gepubliceerd op 16 mei 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar
16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 55 jaar, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 oktober 1998;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Koninklijk besluit van 8 december 1995, Belgisch Staatsblad van 21 februari 1996.
Koninklijk besluit van 8 oktober 1998, Belgisch Staatsblad van 26 november 1998.
Bijlage Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2001 onder het nummer 58502/CO/102.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en voor de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant.
Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.
Art. 4.In uitvoering van sectie VI van hoofdstuk III van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn), dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2003 de leeftijd van 56 jaar bereikt.
Art. 5.a) De leeftijd van het brugpensioen van de werknemers die 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, 2e lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsuitkeringen, wordt op 56 jaar gebracht vanaf 1 januari 1998. b) Voor de toepassingsmodaliteiten van het beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid met een maximum van vijf jaar beperkt.
Art. 6.De toepassing van de verschillende bepalingen voorzien in de voormelde artikelen 3 en 4 gelden evenwel volgende regelingen : a) het brugpensioen op 56 jaar zal toegestaan worden voorzover de werknemer een beroepsverleden als loontrekkende van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kan getuigen en op het einde van de overeenkomst 20 jaar ploegenarbeid met nachtarbeid kan bewijzen, zoals bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst nr.46 gesloten op 10 mei 1993 in de Nationale Arbeidsraad; b) voor de werknemer die met brugpensioen wenst te gaan op 56 jaar onder de voorwaarden bepaald onder a), wordt een aanvullende vergoeding toegekend tot de leeftijd van 65 jaar;c) de aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer op 56 jaar is gelijk aan 156,17 EUR/maand. Dit bedrag is, individueel, ten minste gelijk aan de vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Het is een brutobedrag, voor sociale en/of fiscale afhoudingen.
Een jaarlijkse vergoeding van 49,58 EUR netto is ook toegekend.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen, zoals is bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Het bedrag van 156,17 EUR stemt overeen met het indexcijfer dat van kracht is op 1 januari 1995.
De personen die tussen 1 januari 2001 en 1 mei 2001 in brugpensioen zullen treden, hebben recht op de premie van 121,47 EUR en van 92,96 EUR voorzien in de artikelen 53 en 54 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2001 betreffende de arbeidsvoorwaarden. d) Er zal automatisch aanvaarding zijn van de aanvragen tot vertrek op brugpensioen voor de werknemers die beantwoorden aan de vereiste voorwaarden. De aanvragen tot vertrek op brugpensioen moeten worden bevestigd zes maanden voor de datum van vertrek, om het de ondernemingen mogelijk te maken de arbeidsorganisatie eventueel aan te passen.
De controle zal worden uitgevoerd door de instanties van het paritair subcomité eind december 2001 en eind december 2002. HOOFDSTUK III. - Overgangsmaatregel
Art. 7.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgisch frank worden vermeld in de derde kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 11 januari 2001 en treedt buiten werking op 30 juni 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN