Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 augustus 2007
gepubliceerd op 27 augustus 2007

Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2007009755
pub.
27/08/2007
prom.
17/08/2007
ELI
eli/besluit/2007/08/17/2007009755/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 81, gewijzigd bij de wetten van 30 juni 1971, 26 juli 1990 en 7 mei 1999, op de artikelen 82, 83 en 86, op artikel 86bis, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1998, op artikel 87, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, en op de artikelen 93, 95 en 96;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 mei 1972, 21 juni 1974 en 20 augustus 1985;

Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de procureur-generaal te Gent, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Dendermonde, van de arbeidsauditeur te Dendermonde, van de hoofdgriffier van de arbeidsrechtbank te Dendermonde en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Dendermonde;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De arbeidsrechtbank te Dendermonde bestaat uit zeven kamers, één kamer voor kort geding en één bureau voor rechtsbijstand, die elk zitting houden in de afdelingen Aalst, Dendermonde en Sint-Niklaas.

Art. 2.De eerste kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft. - De tweede kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de arbeiders en de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 582, 3°, 4°, 6° en 8°, van het Gerechtelijk Wetboek. - De derde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 579 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 580, 8° c), d) en f) van het Gerechtelijk Wetboek. - De vierde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 580, 2°, 3° van het Gerechtelijk Wetboek doch beperkt tot gezinsbijslag, werkloosheid, rust- en overlevingspensioen en van de geschillen bedoeld in artikel 580, 8° a), b), e), 9°, 10°, 11°, 16° en 18° van het Gerechtelijk Wetboek. - De vijfde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van deze waarvan de vierde en zesde kamer kennis nemen. De voorzitter van deze kamer als alleenzetelend rechter, voor de geschillen bedoeld in artikel 52, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en voor alle andere geschillen die bij wet door een alleenzitting houdend rechter dienen te worden behandeld, met uitzondering van deze gereserveerd aan de zevende kamer. - De zesde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft, van de geschillen bedoeld in artikel 578, 12° b), artikel 581, artikel 582, 1° en 2°, en artikel 583 van het Gerechtelijk Wetboek.

Zij neemt ook kennis van de zaken bepaald in artikel 17, § 5, van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn. - De zevende kamer, voorgezeten door een alleenzetelend rechter neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikel 578, 14°, van het Gerechtelijk Wetboek.

De voorzitter van de rechtbank neemt kennis van de geschillen voorzien in de artikelen 584, 587bis, ter en quater van het Gerechtelijk Wetboek.

Elke kamer neemt daarenboven kennis van de geschillen die tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank behoren krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen en die hierboven niet zijn vermeld en dit overeenkomstig de verdeling bij beschikking door de voorzitter van de rechtbank.

Art. 3.§ 1. De kamers houden zitting respectievelijk op de volgende dagen in de afdelingen te Aalst, Dendermonde en Sint-Niklaas : Eerste kamer : de derde maandag te Aalst, de eerste dinsdag te Dendermonde en de eerste en de derde woensdag te Sint-Niklaas.

Tweede kamer : de eerste vrijdag te Aalst, de derde woensdag te Dendermonde en de eerste donderdag te Sint-Niklaas.

Derde kamer : de tweede dinsdag te Aalst, de eerste maandag te Dendermonde en de eerste en de derde dinsdag te Sint-Niklaas.

Vierde kamer : de derde woensdag te Aalst, de tweede dinsdag te Dendermonde en de derde vrijdag te Sint-Niklaas.

Vijfde kamer : de eerste donderdag te Aalst, de tweede woensdag te Dendermonde en de tweede dinsdag te Sint-Niklaas.

Zesde kamer : de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde en de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas.

Zevende kamer : de eerste maandag en de vierde dinsdag te Aalst; de eerste woensdag en de vierde donderdag te Dendermonde; de eerste vrijdag en de vierde dinsdag te Sint-Niklaas.

Alle zittingen vangen aan om 14 u. 30 m. § 2. De zitting in kort geding en die waarop de procedureregelen inzake kort geding van toepassing zijn, worden gehouden op de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde, de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas, telkens om 14 uur. § 3. Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op de tweede maandag te Aalst, de tweede donderdag te Dendermonde, de tweede en de vierde woensdag te Sint-Niklaas, telkens om 16 uur. § 4. De inleidingen geschieden voor iedere kamer op dag en uur hiervoor bepaald. De geschillen bedoeld in artikelen 578, en 582, 5°, voor wat de bedienden betreft, kunnen enkel geldig worden ingeleid voor de eerste kamer. Voor deze kamer kunnen ook die geschillen worden ingeleid die niet specifiek in het bijzonder reglement zijn aangeduid of toegewezen.

Art. 4.Enkel met het oogmerk om vonnissen uit te spreken, kunnen de kamers, volgens de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden, waarvan zij zelf de dagen en uren bepalen in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.

Art. 5.Indien de behoeften van de dienst het vergen, kan de voorzitter, na het advies van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen zullen houden op de dagen en uren die hij vaststelt en/of wijzigingen aanbrengen in de zittingsdagen en/of de zittingsuren.

Art. 6.De voorzitter kan ook, na het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aantal kamers en de bevoegdheden ervan tijdelijk wijzigen.

In dit geval, alsmede in het geval van artikel 5, wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.

Art. 7.De voorzitter bepaalt, na het advies van de arbeidsauditeur te hebben ingewonnen, dag en uur van de vakantiezittingen en wijst de magistraten aan die er zitting zullen houden.

De voorzitter kan te allen tijde die lijst wijzigen volgens de behoeften van de dienst.

Art. 8.Het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 mei 1972, 21 juni 1974 en 20 augustus 1985, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 10.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, P. VANVELTHOVEN

^