Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 januari 2001
gepubliceerd op 26 januari 2001

Koninklijk besluit tot instelling bij het departement van Binnenlandse Zaken van een Administratief-Technisch Secretariaat

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000075
pub.
26/01/2001
prom.
15/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/15/2001000075/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot instelling bij het departement van Binnenlandse Zaken van een Administratief-Technisch Secretariaat


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37, 106, 107 en 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, gewijzigd bij de wetten van 2 maart 1999, 19 april 1999 en 13 mei 1999;

Gelet op het protocol nr. 35/2 van 15 december 2000 van het onderhandelingscomité van de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën van 26 oktober 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 1 december 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 5 december 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in werking treedt op 1 januari 2001;

Gelet op het feit dat de voorgestelde structuur op die datum in staat moet zijn de verbinding te verzekeren tussen het Kabinet van de Minister en de nieuwe geïntegreerde politie;

Dat het bijgevolg noodzakelijk is dat de maatregelen die vereist zijn om die nieuwe structuur op te richten in de beste termijnen worden genomen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 december 2000 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie belast met de coördinatie van het beheer van de federale politie en van de lokale politie;

Dat deze bevoegdheid naast een algemene coördinatie van het beheer een groot aanal specifieke beheersdaden inhoudt van administratieve, technische en logistieke aard, zowel met betrekking tot de gehele geïntegreerde politie, als met betrekking tot de lokale of federale politie, of hun personeelsleden afzonderlijk;

Dat het gezien de omvang van het aantal dossiers noodzakelijk is dat de beheersbeslissingen van de Minister van Binnenlandse Zaken met een technisch, administratief en een logistiek karakter op een onafhankelijke manier worden voorbereid door een team van specialisten ter zake;

Overwegende dat dit personeel dat gedetacheerd is van de geïntegreerde politie verder zal beheerd blijven door de politiediensten om taken uit te oefenen met betrekking tot de politie maar onder het rechtstreeks gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken, zonder wijziging evenwel van zijn statuut;

Dat het Administratief-Technisch Secretariaat de Minister van Binnenlandse Zaken in het bijzonder zal bijstaan bij zijn bevoegdheden inzake dagelijks beheer van de federale politie die hem worden toevertrouwd door artikel 98, vierde lid van voormelde wet van 7 december 1998;

Dat de oprichting van een Administratief-Technisch Secretariaat aan die behoeften voldoet;

Dat dit Administratief-Technisch Secretatriaat geen deel uitmaakt van het Kabinet van de Minister maar zal er nauw mee samenwerken;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt bij het Departement van de Minister van Binnenlandse Zaken een Administratief-Technisch Secretariaat inzake de geïntegreerde politie (hierna Secretariaat genoemd) ingesteld.

Art. 2.Het Secretariaat adviseert de Minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de technische, administratieve en logistieke aspecten van het dagelijks beheer en van de operaties in het raam van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus en staat in voor de verbinding tussen de politiediensten en het Kabinet.

Het Secretariaat zorgt er tevens voor dat de dossiers die aan de Minister van Binnenlandse Zaken binnen deze domeinen voorgelegd worden alle formele en beoordelingselementen bevatten, nodig om een beslissing te nemen.

Art. 3.Het Secretariaat staat in voor de verbinding tussen de algemene directie van de bestuurlijke politie, het Crisis- en Coördinatiecentrum van de regering, de Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) en het Kabinet van de Minister voor wat betreft de openbare veiligheid en de ordehandhaving.

Inzake de openbare orde en de nationale veiligheid en elke opdracht van bestuurlijke politie waarbij de Minister zijn injunctierecht zou kunnen doen gelden, staat het Secretariaat in voor : - een wekelijkse evaluatie van de toestand op het grondgebied; - een voorstel van de te nemen maatregelen; - de opvolging van de getroffen beslissingen; - de 24-uren permanentie; op basis van de elementen aangereikt door de AGG, de algemene directie van de bestuurlijke politie, de veiligheid van de Staat, de algemene rijkspolitie en elke andere dienst die voor de opdrachten van bestuurlijke politie die tot de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken behoren, over noodzakelijke informatie beschikt.

Art. 4.Het Secretariaat bestaat uit 5 officieren van de federale politie, gedetacheerd uit de directies-generaal van de federale politie en uit ten minste 2 officieren gedetacheerd uit de lokale politie.

De leden worden door de Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen voor een eenmalig hernieuwbaar mandaat van 5 jaar.

Ze worden voorgedragen door : - de commissaris-generaal voor wat de leden van de federale politie betreft; - de Vaste Commissie voor de lokale politie voor wat de officieren van de lokale politie betreft.

De hernieuwing van hun mandaat gebeurt ook na voordracht.

De loonkosten van de leden van de lokale politie worden terugbetaald aan de detacherende gemeente of politiezone.

Art. 5.Het Secretariaat wordt geleid door een hoger officier met de rang van directeur-generaal binnen een federale administratie of binnen de federale politie. Hij wordt aangeduid onder de leden van het Secretariaat en coördineert zijn activiteiten.

De administratieve steun van het Secretariaat wordt verleend door personeel dat gedetacheerd is uit de geïntegreerde politiedienst.

Art. 6.Het Secretariaat staat onder het gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken die deze richtlijnen kan toezenden met betrekking tot zijn werking.

Art. 7.De leden van het Secretariaat ontvangen een toelage waarvan het jaarlijkse bedrag het volgende is : 260.813 BEF voor het lid dat instaat voor de coördinatie en 137.270 BEF voor de overige leden.

Deze toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald. De maandtoelage is gelijk aan 1/12e van het jaarlijks bedrag.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de ministeries, geldt ook voor de in dit artikel bepaalde toelage.

Ze wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.

Art. 8.De commissaris-generaal van de federale politie beheert de werkingsmiddelen van het Secretariaat.

Art. 9.Bij overgangsmaatregel en voor het eerste mandaat van 5 jaar zijn de 2 officieren gedetacheerd uit de lokale politie bedoeld in artikel 3, officieren gedetacheerd uit de gemeentepolitie op voordracht van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie.

Art. 10.De bij artikel 4, eerste lid, bepaalde formatie maakt, op het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, het voorwerp uit van een evaluatie. De eventuele wijzigingen hebben uitwerking bij de hernieuwing van het mandaat van de leden.

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 12.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^