Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 juli 2009
gepubliceerd op 03 september 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003273
pub.
03/09/2009
prom.
31/07/2009
ELI
eli/besluit/2009/07/31/2009003273/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Overwegende dat een wijziging van het lotenplan, dewelke een verhoging van het percentage van het totaal bedrag van de loten ten aanzien van het bedrag van de uitgifte en een verhoging van de kans om het hoofdlot te winnen inhoudt, gekoppeld aan een verjonging van de visuele aanblik van de « 21 »-biljetten, de aantrekkingskracht van deze loterij met instantbiljetten vermoedelijk zal versterken;

Overwegende dat de versterking van de aantrekkingskracht van « 21 » tegelijk de kanaliserende werking van deze vorm van openbare loterij bevordert en daardoor perfect kadert binnen één van de opdrachten van de Nationale Loterij, die er precies in bestaat het gedrag van de spelers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico gering is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast, krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten; dat, in overeenstemming met dit beheerscontract, deze kanalisatieopdracht betekent dat er speelplezier wordt verschaft aan een breed publiek waaraan recreatieve spelen moeten worden aangeboden;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen; dat de maatregelen bedoeld door onderhavig besluit op verantwoorde wijze beantwoorden aan dit criterium;

Overwegende dat de concretisering van bovengenoemde maatregelen belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 januari 2002 betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van één miljoen uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 276 706, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :

Nombre de lots Aantal loten

Montant des lots (euros) - Bedrag van de loten (euro)

Montant total des lots (euros) Totaal bedrag van de loten (euro)

1 chance de gain sur 1 winstkans op

1

100.000

100.000

1 000 000

5

2.500

12.500

200 000

200

250

50.000

5 000

1 500

25

37.500

666,67

275 000

5

1.375.000

3,64

TOTAL TOTAAL 276 706

TOTAL TOTAAL1.575.000

TOTAL TOTAAL 3,61


Art. 2.Huidig besluit is van toepassing op de « 21 »-biljetten waarvan het lotenplan op de achterkant overeenstemt met datgene bedoeld in artikel 1.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 7 september 2009.

Art. 4.De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Trapani, 31 juli 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^