gepubliceerd op 26 juni 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Fonds voor de Beroepsziekten
11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Fonds voor de Beroepsziekten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli1993;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor de Beroepsziekten;
Gelet op het gemotiveerd advies van 30 september 1998 van het Basisoverlegcomité van het Fonds voor de Beroepsziekten;
Gelet op het advies van 30 oktober 1998 van de afgevaardigde van de Minister van Financiën;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 4 februari 1999;
Gelet op het akkord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 februari 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. De personeelsformatie van het Fonds voor de Beroepsziekten wordt vastgesteld als volgt : Administratief personeel Niveau 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Indien, drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, de in § 1 vermelde betrekkingen van bestuurschef en van bestuursassistent vacant gebleven zijn, worden ze in artikel 1, § 1 ambtshalve geschrapt. § 3. De afgevaardige van de Minister van Financiën moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in § 1 vervuld is.
Art. 4.Het koninklijk besluit van 15 april 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Fonds voor de Beroepsziekten, wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN