gepubliceerd op 02 juni 2009
Koninklijk besluit tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen
15 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op artikel 10;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 19 september 2008;
Gelet op het protocol nr. 2009/02 van 5 mei 2009 van het comité voor de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten;
Gelet op advies 45.406/2 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1°de wet : de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet; 2° administratie : de Directie Lokale Integrale Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid bij de FOD Binnenlandse Zaken; HOOFDSTUK II. - Opleiding van de Gemeenschapswachten Afdeling 1. - Opleidingsvoorwaarden
Art. 2.Elke gemeenschapswacht is houder van een vormingsattest van gemeenschapswacht. Afdeling 2. - Praktische modaliteiten van de vorming
Art. 3.Het vormingsattest van gemeenschapswacht wordt uitgereikt nadat de betrokkene met regelmaat een opleiding van minimum 90 lesuren heeft gevolgd, die de volgende vakken omvat : 1° De studie van de rechten en de plichten van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswachten-vaststellers : 24 lesuren;betreffende de volgende onderwerpen : Kennis wettelijk kader, de rechten en plichten van de gemeenschapswacht;
Kennis organisatie openbaar bestuur;
Kennis van de politie en de relaties tot de politie;
Preventietechnieken;
Opdrachten van gemachtigd opzichter. 2° Technieken van verbale en non-verbale communicatie : 24 lesuren;3° Cultuurinzicht en omgaan met diversiteit : 8 lesuren;4° Observatie en rapportering : 8 lesuren;5° Psychologische conflicthantering : 8 lesuren;6° Fysieke ontwijkingstechnieken : 6 lesuren;7° Eerste hulp bij ongevallen : 12 lesuren.
Art. 4.De aanwezigheid kan als regelmatig beschouwd worden, indien de eventuele gerechtvaardigde afwezigheden niet meer bedragen dan twintig procent van het totaal aantal lesuren.
Ingeval van niet-gerechtvaardigde afwezigheid, wordt de volledige opleiding niet gevalideerd. Afdeling 3. - Evaluatie van de opleiding
Art. 5.Een globale evaluatie aan het einde van de vorming kan georganiseerd worden op vraag van de gemeente die de kandidaat-gemeenschapswacht in dienst heeft of wenst in dienst te nemen.
In dit geval wordt een specifieke evaluatie georganiseerd voor elk vak van de opleiding vermeld in artikel 3 van dit besluit.
Art. 6.Alle evaluaties en de controle erop, worden geëvalueerd door een jury, ingericht door de opleidingsinstelling, in samenspraak met de aanvragende gemeente.
De vertegenwoordigers van de administratie behouden zich het recht voor om deel te nemen aan de opgerichte jury's.
Art. 7.De toegang tot de evaluaties is afhankelijk van een regelmatige aanwezigheid tijdens de vorming en dit conform aan artikel 4 van dit besluit.
Art. 8.De evaluatie aan het einde van de opleiding opgenomen in artikel 3 van dit besluit, wordt positief beoordeeld indien voldaan wordt aan twee voorwaarden : 1° minimum vijftig percent van de punten behalen per vak;2° minimum zestig percent van de punten behalen voor het geheel van de opleiding. Afdeling 4. - Vrijstellingen
Art. 9.De kandidaat gemeenschapswacht die vroeger al met vrucht één of meerdere vakken of een onderdeel ervan, bedoeld in artikel 3 van dit besluit, heeft gevolgd kan vrijgesteld worden van het volgen en de eventuele evaluatie van deze vakken of onderdelen ervan binnen de opleiding, op voorlegging van een geldig attest.
De kandidaat gemeenschapswacht die een vrijstelling wil genieten, zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, maakt een attest over aan de administratie, die een controle uitoefent op de geldigheid ervan. HOOFDSTUK III. - Opleidingsinstellingen Afdeling 1. - Aanwijzingsvoorwaarden
Art. 10.De instellingen die voldoen aan de voorwaarden, opgenomen in artikel 10 van de wet en die een erkende opleiding verstrekken, zullen worden aangewezen. Afdeling 2 - Erkenningsvoorwaarden voor de opleidingen
Art. 11.De opleiding, verstrekt door de opleidingsinstellingen, bedoeld in artikel 10 van dit besluit, dient door de Minister van Binnenlandse Zaken te worden erkend.
Art. 12.Om te kunnen worden erkend, dient de opleiding aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1° een lesprogramma bevatten dat minstens het minimumprogramma omvat zoals bepaald in onderhavig besluit;2° gedoceerd worden door lesgevers die beschikken over een nuttige ervaring van minimum 2 jaar of een diploma hoger onderwijs met betrekking tot de materie die ze zullen onderwijzen;3° voor elk vak, gedocumenteerd zijn met een schriftelijke syllabus of handboek;4° gedoceerd worden met het noodzakelijke didactisch materiaal om de opleiding in overeenstemming met de doelstellingen van dit besluit te kunnen verstrekken.
Art. 13.Met de aanvraag tot eerste erkenning van een opleiding, moeten de volgende gegevens en documenten worden meegestuurd : 1° het gedetailleerde lesprogramma;2° de lijst van docenten, evenals voor elk van hen de vermelding van de nuttige ervaring of een diploma zoals bedoeld in artikel 12, 2° van dit besluit;3° de syllabi of handboeken die gebruikt worden bij de gedoceerde vakken;4° Een beschrijving van het te gebruiken didactisch materiaal;5° de taal waarin de opleiding zal verstrekt worden;6° het bedrag van het inschrijvingsgeld.
Art. 14.Elke wijziging met betrekking tot de gedetailleerde lesprogramma's of met betrekking tot de lesgevers, dient voorafgaandelijk aan de toepassing ervan, te worden voorgelegd aan de administratie.
Art. 15.De administratie houdt toezicht op het naleven van de erkenningsvoorwaarden gedurende de gehele periode van de erkenning van de opleiding.
Indien uit dit toezicht blijkt dat de instelling een inbreuk gepleegd heeft op dit besluit, kan de Minister de erkenning van de opleiding en de aanwijzing als opleidingsinstelling intrekken.
Art. 16.De aanvraag tot vernieuwing van de in dit hoofdstuk bedoelde erkenningen, gebeurt om de 5 jaar.
De aanvraag tot vernieuwing omvat de geactualiseerde gegevens, bedoeld in artikel 13 van dit besluit, evenals een omstandig verslag van het programma en de organisatie van de opleidingen, evenals de aangebrachte aanpassingen gedurende de afgelopen erkenningsperiode, waaruit blijkt dat de opleiding voldoet aan de kwaliteit beoogd in dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Commissie Opleiding gemeenschapswachten
Art. 17.De Commissie, genaamd « Opleiding Gemeenschapswachten », wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken ingesteld bij zijn administratie.
Art. 18.De Commissie Opleiding Gemeenschapswachten is als volgt samengesteld : 1° een afgevaardigde van de administratie die het voorzitterschap waarneemt;2° een verantwoordelijke van de politieopleiding;3° een verantwoordelijke van de opleiding binnen een provinciale of gewestelijke bestuursschool;4° een verantwoordelijke van de opleiding binnen een erkende opleidingsinstelling krachtens de wet van 10 april 1990;5° een afgevaardigde van de adviesraad voor burgemeesters;6° een gemeenteambtenaar belast met de leiding van een dienst gemeenschapswachten. De leden, beoogd in het eerste lid, 2° tot 6°, zijn door de Minister benoemd, uit alle kandidaten die werden voorgedragen door de instellingen waar ze deel van uitmaken.
De Minister kan deskundigen of andere personen aanduiden om permanent of tijdelijk aan de besprekingen van de Commissie deel te nemen.
Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door de administratie.
Art. 19.De Commissie Opleiding Gemeenschapswachten heeft tot taak de Minister te adviseren aangaande : 1° de beschrijving van het lesprogramma van de opleiding geregeld in dit besluit;2° de erkenning van de opleidingen;3° de toepassingen van dit besluit en de voorstellen tot eventuele wijzigingen ervan. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 20.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT