gepubliceerd op 02 december 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor de beroepsziekten
16 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor de beroepsziekten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 21, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1996 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor de beroepsziekten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001, 7 juli 2002 en 3 april 2003;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 27 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van 17 maart 2003;
Gelet op het protocol van het Sectorcomité XX van 5 december 2003;
Gelet op het advies 37.667/1 van de Raad van State, gegeven op 30 september 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+ wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten. »
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.In afwijking van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, omvat het niveau D de afgeschafte graad van ziekenoppasser. » HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor beroepsziekten
Art. 3.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor de beroepsziekten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 juli 2002 wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.De ziekenoppasser (afgeschafte graad) geniet de hierna vermelde bijzondere weddenschaal : 12.902,40 - 17.509,82 3 x 1 x 140,09 5 x 2 x 278,95 8 x 2 x 349,05 (Kl. 18 jaar - N. D - G. A) »
Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 4 De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage.
De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. »
Art. 5.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° artikel 5;2° artikel 9, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 juli 2002.
Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 juli 2002 wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd tot de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van paramedicus, die, als overgangsmaatregel, de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : 18.101,57 - 28.258,64 3 x 1 x 535,13 12 x 2 x 712,64 (Kl. 23 jaar - N. B - G. A). § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van paramedicus en begunstigde van de in § 1 vermelde weddenschaal die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, bekomen, wanneer ze geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 van zodra ze achttien jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden bekomen, van zodra zij achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28 E. Zij kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.
Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zijn dan deze van deze paragraaf, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast. »
Art. 7.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 juli 2002 wordt vervangen als volgt : «
Art. 11.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd tot de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent, die, als overgangsmaatregel, de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : 16.416,43 - 24.968,81 3 x 1 x 267,31 2 x 2 x 356,34 2 x 2 x 712,64 9 x 2 x 623,61 (Kl. 20 jaar - N. C - G. A). » § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 kunnen deelnemen aan competentiemeting 4.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. In afwijking van § 2, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en de wedde van de weddenschaal vermeld in § 1. § 4. De geslaagden bedoeld in § 2, die een anciënniteit van vier jaar hebben in de weddenschaal vermeld in § 1, bekomen de weddenschaal CA3 en dit ten vroegste op 1 september 2003. De anciënniteit verworven in de oude weddenschaal vermeld in § 1 wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze vier jaar.
De ambtenaren die gedurende zes jaar de weddenschaal CA3 genoten hebben, bekomen de weddenschaal 22B voorzover er betrekkingen in deze schaal vacant zijn. »
Art. 8.Artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 juli 2002 wordt vervangen als volgt : «
Art. 12.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd tot de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend technisch helper, die, als overgangsmaatregel, de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : 14.099,06 - 22.651,44 3 x 1 x 267,31 2 x 2 x 356,34 2 x 2 x 712,64 9 x 2 x 623,61 (Kl. 20 jaar - N. C - G. A). » § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 verkrijgen, na afloop van de periode van acht jaar gedurende de welke zij de jaarlijkse competentietoelage kregen die verbonden was aan competentiemeting 1, de weddenschaal CA2.
Zij mogen deelnemen aan competentiemeting 3. »
Art. 9.De artikelen 13 en 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 7 juli 2002 worden opgeheven met ingang van 1 december 2002.
Art. 10.In artikel 15 van hetzelfde besluit, wordt het woord « ministeries » vervangen door de woorden « federale overheidsdiensten ».
Art. 11.De bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juli 1997 wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Opheffingsbepaling en slotbepaling
Art. 12.Het koninklijk besluit van 23 september 1996 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot niveaus 2, 3 en 4 wordt opgeheven.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de bepalingen die de overgang verzekeren van de niveaus 4 en 3 naar niveau D, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen die de overgang verzekeren van niveau 2 naar niveau C, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002;3° de bepalingen die de overgang verzekeren van niveau 2+ naar niveau B, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 14.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 november 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 november 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+ en tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de het Fonds voor beroepsziekten.
Gegeven te Brussel, 16 november 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE