Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 april 2007
gepubliceerd op 01 juni 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003158
pub.
01/06/2007
prom.
21/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/21/2007003158/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, en op artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, inzonderheid op de artikelen 3, 4, 6, 9 en 14;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat sinds de lancering in 1993 van de loterij met biljetten « 21 » het lotenplan ongewijzigd bleef; dat hieruit voortvloeit dat het oorspronkelijke hoofdlot van 50.000 euro heden ten dage, ten gevolge van monetaire erosie, een groot deel van haar aantrekkelijkheid is verloren, wat ook blijkt uit de herhaalde terugvallen van het zakencijfer dat de afgelopen jaren werd bereikt door deze loterij met biljetten;

Overwegende dat dit aantrekkelijkheidverlies van « 21 » op merkelijke wijze het kanaliserende karakter van deze vorm van openbare loterij vermindert en daardoor ongetwijfeld schade toegebracht wordt aan de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om juist het gedrag van de spelers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico gering is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen; dat onder deze maatregelen, diegene bedoeld door huidig besluit erin bestaat het bedrag van het hoofdlot te brengen op 100.000 euro zonder afbreuk te doen aan de oorspronkelijke bedragen van de overige loten en aan de verkoopprijs van het biljet, en in staat is om het aantrekkelijkheidverlies van « 21 » te beteugelen;

Overwegende dat de concretisering van deze maatregel belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigende bepalingen

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, wordt vervangen als volgt : « Art.3. Voor iedere hoeveelheid van twee miljoen uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 553.411, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « die de deelnemers moeten wegkrassen » vervangen door de woorden « die de deelnemers moeten wegkrassen teneinde de aanwijzingen, zoals bedoeld in § 2 en die eventueel een lot toekennen, te onthullen »; 2° in § 2 worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in het derde lid wordt het bedrag « 50.000 » vervangen door het bedrag « 100.000 »; b) deze wordt aangevuld met het volgende lid : « Vermits cumulatie van loten niet van toepassing is, geeft een winnend biljet steeds enkel recht op een lot onder diegene voorzien in artikel 3, waarbij het bedrag ervan bepaald wordt in overeenstemming met de bepalingen van het derde lid.»

Art. 3.In artikel 6, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit worden de vermeldingen « eerste lid » en respectievelijk « 1ste lid » telkens vervangen door de vermelding « § 1 ».

Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het bedrag « 50.000 » vervangen door het bedrag « 100.000 ».

Art. 5.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art.14. De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.»

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 15bis ingevoegd, luidende : « Art.15bis. § 1. De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de spelers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten. § 2. In het kader van promotie-acties die door de Nationale Loterij alleen of samen met derden worden georganiseerd, kunnen er extra loten in natura of in speciën worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd.

De voorwaarden van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties. » . HOOFDSTUK II. - Overgangsmaatregelen

Art. 7.Het lotenplan dat vastgelegd is door artikel 1 van huidig besluit is van toepassing op de biljetten, « biljetten van het nieuwe type » genaamd, met als gemeenschappelijke kenmerken : 1° het uiterlijke formaat « Portret », dit betekent een formaat dat verticaal georiënteerd is, in tegenstelling tot het formaat « Landschap » dat horizontaal georiënteerd is; 2° een duidelijk afgebakende kader op de voorzijde waarin op zichtbare wijze volgende vermeldingen, geschikt in een kolom, voorkomen : « 21 = euro 100.000, 20 = euro 2.500, 19 = euro 250, 18 = euro 25, 17= euro 5 », en dit vertrekkend van boven naar onder.

Art. 8.Het lotenplan dat vastgelegd is door artikel 1 van huidig besluit is niet van toepassing op de biljetten, « biljetten van het oude type » genaamd, met als gemeenschappelijke kenmerken : 1° het uiterlijke formaat « Landschap », dit betekent een formaat dat horizontaal georiënteerd is, in tegenstelling tot het formaat « Portret » dat verticaal georiënteerd is; 2° een duidelijk afgebakende kader op de voorzijde waarin op zichtbare wijze volgende vermeldingen, geschikt in een kolom, voorkomen : « 21 = euro 50.000, 20 = euro 2.500, 19 = euro 250, 18 = euro 25, 17= euro 5 », en dit vertrekkend van boven naar onder.

Het lotenplan dat van toepassing is op de biljetten van het oude type stemt overeen met datgene dat, vastgelegd door artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, al van toepassing was voor de inwerkingtreding van huidig besluit.

In concreto houdt dit in dat het biljet van het oude type waarvan de som van de puntenwaarde toegekend aan elk van de drie kaarten, die zichtbaar worden na het krassen van de ondoorzichtige deklaag die deze bedekt, 21 bereikt, uitsluitend recht geeft op een lot van 50.000 euro. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 4 juni 2007.

Art. 10.Onze Minister van Begroting en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

^