gepubliceerd op 23 juni 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw"
12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 oktober 1998, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 8 december 1995, Belgisch Staatsblad van 17 februari 1996.
Koninklijk besluit van 8 oktober 1998, Belgisch Staatsblad van 28 november 1998.
Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001 Vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58904/CO/144) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de landbouw ressorteren en op hun werkgevers. HOOFDSTUK II. - Werkgeversbijdragen
Art. 4.In toepassing van artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995, wordt de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" als volgt vastgesteld : - vanaf 1 juli 2001 : 10,75 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de 0,15 pct. voor de risicogroepen. - vanaf 1 januari 2002 : 10,30 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de 0,15 pct. voor de risicogroepen.
Art. 5.In toepassing van artikel 15 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de bij artikel 2 vastgestelde werkgeversbijdrage geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw".
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van tenminste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de landbouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE