Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 maart 2024
gepubliceerd op 28 maart 2024

Koninklijk besluit betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2024002791
pub.
28/03/2024
prom.
17/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 2024. - Koninklijk besluit betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot oprichting van een Nationale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 02/09/1998 numac 1998022556 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening sluiten tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juli 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 8 november 2023;

Gelet op advies nr. 74.860/2 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Defensie en de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1 - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de wet: de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening;2° ambulancedienst: de ambulancedienst zoals bedoeld in artikel 3bis van de wet;3° wachtpost: de plaats of plaatsen waar de medische permanentie door huisartsen verzekerd wordt en die door het RIZIV geregistreerd is overeenkomstig artikel 6, § 8 van de Verordening van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;4° DGPR: het Directoraat-generaal `Paraatheid en Respons' van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu;5° noodsituatie: elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijke leven veroorzaakt of kan veroorzaken, zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging ten opzichte van het leven of de gezondheid van personen en/of ten opzichte van belangrijke materiële belangen, en waarbij de coördinatie van de bevoegde actoren, inclusief de disciplines, is vereist om de dreiging weg te nemen of om de nefaste gevolgen van de gebeurtenis te beperken;6° Minister: De Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;7° ICM-expert: de expert incident- en crisis management, een verpleegkundige met specifieke ervaring in de dringende geneeskundige hulpverlening, die door het DGPR voor deze functie is aangewezen. HOOFDSTUK 2 - Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening Afdeling 1 - Oprichting en opdrachten

Art. 2.Bij het DG `Paraatheid en respons' wordt een Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening opgericht, hierna te noemen "de Raad".

Art. 3.§ 1. De Raad heeft tot taak aan de Minister, hetzij op diens verzoek, hetzij op eigen initiatief, advies te verstrekken over alle aangelegenheden met betrekking tot: 1° de organisatie, de werking, de opleiding en de voorlichting van personen, functies en diensten die hetzij aan de dringende geneeskundige hulpverlening meewerken, hetzij aan het niet-dringend patiëntenvervoer meewerken, in dit laatste geval voor wat betreft de aspecten die een invloed hebben op de dringende geneeskundige hulpverlening;2° de inzameling en de registratie van de gegevens, zowel wat betreft het concept als wat betreft de feedback, het gebruik en de evaluatie, binnen de dringende geneeskundige hulpverlening en meer specifiek de noodcentrales '112', zowel wat betreft call taking, regulatie en dispatching, als de bepaling van het aangewezen ziekenhuis;3° de toetsing van de kwaliteit en de evaluatie van de praktijk, op basis van wetenschappelijk verantwoorde criteria;4° de erkenningsnormen van de diensten zoals bedoeld in artikel 3bis van de wet, en de criteria die van toepassing zijn voor de programmatie van deze diensten; § 2. De Raad stelt een huishoudelijk reglement op dat aan de Minister ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit huishoudelijk reglement bepaalt de functioneringsmodaliteiten van de Raad.

Art. 4.§ 1. Het Bureau van de Raad is verantwoordelijk voor de goede werking van de Raad en heeft met name volgende opdrachten: 1° de agenda en de plenaire zittingen van de Raad voorbereiden;2° de beslissingen van de Raad opvolgen;3° toezicht houden op en richting geven aan de uitvoering van de activiteiten van de Raad;4° overmaken aan de Minister van de door de Raad uitgebrachte adviezen;5° de formulering en de mededeling van een ontwerpadvies ingeval van dringende vragen of onderwerpen.De ontwerpadviezen worden voorgelegd voor bevestiging op de eerstvolgende plenaire vergadering van de Raad; 6° opstellen van een ontwerp van huishoudelijk reglement zoals bedoeld in artikel 3, § 2. Afdeling 2 - Samenstelling

Art. 5.§ 1. De Raad bestaat uit professioneel actieve leden die blijk geven van een bijzondere kennis van de aangelegenheden bedoeld in artikel 3, § 1, en is samengesteld als volgt: 1° vier artsen voorgedragen door de Belgische wetenschappelijke verenigingen van huisartsen;2° vier artsen voorgedragen door de Belgische verenigingen van urgentiegeneeskunde en van rampengeneeskunde;3° vier leden, voorgedragen door de representatieve verenigingen van verzorgingsinstellingen waartoe ziekenhuizen beschikkend over een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", zoals bedoeld het koninklijk besluit van 27 april 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/1998 pub. 19/06/1998 numac 1998022352 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » sluiten waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", behoren;4° vier verpleegkundigen voorgedragen door hun Belgische wetenschappelijke verenigingen;5° vier hulpverlener-ambulanciers voorgedragen door hun Belgische beroepsverenigingen;6° twee vertegenwoordigers van de functionele chefs van de noodcentrales "112", voorgedragen door alle centra samen;7° twee vertegenwoordigers van de medische directies van de noodcentrales "112", voorgedragen door alle centra samen;8° twee vertegenwoordigers van de hulpdiensten van het Rode Kruis van België, voorgedragen door het Rode Kruis van België;9° twee officieren-artsen, voorgedragen door de Medische Component van Defensie.10° twee vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, voorgedragen door de koepels van patiëntenorganisaties;11° drie vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, voorgedragen door het Nationaal Intermutualistisch College;12° twee vertegenwoordigers van de verenigingen van steden en gemeenten, voorgedragen door de verenigingen van steden en gemeenten;13° twee vertegenwoordigers van de Conferentie van gouverneurs, voorgedragen door de Conferentie van gouverneurs;14° de voorzitters van de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening. § 2. De leden bedoeld in § 1, 1° tot en met 9° zijn stemgerechtigd.

De leden bedoeld in § 1, 10° tot en met 14° hebben een raadgevende stem. § 3. Aan elk effectief lid van de Raad wordt een plaatsvervangend lid toegevoegd. De plaatsvervangende leden worden onder dezelfde voorwaarden benoemd als de effectieve leden.

Het plaatsvervangend lid neemt zitting wanneer het effectieve lid belet is.

Wanneer de Raad vaststelt dat een lid ontslag heeft genomen, is overleden of driemaal opeenvolgend ongewettigd afwezig is geweest of wanneer het lid niet meer aan de benoemingsvereisten voldoet, vervangt hij hem door zijn plaatsvervanger tot een nieuw lid is benoemd.

Art. 6.§ 1. De Minister benoemt voor een hernieuwbare periode van zes jaar de leden en hun plaatsvervangers uit een lijst van twee kandidaten per te begeven ambt, voorgedragen door de verenigingen, organismen of diensten bedoeld in artikel 5, § 1, 1° tot en met 13°.

Met het oog op de continuïteit der werkzaamheden blijven de leden wier mandaat verstreken is, hun mandaat evenwel verder uitoefenen tot in hun vervanging is voorzien. § 2. De Minister benoemt voor een hernieuwbare periode van zes jaar de voorzitter.

De voorzitter is stemgerechtigd. § 3. De Minister benoemt voor een hernieuwbare periode van zes jaar vier ondervoorzitters, op basis van persoonlijke kandidatuurstelling, onder de stemgerechtigde leden van de Raad. De ondervoorzitters behoren zo veel als mogelijk tot verschillende ledengroepen zoals bepaald in artikel 5, § 1. In afwezigheid van de voorzitter leidt een van de ondervoorzitters de plenaire vergadering van de Raad. § 4. De Minister benoemt onder de ambtenaren van het DGPR de secretaris.

Art. 7.§ 1. Het bureau van de Raad bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitters en de secretaris. § 2. Het bureau van de Raad kan advies inwinnen van deskundigen naar keuze en deze toevoegen aan het bureau. § 3. Het bureau van de Raad kan werkgroepen opstarten. Afdeling 3 - Werking

Art. 8.De Raad komt ten minste twee keer per jaar samen.

Art. 9.§ 1. De Raad kan slechts een geldig advies uitbrengen wanneer ten minste de helft van de leden aanwezig is.

Na een tweede oproeping met dezelfde agenda kan de Raad geldig advies verstrekken, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. In het geval dat ofwel de lijsten van de kandidaten niet voorgedragen worden of onvolledig zijn, ofwel de kandidaten de benoemingsvoorwaarden niet vervullen, houdt de onvolledige Raad geldig zitting voor zover de helft van zijn leden geldig werd aangewezen.

Art. 10.Voor de plenaire vergaderingen en de vergaderingen van het Bureau hebben de leden en de voorzitter van de Raad recht op: 1° per zitting die minstens twee uren duurt, een presentiegeld van 13 euro voor wat de voorzitter of desgevallend de plaatsvervangende ondervoorzitter betreft, en een presentiegeld van 10 euro voor wat de leden en experten betreft;2° een verblijfsvergoeding van 10 euro per dag volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt;3° de terugbetaling van de reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965, houdende algemene regeling inzake reiskosten of het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, al naar gelang het geval. HOOFDSTUK 3 - Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening Afdeling 1 - Oprichting en opdrachten

Art. 11.In elke provincie en binnen de geografische omschrijving van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt een Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening opgericht, hierna "de Commissie" genoemd, die ressorteert onder de Raad.

Art. 12.§ 1. In haar ambtsgebied heeft de Commissie tot taak: 1° de uitvoering van de activiteiten van het Bureau superviseren en aansturen;2° goedkeuren van het door het Bureau voorgestelde jaarverslag der activiteiten;3° goedkeuren van het door het Bureau voorgestelde huishoudelijk reglement en het ter goedkeuring aan de Minister voorleggen;4° de implementatie van de federale visie binnen de uitvoering van de taken bewaken.

Art. 13.Het Bureau van de Commissie heeft tot taak de goede werking van de Commissie te verzekeren en heeft met name volgende opdrachten: 1° het opstellen van het jaarverslag der activiteiten;2° het opstellen van een huishoudelijk reglement;3° het bewerkstelligen van de uitrol van federale richtlijnen, met het oog op de organisatie en de uitvoering van de dringende geneeskundige hulpverlening, door aan de Minister advies te verlenen aangaande de toepassing van artikel 6bis, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel;4° de samenwerking bewerkstelligen en de onderling gesloten akkoorden van de vertegenwoordigde diensten binnen de Commissie, bedoeld in artikel 5, formaliseren, met het oog op de organisatie en de uitvoering van de dringende geneeskundige hulpverlening;5° het monitoren van de opleiding van hulpverleners - ambulanciers van het ambtsgebied van de Commissie, overeenkomstig de modaliteiten bepaald door de Minister, voor zolang deze bevoegdheid niet opgenomen werd door de deelstaat;6° het bewerkstelligen van de samenwerking van alle personen die instaan voor de dringende geneeskundige hulpverlening aan slachtoffers van collectieve noodsituaties;7° het waken over het goed beheer en de verwerking van de oproepen met medisch karakter gericht aan de centra van het eenvormig oproepstelsel;8° het bewerkstelligen en formaliseren, tussen de ziekenhuizen welke beschikken over een spoedgevallendienst binnen het ambtsgebied van de Commissie, van het protocol zoals bedoeld in artikel 7, derde lid, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra voor het eenvormig oproepstelsel, door vermelding van de vereiste specifieke therapeutische en diagnostische middelen, de ziekenhuizen van bestemming en de specifieke pathologieën waarvoor het bijhouden van een medisch dossier bepalend kan zijn voor de keuze van het ziekenhuis van bestemming;9° het bewerkstelligen en formaliseren, tussen de noodcentrales, de ziekenhuizen welke beschikken over een spoedgevallendienst en de wachtdiensten binnen het ambtsgebied van de Commissie, van het protocol zoals bedoeld in artikel 7, vierde lid, 1° en 2° van het voornoemde koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, door vermelding van de vereiste specifieke therapeutische en diagnostische middelen, de ziekenhuizen van bestemming en de specifieke pathologieën waarvoor het bijhouden van een medisch dossier bepalend kan zijn voor de keuze van het ziekenhuis van bestemming, alsook van de mogelijke toepassing van artikel 7, zesde lid, van hetzelfde besluit;10° het verlenen van advies over alle aangelegenheden die behoren tot de toepassing van de wet of diens uitvoeringsbesluiten, ambtshalve, op verzoek van de Raad of, voor de bevoegdheden bedoeld onder 3°, op verzoek van de provinciale of gemeentelijke overheden;11° het behandelen van klachten neergelegd door de federale gezondheidsinspecteur en welke binnen het bevoegdheidsgebied vallen van de Commissie;12° controleren en valideren van het werk verricht door de verschillende werkgroepen opgericht volgens artikel 15, § 4;13° op vraag van de federale gezondheidsinspecteur aanbevelingen formuleren voor gebruik door instanties inzake de organisatie van medische hulpverlening, en dit ter voorbereiding op risicomanifestaties;deze aanbevelingen zullen worden gedaan na overleg met de betrokken sectoren. Afdeling 2 - Samenstelling

Art. 14.§ 1. De Commissie is samengesteld uit leden, benoemd uit kandidaten die door hun organisaties zijn voorgedragen, zoals bedoeld in § 2, alsmede uit leden die ambtshalve lid zijn, zoals bedoeld in § 3. § 2. De volgende leden worden benoemd uit kandidaten voorgedragen door de betrokken organisaties: 1° per permanentie die actief is in het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een hulpverlener-ambulancier of verpleegkundige;2° per PIT-permanentie, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een verpleegkundige;3° per spoedgevallendienst, actief in het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een arts welke ook de referentie-artsen PIT vertegenwoordigt;4° per spoedgevallendienst, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een verpleegkundige;5° per MUG, werkzaam binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een arts;6° per MUG, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een verpleegkundige;7° een vertegenwoordiger van de hulpdienst van het Rode Kruis, actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie;8° per wachtpost actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie, een huisarts. De vertegenwoordigers bedoeld in het eerste lid, 1° tot 5°, moeten binnen deze diensten daadwerkelijk actief zijn binnen de dringende geneeskundige hulpverlening. De voorzitter en de ondervoorzitter kunnen zich gemotiveerd uitspreken over het actief karakter van de leden.

Aan elk werkend lid bedoeld in deze paragraaf wordt een plaatsvervangend lid toegevoegd. De plaatsvervangende leden worden onder dezelfde voorwaarden benoemd als de effectieve leden.

De leden bedoeld in deze paragraaf zijn stemgerechtigd.

De effectieve en plaatsvervangende leden bedoeld in deze paragraaf worden door de Minister benoemd voor een hernieuwbare periode van vier jaar. § 3. Zijn ambtshalve lid van de Commissie: 1° de federale gezondheidsinspecteurs en de ICM-experts die onder de bevoegdheid van de Commissie vallen;2° de psychosociale manager die onder de bevoegdheid van de Commissie valt;3° de functionele chef van de noodcentrale 112 of zijn vertegenwoordiger die onder de bevoegdheid van de Commissie valt;4° de medisch directeur van de noodcentrale 112 of zijn plaatsvervanger die onder de bevoegdheid van de Commissie valt;5° de directeur van het opleidings- en vervolmakingscentrum voor hulpverlener-ambulanciers dat onder de bevoegdheid van de Commissie valt, voor zolang de deelstaat deze bevoegdheid niet heeft opgenomen ;6° de gouverneur van de provincie of zijn vertegenwoordiger en, voor de Commissie van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar in de zin van artikel 53 van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten houdende de zesde staatshervorming, of zijn vertegenwoordiger. § 4. De voorzitter en de ondervoorzitter van de Commissie worden door de Minister aangeduid onder de federale gezondheidsinspecteurs actief binnen het bevoegdheidsgebied van de Commissie.

De ICM-expert is de secretaris van de Commissie.

Art. 15.§ 1. Het Bureau van de Commissie bestaat uit de voorzitter en ondervoorzitter van de Commissie, de secretaris van de Commissie en de leden van ambtswege van de Commissie bedoeld in artikel 14, § 3, 2° tot en met 4°, en uit door de Commissie voorgedragen, door de Minister benoemde leden. § 2. Worden door de Commissie voorgedragen en door de Minister benoemd tot leden van het bureau van de Commissie: 1° twee hulpverlener-ambulanciers, ter vertegenwoordiging van de permanenties;2° een verpleegkundige ter vertegenwoordiging van de PIT-diensten;3° een arts, ter vertegenwoordiging van de spoedgevallendiensten;4° een verpleegkundige, ter vertegenwoordiging van de spoedgevallendiensten;5° een arts, ter vertegenwoordiging van de MUG;6° een verpleegkundige, ter vertegenwoordiging van de MUG;7° een arts, behorende tot de huisartsenkringen. § 3. Het Bureau van de Commissie kan advies inwinnen van deskundigen naar keuze en deze toevoegen aan het Bureau, volgens het behandelde onderwerp. § 4. Het Bureau van de Commissie kan werkgroepen opstarten. § 5. Voor zover de situatie van de provincie het toelaat, kunnen de leden bedoeld in § 2, 1° à 6° niet behoren tot een dienst met hetzelfde erkenningsnummer. § 6. Elk lid van het Bureau, bedoeld in § 2, heeft een plaatsvervanger, die onderworpen is aan dezelfde aanstellingsvoorwaarden dan de effectieve leden.

Art. 16.§ 1. De leden van het Bureau bedoeld in artikel 15, § 2, zijn verkozen met een geheime stemming. § 2. Elk effectief lid van de Commissie verkiest de vertegenwoordiger van zijn sector. § 3. Diegene die het meeste stemmen heeft behaald, zal zijn sector in het Bureau vertegenwoordigen; diegene die als tweede het meeste stemmen heeft behaald zal diens plaatsvervanger zijn. § 4. In het geval van gelijkheid van stemmen, zal een tweede stemming gedaan worden tussen de twee kandidaten. In geval van een nieuwe gelijkheid, zal de voorzitter beslissen via een gemotiveerd advies. § 5. Het verkozen lid en diens plaatsvervanger behoren alleen dan tot een dienst met hetzelfde erkenningsnummer, wanneer in het bevoegdheidsgebied van de Commissie slechts een erkende dienst aanwezig is. Wanneer er meerdere erkende diensten aanwezig zijn en de in dit artikel bedoelde stemming een met deze paragraaf strijdig resultaat oplevert, zal als plaatsvervanger diegene die als volgende in de stemming het meeste stemmen heeft behaald en niet behoort tot de dienst waartoe het verkozen effectief lid behoort, worden aangeduid. Afdeling 3 - Werking

Art. 17.De Commissie komt ten minste een keer per jaar samen. Het Bureau van de Commissie vergadert tenminste vier keer per jaar. De leden van de Commissie en van het Bureau worden opgeroepen via een elektronische brief en, behoudens hoogdringendheid, tenminste één maand voor datum.

Art. 18.§ 1. De Commissie en het Bureau kunnen slechts een geldig advies uitbrengen wanneer ten minste de helft van de leden aanwezig zijn.

Na een tweede oproeping met dezelfde agenda kan de Commissie en het bureau geldig advies verstrekken, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. In het geval dat ofwel de lijsten van de kandidaten, niet voorgedragen worden of onvolledig zijn, ofwel de kandidaten de benoemingsvoorwaarden niet vervullen, houdt de onvolledige Commissie of het onvolledige Bureau geldig zitting voor zover de helft van haar leden geldig werd aangewezen. HOOFDSTUK 4 - Slot- en wijzigingsbepalingen

Art. 19.Het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot oprichting van een Nationale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd bij het besluit van 4 juli 2004, wordt opgeheven.

Art. 20.§ 1. Het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 02/09/1998 numac 1998022556 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening sluiten tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van 18 juli 2002, wordt opgeheven. § 2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 april 1965Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1965 pub. 21/06/2011 numac 2011000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 4° wordt geschrapt;2° in de bepaling onder 5° worden de woorden "bedoeld in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 02/09/1998 numac 1998022556 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening sluiten vermeld in 4° " vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 17 maart 2024 betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening". § 3. In artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022222 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 03/09/2014 numac 2014000470 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch adjunct-directeur van de 112-centra sluiten tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch adjunct-directeur van de 112-centra, worden de woorden "bedoeld in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 02/09/1998 numac 1998022556 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening sluiten tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 17 maart 2024 betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening". § 4. In artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022222 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 03/09/2014 numac 2014000470 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch adjunct-directeur van de 112-centra sluiten tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch directeur van de 112-centra, worden de woorden "bedoeld in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 02/09/1998 numac 1998022556 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening sluiten tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 17 maart 2024 betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening". § 5. In artikel 4, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 10 maart 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008024138 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vastlegging van de taken van de cel dispatching dringende geneeskundige hulpverlening en medische bewaking sluiten tot vastlegging van de taken van de cel dispatching dringende geneeskundige hulpverlening en medische bewaking, worden de woorden "bedoeld in artikel 4, 6°, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 02/09/1998 numac 1998022556 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening sluiten tot oprichting van de commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 13, 8°, van het koninklijk besluit van 17 maart 2024 betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening".

Art. 21.De Minister van Volksgezondheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Defensie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Minister van Defensie, L. DEDONDER De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE

^