gepubliceerd op 23 september 2005
Koninklijk besluit tot wijziging, met betrekking tot de vaststelling van de begroting voor geneeskundige verzorging, de opdrachten van de Commissie voor begrotingscontrole en de documenten met betrekking tot afsluiting van de rekeningen, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging, met betrekking tot de vaststelling van de begroting voor geneeskundige verzorging, de opdrachten van de Commissie voor begrotingscontrole en de documenten met betrekking tot afsluiting van de rekeningen, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd vindt zijn wettelijke grond in artikel 58, § 2, tweede lid, 1°, van de wet van 27 april 2005 betreffende de beheersing van de begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid.
Het betreft wijzigingen van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met als doel de verbetering van de opvolging van de uitgaven voor geneeskundige verzorging. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op : - de aanpassing van de regelen met betrekking tot het opmaken van de begroting geneeskundige verzorging en met betrekking tot de correctiemechanismen; - de versterking van de opdrachten en de rol van de Commissie voor Begrotingscontrole en de functie van de begrotings- en financieel adviseur; - de aanpassing van de regels met betrekking tot de gegevens en bescheiden die door de verzekeringsinstellingen aan het Instituut moeten worden overgezonden.
Om de procedure inzake de begrotingsopmaak efficiënter te doen verlopen wordt voorgesteld te sleutelen aan de procedure waarbij het Verzekeringscomité en de Algemene raad overeenkomstig de artikelen 39 en 40 van de GVU-wet een globaal begrotingsvoorstel formuleren.
Volgens artikel 2 van het ontwerp van koninklijk besluit wordt aan de Commissie voor begrotingscontrole niet gevraagd een advies te geven over de globale begrotingsdoelstelling en haar verdeling, maar wel om besparingsmaatregelen voor te stellen die moeten worden toegepast in sommige sectoren en waarmee men rekening moet houden bij de vaststelling van de globale begrotingsdoelstelling.
Er bestaat overeenstemming over het feit dat technische begrotingsramingen twee maal per jaar worden opgesteld. Op deze wijze zullen de begrotingsvoorstellen nauwer bij de actualiteit kunnen aansluiten. Bovendien dienen de technische ramingen als uitgangspunt voor het vaststellen van de begroting te gelden. Deze voorstellen noodzaken een aanpassing van artikel 38 GVU-wet.
Voor de vaststelling van de begroting moet de volgende timing worden nageleefd : - Uiterlijk op 30 juni worden de initiële technische ramingen van het RIZIV meegedeeld aan de Algemene Raad, het Verzekeringscomité, de Commissie voor begrotingscontrole en de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting. - Uiterlijk op 15 september stelt de Commissie voor begrotingscontrole de besparingsmaatregelen voor aan de Algemene Raad, het Verzekeringscomité, de overeenkomsten- of akkoordencommissies en de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting. - Vijftien dagen voor de eerste maandag van oktober worden de herziene technische ramingen van het RIZIV meegedeeld aan de Algemene Raad, het Verzekeringscomité, de Commissie voor begrotingscontrole en de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting. - Op de eerste maandag van oktober bezorgt het Verzekeringscomité een globaal voorstel aan de Algemene Raad en de Commissie voor begrotingscontrole. - Op de derde maandag van oktober geeft de Algemene Raad zijn goedkeuring aan de globale begrotingsdoelstellingen en de partiële begrotingsdoelstellingen. De Algemene Raad geeft eveneens zijn goedkeuring aan de besparingsmaatregelen, de positieve maatregelen en de globale begroting van de financiële middelen.
Er is vastgesteld dat het huidige systeem van knipperlichten niet voldoende doelmatig en al te statisch en mechanisch functioneert. Om het proces van de opvolging van de uitgaven en de evaluatie van het respect van de begrotingsdoelstellingen te verbeteren wordt voorgesteld dit systeem aan te vullen met de instelling van een permanent auditmechanisme. Dit laat toe voor elke sector een systematische rapportering te hebben van de evolutie van de uitgaven, ongeacht of deze al of niet in overschrijding is. Om deze wijzigingen mogelijk te maken is een aanpassing van de artikelen 18 en 51 GVU-wet aangewezen.
Het is noodzakelijk om de diverse gegevensstromen met betrekking tot de uitgaven voor geneeskundige verzorging die aan het instituut worden overgemaakt door de verzekeringsinstellingen te harmoniseren.
Daarenboven is het eveneens noodzakelijk om sommige gegevensstromen uit te breiden met parameters die relevant zijn voor de interpretatie van de evolutie van de uitgaven, zoals leeftijd en geslacht. Er wordt voorgesteld om de Algemene Raad te belasten om de inhoud van de boekhoudkundige documenten vast te stellen. Naast enkele beperkte wetswijzigingen (aanpassing van artikel 16, § 1, opheffing van artikel 200, § 1, tweede lid en artikel 206, § 5, GVU-wet) vergt de implementatie van bovenstaande principes een aantal aanpassingen van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 alsook het uitvaardigen van een aantal technische instructies.
Alhoewel de in dit besluit vervatte maatregelen van structurele aard zijn en gevolgen zullen hebben voor de volgende jaren, inzoverre deze maatregelen uiteraard bekrachtigd zullen worden bij wet, kan toch niet ontkend worden dat zij deels reeds in 2005 effect zullen sorteren, zoals het feit dat onmiddellijk besparingsmaatregelen kunnen voorgesteld worden (artikel 2, in fine), het feit dat na « herberekening » van de lopende begroting al maatregelen genomen kunnen worden (artikel 3) en de opmaak van de permanente audit (artikel 7).
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van uwe majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging, met betrekking tot de vaststelling van de begroting voor geneeskundige verzorging, de opdrachten van de Commissie voor begrotingscontrole en de documenten met betrekking tot afsluiting van de rekeningen, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 16, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wetten van 30 december 2001, 22 augustus 2002, 24 december 2002 en 27 april 2005, 18, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999, 24 december 1999 en 10 augustus 2001, 38, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wetten van 25 januari 1999 en 24 december 1999, 39, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, 40, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 25 april 1997, 51, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wetten van 10 december 1997, 25 januari 1999, 24 december 1999, 12 augustus 2000, 2 januari 2001, 14 januari 2002, 22 augustus 2002 en 22 december 2003, 200, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002 en 206, § 5, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;
Gelet op de wet van 27 april 2005 betreffende de beheersing van de begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, inzonderheid op artikel 58, § 2, tweede lid, 1°, 5° en 10°;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 18 juli 2005;
Gelet op het advies van de Algemene Raad, gegeven op 15 juli 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juli 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 augustus 2005;
Gelet op het advies nr. 38.909/1/V van de Raad van State, gegeven op 27 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 16, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wetten van 30 december 2001, 22 augustus 2002, 24 december 2002 en 27 april 2005, wordt aangevuld als volgt: « 14° bepaalt de inhoud van de uitgavenstaten van de verzekering voor geneeskundige verzorging die het Instituut toelaten om de rekeningen van de verzekering voor geneeskundige verzorging af te sluiten. »
Art. 2.In artikel 18 van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999, 24 december 1999 en 10 augustus 2001, worden het eerste en het tweede lid vervangen door het volgende lid: « Op basis van de verslagen van de permanente audit bedoeld in artikel 51, § 4 stelt de Commissie voor Begrotingscontrole aan het Verzekeringscomité, aan de Algemene Raad en aan de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting, uiterlijk op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar, besparingsmaatregelen voor die in sommige sectoren moeten worden toegepast, teneinde de globale begrotingsdoelstelling vast te stellen met naleving van de groeinorm en de stijging van de gezondheidsindex bedoeld in artikel 40, § 1, derde lid. Zij deelt deze besparingsmaatregelen eveneens mee aan de betrokken overeenkomsten- of akkoordencommissies. De Minister van Sociale Zaken evenals de Algemene Raad kunnen, al dan niet op voorstel van de Commissie voor begrotingscontrole, op elk ogenblik besparingsmaatregelen voorstellen die met het oog op de naleving van de partiële begrotingsdoelstellingen in sommige sectoren moeten worden toegepast. De betrokken overeenkomsten- of akkoordencommissies formuleren binnen een termijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving van de voornoemde maatregelen hun opmerkingen en maken deze, naargelang het geval, over aan de Minister van Sociale Zaken of aan de Algemene Raad. »
Art. 3.In artikel 38 van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wetten van 25 januari 1999 en 24 december 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het volgende lid wordt ingevoegd tussen het derde en het vierde lid : « De Dienst voor geneeskundige verzorging van het Instituut deelt aan het Verzekeringscomité, de Algemene Raad, de Commissie voor Begrotingscontrole en de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting uiterlijk op 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar zijn technische ramingen mee op basis van volledige jaren, en uiterlijk veertien dagen voor de eerste maandag van de maand oktober herziene technische ramingen waarbij de uitgaven van de eerste vijf maanden van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar in aanmerking worden genomen.»; 2° het huidige vijfde lid, dat het zesde lid is geworden, wordt aangevuld als volgt : « en de verslagen van de permanente audit zoals vermeld in artikel 51. »
Art. 4.In artikel 39 van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, wordt het derde lid vervangen door de volgende leden : « Het Verzekeringscomité bezorgt de Algemene Raad en de Commissie voor Begrotingscontrole uiterlijk op de eerste maandag van oktober van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar een globaal voorstel dat de groeinorm en de stijging van de gezondheidsindex bedoeld in artikel 40, § 1, derde lid naleeft.
Teneinde de partiële doelstellingen van dat globale voorstel vast te stellen, vermeldt het Verzekeringscomité voor de betrokken sectoren in verhouding tot de technische ramingen, naargelang van het geval, ofwel het te besparen bedrag, alsook de concrete overeenstemmende besparingsmaatregelen samen met de datum van inwerkingtreding ervan, ofwel bedragen die overeenstemmen met positieve maatregelen, alsook een beschrijving van die maatregelen samen met de datum van inwerkingtreding ervan.
Bij gebrek aan dergelijk voorstel op de eerste maandag van oktober is de Algemene Raad bevoegd voor de vaststelling van de partiële doelstellingen. »
Art. 5.Artikel 40, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 25 april 1997, wordt vervangen als volgt : « Gelet op het globale voorstel van het Verzekeringscomité bedoeld in artikel 39, en de voorstellen tot besparingsmaatregelen van de Commissie voor Begrotingscontrole bedoeld in artikel 18, hecht de Algemene Raad uiterlijk de derde maandag van oktober van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar zijn goedkeuring aan de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen van de overeenkomsten- of akkoordencommissies. De Algemene Raad hecht eveneens zijn goedkeuring aan de structurele besparingen (inhoud, jaarlijks bedrag en datum van inwerkingtreding) die noodzakelijk zijn voor de naleving van de groeinorm en de stijging van de gezondheidsindex bedoeld in het derde lid en stelt de globale begrotingen van de financiële middelen voor de verstrekkingen of groepen van verstrekkingen waarop dat systeem van toepassing is, voor. »
Art. 6.In artikel 40, § 2, tweede zin, van dezelfde wet worden de woorden « , bepaalt de partiële doelstellingen » ingevoegd tussen de woorden « jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging » en de woorden « en de globale begrotingen ».
Art. 7.In artikel 51 van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wetten van 10 december 1997, 25 januari 1999, 24 december 1999, 12 augustus 2000, 2 januari 2001, 14 januari 2002, 22 augustus 2002 en 22 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, tweede lid, wordt het woord « beduidend » geschrapt;2° § 2, vierde lid, 1° wordt vervangen als volgt: « 1° een beding dat, ingeval de structurele besparingsmaatregelen bedoeld in artikel 40, §1, of deze bedoeld in artikel 18 niet worden toegepast, voorziet in een automatische en onmiddellijk toepasbare vermindering van de honoraria, prijzen of andere bedragen of van de vergoedingstarieven, volgens de regels vastgesteld in de leden 5 tot 7;»; 3° in § 2, vierde lid, 2°, wordt het woord « beduidend » geschrapt;4° het vijfde lid van dezelfde § 2 wordt vervangen als volgt: « De Algemene Raad stelt in de maand die volgt op de voorziene datum van inwerkingtreding van de beoogde besparingen de niet-toepassing van die besparingen vast.De in het vierde lid, 1°, beoogde vermindering wordt vervolgens ambtshalve toegepast via een omzendbrief aan de zorgverleners en de verzekeringsinstellingen op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van inwerkingtreding van de bedoelde besparingen. »; 5° de §§ 3 en 3bis worden opgeheven;6° in het tweede lid van § 4, die § 3 wordt, worden de woorden « artikel 51, § 8 » vervangen door de woorden « artikel 51, § 7 »;7° het derde en vierde lid van § 4, die § 3 wordt, worden opgeheven;8° § 5, die § 4 wordt, wordt vervangen als volgt : « § 4.Met het oog op de invoering van een permanente audit van de uitgaven inzake geneeskundige verzorging deelt de Dienst voor geneeskundige verzorging aan elke overeenkomsten- of akkoordencommissie en aan de Commissie voor begrotingscontrole elk kwartaal de evolutie van de uitgaven en van de volumes mee.
De voornoemde Dienst bezorgt binnen 30 dagen die volgen op het einde van elk kwartaal aan het Verzekeringscomité, de Algemene Raad, de Commissie voor Begrotingscontrole, aan de betrokken overeenkomsten- of akkoordencommissies en aan de Ministers van Sociale Zaken en van Begroting een gestandaardiseerd verslag betreffende de evolutie van de uitgaven voor elke sector van de geneeskundige verzorging op basis van specifieke indicatoren, waaronder het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan. Bij dat verslag moeten de overeenkomsten- en akkoordencommissies worden betrokken en het moet worden opgemaakt volgens een door de Algemene Raad goedgekeurd schema.
In dat verslag moeten inzonderheid de stand van zaken van de nieuwe initiatieven en besparingen worden vermeld rekening houdend met het intersectorale aspect, het risico op overschrijding van de jaarlijkse partiële begrotingsdoelstelling en van de technische ramingen, een analyse van de oorzaken van die overschrijding, maar ook van evoluties van de nomenclatuurcodenummers die niet overeenstemmen met het verleden. »; 9° de §§ 6, 7 en 8 worden respectievelijk de §§ 5, 6 en 7.
Art. 8.In artikel 200, § 1, van dezelfde wet, wordt het tweede lid, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, opgeheven.
Art. 9.In artikel 206 van dezelfde wet wordt § 5, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997, opgeheven.
Art. 10.De Koning kan in de bestaande wets- en verordeningsbepalingen de nodige wijzigingen aanbrengen om ze te doen overeenstemmen met het bepaalde in dit besluit en, met het oog hierop, de verwijzingen die in deze bepalingen voorkomen vervangen om de overeenstemming te verzekeren met de nummering zoals die volgt uit dit besluit.
Art. 11.Dit besluit is voor de eerste maal van toepassing op de procedure van de vaststelling van de globale begrotingsdoelstelling 2006, met uitzondering van de artikelen 1, 8, 9 en 10, die in werking treden de dag waarop het besluit in het Belgisch staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 12.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE