Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 februari 1997
gepubliceerd op 19 juni 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 oktober 1996 dat de afschaffing machtigt van de overwegen 12 en 13 op de spoorlijn 37 en waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lontzen, Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000122
pub.
19/06/1997
prom.
17/02/1997
ELI
eli/besluit/1997/02/17/1997000122/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 oktober 1996 dat de afschaffing machtigt van de overwegen 12 en 13 op de spoorlijn 37 en waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lontzen, Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 oktober 1996 dat de afschaffing machtigt van de overwegen 12 en 13 op de spoorlijn 37 en waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lontzen, Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 oktober 1996 dat de afschaffing machtigt van de overwegen 12 en 13 op de spoorlijn 37 en waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lontzen, Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 februari 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE

Bijlage MINISTERIUM DES VERKEHRSWESENS UND DER INFRASTRUKTUR 1. OKTOBER 1996 - Königlicher Erlass zur Erteilung der Ermächtigung zur Entfernung der Bahnübergänge 12 und 13 auf der Eisenbahnlinie 37 und zur Anerkennung der Gemeinnützigkeit der sofortigen Inbesitznahme bestimmter Parzellen auf dem Gebiet der Gemeinden Lontzen, Raeren und Kelmis ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 12. April 1835 betreffend die zu erhebenden Zölle auf und die Polizeiverordnungen über die Eisenbahnen, insbesondere des Artikels 2;

Aufgrund des Gesetzes vom 23. Juli 1926 zur Gründung der Nationalen Gesellschaft der Belgischen Eisenbahnen, insbesondere des Artikels 1bis, ersetzt durch das Gesetz vom 21. März 1991;

Aufgrund des Gesetzes vom 26. Juli 1962 bezüglich der Enteignungen zum Nutzen der Allgemeinheit und der Konzessionen für den Bau von Autobahnen, abgeändert durch das Gesetz vom 7. Juli 1978, insbesondere des Artikels 5;

Aufgrund des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen, insbesondere des Artikels 10 § 2 Nr. 2;

In der Erwägung, dass das Projekt des Hochgeschwindigkeitszuges der heutigen und zu erwartenden Mobilitätssteigerung entspricht und ein wichtiges Glied im europäischen Hochgeschwindigkeitsnetz bildet;

In der Erwägung, dass die Föderalregierung, was die Hochgeschwindigkeitslinie Brüssel-deutsche Grenze betrifft, sich am 26. Januar 1990 für die Modernisierung der Eisenbahnlinie 37 zwischen Welkenraedt und der deutschen Grenze und für deren Anpassung an Höchstgeschwindigkeiten von 160 km/h entschieden hat; In der Erwägung, dass es zu diesem Zweck notwendig ist, die Anpassung der Trasse der Eisenbahnlinie 37, die Sanierung und Neuprofilierung des Bahnkörpers, die Erneuerung der Bauwerke, die Entfernung der Bahnübergänge 12 und 13, den Bau eines Unterwerks für elektrische Zugförderung und das Ergreifen von Umweltschutzmassnahmen vorzusehen;

In der Erwägung, dass für den Bahnübergang 12 der Bau einer Strassenunterführung und für den Bahnübergang 13 der Bau einer Unterführung für Fussgänger und Radfahrer aus technischer, landschaftspflegerischer und finanzieller Sicht die geeignetste Lösung bilden zur Regelung der Verkehrsprobleme, die durch die Entfernung vorerwähnter Bahnübergänge verursacht werden könnten;

In der Erwägung, dass die im Plan Nr. ET-D1-7530000B1 und im Plan Nr.

ET-D1-7540000B1 beschriebenen Arbeiten dieser Lösung entsprechen;

In der Erwägung, dass es zur Durchführung aller beabsichtigten Arbeiten unerlässlich ist, bestimmte Parzellen, die auf den Plänen Nr.

ET-D1-751000HT1, ET-D1-752000HT1, ET-D1-753000HT1 und ET-D1-754000HT1 angegeben sind und auf dem Gebiet der Gemeinden Lontzen, Raeren und Kelmis liegen, in Besitz zu nehmen;

In der Erwägung, dass der Ministerrat am 19. Juli 1991 die Bauplanung der Hochgeschwindigkeitslinien gebilligt hat;

In der Erwägung, dass der Ministerrat am 16. Februar 1996 beschlossen hat, der NGBE durch Vermittlung einer gemischtwirtschaftlichen Finanzierungsgesellschaft die Geldmittel zu bewilligen, die nötig sind zur vollständigen Durchführung des Projekts des Hochgeschwindigkeitszuges im Jahre 2005;

In der Erwägung, dass die Hochgeschwindigkeitslinie zwischen Lüttich und der deutschen Grenze nach Aufstellung dieser Bauplanung so schnell wie möglich und spätestens im Monat Juni des Jahres 2005 in Betrieb genommen werden muss;

In der Erwägung, dass es wegen der für die Arbeiten erforderlichen Frist notwendig ist, die betreffenden Parzellen sofort zum Nutzen der Allgemeinheit in Besitz zu nehmen;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des Transportwesens, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:

Artikel 1.Die Nationale Gesellschaft der Belgischen Eisenbahnen ist ermächtigt, den Bahnübergang 12 auf der Eisenbahnlinie 37 in Kelmis zu entfernen, unter der Bedingung, eine Strassenunterführung zu bauen, so wie auf dem Bauplan Nr. ET-D1-7530000B1 angegeben, der vorliegendem Erlass beigefügt ist.

Art. 2.Die Nationale Gesellschaft der Belgischen Eisenbahnen ist ermächtigt, den Bahnübergang 13 auf der Eisenbahnlinie 37 in Kelmis zu entfernen, unter der Bedingung, eine Unterführung für Fussgänger und Radfahrer zu bauen, so wie auf dem Bauplan Nr. ET-D1-7540000B1 angegeben, der vorliegendem Erlass beigefügt ist.

Art. 3.Im Rahmen der Anlage der Hochgeschwindigkeitslinie Lüttich-deutsche Grenze erfolgt die sofortige Inbesitznahme der Parzellen, die auf dem Gebiet der Gemeinden Lontzen, Raeren und Kelmis liegen und in den vorliegendem Erlass beigefügten Plänen Nr.

ET-D1-751000HT1, ET-D1-752000HT1, ET-D1-753000HT1 und ET-D1-754000HT1 aufgenommen sind, zum Nutzen der Allgemeinheit.

Art. 4.In Ermangelung einer gütlichen Abtretung werden die auf den obenerwähnten Plänen angegebenen, zur Durchführung der betreffenden Arbeiten notwendigen Parzellen gemäss den Bestimmungen des Gesetzes vom 26. Juli 1962 bezüglich der Enteignungen zum Nutzen der Allgemeinheit und der Konzessionen für den Bau von Autobahnen, insbesondere des Artikels 5, enteignet und in Besitz genommen.

Art. 5.Unser Minister des Transportwesens ist mit der Ausführung vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 1. Oktober 1996 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Transportwesens M. DAERDEN

Anlage zum Königlichen Erlass vom 1. Oktober 1996 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 februari 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE

^