gepubliceerd op 28 oktober 2011
Koninklijk besluit betreffende de 112-centra en het agentschap 112
17 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit betreffende de 112-centra en het agentschap 112
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/2011 pub. 23/05/2011 numac 2011000308 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting van de 112-centra en het agentschap 112 sluiten houdende oprichting van de 112-centra en het agentschap 112, inzonderheid op artikel 3, vijfde lid, artikelen 6, 9, 10, tweede lid, en artikel 16;
Overwegende het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 15/08/2002 numac 2002000540 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 31/10/2012 numac 2012000612 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt. - Duitse vertaling sluiten betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt;
Overwegende het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de dispatching van de operationele diensten van de Civiele Veiligheid;
Overwegende het koninklijk besluit van 26 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007022560 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de vestigingsplaats, de werking en de organisatie van het Agentschap voor de oproepen tot de hulpdiensten sluiten tot vaststelling van de vestigingsplaats, de werking en de organisatie van het Agentschap voor de oproepen tot de hulpdiensten;
Overwegende het koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel;
Gelet op de adviezen van de inspecteurs van Financiën, gegeven op 9 en 10 juli 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatsecretaris voor Begroting van 29 januari 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken gegeven op 22 december 2009;
Gelet op het Protocol nr. 168/2 van het Sectorcomité I - Algemeen bestuur van 2 december 2009;
Gelet op advies 49/778/2 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij, HOOFDSTUK 1. - De 112-centra Afdeling 1. - Algemeenheden
Artikel 1.Er is één 112-centrum per provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, tenzij andersluidende beslissing gezamenlijk genomen door de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid, na advies van het agentschap 112.
De werking en het dagelijks beheer van de 112-centra behoren toe aan de Minister van Binnenlandse Zaken, die, volgens de regels die zij samen vastleggen, de Minister van Volksgezondheid betrekt bij het beheer van de calltaking en van de dispatching van de oproepen voor de dringende medische hulp en het beheer van betrokken personeel.
Art. 2.In elk 112-centrum worden de volgende verantwoordelijken aangeduid : 1° een directeur van de calltaking;2° een directeur van de politiedispatching;3° een medisch directeur;4° een medisch adjunct-directeur;5° een directeur van de dispatching voor de civiele veiligheid. Samen vormen zij het directiecomité van het 112-centrum.
Art. 3.Het directiecomité van het 112-centrum ziet toe op de goede werking en de interne coördinatie van het 112-centrum, in het bijzonder : 1° op de naleving van de protocollen en instructies, alsook het neutrale beheer van de calltaking;2° op de functionele en technische coördinatie tussen de calltaking en de dispatching, met name opdat de calltaking tegemoet komt aan de operationele behoeften van de dispatching en van de operationele diensten die de interventies verrichten;3° op de coördinatie bij multidisciplinaire incidenten, onverminderd de inwerkingtreding van de nood- en interventieplannen;4° op de continuïteit van de operationele werking van het 112-centrum.
Art. 4.Het directiecomité brengt verslag uit over haar activiteit aan het agentschap 112 in overeenstemming met de bepalingen die in onderling overleg werden besloten door de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid.
Art. 5.Het voorzitterschap van het directiecomité wordt verzekerd in overeenstemming met het huishoudelijk reglement dat het vaststelt en dat goedgekeurd wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid.
Art. 6.De Minister die het Functioneel gezag heeft in de zin van artikel 7 van de wet van 29 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/2011 pub. 23/05/2011 numac 2011000308 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting van de 112-centra en het agentschap 112 sluiten tot oprichting van de 112-centra en het agentschap 112, hierna « wet 112 » genoemd, kan beslissen dat bepaalde monodisciplinaire oproepen met een bijzonder karakter rechtstreeks aankomen bij de desbetreffende dispatching.
Art. 7.De 112-centra houden statistieken bij over hun activiteiten van behandeling van oproepen overeenkomstig de gezamenlijk door de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid bepaalde modaliteiten. Afdeling 2. - De directies van de 112-centra
Onderafdeling 1. - De calltaking
Art. 8.De directeur van de calltaking organiseert de calltaking met inachtneming van de protocollen en instructies. Hij leidt de calltakers en waakt in het bijzonder over het neutrale beheer van de noodoproepen en over het tegemoetkomen aan de operationele noden van de hulpdiensten.
Hij wordt gezamenlijk aangeduid als ambtenaren van de FOD Binnenlandse zaken door de Minister van Binnenlandse Zaken en door de Minister van Volksgezondheid of hun afgevaardigde op basis van een functieprofiel dat werd goedgekeurd door het agentschap 112 en na een selectie waaraan het deelneemt.
Onderafdeling 2. - De politiedispatching
Art. 9.De directeur van de politiedispatching is belast met de organisatie van de dispatching van de politiediensten overeenkomstig artikel 28 van het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 15/08/2002 numac 2002000540 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 31/10/2012 numac 2012000612 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt. - Duitse vertaling sluiten betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt.
Onderafdeling 3 De dispatching van de dringende geneeskundige hulp
Art. 10.De Minister van Volksgezondheid of diens afgevaardigde duidt als professionele hulpverlener van de FOD Volksgezondheid in elk 112-centrum een medisch directeur aan.
De medisch directeur superviseert de medische kwaliteit van de dispatching van de dringende geneeskundige hulp. Daartoe kan hij de nodige bevelen en onderrichtingen geven aan de medisch adjunct-directeur.
De medisch directeur brengt verslag uit aan de provinciale commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening en aan de cel dispatching van de dringende medische hulp en de medische bewaking van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.
Om als medisch directeur te worden aangesteld, moet men geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde of drager van een bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde.
Na zijn aanstelling moet de medische directeur een activiteit uitoefenen, minstens parttime, in een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg die beschikt over een functie mobiele urgentiegroep.
De medisch directeur kan deze functie in één of meerdere 112-centra uitoefenen.
Art. 11.De Minister van Volksgezondheid of zijn afgevaardigde duidt als professionele hulpverlener van de FOD Volksgezondheid in elk 112-centrum een medisch adjunct-directeur aan.
De medisch adjunct-directeur is belast met het toezicht op de naleving van de protocollen bij de dispatching van de dringende medische hulp.
Daartoe kan hij de nodige bevelen en onderrichtingen geven aan de dispatchers.
De medisch adjunct-directeur brengt verslag uit over zijn activiteit bij de medisch directeur.
Om aangesteld te worden moet de medisch adjunct-directeur beantwoorden aan de voorwaarden vastgelegd in het koninklijk besluit van 27 maart 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/2008 pub. 25/04/2008 numac 2008024163 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot bepaling van de functie en tot vaststelling van de opdrachten en het competentieprofiel van de verpleegkundigen-regulatoren van de cel dispatching dringende geneeskundige hulpverlening en medische bewaking sluiten tot bepaling van de functie en tot vaststelling van de opdrachten en het competentieprofiel van de verpleegkundigen-regulatoren van de cel dispatching dringende geneeskundige hulpverlening en medische bewaking Na zijn aanstelling moet de medisch adjunct-directeur een activiteit uitoefenen, minstens parttime, in een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg die beschikt over een functie mobiele urgentiegroep.
Onderafdeling 4. - De dispatching van de civiele veiligheid
Art. 12.De directeur van de dispatching van de civiele veiligheid is belast met het toezicht op de naleving van de protocollen bij de dispatching voor de civiele veiligheid in overeenstemming met het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de organisatie van de dispatching van de operationele diensten van de civiele veiligheid.
Hij verzekert het operationele beheer van de dispatching. Daartoe kan hij de nodige bevelen en onderrichtingen geven aan de dispatchers.
Dit operationeel lid van een hulpverleningszone met de graad van officier wordt aangeduid door de Minister van Binnenlandse Zaken of diens afgevaardigde aan wie hij verslag uitbrengt van zijn activiteit.
Onderafdeling 5. - De organisatie van de geïntegreerde dispatching van de dringende geneeskundige hulpverlening en de civiele veiligheid
Art. 13.De dispatching van de dringende medische hulp en de dispatching van de civiele veiligheid worden in elk 112-centrum geïntegreerd in één enkele dispatching, hierna « geïntegreerde dispatching » genoemd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid of hun afgevaardigden duiden gezamenlijk de coördinator van de geïntegreerde dispatching aan onder de directeur van de dispatching civiele veiligheid, en de medisch adjunct-directeur.
De coördinator van de geïntegreerde dispatching organiseert de dispatching en verzekert hiervan de dagelijkse leiding, onverminderd de bevoegdheden van de directeurs. Afdeling 3. - Het rijkspersoneel tewerkgesteld in de 112-centra en die
de calltaking en dispatching doen
Art. 14.De calltaking wordt verzekerd door personeelsleden van de FOD Binnenlandse Zaken.
De politiedispatching wordt verzekerd door leden van de federale en lokale politie.
De geïntegreerde dispatching wordt verzekerd door de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, door gezondheidszorgverleners van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid en door gedetacheerde leden van de operationele diensten van de hulpverleningszones in de 112-centra.
De basisopleiding, de voortgezette opleiding en de evaluatie van de vaardigheden van de leden van de geïntegreerde dispatching worden gezamenlijk door de Minister van Binnenlandse Zaken en door de Minister van Volksgezondheid georganiseerd met inachtneming van de rechtspositie en in het bijzonder het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. HOOFDSTUK 2. - Het agentschap 112 Afdeling 1. - De opdrachten van het agentschap 112
Art. 15.Naast haar wettelijke opdrachten, moet het agentschap 112 : 1° erop toezien dat tegemoet wordt gekomen aan de operationele behoeften eigen aan de respectieve opdrachten van de geïntegreerde politie, van de civiele veiligheid en van de volksgezondheid voor wat betreft het beheer van de noodoproepen;2° op basis van een gezamenlijke strategie die zij bepaalt, een gelijkvormig advies geven betreffende het profiel, de kwalificatie en de opleidingen die de calltakers moeten volgen;3° elk nuttig voorstel doen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en aan de Minister van Volksgezondheid om de snelheid en de kwaliteit van de behandeling van de noodoproepen te verbeteren; 4° de opdrachten vervullen van het CAD-platform gecreëerd door artikel 58bis van het tweede beheerscontract tussen de Belgische Staat en de N.V. A.S.T.R.I.D. van 8 april 2003 en gedefinieerd in artikel 58quater van hetzelfde beheerscontract; 5° een advies geven bij de jaarlijkse opstelling van het operationele plan voor wat betreft het beheer van de noodoproepen;6° toezien op de continuïteit van de operationele werking van de calltaking;7° een advies geven over de protocollen inzake de behandeling van een noodoproep of een incident dat de interventie van meerdere disciplines vereist;8° een advies aan de ministers geven over het ontwerp van personeelsplan wat betreft de calltakers en over het ontwerp van begroting betreffende de 112-centra en het agentschap 112.
Art. 16.Het agentschap 112 kan een aanvraag tot audit of inspectie met betrekking tot de werking van de 112-centra aanhangig maken bij een van de volgende diensten : de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, de algemene inspectie van de diensten van de civiele veiligheid, de interne controledienst van de Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, alsook de gezondheidsinspecteurs en de interne controledienst van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.
De modaliteiten van deze aanhangigmaking worden bepaald in de protocollen die gesloten worden tussen het agentschap 112 en de genoemde diensten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en van de Minister van Volksgezondheid bepalen gezamenlijk de gevallen waarin deze inspectie- en auditdiensten gezamenlijk tussenkomen. Afdeling 2. - De organen van het agentschap 112
Art. 17.Het agentschap 112 bestaat uit een beheerscomité en een operationeel comité.
Onderafdeling 1. - Het beheerscomité van het agentschap 112
Art. 18.Het beheerscomité vervult de opdrachten van het agentschap 112 en is samengesteld uit de volgende leden : 1° een voorzitter die in onderlinge overeenstemming werd aangeduid door de Minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Volksgezondheid;2° een vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken;3° een vertegenwoordiger van de Minister van Volksgezondheid;4° de directeur-generaal van de civiele veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken of diens vertegenwoordiger;5° de directeur-generaal van basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.6° een vertegenwoordiger van het Commissariaat-generaal van de federale politie;7° een vertegenwoordiger van de vaste commissie van de lokale politie;8° een vertegenwoordiger van de hulpverleningszones, bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, aangeduid door de Minister van Binnenlandse zaken;9° een vertegenwoordiger van de dringende geneeskundige hulpverlening aangeduid door de Minister van Volksgezondheid.
Art. 19.Het beheerscomité vergadert minstens eenmaal per kwartaal.
De voorzitter van het beheerscomité kan hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een lid, deskundigen uitnodigen op de vergaderingen van het beheerscomité.
Het beheerscomité stelt zijn huishoudelijk reglement vast dat onder andere de wijze van betrokkenheid organiseert van de diensten die deel uitmaken van de voorbereiding van de dossiers die hem voorgelegd worden, de werkwijze van het beheerscomité om de grootst mogelijke consensus inzake voorgelegde beslissingen te bereiken, en de interne en externe communicatie van het agentschap.
Het huishoudelijk reglement is door de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid goedgekeurd.
Als er tussen de leden van het beheerscomité geen akkoord gevonden kan worden, informeert de voorzitter de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid hierover.
Onderafdeling 2. - Het operationeel beheerscomité
Art. 20.Het operationeel beheerscomité is samengesteld uit de volgende leden; 1° een vertegenwoordiger van de algemene directie civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken, aangewezen door de directeur-generaal van de Civiele veiligheid;2° een vertegenwoordiger van de hulpverleningszones bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken;3° een vertegenwoordiger van de federale politie, aangewezen door de Commissaris-generaal van de federale politie;4° een vertegenwoordiger van de lokale politie aangewezen door de vaste commissie van de lokale politie;5° een vertegenwoordiger van de directoraat generaal van basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aangewezen door directeur-generaal van basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;6° een vertegenwoordiger van de dringende geneeskundige hulpverlening, aangewezen door de Minister van Volksgezondheid. Het voorzitterschap van het operationeel comité wordt door jaarlijkse beurtrol tussen de drie disciplines verzekerd.
De voorzitter rapporteert aan het beheerscomité.
Art. 21.Het operationeel beheerscomité is belast met de volgende opdrachten; 1° de opdracht bepaald in artikel 15, 6° van dit besluit;2° elke opdracht die hem door het beheerscomité van het agentschap 112 wordt toevertrouwd. Onderafdeling 3 Het coördinatiecomité van de geïntegreerde dispatching
Art. 22.Het agentschap bevat ook een coördinatiecomité van de geïntegreerde dispatching.
Art. 23.Het coördinatiecomité van de geïntegreerde dispatching is samengesteld uit de leden bedoeld in artikel 18, 1° tot 5°, 8° en 9°.
Het coördinatiecomité van de geïntegreerde dispatching verleent een gelijkvormig advies aan de bevoegde overheid betreffende het profiel, de kwalificatie en de opleidingen die het personeel dat de geïntegreerde dispatching verzekert, moet volgen en ziet toe op de continuïteit van de operationele werking van de geïntegreerde dispatching.
Hij verleent een advies geven over het ontwerp van personeelsplan wat betreft het personeel dat de geïntegreerde dispatching verzekert. HOOFDSTUK 3. - Overgangs-, Opheffings- en eindbepalingen
Art. 24.In afwachting van de inwerkingtreding van de hulpverleningszones duidt de Minister van Binnenlandse zaken een dienstchef van de brandweer aan om de functies bedoeld in de artikelen 18, 8° en 20, 2°, te verzekeren.
Art. 25.Het koninklijk besluit van 26 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007022560 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de vestigingsplaats, de werking en de organisatie van het Agentschap voor de oproepen tot de hulpdiensten sluiten tot vaststelling van de vestigingsplaats, de werking en de organisatie van het Agentschap 112 voor de Oproepen tot de Hulpverleningsdiensten wordt opgeheven.
Art. 26.In het koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 14 oktober 1987 en 10 augustus 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het artikel 1bis, wordt het cijfer « 100 » vervangen door het cijfer « 112 ».2° in het artikel 5, § 1, worden de woorden « op magneetband » door het woord « elektronisch » vervangen.
Art. 27.Op de datum bepaald in artikel 28, 3°, worden de artikelen 2, § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 19 december 1997, 26 november 1998, 26 mei 1999, en 7 maart 2002 opgeheven.
Art. 28. 1° Artikel 3, vierde lid, en artikel 6 van de wet 112 treden in werking op dezelfde datum als dit besluit;2° De artikelen 11 en 12 van de wet 112 treden in werking op 1 januari 2012;3° Artikel 15 van de wet 112 en artikel 27 van dit besluit treden in werking op 1 november 2012;4° De artikelen 8 en 14 van dit besluit treden in werking op de door onze Minister van Binnenlandse Zaken en onze Minister van Volksgezondheid gezamenlijk vastgestelde datum, na advies van het agentschap 112, wanneer zij vaststellen dat de voorwaarden vervuld zijn opdat de 112-centra een eenvormige organisatorische structuur voor behandeling van noodoproepen vormen;5° tot de datum bepaald in 4° : a.Artikel 3, eerste lid, tweede, derde en vijfde, en artikel 4 van de wet 112 zijn van toepassing op de centra van het eenvormig oproepstelsel en op de centra voor informatie en communicatie van de geïntegreerde politie; b. De bevoegdheden die overeenkomstig artikel 3, 1° , 2° en 4° voorbehouden zijn aan het directiecomité van de 112-centra worden uitgeoefend, ieder voor wat hem aangaat, door : 1.De coördinator van de geïntegreerde dispatching, de medische adjunct-directeur en de directeur van de dispatching van de civiele veiligheid; 2. de directeur van het centrum voor informatie en communicatie van de geïntegreerde politie c.de opdrachten voorzien in artikel 7 van dit besluit worden uitgeoefend door de centra van het eenvormig oproepstelsel en door de centra voor informatie en communicatie van de geïntegreerde politie; d. De artikelen 10 tot 13 van dit besluit zijn van toepassing op de centra van het eenvormig oproepstelsel.6° de andere bepalingen van dit besluit treden in werking op dezelfde dag als dit besluit.
Art. 29.Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en van Volksgezondheid zijn ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 oktober 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX