gepubliceerd op 27 april 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 5 en 6 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
16 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 5 en 6 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i), vervangen bij de wet van 10 augustus 2001;
Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 103quater, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001, en op artikel 107, vervangen bij de wet van 22 december 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, inzonderheid op de artikelen 1, 5 en 6;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 maart 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 maart 2002;
Gelet op het verzoek van spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat sinds 1 januari 2002 het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking in werking is getreden; dat in de Interministeriële Conferentie van 26 februari 2002 tussen alle betrokken Overheden werd overeengekomen de premies bij loopbaanvermindering en, voor de 50-plussers, de premies voor overgang naar een halftijdse betrekking te verhogen met ingang van 1 januari 2002; dat dus zowel de instellingen belast met de practische uitvoering van dit stelsel, als de betrokken werknemers als werkgevers zo spoedig mogelijk op de hoogte dienen gebracht te worden van de in dit kader genomen uitvoeringsmaatregelen;
Gelet op het advies 33.166/1 van de Raad van State, gegeven op 19 maart 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002; ».
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A ) In § 1 wordt het bedrag van « 72,91 euro » vervangen door het bedrag van « 120,03 euro ».
B ) § 1 wordt aangevuld met de volgende leden : « Voor de alleenwonende werknemer wordt het bedrag van 120,03 euro bedoeld in het vorige lid vervangen door het bedrag van 154,90 euro .
Onder alleenwonende werknemer wordt voor toepassing van het vorige lid verstaan de werknemer die alleen woont en de werknemer die uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft. »
Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A ) in § 1 wordt het bedrag van « 121,52 euro » vervangen door het bedrag van « 168,64 euro »;
B ) in § 2, eerste lid, wordt het bedrag van « 315,94 euro » vervangen door het bedrag van « 363,06 euro »;
C ) er wordt een paragraaf 3 toegevoegd luidend als volgt : « § 3. Voor de alleenwonende werknemer wordt het bedrag van 168,64 euro bedoeld in § 1 vervangen door het bedrag van 203,51 euro .
Onder alleenwonende werknemer wordt voor toepassing van het vorige lid verstaan de werknemer die alleen woont en de werknemer die uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft. »
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.
Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.
Koninklijk besluit van 12 december 2001, Belgisch Staatsblad van 18 december 2001.