gepubliceerd op 07 juni 1997
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11, 8°, van de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood
15 APRIL 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 11, 8°, van de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelstels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, inzonderheid op artikel 11, 8°, gewijzigd door de wetten van 26 juni 1992 en 21 december 1994;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op aritkel 54;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, geco"rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het nodig is de betrokken instellingen zo vlug mogelijk in te lichten over het bedrag van het voorschot op het winstsaldo van de winst- en verliesrekening dat aan de Rijksdienst voor Pensioenen moet worden gestort;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In uitvoering van artikel 11, 8°, van de wet van 28 mei 1971 tot verwezenlijking van de eenmaking en de harmonisering van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, gewijzigd door de wetten van 26 juni 1992 en 21 december 1994, wordt het bedrag van het voorschot op het winstsaldo van de winst- en verliesrekening van het jaar 1997 dat door de hieronder genoemde instellingen, uiterlijk op 31 december 1997, gestort moet worden aan de Rijksdienst voor Pensioenen (repartitiestelsel) vastgesteld op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 april 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN