Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 april 2018
gepubliceerd op 24 april 2018

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 6 februari 2018 betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2018030839
pub.
24/04/2018
prom.
15/04/2018
ELI
eli/besluit/2018/04/15/2018030839/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 6 februari 2018 betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 12bis, § 2, derde lid;

Gelet op de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, artikel 19, § 1, tweede lid, artikel 40; artikel 60, artikel 212, artikel 333, § 1, 5°, artikel 335, § 1, 3°, artikel 501, artikel 524, artikel 603, § 1, 4°, en artikel 604;

Gelet op de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, artikel 40, § 1, tweede lid, artikel 60, artikel 81, artikel 409, § 1, 4°, artikel 443, artikel 470, artikel 585, § 1, 4°, en artikel 587, 2° ;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Nationale Bank van België van 6 februari 2018 betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie wordt goedgekeurd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

Bijlage bij het koninklijk besluit van 15 avril 2018 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 6 februari 2018 betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie De Nationale Bank van België, Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 12bis;

Gelet op de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, artikelen 19, § 1, tweede lid, 40, 60, 212, 333, § 1, 5°, 335, § 1, 3°, 501, 524, 603, § 1, 4°, en 604;

Gelet op de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, artikelen 40, § 1, tweede lid, 60, 81, 409, § 1, 4°, 443, 470, 585, § 1, 4°, en 587, 2°, Besluit : Afdeling I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° "gereglementeerde ondernemingen" : a)de kredietinstellingen naar Belgisch recht in de zin van artikel 1, § 3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, alsook de in België gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van derde landen; b)de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht die erkend zijn als beursvennootschappen in de zin van artikel 1, § 3, tweede lid van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, alsook de in België gevestigde bijkantoren van als beursvennootschappen erkende beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van derde landen; c)de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht in de zin van artikel 5, 1° van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten, alsook de in België gevestigde bijkantoren van verzekeringsondernemingen die ressorteren onder het recht van derde landen; d)in het kader van het geconsolideerde toezicht, het groepstoezicht of het aanvullende conglomeraatstoezicht, de financiële holdings naar Belgisch recht in de zin van artikel 3, 38° van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, en de gemengde financiële holdings naar Belgisch recht in de zin van artikel 3, 39° van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten en artikel 338, 7° van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten; e)entiteiten die verantwoordelijk zijn voor een Belgische verzekeringsgroep in de zin van artikelen 339, 2° en 343 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten; 2° " wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten" : de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen;3° " wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten" : de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen;4° " wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten" : de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies;5° " wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten" : de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen;6° " wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten" : de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen;7° " wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen sluiten" : de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;8° "FSMA" : Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten;9° "NBB" : Nationale Bank van België;10° "toezichthouder" : de Nationale Bank van België of, wat de kredietinstellingen, de financiële holdings en de gemengde financiële holdings betreft, de Nationale Bank van België of de Europese Centrale Bank, volgens de bevoegdheidsverdeling vastgelegd door of krachtens Verordening (EU) nr.1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen; 11° "verantwoordelijke voor de compliancefunctie" : de persoon die in een gereglementeerde onderneming verantwoordelijk is voor de compliancefunctie als bedoeld in artikel 36 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten en artikel 55 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten;12° "examen voor de bank- en beleggingsdienstensector" : examen bedoeld voor de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie van een in 1°, a), b) of d) bedoelde gereglementeerde onderneming; 13 "examen voor de verzekeringssector" : examen bedoeld voor de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie van een in 1°, c) of e) bedoelde gereglementeerde onderneming;14° "activiteitensector" : hetzij de verzekeringssector, hetzij de bank- en beleggingsdienstensector. Afdeling II. - Vereisten inzake deskundigheid in hoofde van de

verantwoordelijken voor de compliancefunctie

Art. 2.§ 1. Om de deskundigheid van de verantwoordelijke voor de compliancefunctie te beoordelen overeenkomstig art. 60, § 2 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten of art. 81, § 2 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten, ziet de toezichthouder er minstens op toe dat de volgende vereisten door de kandidaat worden nageleefd : 1° beschikken over ten minste drie jaar passende ervaring.Met passende ervaring wordt ervaring bedoeld die een kandidaat heeft opgedaan bij het uitoefenen van functies waar hij of zij een beoordelingsverantwoordelijkheid droeg in een werkomgeving die inhoudelijk gelijkenissen of raakvlakken vertoont met de functies van de verantwoordelijke voor de compliancefunctie en met de gereglementeerde onderneming die de kandidaat-verantwoordelijke voor de compliancefunctie heeft benoemd.

Deze passende ervaring moet volledig zijn opgedaan in de periode van zes jaar voorafgaand aan de datum van het voorstel tot benoeming. 2° houder zijn van een masterdiploma dat is uitgereikt door een universiteit of een hogeschool overeenkomstig een decreet van de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap, dan wel van een gelijkwaardig diploma dat vóór het academiejaar 2004-2005 is uitgereikt, of van een buitenlands diploma dat krachtens de geldende wetgeving of door de NBB als gelijkwaardig wordt beschouwd met het in deze bepaling bedoelde Belgische diploma. De kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die kunnen aantonen dat zij praktische ervaring en kennis hebben opgedaan op financieel gebied die relevant zijn voor de uitoefening van de functie, zijn vrijgesteld van de toepassing van 2°. Of de praktische ervaring en de kennis relevant zijn, zal door de toezichthouder worden beoordeeld aan de hand van een gedetailleerd dossier dat door de betrokken gereglementeerde onderneming moet worden overgemaakt en, zo nodig, tijdens een individueel gesprek met de kandidaat. 3° een grondige kennis hebben verworven van de inhoud en de toepassing van de wettelijke en reglementaire integriteits- en gedragsregels die van toepassing zijn op de gereglementeerde onderneming.Deze grondige kennis wordt aangetoond : a)met een attest waaruit blijkt dat de kandidaat-verantwoordelijke voor de compliancefunctie geslaagd is voor een examen dat werd afgenomen door een instelling waarvan de examens zijn erkend door de FSMA en de NBB overeenkomstig afdeling III van dit reglement.

Het gaat meer bepaald om de volgende examens : -(i) hetzij het examen voor de bank- en beleggingsdienstensector voor de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die zijn benoemd in een in artikel 1, 1°, a), b) en d) bedoelde gereglementeerde onderneming.

De kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die zijn benoemd in een in artikel 1, 1°, a) en d) bedoelde gereglementeerde onderneming die geen beleggingsdiensten verleent en aanbiedt, mogen een attest van slagen voor het examen indienen waarin alleen het slagen voor het theoretische deel en voor de in artikel 5, 2°, derde lid, b) bedoelde module B van het praktische examen voor de bank- en beleggingsdienstensector wordt vermeld. -(ii) hetzij het examen voor de verzekeringssector voor de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die zijn benoemd in een in artikel 1, 1°, c) en e) bedoelde gereglementeerde onderneming.

De kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die zijn benoemd in een in artikel 1, 1°, c) en e) bedoelde gereglementeerde onderneming die geen levensverzekerings-activiteiten zoals gedefinieerd in Bijlage II van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten aanbiedt, mogen een attest van slagen indienen waarin alleen het slagen voor het theoretische deel en voor de in artikel 5, 2°, derde lid, a) bedoelde module B van het praktische examen voor de verzekeringssector wordt vermeld. b)en met de deelname, vanaf het slagen voor het examen, aan een opleidingsprogramma bij een opleidingsinstelling die is erkend door de FSMA, op advies van de NBB, met een minimumduur van 20 uur om de drie jaar. In afwijking van wat voorafgaat is de minimumduur van het opleidingsprogramma 40 uur om de drie jaar wanneer de kandidaat-verantwoordelijke voor de compliancefunctie eerder al was benoemd in een gereglementeerde onderneming. 4° beschikken over de nodige vaardigheden om de verantwoordelijkheid voor de compliancefunctie te dragen.5° blijk hebben geven van professioneel gedrag, met name doordat er geen indicatie voorhanden is, die in de richting van het tegendeel wijst. § 2. Om permanent aan de in paragraaf 1, 3°, bedoelde kennisvoorwaarde te voldoen, nemen de verantwoordelijken voor de compliancefunctie deel aan een programma tot permanente opleiding bij een opleidingsinstelling die, op advies van de NBB, door de FSMA is erkend, met een minimumduur van 40 uur om de drie jaar. § 3. De kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in § 1, 1°, 2°, 4° en 5°, worden geacht aan de in § 1 bedoelde vereisten inzake deskundigheid te voldoen.

De gereglementeerde ondernemingen waarin ze werden benoemd beschikken vanaf hun benoeming over een termijn van één jaar om de toezichthouder het in artikel 2, § 1, 3°, a) bedoelde attest van slagen te bezorgen.

De toezichthouder kan, onder uitzonderlijke en door de betrokken onderneming naar behoren gemotiveerde omstandigheden, afwijkingen toestaan van de termijn van één jaar als vastgesteld in het vorige lid.

Wanneer de in de vorige leden bepaalde termijn niet wordt nageleefd, wordt de betrokken kandidaat-verantwoordelijke voor de compliancefunctie niet langer geacht aan de deskundigheidsvereiste te voldoen, en dat tot wanneer een in artikel 2, § 1, 3°, a) bedoeld attest van slagen wordt bezorgd aan de toezichthouder. § 4. De in artikel 1, 1°, a) en d) bedoelde gereglementeerde ondernemingen die geen beleggingsdiensten verlenen of aanbieden, moeten de toezichthouder onverwijld in kennis stellen wanneer ze voornemens zijn om dergelijke diensten te verlenen of aan te bieden.

In dat geval beschikt de verantwoordelijke voor de compliancefunctie van de betrokken onderneming over een termijn van één jaar vanaf de kennisgeving van de verandering van activiteiten aan de toezichthouder om een attest van slagen in te dienen voor het examen over de in artikel 5, 2°, derde lid, b) bedoelde module A van het praktische examen voor de bank- en beleggingsdienstensector, behalve wanneer het attest van slagen dat in het initiële erkenningsdossier was ingediend al betrekking had op die module.

Zo ook moeten de in artikel 1, 1°, c) en e) bedoelde gereglementeerde ondernemingen die geen levensverzekeringsactiviteiten zoals gedefinieerd in Bijlage II van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten aanbieden, de toezichthouder onverwijld in kennis stellen wanneer ze de intentie hebben om dergelijke verzekeringen aan te bieden. In dat geval beschikt de verantwoordelijke voor de compliancefunctie van de betrokken onderneming over een termijn van een jaar vanaf de kennisgeving aan de toezichthouder van de verandering van activiteiten om een attest van slagen in te dienen voor de in artikel 5, 2°, derde lid, a) bedoelde module A van het praktische examen voor de verzekeringssector, behalve wanneer het attest van slagen in het initiële erkenningsdossier al die module betrof.

Als de betrokken verantwoordelijken voor de compliancefunctie geen dergelijk attest indienen, zullen ze niet langer worden geacht te voldoen aan de in artikel 2, § 1, 3° bedoelde vereiste van beroepskennis.

De toezichthouder kan, in uitzonderlijke en door de betrokken onderneming naar behoren gemotiveerde omstandigheden, afwijkingen toestaan op de in de leden 1 en 2 vastgestelde termijn van één jaar.

Art. 3.De gereglementeerde ondernemingen zorgen ervoor dat de verantwoordelijken voor de compliancefunctie te allen tijde de voor hen geldende verplichting tot permanente opleiding als bedoeld in artikel 2, § 2 naleven.

De gereglementeerde ondernemingen zorgen er ook voor dat de andere personen die belast zijn met de compliancefunctie deelnemen aan een dergelijk opleidingsprogramma met een minimumduur van 20 uur om de drie jaar.

De naleving van deze bepaling wordt aangetoond aan de hand van attesten die ter beschikking van de toezichthouder moeten worden gehouden.

Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 2, § 1, 3°, b) en § 2, kan de deelname aan door de FSMA of de NBB georganiseerde evenementen voor personen die belast zijn met de compliancefunctie in aanmerking worden genomen bij de berekening van de minimumduur van de permanente opleiding. Naargelang van het programma van die evenementen verstrekt de FSMA of de NBB, naargelang van het geval, een deelnemingsattest aan de deelnemer dat ten minste de volgende informatie bevat : a) de naam van de deelnemer;b) de identificatie van de opleidingsinstelling;c) de datum van de opleiding;d) het onderwerp/de titel van de opleiding;e) de duur van de opleiding;f) in voorkomend geval, de datum van de test (als het om een opleiding op afstand gaat);g) de datum van opmaak van het deelnemingsattest;h) de handtekening van de verantwoordelijke van de opleidingsinstelling. Afdeling III. - Erkenning van de examens

Art. 4.§ 1. De instellingen die een in artikel 2, § 1, 3°, a) bedoeld examen willen organiseren moeten de erkenning van dat examen verkrijgen bij de NBB en de FSMA. De aan de NBB gerichte erkenningsaanvraag wordt aan haar gericht in de vorm en volgens de modaliteiten die zij bepaalt en op haar website bekendmaakt. De NBB kan de verplichting opleggen om de aanvraag en het dossier geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg in te dienen.

De erkenningsaanvraag wordt vergezeld van een dossier dat alle inlichtingen bevat die nodig zijn om de erkenningsaanvraag te beoordelen en waaruit blijkt dat het examen aan alle in artikel 5 opgesomde erkenningsvoorwaarden voldoet. § 2. De NBB beslist binnen een termijn van drie maanden vanaf de ontvangst van het volledige dossier.

Ze brengt haar beslissing ter kennis van de aanvrager bij een ter post aangetekende brief.

Art. 5.Om te kunnen worden erkend moeten de in artikel 2, § 1, 3°, a) bedoelde examens aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° voor elk examen bepaalt de exameninstelling of het gaat om een examen voor de bank- en beleggingsdienstensector of om een examen voor de verzekeringssector.2° het examen bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Het theoretische deel van het examen betreft alle wettelijke en reglementaire gedrags- en integriteitsregels die van toepassing zijn op de gereglementeerde ondernemingen en die verband houden met de compliancefunctie.

Het praktische deel van het examen bestaat uit twee modules : a)wat het praktische deel van het examen voor de verzekeringssector betreft : -een module over de waakzaamheidsplicht ten aanzien van het cliënteel en de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en terrorismefinanciering (de zogenoemde "module A van het praktische examen voor de verzekeringssector"); en -een module die alle andere wettelijke en reglementaire gedrags- en integriteitsregels betreft die van toepassing zijn op de in artikel 1, 1°, c) en e) bedoelde gereglementeerde ondernemingen en die verband houden met de compliancefunctie (de zogenoemde "module B van het praktische examen voor de verzekeringssector"; b)wat het praktische deel van het examen voor de bank- en beleggingsdienstensector betreft : -een module over de gedragsregels bedoeld in of in uitvoering van de artikelen 27 tot 28bis van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen sluiten en over de organisatorische regels in verband met de verstrekking van beleggingsdiensten bedoeld in of in uitvoering van de artikelen 41 tot 42/2, 64, 65/2, 65/3, 510 tot 510/2, 527 en 529/1 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, de artikelen 25/1, § 1, tweede lid, 4°, 26, §§ 1, 2, 5 en 6, 26/1 en 26/2 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten, de artikelen 219, § 4, 220 en 221, eerste lid van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en artikel 33, eerste lid van de wet van 19 april 2014 (de zogenoemde "module A van het praktische examen voor de bank- en beleggingsdienstensector"); -een module die de andere wettelijke en reglementaire gedrags- en integriteitsregels betreft die van toepassing zijn op de in artikel 1, 1°, a), b) en d) bedoelde gereglementeerde ondernemingen en die verband houden met de compliancefunctie (de zogenoemde "module B van het praktische examen voor de bank- en beleggingsdienstensector").

Module B van het praktische examen voor de verzekeringssector moet tenminste betrekking hebben op de naleving van de gedragsregels die van toepassing zijn op de verzekeringsondernemingen in uitvoering van artikel 26, tweede en vierde lid van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen sluiten en de naleving van de in artikel 42 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten bedoelde organisatorische regels.

Module B van het praktische examen voor de bank- en beleggingsdienstensector moet tenminste betrekking hebben op de naleving van de waakzaamheidsplicht ten aanzien van het cliënteel, de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en terrorismefinanciering en de naleving van de organisatorische regels bedoeld in of in uitvoering van de artikelen 21, 65, 65/1, 66, 502, 528, 529 en 530 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, de artikelen 25 tot 25/3, 26, § 4 en 42 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten, de artikelen 41, 42, 44, 82, 83, 83/1, 201, 202, 213/1 tot 213/4, 218 en 219, §§ 1, 2 en 4 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en de artikelen 26 tot 32, 33, tweede tot vierde lid, 37, 40 tot 47, 208, 209, 319, 320, 330 van de wet van 19 april 2014, en in de artikelen 30 tot 45, 57 tot 66, en 75 tot 82 van de gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht. 3° Het examen wordt voorafgegaan door een opleiding waarin alle in punt 2° bedoelde onderwerpen aan bod komen.4° De examenvragen worden regelmatig aangepast aan de wettelijke en reglementaire ontwikkelingen.Ze worden ook regelmatig afgewisseld.

Bijgewerkte examenvragen moeten voorafgaandelijk ter goedkeuring worden voorgelegd aan de FSMA en de NBB volgens de modaliteiten die door hen worden bepaald en op hun websites worden bekendgemaakt. 5° Het examen wordt ter beoordeling voorgelegd aan een jury die is samengesteld uit minstens drie personen die over voldoende deskundigheid en onafhankelijkheid beschikken om hun functies uit te oefenen.De algemene samenstelling van de jury weerspiegelt een voldoende brede waaier van ervaringen.

Een vertegenwoordiger van de FSMA en/of de NBB kan het praktische deel van het examen en de beraadslagingen van de jury bijwonen als waarnemer. 6° Het attest van slagen voor het examen wordt maar toegekend als de kandidaat 60 % van de punten heeft behaald op elk onderdeel van het examen. Het attest van slagen voor het examen bevat de volgende elementen : -de naam en voornaam van de kandidaat; -de exacte benaming van het afgelegde examen; -de vermelding dat de kandidaat is geslaagd; -de datum van het examen; -de handtekening van de verantwoordelijke van de exameninstelling. 7° Elk examen wordt minstens één keer per jaar georganiseerd en moet bestaan uit twee sessies.8° De resultaten van elk examen alsook de lijst van de personen die voor het examen zijn geslaagd, worden overgemaakt aan de FSMA en de NBB.9° Er wordt een beroepsprocedure georganiseerd binnen de exameninstelling.

Art. 6.Er moet permanent zijn voldaan aan de voorwaarden voor de initiële erkenning van het examen.

De exameninstellingen moeten de FSMA en de NBB informeren over elke wijziging van de voorwaarden voor de initiële erkenning en elk document dat toelaat na te gaan of de erkenningsvoorwaarden op doorlopende wijze worden gerespecteerd ter beschikking houden van de NBB. Als een examen niet langer beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden, kan de NBB, op advies van de FSMA, overgaan tot het herroepen van de erkenning op grond van een gemotiveerde beslissing en na de exameninstelling te hebben gehoord.

De NBB kan beslissen die herroeping openbaar te maken door ze te publiceren op haar website. Afdeling IV. - Samenwerking tussen de NBB en de FSMA

Art. 7.De NBB sluit een samenwerkingsprotocol met de FSMA met het oog op de efficiënte en coherente uitvoering van dit reglement, met name gelet op de bevoegdheden van de NBB en de FSMA inzake de erkenning van de in artikel 4, § 1 bedoelde examens en de erkenning van de in artikel 2, § 1, 3°, b) bedoelde opleidingsinstellingen. De NBB publiceert dat samenwerkingsprotocol op haar website. Afdeling V. - Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

Art. 8.Dit reglement treedt in werking op 1 juni 2018.

Art. 9.Onverminderd de voor hen geldende verplichting om deel te nemen aan een programma tot permanente opleiding conform artikel 2, § 2, worden de verantwoordelijken voor de compliancefunctie wier benoeming werd goedgekeurd door de toezichthouder vóór de datum van inwerkingtreding van dit reglement geacht te voldoen aan de in artikel 2, § 1 bedoelde deskundigheidsvereisten. Laatstgenoemden zijn ook vrijgesteld van de verplichting om het in artikel 2, § 1, 3°, a) bedoelde attest van slagen voor het examen in te dienen in geval van een latere benoeming als verantwoordelijke voor de compliancefunctie in een andere gereglementeerde onderneming die tot dezelfde activiteitensector behoort als de gereglementeerde onderneming waarbij ze in functie zijn op de datum van inwerkingtreding van het reglement.

Art. 10.Voor de toepassing van artikel 2, § 1, 3°, a) is het de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie toegestaan een attest in te dienen waaruit blijkt dat ze vóór de inwerkingtreding van dit reglement zijn geslaagd voor een door de FSMA erkend examen.

Voor de toepassing van artikel 2, § 1, 3°, b) en § 2 kunnen de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie en de verantwoordelijken voor de compliancefunctie ook opleidingsuren doen gelden in het kader van een deelname aan een door de FSMA erkend opleidingsprogramma.

Voor de toepassing van artikel 2, § 1, 3°, b) op de in het eerste lid bedoelde kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie is de voorwaarde om deel te nemen aan een programma tot permanente opleiding van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van dit reglement.

Art. 11.De examens die op de datum van inwerkingtreding van dit reglement zijn erkend door de FSMA krijgen een voorlopige erkenning overeenkomstig artikel 2, § 1, 3°, a).

De instellingen die een in het eerste lid bedoeld examen organiseren moeten echter vóór 1 september 2018 bij de FSMA en de NBB een definitieve erkenning aanvragen overeenkomstig afdeling III van het reglement.

Als geen erkenningsaanvraag wordt ingediend binnen de in het tweede lid bepaalde termijn, wordt de in het eerste lid bedoelde voorlopige erkenning van rechtswege beëindigd. Wanneer een erkenningsaanvraag werd ingediend binnen de in het tweede lid bepaalde termijn, wordt de in het eerste lid bedoelde voorlopige erkenning van rechtswege beëindigd in geval van een beslissing tot weigering van de erkenning door de FSMA en de NBB. Brussel, 6 februari 2018.

De Gouverneur van de Nationale Bank van België, J. SMETS

Toelichtingsnota bij het reglement van de Nationale Bank van België betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie I. Algemene overwegingen In het kader van de initiatieven ter versterking van het vertrouwen in de financiële sector heeft de sub-working group on regulatory and supervisory issues van de High Level Expert Group, die door de minister van Financiën in 2015 werd opgericht, onder meer gewerkt rond de compliancefunctie in financiële instellingen.

De algemene doelstelling van deze subwerkgroep inzake compliance is het versterken van de grondslag van de compliancefunctie binnen de gereglementeerde ondernemingen, om de integriteit van de financiële sector en het vertrouwen van de consumenten in die sector te helpen vergroten. De groep heeft met name geconcludeerd dat de respectieve benaderingen van de FSMA en de NBB in verband met de beoordeling van de voorwaarden inzake deskundigheid en professionele betrouwbaarheid ("fit & proper") van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie nader op elkaar moeten worden afgestemd.

Voor wat het luik "deskundigheid" betreft zijn artikel 40 van de bankwet en artikel 60 van de wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen gewijzigd door de wet van 5 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/2017 pub. 18/12/2017 numac 2017014284 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse financiële bepalingen sluiten houdende diverse financiële bepalingen om te verduidelijken dat de NBB, bij reglement, de minimumvoorwaarden kan vastleggen waaraan dient te worden voldaan inzake het vereiste van passende deskundigheid, met inbegrip van de modaliteiten van de procedure voor de beoordeling van dat vereiste.

Het door de subwerkgroep verdedigde standpunt hield met name in dat het examen dat deel uitmaakt van de erkenningsregeling voor de complianceofficers van de FSMA, in het kader van haar opdrachten inzake het toezicht op de gedragsregels, ook als criterium kan worden gebruikt bij de beoordeling, door de prudentiële toezichthouder, van het vereiste van deskundigheid in hoofde van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie.

In dit verband hebben de NBB en de FSMA een gezamenlijke aanpak ontwikkeld om de vereisten van beide toezichthouders inzake de beoordeling van de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie beter op elkaar af te stemmen. De NBB heeft gestalte gegeven aan deze aanpak via een reglement betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie. De FSMA heeft eveneens een reglement opgesteld ter wijziging van haar reglement van 27 oktober 2011 betreffende de erkenning van compliance officers.

Zo wordt er met dit reglement naar gestreefd een grotere administratieve transparantie te verzekeren met betrekking tot de minimumvereisten waarmee de toezichthouder rekening moet houden bij voornoemde beoordeling, en er aldus voor te zorgen dat de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die aan een dergelijke beoordeling worden onderworpen, hiervoor de nodige voorbereidingen kunnen treffen in een transparant kader. De in dit reglement vastgestelde regels mogen in geen geval een beperking inhouden van de beoordelingsvrijheid waarover de toezichthouder noodzakelijkerwijs moet beschikken bij de beoordeling van voornoemd vereiste.

Momenteel komen de verwachtingen van de toezichthouder overigens reeds aan bod in zijn circulaire NBB_2013_02 van 17 juni 2013 betreffende de standaarden van deskundigheid en professionele betrouwbaarheid voor de leden van het directiecomité, bestuurders, verantwoordelijken van onafhankelijke controlefuncties en effectieve leiders van financiële instellingen. Het spreekt voor zich dat deze circulaire onverkort van toepassing blijft, behoudens meer specifieke bepalingen in onderhavig reglement.

II. Ingevoerde regeling A. Vereisten inzake deskundigheid in hoofde van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie Wat de ervaringsvoorwaarde betreft, moet de gereglementeerde onderneming, met name aan de hand van de beschrijvingen van de eerder door de kandid(a)ate uitgeoefende functies, aantonen dat hij/zij gedurende ten minste drie jaar passende ervaring heeft opgedaan. Opdat die ervaring passend zou kunnen worden geacht, is het belangrijk dat de betrokken persoon, bij de uitoefening van zijn functies, een beoordelingsverantwoordelijkheid heeft gedragen met betrekking tot de toepassing van de wettelijke integriteits- en gedragsregels. Dit betekent dus dat de ervaring opgedaan in het kader van functies waarbij de kandid(a)ate zich beperkte tot de toepassing van de integriteits- en gedragsregels op basis van precieze instructies die hij of zij - zonder enige beoordelingsmogelijkheid - moest opvolgen, niet in aanmerking kan worden genomen. Ook relevante ervaring opgedaan buiten gereglementeerde ondernemingen, bijvoorbeeld in een advocatenkantoor of in een consultantcybedrijf, kan in aanmerking worden genomen. Wel dient de werkomgeving inhoudelijk gelijkenissen of raakvlakken te vertonen met de functies van de verantwoordelijke voor de compliancefunctie van een gereglementeerde onderneming en met de gereglementeerde onderneming waar de kandidaat wordt benoemd. De activiteiten, de omvang en de complexiteit van de onderneming zijn factoren die zullen meespelen in de beoordeling. Ook zal op een proportionele manier rekening worden gehouden met de inhoud van de regels die de kandidaat-verantwoordelijke voor de compliancefunctie diende toe te passen in het kader van zijn eerder opgedane ervaring, om te kunnen garanderen dat zij een zekere gelijkenis vertonen met de regels die hij zal moeten toepassen in zijn hoedanigheid van verantwoordelijke voor de compliancefunctie.

In geval van mobiliteit van de verantwoordelijke voor de compliancefunctie kan de voorwaarde inzake passende ervaring bij elke nieuwe erkenningsaanvraag opnieuw worden onderzocht om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de onderneming waar de verantwoordelijke voor de compliancefunctie wordt benoemd.

Om te garanderen dat de opgedane ervaring nog steeds pertinent is in een permanent evoluerende reglementaire context, wordt ook verduidelijkt dat die passende ervaring integraal moet zijn opgedaan tijdens de periode van zes jaar vóór de datum waarop de erkenningsaanvraag wordt ingediend.

Wat de voorwaarde inzake beroepskennis betreft, moet de gereglementeerde onderneming aantonen dat de kandid(a)ate voldoende kennis heeft verworven en behouden van de wettelijke en reglementaire integriteits- en gedragsregels, met name door de verplichting om te slagen voor een examen dat wordt afgenomen door een opleidingscentrum waarvan de examens door de FSMA en de NBB zijn erkend. De voorwaarden en de procedure met betrekking tot de erkenning van de examens worden gedefinieerd in artikel 4 tot 6 van het reglement. Vermits de examens slechts op periodieke basis worden georganiseerd, is voorzien dat een kandidaat zijn/haar functie kan opnemen mits hij/zij binnen het jaar slaagt voor het examen en mits aan alle andere voorwaarden is voldaan (art. 2, § 3).

Een afzonderlijk examen, bestaande uit een theoretisch en een praktisch deel, zal worden georganiseerd voor de bank- en beleggingsdienstensector enerzijds en de verzekeringssector anderzijds. Het praktische deel van het examen bestaat uit twee modules, waarvan één module ("module A") optioneel is in functie van de activiteiten van de instelling. Het gaat daarbij meer bepaald om : i. een "AML"-module voor de verzekeringsondernemingen : deze module dient niet te worden gevolgd door kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie voor verzekeringsondernemingen die geen levensverzekeringsactiviteiten aanbieden;en ii. een module `beleggingsdiensten' voor de gereglementeerde ondernemingen van de bank- en beleggingsdienstensector : Deze module dient niet te worden gevolgd door kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie voor banken of (gemengde) financiële holdings die geen beleggingsdiensten aanbieden.

Art. 2, § 4 bepaalt in dit verband dat de gereglementeerde onderneming de toezichthouder onverwijld dient te verwittigen indien zij nieuwe activiteiten ontwikkelt, die de verantwoordelijke voor de compliancefunctie ertoe verplichten om binnen een termijn van één jaar voor voornoemde optionele module te slagen.

Het spreekt tevens voor zich dat de attesten die worden uitgereikt bij het slagen voor het examen duidelijk vermelden welke modules de kandidaat met succes heeft afgelegd.

Tot slot wordt tevens rekening gehouden met het feit dat iemand ervoor kan opteren het examen af te leggen zonder onmiddellijk te worden benoemd als verantwoordelijke voor de compliancefunctie in een gereglementeerde onderneming. In dat geval wordt verwacht dat zijn kennis, vanaf het slagen in het examen, up-to-date wordt gehouden aan de hand van opleidingen met een minimumduur van 20 uur om de drie jaar (art. 2, § 1, 3°, b)). Voor de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die eerder al in een gereglementeerde onderneming waren benoemd, en die bij die gelegenheid voor het examen zijn geslaagd, zal de NBB in het kader van de nieuwe benoemingsprocedure rekening houden met de manier waarop ze de voor hen geldende verplichting tot permanente opleiding hebben nageleefd bij de uitoefening van hun eerdere functie als verantwoordelijke voor de compliancefunctie. In dat geval zal de aan te tonen minimumduur van de permanente opleiding 40 uur bedragen om de drie jaar, wat overeenstemt met de in art. 2, § 2, vereiste minimumduur van de permante opleiding voor verantwoordelijken voor de compliancefunctie.

In artikel 2, § 2, van het reglement wordt immers verduidelijkt dat de verantwoordelijken voor de compliancefunctie, om te allen tijde aan de voorwaarde inzake beroepskennis te voldoen, aan een permanent opleidingsprogramma met een minimumduur van 40 uur om de drie jaar moeten deelnemen bij een opleidingscentrum dat, op advies van de NBB, door de FSMA is erkend.

Meer algemeen moeten de gereglementeerde ondernemingen er ook op toezien dat de andere personen die met de compliancefunctie zijn belast (de medewerk(st)ers van de compliancecel van de gereglementeerde onderneming), ook deelnemen aan opleidingen met een minimumduur van 20 uur om de 3 jaar (zie artikel 3, tweede lid, van dit reglement).

Kort samengevat, kunnen zich, wat de permanente opleiding betreft, volgende gevallen voordoen : -de verantwoordelijke voor de compliancefunctie : hij moet, vanaf het moment waarop hij benoemd wordt, minimum 40 uur deelnemen aan opleidingen over een periode van 3 jaar; - een persoon die het examen succesvol heeft afgelegd maar nog niet werd benoemd als verantwoordelijke voor de compliancefunctie bij een gereglementeerde onderneming, en die later, op het moment van dergelijke benoeming, wil laten gelden dat hij voor het examen is geslaagd : die persoon moet, vanaf het slagen voor het examen, minimum 20 uur deelnemen aan opleidingen over een periode van 3 jaar. Dit geldt ook als de persoon, op het moment waarop hij voor het examen slaagt, niet met een complianceopdracht bij een gereglementeerde onderneming is belast; zo niet, zou die persoon niet kunnen laten gelden dat hij voor het examen is geslaagd in het kader van een goedkeuringsprocedure op het moment waarop hij als verantwoordelijke voor de compliancefunctie bij een gereglementeerde onderneming wordt benoemd (zie artikel 2, § 1, 3°, b, van het reglement); - een persoon die al als verantwoordelijke voor de compliancefunctie is benoemd, maar die, overeenkomstig artikel 2, § 3, van het reglement, het examen nog moet afleggen : die persoon is nog niet onderworpen aan de verplichting tot permanente opleiding, maar zal, binnen twaalf maanden na zijn inschrijving op de voorlopige lijst, de opleiding ter voorbereiding van het examen moeten volgen en voor het examen moeten slagen. Hij zal, onmiddellijk nadat hij voor het examen is geslaagd, minimum 40 uur moeten deelnemen aan opleidingen over een periode van 3 jaar (zie artikel 2, § 3, van het reglement); - medewerkers van de verantwoordelijke voor de compliancefunctie die met complianceopdrachten zijn belast : zij moeten minimum 20 uur deelnemen aan opleidingen over een periode van 3 jaar (zie artikel 3, tweede lid, van het reglement).

Tot slot dienen de kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie over de nodige vaardigheden te beschikken en blijk te hebben gegeven professioneel gedrag. Deze componenten zijn geënt op de componenten die aan bod komen in de circulaire NBB_2013_02 van 17 juni 2013. "Vaardigheden" ("skills") geven aan wat iemand kan. Ze worden ingezet om een bepaald gedrag te laten zien in bepaalde situaties. Toegepast op de compliancefunctie gaat het hierbij o.a. over het onafhankelijke beoordelingsvermogen en het gewicht dat de betrokkene in de schaal kan leggen bij het besluitvormingsproces van de instelling. Het is niet de bedoeling dat de toezichthouder afzonderlijke vaardigheden toetst; er zal eerder gekeken worden naar de manier waarop de instelling rekening heeft gehouden met de component "vaardigheden" bij haar interne beoordelingsproces van de kandidaat. "Professioneel gedrag" verwijst naar observeerbaar gedrag waarin de normen en waarden van de beroepsuitoefening (de beroepsethiek) zichtbaar zijn en tot uitdrukking komen in het dagelijks handelen.

Meer in het bijzonder gaat het over het gedrag dat vereist is om de naleving van toepasselijke regelgeving in de financiële sector te verzekeren en, ruimer gezien, om de belangen van de instelling en haar cliënten, collega's, tegenpartijen en andere stakeholders, en de gemeenschap in haar geheel te beschermen. Professioneel gedrag moet komen van de persoon zelf, maar wordt mede bepaald door de omgeving waarin deze fungeert (bijvoorbeeld beroepscodes, interne gedragsregels van instellingen). Algemeen gesproken kan een persoon worden geacht hieraan te voldoen als geen indicaties voorhanden zijn die in de richting van het tegendeel wijzen. Indien de persoon eerder al in contact stond met de toezichthouder, speelt die eerdere relatie een rol. Ook kan contact genomen worden met personen waarmee de betrokkene in het verleden reeds in professioneel verband heeft gehandeld (de zogenaamde "referenties").

B. Erkenning van de examens De instellingen die een examen voor verantwoordelijken voor de compliancefunctie willen organiseren, moeten de erkenning van dat examen verkrijgen van zowel de NBB als de FSMA. De erkenningsvoorwaarden zijn identiek voor beide beslissingen.

Eerst en vooral moet de instelling verduidelijken of haar examen bedoeld is voor de verantwoordelijken voor de compliancefunctie van de bank- en beleggingsdienstensector of voor de verantwoordelijken voor de compliancefunctie van de verzekeringssector.

Elk examen moet verplicht bestaan uit een theoretisch en een praktisch deel. Om te kunnen nagaan of de betrokkenen een minimale theoretische kennis bezitten van alle regels waarvan de verantwoordelijke voor de compliancefunctie de naleving moet garanderen, moet het theoretisch deel van het examen betrekking hebben op alle wettelijke en reglementaire gedrags- en integriteitsregels die van toepassing zijn op de betrokken gereglementeerde ondernemingen en verband houden met de compliancefunctie.

Het praktisch deel van het examen moet uit twee afzonderlijke modules bestaan, waarvan één module eventueel facultatief zal zijn in functie van de activiteiten van de onderneming waar de verantwoordelijke voor de compliancefunctie zijn functie zal uitoefenen, zoals hierboven uitgelegd. In zekere mate wordt op die manier rekening gehouden met de problemen waarmee de verantwoordelijke voor de compliancefunctie van die ondernemingen daarwerkelijk wordt geconfronteerd bij de uitoefening van zijn functie. Die gedeeltelijke modalisering van het praktisch deel van het examen heeft echter een impact op de mobiliteit van de verantwoordelijke voor de compliancefunctie die het examen mogelijk opnieuw zal moeten afleggen als hij wordt benoemd bij een andere gereglementeerde onderneming, waarvan de activiteiten verschillen van die van de onderneming waar hij vroeger als verantwoordelijke was benoemd. Verder heeft die gedeeltelijke modalisering ook tot gevolg dat een verantwoordelijke voor de compliancefunctie mogelijk voor een aanvullende module van het examen zal moeten slagen, als de gereglementeerde onderneming waar hij actief is, haar activiteiten uitbreidt (bijvoorbeeld een verzekeringsonderneming die levensverzekeringsactiviteiten zou gaan verrichten en waarvan de verantwoordelijke voor de compliancefunctie dan voor de "AML"-examenmodule zou moeten slagen) (zie artikel 2, § 4, van het reglement).

De module van het praktisch deel van het examen die verplicht is voor alle kandidaten zal ook verplicht betrekking moeten hebben op bepaalde materies. Zo zal module B van het praktisch deel van het voor de verzekeringssector bestemde examen, op zijn minst betrekking moeten hebben op de naleving van de gedrags- en organisatorische regels die verband houden met de verzekeringsdistributie. Module B van het praktisch deel van het examen dat bestemd is voor de bank- en beleggingsdienstensector, zal verplicht vragen moeten bevatten over de waakzaamheidsplicht ten aanzien van de cliënten en over de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, alsook over bepaalde organisatorische vereisten.

Daarnaast worden nog andere voorwaarden gekoppeld aan de erkenning van de examens, waaronder de verplichting om het examen te laten voorafgaan door een opleiding, de verplichting dat het examen moet bestaan uit twee sessies (waarvan de tweede een herkansing impliceert), de verplichting om de examenvragen regelmatig aan te passen, en de verplichting om een beroepsprocedure te organiseren. De voorafgaande opleiding kan, naar keuze van de instelling, het theoretisch of het praktisch deel van het examen voorafgaan.

De voorwaarden voor de erkenning van het examen moeten te allen tijde worden nageleefd door de instelling die dat examen organiseert. Als dat niet gebeurt, kan zowel de NBB als de FSMA na het advies van de andere instelling te hebben ingewonnen, de erkenning van het betrokken examen herroepen.

C. Overgangsbepalingen Een `grandfathering' is voorzien voor de verantwoordelijken voor de compliancefunctie die reeds benoemd waren op het ogenblik van de inwerkingtreding van het reglement. Zij dienen niet aan een herbeoordeling te worden onderworpen. Wanneer zij later worden benoemd bij een andere instelling uit dezelfde sector, dienen ze het examen niet af te leggen.

De vereiste van permanente vorming (cf. art. 2, § 2 van het reglement) wordt daarentegen wel op hen van toepassing. De verantwoordelijken voor de compliancefunctie waarvan sprake dienen dus, vanaf de inwerkingtreding van dit reglement, deel te nemen aan een programme tot permanente opleiding met een minimumduur van 40 uur om de 3 jaar.

Wanneer die personen van sector veranderen, moeten zij bovendien een attest indienen waaruit blijkt dat zij zijn geslaagd voor het examen van de sector waar zij de functie van verantwoordelijke van de compliancefunctie zullen uitoefenen.

Als overgangsmaatregel krijgen de bestaande examens die door de FSMA zijn erkend, een voorlopige erkenning, op voorwaarde echter dat er, voor de instellingen die de examens organiseren, vóór 31 augustus 2018 een erkenningsaanvraag bij de NBB en de FSMA wordt ingediend. Gebeurt dit niet of wordt de erkenningsaanvraag geweigerd, dan wordt de voorlopige erkenning van rechtswege beëindigd. Kandidaten kunnen zich blijven beroepen op de attesten van slagen voor examens die uitsluitend door de FSMA zijn erkend (conform de regeling vervat in het FSMA-reglement van 27 oktober 2011). De kandidaat-verantwoordelijken voor de compliancefunctie die voor een dergelijk examen zijn geslaagd, hoeven, volgens de nieuwe regeling, niet opnieuw een examen af te leggen.

In diezelfde geest kunnen de (kandidaat-) verantwoordelijken voor de compliancefunctie, wat het vereiste van permanente vorming betreft, ook opleidingsuren doen gelden in het kader van een deelname aan een door de FSMA erkend opleidingsprogramma. Naar de toekomst toe zal de FSMA evenwel geen opleidingsprogramma's meer erkennen, doch enkel, op advies van de NBB, opleidingscentra.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 15 april 2018 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 6 februari 2018 betreffende de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^