Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 juli 1997
gepubliceerd op 18 september 1997

Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022546
pub.
18/09/1997
prom.
09/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/09/1997022546/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JULI 1997. Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor de beroepsziekten die behoren tot de niveaus 1 en 2+


Albert II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 39°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Fonds voor de beroepsziekten kunnen titularis zijn;

Gelet op het advies van het Beheerscornité van het Fonds voor de beroepsziekten;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 augustus 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 augustus 1996;

Gelet op het protocol van 30 april 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling binnen het Sectorcomité XII worden vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren, die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze dient te geschieden als deze van de ambtenaren, die titularis zijn van gemene graden;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De graad van laboratoriumdirecteur (Vlakke loopbaan in uitdoving) kan enkel toegekend worden bij wege van bevordering door verhoging in graad.

Alleen de ambtenaren die titularis zijn van de graad van scheikundig adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) kunnen bevorderd worden tot de graad van laboratoriumdirecteur (Vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.

In afwijking van artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het rijkspersoneel kunnen zij bevorderd worden wanneer zij achttien jaar anciënniteit hebben in de graad van scheikundig adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving).

Art. 2.§ 1. De personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een van de hierna in de linkerkolom vermelde geschrapte graden, worden ambtshalve benoemd in een van de in de rechterkolom vermelde graden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens § I benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 3.Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van paramedicus (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 27, 26, 23 en 22 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van eerstaanwezend paramedicus (rang 28), worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 28, 25 en 24, geacht verricht te zijn in de graad van rang 28. § 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van geneesheer (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10. § 6. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van adjunct-adviseur (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 12, 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10. § 7. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 3.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 16 februari 1989 tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot sommige graden van het Fonds voor de beroepsziekten, 2° het koninklijk besluit van 23 september 1994 tot vaststelling voor het Fonds voor de beroepsziekten van bijzondere toegangsmodaliteiten tot sommige graden.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking op dezelfde dag als.het koninklijk besluit van 15 april 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Fonds voor de beroepsziekten.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^