gepubliceerd op 07 februari 2002
Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Subito » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij
15 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Subito » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid en op artikel 27, tweede lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juli 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 oktober 2001;
Gelet op het advies 32.411/4 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, « Subito » genaamd.
De Subito is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden bepaald d.m.v. de aanduiding op het biljet, volgens een verdeling bepaald bij toeval, dat een lot al dan niet wordt toegekend. Die aanduiding is verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 2.De Nationale Loterij bepaalt het aantal uitgegeven biljetten in veelvouden van één miljoen.
De verkoopprijs van een biljet is bepaald op 1,25 euro.
Art. 3.Per hoeveelheid van één miljoen biljetten is het aantal loten bepaald op 194 411, voor een totaal bedrag van 762.500 euro.
Er is 1 lot van 25.000 euro, 10 loten van 2.500 euro, 400 loten van 250 euro, 1 000 loten van 25 euro, 3 000 loten van 12,50 euro, 30 000 loten van 5 euro en 160 000 loten van 2,50 euro.
Art. 4.In een afgebakende zone van de biljetten staat een combinatie van negen bedragen in Arabische cijfers. Die combinaties duiden de winnende en niet-winnende biljetten aan. Zij verschillen in functie van het aantal en het bedrag van de toegekende loten en van de volgende elementen : 1° elk van de bedragen in de combinaties staat voor een welbepaald lotenbedrag;2° volgens het geval wordt een lotenbedrag één, twee of drie keer afgebeeld in een combinatie of helemaal niet;3° een combinatie bestaat maximum uit één keer drie dezelfde bedragen;4° de schikking van de bedragen in een combinatie is niet vast, zij speelt trouwens ook geen rol bij de aanwijzing van de winnende en niet-winnende biljetten. De biljetten met een combinatie waarin een lotenbedrag drie keer voorkomt, winnen éénmaal dit bedrag. De andere biljetten winnen niet.
De zone bedoeld in het 1ste lid is bedekt door een ondoorzichtige deklaag die de deelnemers moeten afkrassen.
Art. 5.Op de voor- of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige laag;3° twee zichtbare streepjescodes.
Art. 6.In de zone bedoeld in artikel 4, 1e lid, kunnen controlevermeldingen staan in de vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.
Alleen de Nationale Loterij mag ter controle de in artikel 4, laatste lid en artikel 5, 2°, bedoelde ondoorzichtige laag van onverkochte biljetten afkrassen.
Art. 7.Om te garanderen dat alleen het toeval de toewijzing van de loten bepaalt : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen betreffende de lotentoewijzing;2° mogen de biljetten geen enkel uiterlijk verschil vertonen dat elementen betreffende de lotentoewijzing kan onthullen. De biljetten vertonen op de voor- of keerzijde vermeldingen in cijfers of in letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren.
Een uitgifte omvat één miljoen of een veelvoud van één miljoen biljetten. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij.
Art. 8.De loten zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat.
Art. 9.De loten zijn betaalbaar aan toonder tegen afgifte van de winnende biljetten aan de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, is afgesloten. De loten van 25.000 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij.
Art. 10.De afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen worden door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle middelen die ze nuttig acht.
Art. 11.De loten die niet binnen de in artikel 9 bepaalde termijn zijn opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 12.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten op straffe van verval binnen de in artikel 9 bedoelde termijn van twee maand worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.
Art. 13.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 14.De Nationale Loterij erkent maar één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de toonder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de toonder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het nodig is voor de door de Nationale Loterij bepaalde wijze van uitbetaling van de loten.
Art. 15.Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.
Elke fraude die is gepleegd om een lot te verkrijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
De Nationale Loterij en de medewerkers van haar verkoopnet respecteren de anonimiteit van de deelnemers behalve wanneer die ervan afzien.
Art. 16.Het koninklijk besluit van 4 mei 1995 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Subito » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 1997 en 11 april 1999, wordt opgeheven.
Art. 17.Biljetten uitgegeven onder de gelding van het in artikel 16 genoemde koninklijk besluit, mogen worden verkocht tot 28 februari 2002 en vallen onder de regels van dat besluit.
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 19.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS