Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 september 2016
gepubliceerd op 10 oktober 2016

Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2016003313
pub.
10/10/2016
prom.
14/09/2016
ELI
eli/besluit/2016/09/14/2016003313/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 146 van de hypotheekwet van 16 december 1851 zoals ingevoegd bij artikel 96 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 28/12/2015 numac 2015003486 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en diverse bepalingen sluiten houdende fiscale en diverse bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 maart 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 juni 2016;

Gelet op advies 59.701/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De hypothecaire openbaarmaking geeft aanleiding tot het betalen van volgende retributies : 1° voor het registreren van de aanvragen van de hypothecaire formaliteiten, per vak van het register van neerlegging : 2,25 EUR;2° voor de erkenning van de neerlegging van stukken, wanneer zij afgegeven wordt overeenkomstig artikel 126 van de hypotheekwet van 16 december 1851, per nummer van het register van neerlegging : 17,19 EUR;3° voor elke inschrijving, oorspronkelijke of vernieuwde, van hypotheekrecht of voorrecht : a) per bladzijde van het borderel overeenstemmend met een bladzijde van het formaat A4 of een gedeelte ervan : 6,94 EUR; b) naargelang het bedrag, in hoofdsom en bijhorigheden, van de sommen waarvoor de inschrijving genomen of vernieuwd wordt : - 25.000 EUR niet overtreft : 69,31 EUR; - 25.000 EUR overtreft : 69,31 EUR verhoogd met 24,26 EUR per volledige of onvolledige schijf van 25.000 EUR boven de eerste.

Het onder b) bedoelde bedrag omvat het totaal van de schuldvorderingen, huidige of gebeurlijke, prijzen, opleggelden, uitkeringen, geldelijke lasten en andere prestaties in geld, die het voorwerp van de inschrijving uitmaken, met uitsluiting van de bij artikel 87 van de hypotheekwet van 16 december 1851 bedoelde drie jaren interest en met uitsluiting van de prestaties in natura en van de verplichtingen om iets te doen die niet in kapitaal werden geraamd in de akten, en, bij ontstentenis van akten, in de borderellen. Het wordt bepaald per formaliteit zonder rekening te houden met de pluraliteit van hypotheekrechten en van schuldvorderingen, noch met het aantal van de schuldeisers, medebelanghebbenden of niet, noch met het aantal van de verdeelde of onverdeelde eigenaars.

De prestaties bestaande uit een rente of een pensioen, die niet in kapitaal werden geraamd in de akten of borderellen, worden geschat als volgt : - gaan de prestaties over een lijfrente of een levenslang pensioen, dan wordt de retributie vereffend op het jaarlijks bedrag van de uitkering vermenigvuldigd met het getal dat in onderstaande tabel is opgegeven en afhankelijk is van de leeftijd van de beneficiant op de dag van de akte :

Getal

Leeftijd

Nombre

Age

18

20 jaar of minder;

18

20 ans ou moins;

17

meer dan 20 jaar en niet meer dan 30 jaar;

17

plus de 20 ans et pas plus de 30 ans;

16

meer dan 30 jaar en niet meer dan 40 jaar;

16

plus de 30 ans et pas plus de 40 ans;

14

meer dan 40 jaar en niet meer dan 50 jaar;

14

plus de 40 ans et pas plus de 50 ans;

13

meer dan 50 jaar en niet meer dan 55 jaar;

13

plus de 50 ans en pas plus de 55 ans;

11

meer dan 55 jaar en niet meer dan 60 jaar;

11

plus de 55 ans et pas plus de 60 ans;

9,5

meer dan 60 jaar en niet meer dan 65 jaar;

9,5

plus de 60 ans et pas plus de 65 ans;

8

meer dan 65 jaar en niet meer dan 70 jaar;

8

plus de 65 ans et pas plus de 70 ans;

6

meer dan 70 jaar en niet meer dan 75 jaar;

6

plus de 70 ans et pas plus de 75 ans;

4

meer dan 75 jaar en niet meer dan 80 jaar;

4

plus de 75 ans et pas plus de 80 ans;

2

meer dan 80 jaar.

2

plus de 80 ans.


- gaan de prestaties over een altijddurende rente, dan wordt de retributie vereffend op het twintigvoudig jaarlijks bedrag van de rente.

Bovenstaande bepalingen zijn toepasselijk op de inschrijving die genomen wordt, krachtens artikel 39 van de hypotheekwet van 16 december 1851, tot behoud van het recht om de afscheiding van de erfboedels te vragen.

De onder letter b) bepaalde retributie wordt met de helft verhoogd wanneer de inschrijving van ambtswege wordt genomen of vernieuwd; 4° voor elke andere melding dan de doorhaling, die door middel van borderellen wordt gevorderd en die in de rand van een inschrijving gedaan wordt : 34,38 EUR;5° voor elke verandering van woonplaats die, onder de handtekening van de betrokkene, in de rand van een inschrijving vastgesteld wordt : 8,60 EUR;6° voor elke overschrijving, per bladzijde van de akte overeenstemmend met een bladzijde van het formaat A4 of een gedeelte ervan : 14,84 EUR. Geen retributie wordt aangerekend voor alle stukken die krachtens een wettelijke bepaling zonder aanbieding ervan geacht worden tegelijk met de akten te zijn overgeschreven; 7° voor elke melding die in de rand van een overschrijving gedaan wordt : 34,38 EUR;8° voor elke akte waarbij een weigering van overschrijving wordt vastgesteld wegens het bestaan van een voorafgaand beslag : 34,38 EUR; 9° voor de doorhaling van de inschrijvingen, met inbegrip van de afgifte van het certificaat van doorhaling : a) wanneer de doorhaling totaal is : naargelang het bedrag van de sommen die dienen tot het vaststellen van de gegradueerde retributie voor de inschrijving : - 25.000 EUR niet overtreft : 120,60 EUR; - 25.000 EUR overtreft : 120,60 EUR, verhoogd met 24,26 EUR per volledige of onvolledige schijf van 25.000 EUR boven de eerste; b) wanneer zij gedeeltelijk is wat de sommen betreft : de onder a) bepaalde retributie berekend op het totaal bedrag van de sommen ten belope waarvan zij gedaan wordt;c) wanneer zij gedeeltelijk is wat de bezwaarde goederen betreft, al dan niet met vermindering van het bedrag van de inschrijving : - de onder a) bepaalde retributie berekend op het totaal bedrag van de door de inschrijving gewaarborgde sommen op het vrijgemaakt goed; - wanneer de vermindering het gevolg is van de behoorlijk overgeschreven vervreemding van bezwaarde goederen, wordt de berekeningsgrondslag van de retributie, op voorlegging van de bewijsstukken, beperkt tot de in de akte van vervreemding aangegeven waarde of prijs; - wanneer de gedeeltelijke doorhaling wat de bezwaarde goederen betreft, gebeurt in het kader van een onteigening ten algemene nutte, is er 34,38 EUR verschuldigd, op voorlegging van een attest uitgaande van de onteigenende macht.

De grondslag voor de berekening van de retributie mag in geen geval meer bedragen dan het totaal bedrag van de oorspronkelijk door de inschrijving gewaarborgde sommen, verminderd met de bedragen die reeds aanleiding hebben gegeven tot de heffing van de gegradueerde retributie bij vorige doorhalingen.

De voor een doorhaling verschuldigde retributie mag niet minder bedragen dan 34,38 EUR. Voor de berekening van de retributie wordt elke inschrijving afzonderlijk beschouwd zonder rekening te houden met de omstandigheid dat dezelfde schuldvordering gewaarborgd is door verscheidene inschrijvingen waarvan gelijktijdig opheffing gegeven wordt.

In al de gevallen waarin de tussenkomst van de ingeschreven hypothecaire schuldeisers door de wet geëist wordt om tot de gehele doorhaling van een van ambtswege genomen inschrijving te komen, is de bewaarder gerechtigd uit hoofde van de nodige opzoekingen de onder 15°, letter a), bepaalde retributie te eisen indien de nodige inlichtingen hem, na aanvraag, niet door de verzoeker verstrekt worden; 10° voor de doorhaling van de randmeldingen met inbegrip van de afgifte van het certificaat van doorhaling : 34,38 EUR per melding; Indien door één en dezelfde akte opheffing wordt gegeven van de inschrijving en van de randmeldingen die er betrekking op hebben, is er niets verschuldigd uit hoofde van de doorhaling van deze laatste; 11° voor de doorhaling van de overschrijvingen van dwangbevelen en van inbeslagnemingen of van de overschrijvingen van vonnissen, beschikkingen en akten bedoeld door artikel 1253ter/5, eerste lid, 4° en vierde lid van het Gerechtelijk Wetboek of van de overschrijvingen van verklaringen van niet vatbaarheid voor beslag, met inbegrip van de afgifte van het certificaat van doorhaling : 34,38 EUR per overschrijving;12° voor elk duplicaat van certificaat van doorhaling : 17,19 EUR per betrokken formaliteit;13° voor de vergeleken afschriften van neergelegde of overgeschreven akten : 2,07 EUR per bladzijde, zonder dat de retributie minder dan 34,38 EUR per afschrift mag bedragen;14° voor elk duplicaat van kwijtschrift : 17,19 EUR;15° voor de hypothecaire certificaten of lastenstaten : a) wegens opzoekingen : 6,88 EUR per persoon vermeld in de vordering;b) voor elke bij uittreksel op het certificaat of op de lastenstaat vermelde inschrijving of overschrijving : 3,44 EUR indien op vordering, het uittreksel door een integraal afschrift vervangen wordt, is de onder 13° voorziene retributie verschuldigd; Geen andere retributie dan die bepaald onder a) is verschuldigd voor het certificaat van niet-inschrijving of van niet-overschrijving.

De vrijstelling van het opnemen van zekere formaliteiten sluit, wat die formaliteiten betreft, de heffing van de retributie per uittreksel uit indien hun aanwijzing de datum, het boekdeel en het nummer, hetzij de referte eraan vermeldt; c) voor elke melding ter aanvulling van een inschrijving of overschrijving : 2,42 EUR;d) het totaal bedrag van de krachtens a) tot c) bepaalde retributies mag, per certificaat of per lastenstaat, niet minder bedragen dan 34,38 EUR;16° voor de raadpleging ter plaatse van een formaliteitsregister, voor zover die raadpleging door de bewaarder toegelaten wordt om de openbare ambtenaren het vervullen van hun plichten te vergemakkelijken : 5,16 EUR per geraadpleegd register; Wordt de nauwkeurige aanduiding van het boekdeel en van het nummer door de belanghebbende niet verstrekt, dan is er daarenboven verschuldigd voor de opzoekingen in de bescheiden : 6,88 EUR; 17° voor de raadpleging, door de bewaarder, van akten, volmachten, lastenkohieren of alle andere documenten, die vroeger op de hypotheekbewaring overgeschreven of neergelegd werden en waarnaar de belanghebbenden verwijzen, hetzij in een aan de formaliteit van de overschrijving of van de inschrijving onderworpen akte, hetzij in een akte van handlichting: 6,88 EUR per geraadpleegde akte;18° voor het onderzoek door de bewaarder, door middel van zijn persoonlijke documentatie, naar de bekwaamheid en de hoedanigheid van de personen die namens vennootschappen meewerken aan akten van opheffing : 3,44 EUR per vennootschap;19° voor het archiveren van plannen in de hypothecaire documentatie: 17,19 EUR per oppervlakte overeenstemmend met een formaat A4 of deel ervan, met een minimum van 34,38 EUR en een maximum van 343,76 EUR per akte;20° voor het opzoeken van de voorgaande eigenaars om een vordering van lastenstaat aan te vullen, voor zover de bewaarder erin toestemt die opzoekingen te doen : a) per geraadpleegde titel, met inbegrip van de titel van de in de vordering vermelde laatste eigenaars : 2,07 EUR;b) per naam of ander identificatiegegeven dat op het verzoek wordt bijgevoegd, of dat wordt vervolledigd of verbeterd : 0,70 EUR;21° voor de verzending van stukken, per verzonden stuk 1,86 EUR. Geen retributie is verschuldigd voor de verzending van stukken naar een dienst van de federale staat, van de gewesten of de gemeenschappen; 22° voor elk document meegedeeld per telefax of als ingescande bijlage bij een e-mail : 5,16 EUR per verzending, onverminderd de voor de afgifte ervan bepaalde retributie.

Art. 2.De hypotheekbewaarders zijn ertoe gehouden de getuigschriften, afschriften en uittreksels bedoeld in artikel 127 van de hypotheekwet van 16 december 1851 en in artikel 45 van de wet van 21 augustus 1879 houdende boek II van het Wetboek van koophandel (Zeevaart en binnenvaart) te verstrekken in de volgorde van de ontvangst van de aanvragen.

De dringend gevraagde getuigschriften, afschriften en uittreksels genieten nochtans voorrang. Voor zover ze afgeleverd worden binnen de vier dagen, de sluitingsdagen voor de kantoren niet meegerekend, geven ze aanleiding tot de heffing van een bijkomende retributie die gelijk is aan de helft van de bij artikel 1, 15°, vastgestelde retributies.

De in voorgaand lid voorziene bijkomende retributie wordt eveneens geheven op de getuigschriften, afschriften en uittreksels waarvan, op aanvraag van de verzoeker, de overhandiging voor het geheel of voor een deel werd voorafgegaan, door officieuze inlichtingen verstrekt binnen de voormelde termijn van vier dagen.

Art. 3.In afwijking van artikel 1, zijn de aan de bewaarder der scheepshypotheken verschuldigde retributies als volgt vastgesteld : 1° voor elke in het register der zeeschepen of in het register van teboekstelling der binnenschepen gedane formaliteit : 34,38 EUR; De retributie is eisbaar door het feit van de neerlegging wanneer de inschrijving vertraagd wordt door het gebrek aan registratie of teboekstelling; 2° voor elke in het rompbevrachtingsregister gedane formaliteit : 34,38 EUR 3° voor de inschrijving van een zeeschip in het rompbevrachtingsregister : 1.386,10 EUR, te vermenigvuldigen met het aantal jaren van de rompbevrachtingsduur; indien de romp-bevrachtingsduur een deel van een jaar bevat, wordt dit deel voor een volledig jaar aangezien; 4° voor elk afschrift of uittreksel van een onder 1° of 2° bedoeld register, per vermelde formaliteit : 5,16 EUR, zonder dat de retributie minder dan 34,38 EUR mag bedragen;5° voor elk certificaat van doorhaling van teboekstelling, van registratie of van inschrijving in het rompbevrachtingsregister : 34,38 EUR 6° voor elk ontkennend certificaat : 34,38 EUR;7° voor de vergeleken afschriften van de in het archief van de bewaring neergelegde bescheiden : 2,07 EUR per bladzijde, zonder dat de retributie minder dan 34,38 EUR per afschrift mag bedragen;8° voor elk duplicaat van kwijtschrift : 3,44 EUR;9° voor de raadpleging ter plaatse van een register voor zover dit door de bewaarder toegelaten wordt : 6,88 EUR per geraadpleegde registratie, teboekstelling of inschrijving in het rompbevrachtingsregister; 10° voor de inschrijving en, desgevallend, voor de vernieuwing van inschrijving van de akten houdende een bij artikel 8 van de wet van 21 augustus 1879 houdende boek II van het Wetboek van Koophandel (Zeevaart en binnenvaart) bedoelde overeenkomst : 70 cent per 1.000 EUR of breuk van 1.000 EUR, zonder dat de retributie minder mag bedragen dan 34,38 EUR;

Een vijfde van deze retributie is verschuldigd voor de doorhaling van hypothecaire inschrijvingen, zonder dat deze verminderde retributie minder mag bedragen dan de in het eerste lid bepaalde minimumretributie;

De in het eerste en tweede lid bepaalde retributie wordt vereffend op het bedrag van de sommen uitgedrukt of te schatten als zijnde de prijs of de waarde van de schepen of boten of op het bedrag van het in te schrijven of te niet te doen zakelijk recht, met uitsluiting van de drie jaren interest bedoeld in artikel 87 van de hypotheekwet van 16 december 1851. Ze is slechts éénmaal verschuldigd ongeacht het aantal schepen of boten die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken;

Geen andere retributie dan de in het eerste lid vermelde minimumretributie is verschuldigd voor de inschrijving van akten van overdracht van hypotheek; 11° voor het onderzoek door de bewaarder, door middel van zijn persoonlijke documentatie, naar de bekwaamheid en de hoedanigheid van de personen die in naam van vennootschappen in de akten van opheffing tussenkomen : 3,44 EUR per vennootschap;12° voor de verzending van stukken, per verzonden stuk 1,86 EUR; Geen retributie is verschuldigd voor de verzending van stukken naar een dienst van de federale staat, van de gewesten of de gemeenschappen; 13° voor elk document meegedeeld per telefax of als ingescande bijlage bij een e-mail : 5,16 EUR per verzending, onverminderd de voor de aflevering ervan bepaalde retributie.

Art. 4.De retributies vastgesteld bij dit besluit worden vanaf 1 januari 2018 om de drie jaar aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen door de volgende formule : basisretributie vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.

De basisretributies zijn deze vastgesteld bij de artikelen 1 en 3.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand november voorafgaand aan elke aanpassing van de retributies.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand november 2014.

Het resultaat verkregen ingevolge de indexering wordt afgerond op de hogere cent.

Behelst het totaal van de in eenzelfde kwijtschrift of in eenzelfde formaliteitsrelaas op te geven retributies een gedeelte van een cent, dan wordt dat totaal tot de hogere cent afgerond. Het bedrag van de afronding wordt als retributie beschouwd.

Art. 5.De hypothecaire formaliteiten worden slechts verricht en de inlichtingen worden pas verstrekt na voorafgaande betaling van een bedrag dat door de bewaarder voldoende geacht wordt om de verschuldigde rechten en de vermoedelijk opeisbare retributies te dekken.

In afwijking van wat voorafgaat wordt de retributie in debet geboekt, wanneer de hypotheekbewaarder de inschrijving van een wettelijke hypotheek van ambtswege vernieuwt, en vordert hij ze nadien in ten laste van de schuldenaar.

De bepalingen van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, betreffende de verjaring en de vervolgingen, zijn toepasselijk inzake voormelde retributies.

Art. 6.§ 1. Het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 februari 1967, 7 maart 1967, 4 februari 1972, 17 augustus 1973, 29 augustus 1975, 22 december 1982, 11 augustus 1986, 4 april 1996, 4 maart 1998, 13 juli 2001, 17 mei 2007 en 25 april 2014 wordt opgeheven. § 2. In afwijking van § 1 blijven de artikelen 7bis tot 11bis van het koninklijk besluit van 18 september 1962 van kracht voor de voorafneming op de hypothecaire lonen ten bate van de Schatkist die nog moet worden uitgevoerd na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop titel 3, hoofdstuk 1 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 28/12/2015 numac 2015003486 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en diverse bepalingen sluiten houdende fiscale en diverse bepalingen in werking treedt.

Art. 8.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 september 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^