gepubliceerd op 26 april 2021
Koninklijk besluit tot vaststelling en uitkering van het bedrag van een eenmalige aanmoedigingspremie ter compensatie voor de extra inspanningen tijdens de 2de golf van de COVID-19 pandemie voor de zelfstandige zorgverleners in de thuisverpleging of voor de loontrekkenden in de medisch huizen
19 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot vaststelling en uitkering van het bedrag van een eenmalige aanmoedigingspremie ter compensatie voor de extra inspanningen tijdens de 2de golf van de COVID-19 pandemie voor de zelfstandige zorgverleners in de thuisverpleging of voor de loontrekkenden in de medisch huizen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel een eenmalige aanmoedigingspremie toe te kennen aan enerzijds de zelfstandige zorgverleners die vallen onder de toepassing van de nomenclatuur thuisverpleging en revalidatie en anderzijds aan de loontrekkenden in een medisch huis, en dit ter compensatie voor de extra inspanningen die ze hebben geleverd tijdens de 2de golf van de COVID-19 pandemie.
In het licht van het advies nr. 68.851 van 15 februari 2021 van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige toelichting gegeven.
De premie zal worden berekend op basis van het aantal contactdagen.
Dit aantal dagen wordt berekend door het aantal patiënten te vermenigvuldigen met het aantal dagen in de periode van 1 september tot 30 november 2020 dat er minstens één contact is geweest met deze patiënten door de betrokken zorgverlener. In het geval een zorgverlener op 1 dag meerdere verstrekkingen heeft gedaan bij 1 patiënt, geldt dat als 1 contactdag. In het geval een zorgverlener op 1 dag verstrekkingen heeft gedaan bij bijvoorbeeld 10 patiënten, geldt dat als 10 contactdagen.
Het Nationaal Intermutualistisch College zal dit aantal contactdagen berekenen en meedelen aan het Riziv. Deze berekening wordt afgesloten op de situatie zoals die bij de verzekeringsinstellingen is gekend op 31 januari 2021.
De lijst van verpleegkundigen waarvoor een aantal contactdagen is meegedeeld wordt in verband gebracht met de lijst van verpleegkundigen die als loontrekkend gekend zijn bij de diensten voor thuisverpleging en waarvoor de informatie door de Fondsen Sociale Maribel aan het Riziv wordt meegedeeld. Voor het voltijdsequivalent dat ze loontrekkend zijn kunnen ze geen aanmoedigingspremie meer krijgen aangezien ze daarvoor deze premie reeds hebben ontvangen.
Rekening houdende met de informatie omtrent het voltijdsequivalent als loontrekkende, maakt het Riziv een lijst op van de voltijds equivalenten als zelfstandige. Daarbij komt een voltijdsequivalent overeen met 739 contactdagen. Binnen deze lijst wordt een selectie gemaakt van de zorgverleners die ten laatste op de 20ste dag na publicatie hun rekeningnummer hebben meegedeeld aan het Riziv en deze selectie wordt overgemaakt aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen met de vraag om daarin aan te duiden welk de zorgverleners zijn met een statuut als zelfstandige. Aan deze zelfstandige zorgverleners zal de premie betaald worden, rekening houdend met het principe dat de volledige premie van 985 euro wordt betaald voor een activiteitsniveau van minstens 739 contactdagen.
De Raad van State stelt dat het begrip "contactdagen" ongeschikt is en zou moeten vervangen worden door een adequater begrip dat compatibel is met de kalender. Om daarop in te gaan werd in het ontwerp van besluit het woord "contactdag" vervangen door "patiëntencontact".
De Raad van State was in zijn advies van mening dat op een grondigere en meer gedocumenteerde wijze wordt aangetoond dat, t.a.v. andere beoefenaars van gezondheidszorgberoepen dan degenen die zijn beschreven in het ontwerp van besluit, het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie in acht wordt genomen.
In overleg met de betrokken sociale partners is ervoor gekozen om deze aanmoedigingspremie enkel uit te keren voor het loontrekkend personeel in de ziekenhuizen en in de twee medisch pediatrische centra, aan de loontrekkenden in de diensten voor thuisverpleging, aan de zelfstandige thuisverpleegkundigen en naar analogie ook voor de loontrekkenden in de wijkgezondheidscentra. Het gaat hier vooral om zorgverleners die voortdurend in contact kwamen met zowel personen met een risico op COVID19 als met besmette personen.
De storting van het budget voor de toekenning van de premie voor het personeel in de ziekenhuizen werd geregeld in artikel 74undecies van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 03/11/2020 numac 2020043414 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie van uittreksels sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.
De storting van het budget voor de toekenning van de premie voor de diensten thuisverpleging werd geregeld in het koninklijk besluit van 30 september 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten0 tot vaststelling en toekenning van een subsidie aan de Sectorale Fondsen Sociale Maribel voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten voor de uitvoering van artikel 4, § 2, van de wet van 9 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/12/2019 pub. 24/12/2019 numac 2019206087 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Zorgpersoneelfonds sluiten tot oprichting van een Zorgpersoneelsfonds. De toekenning van deze premie is gebeurd in uitvoering van een collectieve arbeidsovereenkomst of een protocol van akkoord dat daarvoor is afgesloten.
De storting van de premie aan de twee medisch pediatrische centra is in voorbereiding en zal verlopen via een overeenkomst die het Verzekeringscomité sluit met de betrokken centra.
De storting van deze premie neemt niet weg dat andere categorieën van zorgverleners die voortdurend in nauw contact staat met mogelijks besmette personen daarvoor geen tegemoetkoming zouden gekregen hebben.
Zo werd het bedrag voor het beheer van het globaal medisch dossier door huisartsen in 2020 verhoogd met 20 euro of werd tussengekomen in de kost voor beschermingsmateriaal.
Wat betreft het exclusieve gebruik van de website van het Riziv om een rekeningnummer op te geven en zo het recht op de premie te openen gaat het hier om beroepsbeoefenaars ten aanzien van wie de wetgever redelijkerwijze mag vermoeden dat zij een elektronisch adres voor beroepsdoeleinden bezitten, alsook het gepaste informaticamateriaal om dit nummer mee te delen. In referentie aan de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van 8 mei 2019, nr. 61/2019, B.10.2 kan geconcludeerd worden dat een dergelijk voorschrift ten aanzien van de betrokken doelgroep zorgverleners geen schending uitmaakt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, d.w.z. de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie.
Wat het advies betreft om de procedurevoorschriften inzake de indiening van betwistingen niet te delegeren naar het niveau van de website van het Riziv, kan erop worden gewezen dat dit een gebruikelijk methodiek is die door de Raad van State, afdeling wetgeving, oordelende met volheid van bevoegdheid op basis van art. 84, § 1, eerste lid, 2°, veelvuldig werd aanvaard (zie o.a. advies 61.248/2 inzake het koninklijk besluit van 30 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/06/2017 pub. 11/08/2017 numac 2017040448 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de huisartsen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers. sluiten tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de huisartsen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers, advies 63.174/2 inzake het koninklijk besluit van 11 juni 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/06/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012771 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de vergoeding voor de stagemeesters in de geneeskunde van kandidaat-specialisten sluiten tot vaststelling van het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de vergoeding voor de stagemeesters in de geneeskunde van kandidaat-specialisten en advies 66.618 inzake het koninklijk besluit van 9 december 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/12/2019 pub. 24/12/2019 numac 2019031042 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de tandheelkundigen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers in 2019 sluiten tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de tandheelkundigen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers in 2019), zodat het uit oogpunt van uniformiteit en rechtszekerheid aanbeveling verdient hiervan niet af te wijken ingevolge het beperktere voorliggende advies, afgegeven bij hoogdringendheid op basis van art. 84, § 1, eerste lid, 3°.
Wat de verwijzing naar het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit betreft, werd dit gegeven op 25 februari 2021 - nr. 18/2021.
Het ontwerp van besluit werd aangepast aan het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit en houdt rekening met de volgende adviezen die zijn geformuleerd : - Toevoeging van de bewaartermijnen van de gegevens die worden gebruikt voor de bepaling van de premie; - Enkel de gegevens van de personen die binnen de 20 dagen na publicatie van het besluit hun rekeningnummer hebben meegedeeld aan het Riziv kunnen verwerkt worden om na te gaan of ze in aanmerking komen voor de premie; - De verwerkingsverantwoordelijken worden aangeduid.
Gelet op de hoogdringendheid en om een evenwicht te vinden tussen de belangen die voorliggen kon geen nieuwe consultatie worden aangevraagd.
Tenslotte voorziet het ontwerp van besluit de storting van een bedrag aan de Fondsen Sociale Maribel opdat deze Fondsen aan de werkgevers van de wijkgezondheidscentra de nodige middelen kunnen storten opdat deze aan het loontrekkend personeel en onder de voorwaarden bedoeld in het besluit, de eenmalige aanmoedigingspremie kunnen storten.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, Fr. VANDENBROUCKE De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL
ADVIES 68.851/2 VAN 15 FEBRUARI 2021 VAN HET RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT VASTSTELLING EN UITKERING VAN HET BEDRAG VAN EEN EENMALIGE AANMOEDIGINGSPREMIE TER COMPENSATIE VOOR DE EXTRA INSPANNINGEN TIJDENS DE 2DE GOLF VAN DE COVID 19 PANDEMIE VOOR DE ZELFSTANDIGE ZORGVERLENERS IN DE THUISVERPLEGING OF VOOR DE LOONTREKKENDEN IN DE MEDISCH HUIZEN' Op 10 februari 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling en uitkering van het bedrag van een eenmalige aanmoedigingspremie ter compensatie voor de extra inspanningen tijdens de 2de golf van de COVID 19 pandemie voor de zelfstandige zorgverleners in de thuisverpleging of voor de loontrekkenden in de medisch[e] huizen'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 15 februari 2021. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, Kamervoorzitter, Patrick RONVAUX en Christine HOREVOETS, staatsraden, Christian BEHRENDT en Marianne DONY, assessoren, en Esther CONTI, toegevoegd griffier.
Het verslag is uitgebracht door Xavier DELGRANGE, eerste auditeur afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 15 februari 2021.
Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.
In casu luidt de motivering in de brief met de adviesaanvraag als volgt: "L'urgence est motivée par la nécessité de compenser des efforts supplémentaires consentis lors de la deuxième vague de la pandémie COVID 19, rapidement et dans l'objectif budgétaire des soins de santé de 2020 d'une part, et que, par analogie avec le paiement d'une prime d'encouragement aux travailleurs salariés des services de soins infirmiers à domicile, une prime d'encouragement doit également être versée aux dispensateurs de soins indépendants dans les soins infirmiers à domicile et que, d'autre part, un montant doit être versé aux Fonds Maribel Social lui permettant de fournir la même prime aux travailleurs salariés des maisons médicales." Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
VOORAFGAANDE VORMVEREISTEN Luidens de aanhef zal de Gegevensbeschermingsautoriteit haar advies geven over het ontwerp.
De gemachtigde van de minister geeft aan dat het advies is gevraagd op 10 februari 2021.
Ingeval dat advies de steller van het ontwerp ertoe zou nopen het ontwerp te wijzigen op andere punten dan die welke voortvloeien uit het voorliggende advies, zal het ontwerp andermaal moeten worden voorgelegd aan de afdeling Wetgeving.
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP ALGEMENE OPMERKINGEN 1. In de nota aan de inspecteur van Financiën staat: "De ministerraad van 6 november 2020 heeft beslist om een eenmalige aanmoedigingspremie van 985 euro te storten aan het personeel van de ziekenhuizen.Nadien heeft de regering beslist om deze premie ook toe te kennen aan het personeel van de diensten voor thuisverpleging en ook aan de zelfstandige zorgverleners die verstrekkingen verlenen uit artikel 8 van de nomenclatuur (thuisverpleging) en/of uit de revalidatienomenclatuur (KB 10/1/1991) en bij uitbreiding ook aan het personeel in de medisch huizen.
Wat de loontrekkende of statutaire personeelsleden in de diensten thuisverpleging betreft werd door de sociale partners op 18 november 2020 een protocol gesloten waarbij de eenmalige aanmoedigingspremie wordt toegekend aan het personeel van de diensten thuisverpleging. Dit protocol vertaald in een sociaal akkoord. De kost hiervan wordt gedekt door de middelen die vanuit de begroting van de FOD Volksgezondheid werden gestort aan de private en publieke Fondsen Sociale Maribel (KB van 30 september 2020 tot vaststelling en toekenning van een subsidie aan de Sectorale Fondsen Sociale Maribel voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten voor de uitvoering van artikel 4, § 2, van de wet van 9 december 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/12/2019 pub. 24/12/2019 numac 2019206087 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Zorgpersoneelfonds sluiten tot oprichting van een Zorgpersoneelsfonds).
Bijgevoegd ontwerp van koninklijk besluit moet het mogelijk maken dat ook de zelfstandige zorgverleners die verstrekkingen verlenen uit artikel 8 van de nomenclatuur of de zelfstandige verpleegkundigen die in het kader van de diabeteseducatie vertrekkingen verlenen uit het koninklijk besluit van 10 januari 1991 van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen en naar analogie ook de loontrekkenden in de medisch huizen deze premie kunnen ontvangen." Op het verzoek een lijst op te stellen van de genomen maatregelen en aan te tonen dat alle categorieën van het medische personeel wel zijn gedekt en dat de premie aldus gelijk of toch minstens gelijkwaardig is voor heel dat personeel, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Het gaat om een aanmoedigingspremie voor al het loontrekkend ziekenhuispersoneel, loontrekkenden in medische huizen, loontrekkenden in diensten thuisverpleging en naar analogie met de diensten thuisverpleging ook de zelfstandige thuisverpleegkundigen. De premie is voor iedereen gelijk : 985 euro bruto voor een voltijdse betrekking.
Dit ontwerp voert dit uit voor de zelfstandige thuisverpleegkundigen (en zorgkundigen) en voor de medische huizen. Voor de diensten thuisverpleging is dit geregeld via een storting aan de betrokken Fondsen sociale maribel. Voor de ziekenhuizen werd dit gefinancierd via het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen (KB van 25/4/2002). En telkens zit er achter het systeem van stortingen voor loontrekkenden een CAO. Inmiddels is er voor de medische huizen ook een CAO gesloten." Bij het ontwerp zou men een verslag aan de Koning moeten voegen waarin op grondigere en meer gedocumenteerde wijze, door een nauwkeurige verwijzing naar juridische teksten, wordt aangetoond dat het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie inderdaad in acht wordt genomen.
Voor het overige beschikt de afdeling Wetgeving niet over inlichtingen op basis waarvan ze kan beoordelen of andere beoefenaars van gezondheidszorgberoepen dan die welke hierboven worden vermeld, zich niet in gelijkaardige situaties bevinden die, overeenkomstig het beginsel van gelijkheid en non discriminatie, rechtvaardigen dat hun een financiële tegemoetkoming wordt toegekend die tot een vergelijkbaar resultaat leidt als dat wat voortvloeit uit de maatregelen die het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit in het vooruitzicht stelt. 2. Krachtens artikel 1, e), van het ontwerp van koninklijk besluit komen zelfstandige zorgverleners slechts in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming als ze een rekeningnummer hebben geregistreerd in de webtoepassing van het RIZIV.Krachtens artikel 3 van het voorliggende ontwerp moeten betwistingen worden voorgelegd overeenkomstig de nadere regels die op de website van het RIZIV zijn vermeld.
Overeenkomstig het beginsel van gelijkheid en non discriminatie dient men zich er evenwel van te vergewissen dat personen die niet over de nodige informaticamiddelen beschikken, niet om die reden zullen worden uitgesloten van het recht op de premie of van de mogelijkheid een beslissing te betwisten.
BIJZONDERE OPMERKINGEN AANHEF Aangezien het gaat om een dossier waarvoor het advies van de afdeling Wetgeving binnen een termijn van vijf werkdagen wordt gevraagd, dient in de aanhefverwijzing naar dat advies artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, te worden vermeld.
DISPOSITIEF Artikel 1 1. In de inleidende zin dienen de woorden "artikel 8 van het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten" te worden vervangen door de woorden "artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten". Ter wille van de leesbaarheid van het vervolg van het ontwerp moeten de leestekens en woorden "(hierna: `de nomenclatuur')" worden ingevoegd tussen de woorden "artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen" en de woorden "of aan de zelfstandige verpleegkundigen", en moeten de leestekens en woorden "(hierna: `de revalidatienomenclatuur in het kader van diabeteseducatie')" worden ingevoegd tussen de woorden "in die honoraria en prijzen" en het leesteken en de woorden ", wordt door het Rijksinstituut". 2. Punt c) luidt: "De maximale premie van 985 euro is verschuldigd van zodra in de periode van 1 september tot 30 november 2020 een activiteitsniveau wordt bereikt van minstens 739 contactdagen." Het begrip contactdagen wordt in punt b) als volgt gedefinieerd: "De verschuldigde premie wordt bepaald op basis van het aantal contactdagen. Het aantal contactdagen wordt berekend door het aantal patiënten te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat er minstens één contact geweest is met deze patiënten door de desbetreffende zorgverlener, en waarbij tijdens het contact ofwel een verstrekking werd aangerekend uit artikel 8 van de nomenclatuur ofwel een verstrekking uit de revalidatienomenclatuur in het kader van diabeteseducatie (794253, 794334, 794415, 794430, 794452 en 794312).
Dit aantal wordt bepaald op basis van de verstrekkingen die in de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020 zijn verricht en die uiterlijk op 31 januari 2021 werden ten laste gelegd en aanvaard bij de verzekeringsinstellingen." Op de vraag te preciseren of het gaat om dagen of om verstrekkingen en op de vraag hoe er 739 contactdagen zouden kunnen zijn tussen 1 september en 30 november 2020, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Het ontwerp van KB houdt rekening met het advies van het Verzekeringscomité en van de inspecteur van financiën omtrent de omschrijving van contactdagen." Vervolgens heeft hij verwezen naar de definitie in het ontwerp, die hierboven wordt weergegeven.
Het begrip "contactdagen" blijkt ongeschikt te zijn en zou moeten worden vervangen door een adequater begrip dat compatibel is met de kalender.
Artikel 3 Er kan niet worden aanvaard dat de voorwaarden voor het voorleggen van betwistingen aangaande de beslissingen die met toepassing van het ontworpen besluit zijn genomen, procedureel worden geregeld op de internetsite van het RIZIV, zoals bepaald in fine van het eerste lid.
Het dispositief moet worden aangevuld zodat het de voorwaarden vaststelt in verband met de betwistingen waarvan sprake is.
Artikel 4 Gelet op het feit dat, volgens de hierboven weergegeven uitleg van de gemachtigde van de minister, een collectieve arbeidsovereenkomst ("CAO") is gesloten tussen de organisaties van werkgevers en de werknemers van medische huizen, moet het derde lid worden weggelaten.
De voorzitter, Pierre VANDERNOOT De griffier, Esther CONTI
19 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot vaststelling en uitkering van het bedrag van een eenmalige aanmoedigingspremie ter compensatie voor de extra inspanningen tijdens de 2de golf van de COVID-19 pandemie voor de zelfstandige zorgverleners in de thuisverpleging of voor de loontrekkenden in de medisch huizen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 59quater, ingevoegd bij de wet van 10 december 2009;
Gelet op de advies van de Commissie voor begrotingscontrole van het RIZIV, gegeven op 20 januari 2021 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit n° 20 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 25 januari 2021 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit n° 20 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 27 januari 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting van 28 januari 2021;
Gelet op het advies nr. 18/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 25 februari 2021;
Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak dat, ter compensatie voor de extra inspanningen tijdens de 2de golf van de COVID-19 pandemie, snel en binnen de begroting van de geneeskundige verzorging van 2020, enerzijds en naar analogie met de storting van een aanmoedigingspremie aan de loontrekkenden in de diensten thuisverpleging, ook aan de zelfstandige zorgverleners in de thuisverpleging een aanmoedigingspremie moet worden gestort en dat anderzijds aan de Fondsen Sociale Maribel een bedrag moet worden gestort dat hen in staat moet stellen om in dezelfde premie te voorzien voor de loontrekkenden in de medisch huizen;
Gelet op advies 68.851/2 van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Eenmalige aanmoedigingspremie voor de zelfstandige zorgverleners in de thuisverpleging
Artikel 1.Aan de zorgverleners die op zelfstandige basis prestaties verlenen zoals voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (hierna: `de nomenclatuur') of aan de zelfstandige verpleegkundigen die verstrekkingen inzake diabeteseducatie verlenen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen (hierna: `de revalidatienomenclatuur in het kader van diabeteseducatie'), wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) een eenmalige aanmoedigingspremie gestort onder de volgende voorwaarden: a) de eenmalige aanmoedigingspremie bedraagt maximum 985 euro;b) de verschuldigde premie wordt bepaald op basis van het aantal patiëntcontacten.Het aantal patiëntcontacten wordt berekend door het aantal patiënten te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat er minstens één contact geweest is met deze patiënten door de desbetreffende zorgverlener, en waarbij tijdens het contact ofwel een verstrekking werd aangerekend uit artikel 8 van de nomenclatuur ofwel een verstrekking uit de revalidatienomenclatuur in het kader van diabeteseducatie (794253, 794334, 794415, 794430, 794452 en 794312).
Dit aantal wordt bepaald op basis van de verstrekkingen die in de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020 zijn verricht en die uiterlijk op 31 januari 2021 werden ten laste gelegd en aanvaard bij de verzekeringsinstellingen; c) Deze berekening wordt gemaakt door het Nationaal Intermutualistisch College in hoofde van de persoon die als verstrekker is aangeduid op het getuigschrift of in de elektronische facturatiegegevens en dus niet in hoofde van de persoon die dit heeft ingediend of die daarvoor de betaling heeft ontvangen.Het resultaat daarvan wordt in de loop van de maand april 2021 ter beschikking gesteld aan het Riziv; d) de maximale premie van 985 euro is verschuldigd van zodra in de periode van 1 september tot 30 november 2020 een activiteitsniveau wordt bereikt van minstens 739 patiëntcontacten.In de gevallen waarbij het niveau onder de 739 ligt wordt de premie proportioneel berekend; e) voor de zelfstandige zorgverleners die deze verstrekkingen hebben gerealiseerd onder zowel het statuut van zelfstandige als van loontrekkende, wordt de contractuele arbeidsduur als loontrekkende in de periode van 1 september tot 30 november 2020 in mindering gebracht van het voltijdsequivalent dat wordt bepaald op basis van het aantal patiëntcontacten, waarbij 739 patiëntcontacten overeenstemt met 1 voltijdsequivalent.Indien dit resultaat positief is wordt op basis daarvan de verschuldigde tegemoetkoming bepaald (proportioneel t.a.v. 985 euro voor 1 VTE). De informatie omtrent het statuut van zelfstandige wordt door het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) meegedeeld aan het Riziv in de lijst van betrokken zorgverleners dat het Riziv haar heeft voorgelegd.
Het voltijdsequivalent als loontrekkende wordt aan het Riziv meegedeeld door het Fonds Sociale Maribel van de gezondheidsinrichtingen en -diensten van het paritair comité 330 - Kamer 3 Thuisverpleging en door het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector, en dit volgens de informatie waarover ze beschikken op 31 maart 2021; f) om voor de financiële tussenkomst in aanmerking te komen dienen de betrokken zelfstandige zorgverleners te beschikken over een Riziv-nummer en dienen deze op straffe van verval uiterlijk op de 20ste dag na de dag van publicatie van dit besluit een rekeningnummer geregistreerd te hebben in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.
Art. 2.Het RIZIV stort de aanmoedigingspremie op het rekeningnummer zoals bedoeld in artikel 1, e) binnen de maand waarbinnen het beschikt over de informatie zoals bedoeld in artikel 1, b) en d).
Art. 3.De leidend ambtenaar of diens gemachtigde binnen de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV is bevoegd voor elke betwisting voortvloeiend uit de uitvoering van dit besluit. De betwistingen moeten worden ingediend via een geïnformatiseerde methode overeenkomstig de nadere regels die op de website van het RIZIV zijn vermeld.
Indien de zorgverlener de hoegrootheid van het ontvangen bedrag wenst aan te vechten, gebeurt dit op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen de 60 dagen vanaf de datum van storting van de premie. HOOFDSTUK II. - Tegemoetkoming voor een eenmalige aanmoedigingspremie voor de loontrekkenden in de medisch huizen
Art. 4.Voor de vergoeding van de eenmalige aanmoedigingspremie voor het loontrekkend personeel in de medisch huizen die zijn bedoeld in artikel 32, § 1, 2de lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een bedrag vastgesteld van 2.307.250 euro.
Van dit bedrag wordt door het RIZIV 2.300.000 euro gestort op het rekeningnummer van het Fonds Sociale Maribel van de gezondheidsinrichtingen en -diensten van het paritair comité 330 en wordt 7.250 euro gestort op het rekeningnummer van het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector.
De aanwending van dit bedrag gebeurt onder de volgende voorwaarden: a) de eenmalige aanmoedigingspremie bedraagt bruto 985 euro voor een voltijdse betrekking gedurende de referentieperiode van 1 september tot 30 november 2020.Het voltijdsequivalent wordt bepaald op basis van de bezoldigde arbeidstijdactiviteit, inclusief bezoldigde gelijkgestelde prestaties die kunnen aangevuld worden met tijdelijke werkloosheid in het kader van COVID-19 en COVID-19-quarantaine alsook betaalde gepresteerde overuren zonder de arbeidstijd van een voltijds werknemer te overschrijden; b) de eenmalige aanmoedigingspremie wordt toegekend pro rata de tewerkstellingstijd en pro rata de tewerkstellingsperiode binnen de referentieperiode;c) deze premie wordt toegekend aan alle loontrekkende personeelsdiensten van de medisch huizen die ressorteren onder de Fondsen Sociale Maribel zoals bedoeld in het tweede lid.Daartoe behoren ook de studenten als het interim-personeel; d) de bedragen zoals bedoeld in het 2de lid worden onder de voorwaarden zoals bedoeld in a) tot c) door de Fondsen verdeeld onder de betrokken werkgevers.Het niet aangewend bedrag zal door de Fondsen worden gestort aan het zorgpersoneelsfonds zoals bedoeld in de wet van 30 juni 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/06/2020 pub. 14/08/2020 numac 2020203351 bron federale overheidsdienstjustitie, federale overheidsdienst beleid en ondersteuning en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot bestendiging van het Zorgpersoneelfonds en tot toewijzing van de desbetreffende middelen voor de jaren 2019 en 2020 sluiten tot bestendiging van het zorgpersoneelsfonds; HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.De verwerkingsverantwoordelijke zoals bedoeld in de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG is het RIZIV.
Art. 6.Tenzij de archief wet van 24 juni 1955Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/1955 pub. 31/12/2010 numac 2010000717 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Archiefwet sluiten andere bewaringstermijnen voorziet, geldt hier een bewaringstermijn van de gegevens van 1 jaar.
Art. 7.De uitgaven worden door het RIZIV geboekt in de rubriek thuisverpleging van de begroting 2020.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Fr. VANDENBROUCKE De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing D. CLARINVAL