Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 mei 2001
gepubliceerd op 25 juli 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012474
pub.
25/07/2001
prom.
31/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/31/2001012474/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot invoering van een stelsel van conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 januari 1990, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 oktober 1998;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, met uitzondering van de bepalingen die in strijd zijn met artikel 4, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponza, 31 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 23 januari 1990, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1990.

Koninklijk besluit van 8 oktober 1998, Belgisch Staatsblad van 28 november 1998.

Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1999 Conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 9 april 1999 onder het nummer 50482/CO/116)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel, de regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 januari 1990 (Belgisch Staatsblad 7 februari 1990) en verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 14 maart 1991, 26 mei 1993, 29 maart 1995 en 21 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 13 september 1991(Belgisch Staatsblad van 3 december 1991), 31 januari 1994 (Belgisch Staatsblad van 21 april 1994), 27 september 1995 (Belgisch Staatsblad van 11 november 1995) en 8 oktober 1998 (Belgisch Staatsblad van 28 november 1998), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Onder werklieden wordt verstaan de werklieden en werksters.

Art. 3.De in artikel 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de werklieden die : 1° de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2000;2° voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992);3° ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten. De betrokken werklieden zullen desgevallend door de werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Art. 4.Voor de betrokken werklieden gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 pct. van het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het netto referteloon van de werkman.

Art. 5.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt toegekend vanaf het einde van de opzeggingstermijn tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde werklieden de leeftijd bereiken waarop hun wettelijk pensioen ingaat.

Art. 6.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad : - gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen; - herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Art. 7.De betrokken bruggepensioneerde werklieden verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen. Hernemen zij een andere activiteit dan deze die aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is, dan wordt de uitbetaling van de in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1999 en eindigt op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^