelen of alternatieve straffen die met name betrekking hebben op de verbetering van de verkeersveiligheid.

Het bedrag voor de administratieve opvolging en controle van de actieplannen inzake verkeersveiligheid bedraagt 300.000 euro, waarvan 150.000 euro wordt toegekend aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en 150.000 euro aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

Het bedrag gereserveerd voor de uitvoering van alternatieve maatregelen of alternatieve straffen wordt toegekend aan de Federale Overheidsdienst Justitie.

Zoals in de wet voorzien, stelt de Minister van Justitie jaarlijks een verslag op aan de Minister van Mobiliteit betreffende de uitvoering van de projecten inzake verkeersveiligheid die gefinancierd worden via dit bedrag.

De federale politie is begunstigde van het verkeersveiligheidsfonds.

Zij moet hiervoor aan dezelfde voorwaarden voldoen als de lokale politiezones. Het aan de federale politie toegekende bedrag mag niet meer bedragen dan 5 % van het totaal te verdelen bedrag van het verkeersveiligheidsfonds.

Er wordt in een specifieke goedkeuringsprocedure voorzien voor de actieplannen van de lokale politiezones en het actieplan van de federale politie.

De verdeelsleutel op basis waarvan het verkeersveiligheidsfonds wordt verdeeld blijft identiek aan de verdeelsleutel zoals die was vastgelegd in het koninklijk besluit van 3 mei 2004. De federale politie wordt hierbij als een 197e politiezone behandeld.

De gemeenschappelijke aankopen waarvan sprake in de wet mogen niet meer dan 10.000.000 euro per jaar bedragen, tenzij de ministerraad hier uitdrukkelijk van afwijkt.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

19 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2004 betreffende de overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones inzake verkeersveiligheid;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën gegeven op 9, 22 en 23 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 24 maart 2005;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op advies nr. 39.547/4 van de Raad van State, gegeven op 15 december 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door de omstandigheid dat het saldo en de verdeling van het verkeersveiligheidsfonds voor het jaar 2005 overeenkomstig de huidige wet en het huidige koninklijk besluit zeer dringend aan de begunstigden moet worden bekend gemaakt, dat de berekening van dit saldo en de verdeling voor het jaar 2005 evenwel gewijzigd wordt door de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid en het hier voorliggende ontwerp, dat de lokale politiezones nog in 2005 hun actieplannen volgens het hier voorliggend ontwerp moeten kunnen opmaken, dat deze actieplannen nog in 2005 door de Federale Overheidsdiensten Mobiliteit en Vervoer en Binnenlandse Zaken moeten kunnen worden gecontroleerd en door de Minister van Mobiliteit en de Minister van Binnenlandse Zaken al dan niet moeten worden goedgekeurd, dat de begunstigden nog in 2005 na de goedkeuring van hun actieplannen hun saldo moeten ontvangen;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Mobiliteit en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Wanneer in dit besluit naar de wet wordt verwezen dan wordt hiermee de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid bedoeld.

Art. 2.De in artikel 2 van de wet bedoelde ontvangsten zijn voor het jaar 2002 forfaitair vastgelegd op 183.442.060,68 euro.

Art. 3.Het in artikel 3 van de wet bedoelde actieplan inzake verkeersveiligheid moet betrekking hebben op minstens één van de volgende thema's : - de naleving van snelheidsbeperkingen; - de preventie of bestrijding van het rijden in staat van alcoholopname of van dronkenschap; - de preventie of bestrijding van het rijden onder invloed van andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden; - de naleving van de regels betreffende het dragen van de veiligheidsgordel en het gebruik van andere beschermingsmiddelen; - de naleving van specifieke regels voor het wegvervoer; - de bestrijding van hinderlijk en gevaarlijk parkeren of van agressief gedrag in het verkeer.

Art. 4.Het bedrag dat jaarlijks aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt toegekend voor de administratieve opvolging en controle van de actieplannen bedraagt 150.000 euro.

Het bedrag dat jaarlijks aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt toegekend voor de administratieve opvolging en controle van de actieplannen bedraagt 150.000 euro.

De in dit artikel bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen dat op 31 december 2004 werd bereikt. De bedragen worden op 1 januari van elk jaar aangepast aan het op 31 december van het voorgaande jaar bereikte indexcijfer van de consumptieprijzen.

Art. 5.De in artikel 5, § 3 van de wet bedoelde gemeenschappelijke aankopen mogen niet meer bedragen dan 10.000.000 euro per jaar, tenzij de ministerraad hier uitdrukkelijk van afwijkt.

Art. 6.§ 1. De maximumbedragen waarop de lokale politiezones en de federale politie aanspraak kunnen maken, worden bepaald door toepassing van de volgende verdeelsleutel op het bedrag van het toegewezen deel bedoeld in artikel 5, § 1 van de wet : 1° 54 % wordt verdeeld op basis van een categorisering van de lokale politiezones en de federale politie in 5 groepen naargelang van het organiek politiekader;2° 37 % wordt verdeeld onder de lokale politiezones en de federale politie op basis van het verschil tussen het maximum jaartotaal van het aantal doden en zwaar gewonden dat werd opgetekend in de jaren 1998, 1999 en 2000 op de wegen die respectievelijk onder het toezicht van de lokale politiezone dan wel de federale politie staan, en het jaartotaal van het aantal doden en zwaar gewonden dat werd opgetekend op deze wegen in het jaar t-2 (waarbij t het jaar is waarin het actieplan wordt goedgekeurd). Indien het verschil negatief is, dan wordt het bedrag dat aan de lokale politiezone of de federale politie wordt toegekend, berekend op basis van 50 % van het bedrag dat in het jaar t-1 op basis van dit criterium werd toegekend, en wordt dat bedrag in het jaar t+1 in mindering gebracht van de totale som bekomen in het jaar t+1. Indien in het jaar t+1, het verschil opnieuw negatief is, dan wordt het bedrag dat aan de lokale politiezone of de federale politie wordt toegekend gelijkgesteld aan 0. In 2004 is het bedrag gelijk aan 0.

Het resterende bedrag, namelijk 37 % van het saldo verminderd met het totaal van de onder het vorige streepje toegekende sommen en vermeerderd met het bedrag op die manier verschuldigd op basis van jaar t-1, wordt verdeeld onder de lokale politiezones waarvan het verschil positief is en de federale politie voorzover het verschil ook voor de federale politie positief is.

Indien het verschil positief is wordt het percentage van het bedrag dat aan elke lokale politiezone en aan de federale politie wordt toegekend, berekend op basis van dat verschil gedeeld door de som van de verschillen van de lokale politiezones en van de federale politie waarvoor het jaartotaal van het aantal doden en zwaar gewonden in t-2 kleiner is dan het aantal doden en het maximum jaartotaal van het aantal doden en zwaar gewonden dat werd opgetekend op de wegen die tot de bevoegdheid van de desbetreffende politiezone of de federale politie behoren in de jaren 1998, 1999 en 2000, x 100.

Het resultaat geeft aan welk percentage van het bedrag aan elke lokale politiezone en aan de federale politie wordt toegekend; 3° 9 % wordt verdeeld onder de lokale politiezones en de federale politie naar gelang van het aantal kilometer wegen waarvoor zij elk wat hen betreft bevoegd zijn, op basis van het verband tussen het aantal kilometer wegen waarvoor zij elk wat hen betreft bevoegd zijn x 100, gedeeld door het aantal kilometer wegen op het hele grondgebied. Het resultaat geeft aan welk percentage van het bedrag aan elke lokale politiezone en aan de federale politie wordt toegekend.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 3 mei 2004 betreffende de overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones inzake verkeersveiligheid wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Art. 9.Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^