gepubliceerd op 04 oktober 2007
Koninklijk besluit betreffende de bewaking van tuberculose bij paarden, schapen en geiten die rauwe melk en colostrum produceren voor menselijke consumptie en bij geiten die samen met runderen worden gehouden
14 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit betreffende de bewaking van tuberculose bij paarden, schapen en geiten die rauwe melk en colostrum produceren voor menselijke consumptie en bij geiten die samen met runderen worden gehouden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, inzonderheid op artikelen 7, §§ 2 en 3, 8, lid 1, 1°, 3° en 4° en 9, 1°;
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 4, §§ 1 tot 5, gewijzigd bij de wetten van 22 december 2003 en 20 juli 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, inzonderheid op artikel 4, § 1;
Overwegende de Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong, en inzonderheid op de bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, I, 2, b), ii) en c), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/2006 van de Commissie van 6 november 2006;
Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de Gezondheid en de Kwaliteit van de Dieren en de Dierlijke Producten, gegeven op 6 oktober 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 maart 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 26 juli 2006;
Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 18 september 2006;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 10 oktober 2006;
Gelet op het advies nr. 43.226/3 van de Raad van State, gegeven op 13 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, opgericht bij de wet van 4 februari 2000;2° officiële dierenarts : dierenarts van het Agentschap;3° erkende dierenarts : dierenarts in de zin van het artikel 4 van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van diergeneeskunde;4° sanitair verantwoordelijke : de eigenaar of houder van één of meerdere dieren behorende tot het geslacht van de paarden, schapen of geiten en die er, permanent of tijdelijk, een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent, tijdens het vervoer, op een verzamelplaats of in het slachthuis inbegrepen;5° paarden (paardachtigen) : dieren behorende tot het geslacht der paardachtigen, zebra's, ezels en hun kruisingsproducten inbegrepen;6° schapen : dieren behorende tot het geslacht der schaapachtigen;7° geiten : dieren behorende tot het geslacht der geitachtigen;8° beslag : alle dieren behorende tot de soorten vermeld in de punten 5°, 6° en 7°, gehouden in een geografische entiteit en die een duidelijk omschreven eenheid vormen op basis van de epidemiologische banden, vastgesteld door de officiële dierenarts.De lokalisatie van het beslag wordt vastgesteld op basis van het adres en de coördinaten van de geografische entiteit; 9° tuberculose bij paarden, schapen en geiten : besmettelijke ziekte bij paardachtigen, schapen en geiten veroorzaakt door Mycobacterium bovis;10° positief geval van tuberculose : geval waar een paard, schaap of geit positief reageert op een routinetest voor tuberculose bevestigd door een bevestigingstest.De modaliteiten voor staalname en de diagnostische tests worden uitgevoerd volgens de voorschriften van het Nationaal Referentielaboratorium; 11° geografische entiteit : elk gebouw of complex van gebouwen, met inbegrip van de bijhorende terreinen, waar fok- en gebruiksdieren worden gehouden of die daartoe bestemd zijn;12° rauwe melk : melk afgescheiden door de melkklier van één of meerdere vrouwelijke gedomesticeerde paarden, schapen of geiten, die niet is verhit tot meer dan 40 °C en evenmin een behandeling met een gelijkwaardig effect heeft ondergaan.13° colostrum : de vloeistof die gedurende drie à vijf dagen na het werpen wordt uitgescheiden door de melkklieren van melkproducerende dieren, rijk is aan antilichamen en mineralen en voorafgaat aan de productie van rauwe melk.
Art. 2.Volgens de sectie IX, hoofdstuk I, I, 2, b), ii) van de Verordering (EG) nr. 853/2004, moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van paarden, schapen en geiten die behoren tot beslagen die regelmatig op tuberculose worden gecontroleerd in kader van een door het Agentschap erkend controleprogramma.
Opsporingstesten voor tuberculose worden uitgevoerd volgens een officiële methode voorgeschreven door het nationaal Referentielaboratorium.
Art. 3.De beslagen van paarden, schapen of geiten die vrouwelijke dieren bevatten die rauwe melk produceren voor de menselijke consumptie worden, in het kader van een bewakingsprogramma, regelmatig gecontroleerd voor de opsporing van tuberculose.
Art. 4.De beslagen waar geiten samen met runderen worden gehouden moeten, naast de controles uitgevoerd in het kader van het bewakingsprogramma vermeld in artikel 3, tuberculinatie testen ondergaan volgens het protocol vermeld in de bijlage II van het koninklijk besluit van 17 oktober 2002 betreffende de bestrijding van rundertuberculose.
Deze tuberculinatietesten worden uitgevoerd volgens een officiële methode voorgeschreven door het Nationaal Refentielaboratorium.
Art. 5.§ 1. Bij een positief geval van tuberculose op een beslag zoals beschreven in artikel 3 en artikel 4, stelt de officiële dierenarts, aan de hand van een instructie van het Agentschap, een gezondmakingplan op met vermelding van de, binnen een termijn van acht dagen volgend op de mededeling van het resultaat, te laten slachten of af te maken dieren.
Tijdens dit interval van 8 dagen worden de besmette of de verdacht besmette dieren geïsoleerd. § 2. De kosten voor het afslachten van de paarden op bevel van de officiële dierenarts vallen ten laste van de sanitair verantwoordelijke. § 3. De kosten voor het afslachten van de schapen en/of geiten op bevel van de officiële dierenarts vallen ten laste van de sanitair verantwoordelijke. § 4. De vacaties van de erkende dierenarts die, in het kader van het tuberculose bewakingsprogramma prestaties uitgevoerd heeft op het paardenbeslag, zijn ten laste van de sanitair verantwoordelijke. § 5. De vacaties van de erkende dierenarts die, in het kader van het tuberculose bewakingsprogramma, prestaties op het beslag met schapen en/of geiten uitgevoerd heeft, zijn ten laste van de sanitair verantwoordelijke.
Art. 6.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VI van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.
Art. 7.Onze minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 september 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken, D. DONFUT