17 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit houdende het personeel van het nationaal drugscommissariaat

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 7 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2023 pub. 13/04/2023 numac 2023030910 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende de oprichting, de opdrachten en de samenstelling van een nationaal drugscommissariaat sluiten houdende de oprichting, de opdrachten en de samenstelling van een nationaal drugscommissariaat, artikel 9;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 29 augustus 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 13 september 2023;

Gelet op het advies van de nationale drugscommissaris, gegeven op 12 oktober 2023;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 828 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, gesloten op 18 oktober 2023;

Gelet op het protocol nr. 77 van 19 oktober 2023 van het onderhandelingscomité voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 585/2 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 25 oktober 2023;

Gelet op de vrijstelling van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 21 november 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.930/2;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 27 november 2023 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder: 1° de wet: de wet van 7 april 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2023 pub. 13/04/2023 numac 2023030910 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende de oprichting, de opdrachten en de samenstelling van een nationaal drugscommissariaat sluiten houdende de oprichting, de opdrachten en de samenstelling van een nationaal drugscommissariaat;2° de bevoegde ministers: de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken;3° de ondersteunende diensten: de ondersteunende diensten bedoeld in artikel 2 van de wet;4° de dienst: het nationaal drugscommissariaat;5° het personeelslid: de experten, het ondersteunend personeel en de vertegenwoordigers van de ondersteunende diensten. HOOFDSTUK 2. - Personeelsformatie

Art. 2.Naast de nationale drugscommissaris en de adjunct-drugscommissaris, beschikt de dienst, om zijn opdrachten uit te voeren, over: 1° één vertegenwoordiger van elk van de vier ondersteunende diensten;2° minstens drie en maximum acht experten en ondersteunend personeel. De dienst wordt taalparitair samengesteld.

Art. 3.De betrekkingen van de vertegenwoordigers van de ondersteunende diensten worden ingevuld via een detachering vanuit deze ondersteunende diensten mits akkoord van de minister bevoegd voor die ondersteunende dienst.

Art. 4.De betrekkingen van de experten en van het ondersteunend personeel worden ingevuld via een aanwerving of via een detachering vanuit het federaal administratief openbaar ambt, zoals vastgelegd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, vanuit het personeel dat de rechterlijke orde terzijde staat en/of vanuit de geïntegreerde politie bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. HOOFDSTUK 3. - Aanstelling Afdeling 1. - Detachering

Art. 5.De ministers bevoegd voor de ondersteunende diensten doen, ieder wat hem betreft, een oproep tot kandidaten voor de functie van vertegenwoordiger zoals bedoeld in artikel 2, 1°. Deze oproep vermeldt de wijze waarop de selectie zal gebeuren, de functiebeschrijving en het competentieprofiel, zoals in bijlage bij dit besluit gevoegd, en de indieningsvoorwaarden van de kandidaatstellingen.

Zij bezorgen vervolgens de kandidaturen die ontvankelijk werden verklaard op basis van de voorwaarden in de functiebeschrijving en de indieningsvoorwaarden aan de nationale drugscommissaris.

Om in aanmerking te komen voor de functie van vertegenwoordiger, moeten de kandidaten aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° Belg zijn;2° een voor de opdrachten van de dienst nuttige ervaring hebben van ten minste 5 jaar;3° een functie uitoefenen van niveau A bij het federaal administratief openbaar ambt, zoals vastgelegd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, of niveau A of minstens hoofdinspecteur bij de geïntegreerde politie bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;4° geen ongunstige evaluatie hebben gekregen bij de laatste twee evaluaties.

Art. 6.De nationale drugscommissaris stelt een selectiecommissie samen en nodigt elke kandidaat uit voor een gesprek. De selectiecommissie vergelijkt de kandidaten wat betreft hun specifieke competenties, zoals bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel.

De selectiecommissie stelt een gemotiveerde rangschikking op van de kandidaten die geslaagd zijn. Deze rangschikking wordt meegedeeld aan de bevoegde ministers die vervolgens, mits akkoord van de minister bevoegd voor de ondersteunende dienst van waaruit de kandidaat wordt gedetacheerd, een kandidaat voordragen aan de Koning.

Art. 7.Om in aanmerking te komen voor de functie van expert zoals bedoeld in artikel 2, 2°, moeten de kandidaten minimum aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° Belg zijn;2° een voor de opdrachten van de dienst nuttige ervaring hebben van ten minste 3 jaar;3° een functie uitoefenen van minstens niveau B bij het federaal administratief openbaar ambt, zoals vastgelegd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, of niveau B of minstens inspecteur bij de geïntegreerde politie bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;4° geen ongunstige evaluatie hebben gekregen bij de laatste twee evaluaties.

Art. 8.Om in aanmerking te komen voor de functie van ondersteunend personeel zoals bedoeld in artikel 2, 2°, moeten de kandidaten minimum aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° Belg zijn;2° een functie uitoefenen van minstens niveau C bij het federaal administratief openbaar ambt, zoals vastgelegd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, of niveau C of minstens inspecteur bij de geïntegreerde politie bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;3° geen ongunstige evaluatie hebben gekregen bij de laatste twee evaluaties.

Art. 9.De detachering van de experten en het ondersteunend personeel zoals bedoeld in artikel 2, 2°, geschiedt nadat: - een oproep tot kandidaten werd gelanceerd waarin de functiebeschrijving, het competentieprofiel en de deelnemingsvoorwaarden worden verduidelijkt; - de nationale drugscommissaris de meest geschikte kandidaat heeft geselecteerd op basis van de competenties opgenomen in het functieprofiel.

De experten en het ondersteunend personeel worden door de bevoegde ministers en mits akkoord van de dienst van waaruit zij worden gedetacheerd voorgedragen aan de Koning.

Art. 10.De detachering duurt vijf jaar en is hernieuwbaar voor zover de betrokkene een positieve evaluatie heeft verkregen.

Art. 11.Tijdens de detachering vallen de personeelsleden onder het functionele gezag van de nationale drugscommissaris en van de adjunct-drugscommissaris. Afdeling 2. - Aanwerving

Art. 12.De experten en het ondersteunend personeel worden aangeworven binnen de rechterlijke orde overeenkomstig de artikelen 178, 268, 270 en 271 van het Gerechtelijk Wetboek en worden vervolgens via detachering ter beschikking gesteld van de dienst.

De totale budgettaire last van de aangeworven experten en het ondersteunende personeel wordt gedragen door de dienst.

De artikelen 10 en 11 zijn eveneens van toepassing op de experten en het ondersteunend personeel.

Art. 13.De experten zoals bedoeld in artikel 2, 2°, worden aangeworven overeenkomstig de artikelen 268 of 270 van het Gerechtelijk Wetboek.

Naast de voorwaarden opgenomen in de artikelen 268 en 270 van het Gerechtelijk Wetboek moeten de kandidaten aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° Belg zijn;2° een voor de opdrachten van de dienst nuttige ervaring hebben van ten minste 3 jaar.

Art. 14.De ondersteunende personeelsleden zoals bedoeld in artikel 2, 2°, worden aangeworven overeenkomstig de artikelen 270 of 271 van het Gerechtelijke Wetboek.

Naast de voorwaarden opgenomen in de artikelen 270 en 271 van het Gerechtelijk Wetboek moeten de kandidaten over de Belgische nationaliteit beschikken. HOOFDSTUK 4. - Statuut Afdeling 1. - Gedetacheerd personeel bij de dienst

Art. 15.De vertegenwoordigers zoals bedoeld in artikel 2, 1°, die gedetacheerd worden naar de dienst vanuit het federaal administratief openbaar ambt, zoals vastgelegd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, hebben recht op een bezoldigd verlof zoals bedoeld in artikel 104, § 2, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

Art. 16.De experten en het ondersteunend personeel zoals bedoeld in artikel 2, 2°, die gedetacheerd worden naar de dienst vanuit het federaal administratief openbaar ambt, zoals vastgelegd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, verkrijgen tijdens de periode van de detachering een verlof voor een opdracht van algemeen belang zoals bedoeld in artikel 99 en volgende van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

Art. 17.De detachering van personeelsleden naar de dienst vanuit de geïntegreerde politie zoals bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, geschiedt onder de vorm van een structurele detachering zoals bepaald in artikel 21, § 1, van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen.

De leden van de lokale politie worden eerst gedetacheerd naar de federale politie.

Voor de detachering van de leden van de lokale politie is het akkoord van de burgemeester of het politiecollege nodig.

Art. 18.De personeelsleden die vanuit de geïntegreerd politie zoals bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus gedetacheerd worden naar de dienst, kunnen genieten van een tweetaligheidspremie conform de bijlage zoals bedoeld in artikel 21, § 3, van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen.

Art. 19.De kosten van de detachering van de experten en het administratief personeel zoals bedoeld in artikel 2, 2°, vanuit de geïntegreerde politie zoals bedoeld in de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden ten laste genomen van de dienst. Voor de toepassing van dit artikel betaalt de werkgever waartoe de gedetacheerde behoort eerst de verschuldigde bedragen, en vraagt nadien, trimestrieel, de terugbetaling aan de dienst aan.

Art. 20.De detachering naar de dienst van het personeel dat de rechterlijke orde terzijde staat, geschiedt volgens de bepalingen van de artikelen 330, 330bis en 330ter van het Gerechtelijk Wetboek.

De kosten van de detachering worden ten laste genomen van de dienst.

Art. 21.De gedetacheerde personeelsleden worden geëvalueerd door hun oorspronkelijke dienst. De oorspronkelijke dienst vraagt daartoe alle nodige gegevens aan de nationale drugscommissaris.

Art. 22.Op het einde van de detachering worden de personeelsleden ter beschikking gesteld van hun ondersteunende dienst van oorsprong. Afdeling 2. - Aangeworven personeel bij de dienst

Art. 23.Het vast benoemd personeel en het personeel aangeworven bij arbeidsovereenkomst is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de rechterlijke orde. Afdeling 3. - Functietoelage

Art. 24.De personeelsleden genieten een functietoelage die ten laste valt van de dienst en waarvan de jaarbedragen als volgt worden vastgesteld: a) voor de vertegenwoordigers van de ondersteunende diensten: 3.500 EUR; b) voor de experten: 3.500 EUR; c) voor het administratief personeel: 3.000 EUR. De toelage komt in aanmerking voor de indexeringsregeling. Ze is verbonden aan de spilindex 138,01. Bij de berekening ervan wordt geen rekening gehouden met de derde decimaal in het eindresultaat.

Art. 25.De in artikel 24 bedoelde toelagen worden maandelijks uitbetaald ten belope van één twaalfde van het jaarbedrag.

De toelage is naar rato verschuldigd als de bezoldiging zelf naar rato wordt betaald.

De toelage is verschuldigd vanaf de dag waarop het personeelslid zijn functie bij de dienst opneemt. Indien het personeelslid zijn functie niet opneemt op de eerste dag van de maand, begint deze periode op de eerste dag van de volgende maand.

De toelage houdt op verschuldigd te zijn als het personeelslid niet langer bij de dienst tewerkgesteld is.

De toelagen zijn enkel verschuldigd aan personeelsleden die zich in de administratieve stand van dienstactiviteit bevinden.

Art. 26.De toelage is niet verschuldigd als: 1° het personeelslid om eender welke reden meer dan dertig opeenvolgende werkdagen afwezig is;de schorsing van de toelage gebeurt met terugwerkende kracht op de eerste dag van de afwezigheid; 2° ofwel als het personeelslid het voordeel van zijn bezoldiging verliest of een wachtgeld in het kader van disponibiliteit wegens ziekte geniet;de schorsing van de toelage gebeurt vanaf de eerste dag.

Komen niet in aanmerking voor de registratie van de dertig werkdagen, bepaald in het eerste lid, 1° : 1° een ouderschapsverlof en een verlof verbonden aan de bescherming van het moederschap;2° de recuperaties die worden toegekend in het kader van de overschrijdingen van de grens die is bepaald in de wet van 14 december 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2000 pub. 05/01/2001 numac 2000002134 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in openbare sector sluiten tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector;3° een jaarlijks vakantieverlof;4° een afwezigheid door een arbeidsongeval, een ongeval op de weg naar of van het werk of een beroepsziekte. HOOFDSTUK 5. - Rechten en plichten

Art. 27.Onverminderd de rechten en plichten opgenomen in de statuten van de betrokkenen, zijn de rechten en plichten opgenomen in deze afdeling van toepassing op de personeelsleden van de dienst.

Art. 28.Het personeelslid oefent zijn functie op loyale, zorgvuldige en integere wijze uit onder het gezag van de nationale drugscommissaris en de adjunct-drugscommissaris. Hij voert de beslissingen zorgvuldig en plichtsbewust uit.

Art. 29.Zowel binnen als buiten de uitoefening van zijn functie vermijdt het personeelslid elke handelswijze die het vertrouwen van het publiek in zijn dienst kan aantasten.

Zelfs buiten zijn functie, evenwel ingevolge ervan, mag het personeelslid rechtstreeks of bij tussenpersoon geen giften, beloningen of enig voordeel vragen, eisen of aannemen.

Art. 30.Onverenigbaar met de hoedanigheid van personeelslid van de dienst is: 1° elke activiteit, bezigheid of mandaat, zelfs onbezoldigd, uitgeoefend door het personeelslid of via een tussenpersoon, in elke instelling, onderneming, vennootschap of om het even welke vereniging, die aanleiding kan geven tot een belangenconflict met de activiteiten van de dienst;2° elke activiteit die tegenstrijdig zou zijn met de waardigheid van de functie of die het vervullen van de plichten in de weg zou kunnen staan.

Art. 31.Het personeelslid heeft het recht op vrijheid van meningsuiting onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende het beroepsgeheim en de classificatie van informatie.

Dit is eveneens van toepassing op de personeelsleden die hun functie binnen de dienst niet meer uitoefenen. HOOFDSTUK 6. - Overgangsbepaling

Art. 32.Voor de personeelsleden die omwille van dwingende noodzaak en in overleg met de bevoegde ministers reeds aangesteld werden in één van de functies bedoeld in artikel 2, neemt de aan-stellingsperiode van vijf jaar bedoeld in artikel 10 een aanvang op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit. Die aanstellingen worden door Ons bekrachtigd. HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtreding en slotbepalingen

Art. 33.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 34.De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Brussel, 17 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld