gepubliceerd op 24 december 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de tewerkstelling en de arbeidsduur
8 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de tewerkstelling en de arbeidsduur (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de tewerkstelling en de arbeidsduur.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 oktober 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 1997 Tewerkstelling en arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 1998 onder het nummer 46978/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Onder "werknemers" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden en de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduurvermindering
Art. 2.In de onder vorig hoofdstuk beoogde inrichtingen en diensten, wordt, met ingang van 1 januari 1997, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 40 uren per week op 38 uren per week teruggebracht en dit overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1.2 en 1.3 betreffende de instellingen voor personen met een handicap in het protocol van akkoord van 24 april 1997 van de intersectorale ronde tafel "1997 - 1999" van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze artikelen bepalen dat : « 1.2. Met ingang van 1 januari 1997 zal de werktijd worden verminderd tot 38 uur. De inrichtende machten kunnen overgaan tot compenserende aanwerving tot 5 pct. van het bestaande personeel. Deze compensatie - aanwervingen zullen het voorwerp uitmaken van een akkoord van de administratie. 1.3. Vanaf de ondertekening van onderhavig protocol zullen de MPI's gesubsidieerd worden om progressief de omkaderingsnormen te bereiken die in de koninklijke besluiten van 1973 zijn vastgelegd. Bij de interpretatie van deze normen staat 1 VTE gelijk aan 40 uur/week, terwijl de aanwervingen dienen te gebeuren in het systeem van de 38 uren/week.
De kalender van de aanwerving alsook de kwalificaties zullen worden onderhandeld in een collectief overleg en uitmonden in tewerkstellingsplannen per MPI. ». HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Mits eerbiediging van een opzegtermijn van zes maanden kan elk van de partijen er een eind aan stellen bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen.
De opzegtermijn van zes maanden gaat in vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité wordt verstuurd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET