Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 april 2017
gepubliceerd op 25 april 2017

Koninklijk besluit tot vaststelling van de evaluatiecriteria van de afdelingsvoorzitters, ondervoorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, afdelingsprocureurs, afdelingsauditeurs, adjunct-procureurs des Konings van Brussel en adjunct-arbeidsauditeurs van Brussel en de weging van de criteria

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2017011554
pub.
25/04/2017
prom.
18/04/2017
ELI
eli/besluit/2017/04/18/2017011554/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de evaluatiecriteria van de afdelingsvoorzitters, ondervoorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, afdelingsprocureurs, afdelingsauditeurs, adjunct-procureurs des Konings van Brussel en adjunct-arbeidsauditeurs van Brussel en de weging van de criteria


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 259novies, § 1, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij de wet van 18 december 2006;

Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad voor de Justitie van 26 januari 2017 met betrekking tot de evaluatiecriteria en tot de weging van de evaluatiecriteria, die op 1 februari 2017 werden bezorgd aan de minister van Justitie;

Overwegende dat de mandaten als bedoeld in dit koninklijk besluit enerzijds door de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012009297 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel sluiten betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel en anderzijds door de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde, opgericht werden vanuit het oogpunt de verzelfstandiging van het beheer van de rechterlijke orde te doen groeien;

Overwegende dat aangezien ze betrekking hebben op managementfuncties, de adjunct-mandaten als bedoeld in dit koninklijk besluit zich onderscheiden van de adjunct-mandaten als bedoeld in het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging, dewelke onderworpen zijn aan evaluatiecriteria die grotendeels identiek aan deze van magistraten die geen titularis zijn van een mandaat;

Overwegende dat om in een adjunct-mandaat als bedoeld in dit koninklijk besluit te worden hernieuwd, een magistraat, naast de algemene aanwijzingsvoorwaarden, derhalve moet beantwoorden aan kerncompetenties en aan specifieke criteria die verbonden zijn aan de managementfuncties die de titularissen van die adjunct-mandaten moeten uitoefenen;

Overwegende dat voor alle adjunct-mandaten als bedoeld in dit besluit dezelfde managementcompetenties zijn vereist en dus dezelfde evaluatiecriteria van toepassing zijn;

Overwegende dat alle evaluatiecriteria even onontbeerlijk zijn voor de vervulling van de adjunct-mandaten en bijgevolg dezelfde waarde hebben;

Overwegende dat de evaluatie dan ook uitsluitend kwalitatief van aard moet zijn en enige vooruitgang mogelijk is en aangemoedigd wordt in de loop van het mandaat;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, overeenkomstig artikel 259undecies, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, de evaluatie van de titularissen van een adjunct-mandaat plaatsvindt op het einde van elke termijn waarvoor het mandaat is verleend en uiterlijk vier maanden voor het verstrijken van de termijn geschiedt;

Overwegende dat de verschillende aanwijzingen van deze nieuwe adjunct-mandaten hebben plaatsgevonden na 1 april 2014 en dat de titularissen van de mandaten bedoeld in dit besluit weldra 4 maanden verwijderd zullen zijn van het einde van hun mandaat, aangezien het einde van hun mandaat wordt bereikt in de loop van de maand augustus 2017;

Overwegende dat de evaluatiecriteria een wezenlijk element zijn bij de voorbereiding van de evaluatiegesprekken door het evaluatiecollege;

Overwegende dat die criteria zijn opgesteld op grond van een voorstel van de Hoge Raad voor de Justitie en dat die Raad zijn voorstel pas op 1 februari 2017 heeft kunnen meedelen aan de minister van Justitie;

Overwegende dat het derhalve dringend is een koninklijk besluit aan te nemen, bij gebreke waarvan deze evaluatiegesprekken niet kunnen plaatsvinden overeenkomstig dit besluit;

Gelet op advies 61.071/3 van de Raad van State, gegeven op 7 maart 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit koninklijk besluit is van toepassing op de titularissen van de volgende adjunct-mandaten : 1° afdelingsvoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel;2° ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank;3° afdelingsprocureur;4° afdelingsauditeur;5° adjunct-procureur des Konings van Brussel;6° adjunct-arbeidsauditeur van Brussel. HOOFDSTUK I. - Evaluatiecriteria

Art. 2.De titularissen van de adjunct-mandaten als bedoeld in artikel 1 worden geëvalueerd op grond van de volgende criteria, ingedeeld in drie categorieën : 1° managementcompetenties;2° omgaan met eigen functioneren;3° kerncompetenties.

Art. 3.De evaluatiecriteria zijn : § 1. Managementcompetenties : 1° Omgaan met informatie - Vernieuwen;2° Omgaan met taken - Organiseren;3° Omgaan met medewerkers - Medewerkers Ontwikkelen;4° Omgaan met relaties - Beïnvloeden. § 2. Omgaan met eigen functioneren : 1° Respect tonen;2° Zich aanpassen;3° Inzet tonen;4° Stress beheren. § 3. Kerncompetenties : 1° In team werken;2° Servicegericht handelen;3° Betrouwbaarheid tonen;4° Zichzelf ontwikkelen;5° Objectieven behalen.

Art. 4.Elk evaluatiecriterium is gelinkt aan een aantal gedragsindicatoren die de mogelijkheid bieden af te leiden of, en in welke mate, de magistraat aan het criterium beantwoordt.

Aan de volgorde van de indicatoren per evaluatiecriterium wordt geen specifieke betekenis toegekend.

Art. 5.De gedragsindicatoren zijn : § 1. Voor de managementcompetenties : 1° Omgaan met informatie - Vernieuwen : Vernieuwend denken door innovatieve en creatieve ideeën aan te brengen. Dimensies : - Vernieuwend denken : nieuwe pistes, perspectieven of combinaties ontdekken (die dus niet voor de hand liggend zijn); - Creatief denken : Ongekende, originele ideeën aanbrengen (die dus niet voortvloeien uit bestaande processen).

Gedragsindicatoren : - ontdekt nieuwe verbanden in de informatie; - vertaalt ideeën van anderen in een nieuwe zienswijze; - bedenkt nieuwe benaderingen voor bestaande situaties; - benadert een probleem vanuit een totaal nieuwe invalshoek; - brengt originele ideeën aan die niet voortvloeien uit het gekende; - bekijkt situaties vanuit een origineel perspectief. 2° Omgaan met taken - Organiseren : Proactief stellen van objectieven, nauwgezet uittekenen van actieplannen en daarbij de juiste middelen inschakelen, binnen de beschikbare tijd. Dimensies : - Doelstellingen bepalen : een strategische, tactische of operationele beleidslijn vertalen in concreet meetbare objectieven; - Proactief handelen : mogelijke toekomstige obstakels correct inschatten en in functie daarvan de juiste acties ondernemen; - Plannen : efficiënte actieplannen in logische stappen, binnen de beschikbare tijd en in functie van de prioriteiten uitwerken; daarbij de vereiste middelen (mensen, budget, logistiek) mee bepalen en juist inzetten.

Gedragsindicatoren : - definieert objectieven in functie van de te behalen resultaten; - vertaalt de beleidslijnen naar meetbare doelstellingen; - houdt rekening met onverwachte omstandigheden bij het opstellen van een planning; - onderneemt acties, rekening houdend met toekomstige obstakels; - plant activiteiten en mensen in functie van de te behalen resultaten en de prioriteiten. 3° Omgaan met medewerkers - Medewerkers ontwikkelen : Begeleiden van medewerkers in hun groei en gericht feedback geven over hun functioneren (prestaties en ontwikkeling). Dimensies : - Competenties ontwikkelen : medewerkers gericht advies geven en begeleiden in hun groei; - Feedback geven : medewerkers inzicht geven in hun sterke en zwakke kanten; zowel wat betreft hun prestaties als hun ontwikkeling.

Gedragsindicatoren : - geeft advies aan medewerkers omtrent hun ontwikkelingsmogelijkheden; - bewaakt de vooruitgang in de ontwikkeling van de medewerkers; - geeft zowel positieve als negatieve feedback op een gepaste manier; - leert medewerkers hun sterke en zwakke kanten kennen; - helpt de medewerkers hun functioneren in kaart te brengen. 4° Omgaan met relaties - Beïnvloeden : Impact hebben, onderhandelen om tot een win-win situatie te komen en een publiek overtuigen. Dimensies : - Impact hebben : een goede indruk maken op anderen, ideeën door anderen doen aanvaarden en anderen aanzetten tot actie; - Onderhandelen : een vooropgesteld doel bereiken door het hanteren van overtuigende argumenten, het aanvaarden van realistische compromissen, het realiseren van een win-win situatie; - Een publiek overtuigen : Zijn/haar publiek ertoe bewegen om de waarde van zijn/haar ideeën of voorgestelde acties te erkennen door zijn/haar communicatiestijl aan te passen, doeltreffend te reageren op opmerkingen en vragen en de aandacht vast te houden.

Gedragsindicatoren : - overtuigt anderen bij het verdedigen van zijn/haar voorstellen en ideeën; - zet anderen aan tot actie; - aanvaardt in onderhandelingen realistische compromissen voor de afdeling; - creëert een constructieve sfeer om over moeilijke dossiers te onderhandelen; - speelt tijdens voordrachten adequaat in op de reacties van het publiek; - overtuigt het publiek tijdens toespraken en presentaties. § 2. Voor het omgaan met eigen functioneren : 1° Respect tonen : Respect tonen voor anderen, hun ideeën en meningen, aanvaarden van procedures en instructies. Dimensies : - Openheid tonen : een open geest en houding aannemen ten aanzien van andere ideeën, meningen en mensen; - Procedures en instructies aanvaarden : het beleid, de afgesproken procedures en instructies aanvaarden en deze volgen.

Gedragsindicatoren : - geeft zijn ongelijk toe indien blijkt dat zijn/haar eigen idee/mening niet de beste is; - moedigt anderen aan om een open houding aan te nemen ten aanzien van mensen met andere ideeën en meningen; - creëert een werkomgeving waarbinnen openheid voor andere ideeën, meningen en mensen een centrale rol speelt; - moedigt anderen aan om de werkprocessen te respecteren; - neemt zijn/haar verantwoordelijkheid, conform de verwachtingen; - aanvaard ook moeilijke taken op vraag van zijn overste. 2° Zich aanpassen : Een flexibele houding aannemen ten aanzien van en inspelen op veranderende omstandigheden en diverse situaties. Dimensies : - Omgaan met veranderingen : een flexibele houding aannemen tegenover veranderende omstandigheden en situaties en er zich, indien nodig, aan aanpassen; - Omgaan met verscheidenheid : de diversiteit in situaties herkennen en erkennen, er een flexibele en open houding tegenover aannemen en er zich, indien nodig, aan aanpassen.

Gedragsindicatoren : - gaat soepel om met veranderingen in de afdeling; - levert kwalitatief werk ongeacht de omgevingsomstandigheden; - beargumenteert de noodzaak van een verandering; - speelt op een aangepaste manier in op de verscheidenheid van taken, situaties en omstandigheden; - moedigt anderen aan om hun gedrag aan de diversiteit van situaties aan te passen; - stelt zich flexibel op ten aanzien van uiteenlopende situaties en veranderingen. 3° Inzet tonen : Zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven, hoge kwaliteit na te streven en door te blijven doorzetten, ook bij tegenwerking. Dimensies : - Betrokkenheid tonen : zich ten volle inzetten voor het werk dat men doet en steeds het beste van zichzelf geven; - Kwaliteitsbewust en duurzaam handelen : kwaliteitsstandaarden hanteren; duurzaam handelen; - Doorzetten : het vermogen gepast en doelgericht te reageren als men geconfronteerd wordt met hindernissen.

Gedragsindicatoren : - is begaan met de vooruitgang die door de organisatie geboekt wordt; - maakt, ook in moeilijkere omstandigheden, het beste van zijn/haar job; - behoudt in zijn/haar handelen een goed evenwicht tussen kwaliteit en snelheid van uitvoeren; - bewaakt de kwaliteit van de geleverde producten/diensten; - zet door, ook wanneer hij/zij wordt geconfronteerd met tegenwerking of druk; - blijft werk van goede kwaliteit afleveren ondanks druk of eventuele obstakels. 4° Stress behandelen : Resultaatgericht reageren op stress, de eigen emoties controleren en constructief omgaan met kritiek. Dimensies : - Omgaan met stress : doelgericht reageren en kalm blijven in stresserende werksituaties; - Omgaan met emoties : de eigen emoties beheersen en erover waken dat negatieve emoties het functioneren niet aantasten; - Omgaan met kritiek : kritiek aanvaarden zonder defensief of vijandig te worden; na kritiek constructief verdergaan, zelfs als die kritiek niet terecht was, en er lessen uit trekken.

Gedragsindicatoren : - neemt snel de juiste beslissingen in crisissituaties; - behoudt een positieve attitude ten aanzien van zijn/haar taken, zelfs wanneer de druk hoog is; - toont zelfvertrouwen bij het ondernemen van nieuwe of complexe acties; - laat zich niet gemakkelijk uit het lood slaan; - aanvaardt kritiek en plaatst deze in het juiste kader; - reageert constructief, ook wanneer de kritiek naar zijn/haar mening niet terecht is. § 3. Voor de kerncompetenties : 1° In team werken : In team werken houdt in zich identificeren met het team, kennis en informatie op een transparante manier en dienst overschrijdend delen en de teamgeest bevorderen teneinde mee te werken aan het behalen van afgesproken resultaten. Gedragsindicatoren : - heeft zin voor groepswerk; - tracht conflicten te voorkomen door goede afspraken met collega's te maken; - vraagt bij twijfel of bij moeilijke dossiers de inbreng of mening van collega's; - bespreekt problemen en dossiers met collega's om zo tut een oplossing te komen; - deelt zelf de eigen mening of advies aan collega's als wordt aangevoeld dat er nood is aan ondersteuning bij het zoeken naar een geschikte reactie voor een welbepaalde zaak; - bezorgt de juiste informatie en wisselt kennis, ervaring en opinies met collega's uit zodat deze hun taken beter kunnen vervullen en de samenwerking tussen de collega's optimaal verloopt; - onderhoudt goede relaties met collega's. 2° Servicegericht handelen : Servicegericht handelen betekent geloofwaardigheid verwerven door ten dienste te staan van de rechtzoekende en de burger, hem/haar met respect te behandelen en zijn/haar vragen op een transparante, integere en objectieve wijze te behandelen. Gedragsindicatoren : - schenkt aandacht aan een goede relatie met de rechtzoekenden en met andere betrokken partners; - wint het vertrouwen van de burger/rechtzoekende door een professionele aanpak; - tracht concreet problemen op te lossen of de rechtzoekenden correct door te verwijzen; - behandelt elke rechtzoekende of dossier op objectieve wijze. 3° Betrouwbaarheid tonen : Het loyaal ondersteunen, uitdragen en uitvoeren van genomen beslissingen met behoud van een constructieve kritische geest ten overstaan van die beslissingen. Gedragsindicatoren : - toont respect; - behandelt dossiers met inachtneming van de methoden en beleidslijnen; - volgt correct de geldende regels en procedures op; - behandelt de verkregen informatie met de nodige discretie; - gedraagt zich in overeenstemming met zowel de persoonlijke als met de organisatorische waarden en verwachtingen. 4° Zichzelf ontwikkelen : Zichzelf ontwikkelen betekent open staan voor en zich flexibel aanpassen aan veranderingen en zich continu nieuwe inzichten, vaardigheden en kennis eigen maken in functie van de professionele noden en in het kader van het actief plannen van de eigen groei. Gedragsindicatoren : - is bereid te investeren in zijn verdere ontwikkeling; - volgt relevante opleidingen; - evalueert de eigen sterktes en zwaktes; - zet de nodige stappen om te komen waar hij wil komen in zijn carrière; - staat open voor veranderingen. 5° Objectieven behalen : De inzet, de wil en de ambitie tonen om resultaten te boeken door doel- en oplossingsgericht en op de meest efficiënte manier alle nodige acties en initiatieven te nemen binnen de vooropgestelde termijnen en er steeds de volle verantwoordelijkheid voor op te nemen. Gedragsindicatoren : - investeert tijd en energie om goed werk te leveren; - toont inzet, doelmatigheid en toewijding in alle dossiers; - voelt zich verantwoordelijk voor de eigen taken en resultaten; - is flexibel om de eigen taken tot een goed einde te brengen binnen het gestelde tijdsbestek; - toont een verregaande betrokkenheid bij het werk. HOOFDSTUK II. - Weging van de evaluatiecriteria.

Art. 6.Per evaluatiecriterium wordt een beoordeling "goed " of " onvoldoende " toegekend.

Die beoordeling wordt met redenen omkleed.

Indien aan de titularis van het adjunct-mandaat voor ten minste één van de criteria als bedoeld in artikel 3 de beoordeling "onvoldoende" wordt toegekend, wordt de eindbeoordeling van de evaluatie als "onvoldoende" beschouwd.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 april 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

^