Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 december 2000
gepubliceerd op 29 december 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022911
pub.
29/12/2000
prom.
14/12/2000
ELI
eli/besluit/2000/12/14/2000022911/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat u wordt voorgelegd, strekt ertoe een vermoeden te scheppen volgens welk de periodes van verzekerbaarheid die gecodeerd op de sociale identiteitskaar (SIS-kaart) kunnen voorkomen in principe overeenkomen met de geldigheidsduur van de kaart zelf.

In die hypothese zou er kunnen worden afgezien van de systematische jaarlijkse bijwerking van de kaart voor alle sociaal verzekerden (gerechtigden en personen ten laste). Alleen de kaarten van sociaal verzekerden waarvan de omvang van het recht (bijvoorbeeld : toekenning of verlies van het recht op de verhoogde tegemoetkoming, overgang van algemene regeling naar de regeling van de zelfstandigen en vice versa) is gewijzigd, zouden zo snel mogelijk door de verzekeringsinstellingen moeten worden aangepast volgens een procedure waarin de verplichtingen van elke partij worden toegelicht.

Dit ontwerp betekent onmiskenbaar een vooruitgang voor alle sociaal verzekerden omdat hierdoor kan worden vermeden dat ze elk systematisch naar de loketten van hun ziekenfonds moeten gaan om hun kaart te laten bijwerken en het ligt dus in de lijn van de administratieve vereenvoudiging.

In zijn advies nr. 30 823/1 van 24 oktober 2000 meent de Raad van State in de eerste plaats dat artikel 118, derde lid van de voornoemde gecoördineerde wet geen voldoende wettelijke basis vormt voor het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit, in die zin dat die bepaling de Koning niet de macht geeft om de periode van verzekerbaarheid aan de geldigheidsduur van de SIS-kaart te koppelen.

Voor een eerder koninklijk besluit dat voor het jaar 2000 voorzag in een overgangsregeling die de verzekeringsinstellingen onder bepaalde voorwaarden vrijstelde van de verplichting om de SIS-kaart bij te werken, was de Raad van State in zijn advies L.29 549/1/V van 14 september 1999 echter van oordeel dat « artikel 118, derde lid van de wet ... een voldoende wettelijke basis vormt voor het ontwerp van reglementering ».

Anderdeels meent de Raad van State eveneens dat het ontwerp van koninklijk besluit indruist tegen de wettelijke bepalingen betreffende de verzekerbaarheid alsook de bepalingen van artikel 2, vierde lid, 5° van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een SIS-kaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden schendt.

Het ontwerp wijzigt geenszins de wettelijke bepalingen betreffende de verzekerbaarheid : die worden immers uitgevoerd door de artikelen 129 en 131 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996.

In het ontwerp van koninklijk besluit is bepaald dat de SIS-kaart moet worden aangepast als er een wijziging is opgetreden in de verzekerbaarheid van de betrokken persoon.

Tenslotte beantwoordt de tekst van artikel 2, vierde lid, 5° van voornoemd koninklijk besluit van 18 december 1996 zoals hij thans luidt, niet meer aan het advies van de Raad van State. Dat artikel is immers aangepast door artikel 25 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en diverse bepalingen, precies met het oog op de verwezenlijking van de in de bovenvermelde en door de Raad van State onderzochte aanpassing.

Uit wat voorafgaat kan worden afgeleid dat het ontwerp van koninklijk besluit een voldoende wettelijke basis vormt waardoor een bekendmaking in het Belgisch Staatsblad mogelijk wordt. Bovendien zou het niet bekendmaken van dat besluit belangrijke negatieve effecten voor de sociaal verzekerden met zich meebrengen - hun recht op geneeskundige verzorging zou worden opgeschort zolang hun SIS-kaarten niet zouden zijn aangepast, worden opgeschort - en ook voor de verzekeringsinstellingen aan wie zeer complexe administratieve verplichtingen zouden worden opgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

14 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 118, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 253, vervangen door het koninklijk besluit van 22 februari 1998;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 17 juli 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 4 augustus 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, uitgebracht op 11 september 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : - de verzekerbaarheidsperioden die thans gecodeerd op de sociale identiteitskaarten (SIS-kaart) staan, tot uiterlijk 31 december 2000 lopen; - dat het volstrekt noodzakelijk is dat die verzekerbaarheidsperioden automatisch na die datum kunnen worden verlengd zonder dat aan de sociaal verzekerden de zware formaliteiten voor het bijwerken van hun kaarten worden opgelegd; - dat de verzekeringsinstellingen en de zorgverleners daartoe onverwijld in kennis moeten worden gesteld van de te nemen maatregelen om de software voor het lezen van de sociale identiteitskaarten aan te passen of te doen aanpassen; dat het derhalve geboden is dat dit besluit zo snel mogelijk wordt genomen en bekendgemaakt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 november 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 253 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vervangen door het koninklijk besluit van 10 november 1999, wordt aangevuld door het volgende lid : « De periode van toekenning van het recht op geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 2, vierde lid, 5°, van het voornoemd koninklijk besluit van 18 december 1996, wordt geacht overeen te stemmen met de geldigheidsduur van de sociale identiteitskaart. Als er een wijziging is van het overeenkomstig de artikelen 129 en 131 toegekend recht op geneeskundige verzorging, moet de voormelde kaart echter onverwijld worden aangepast overeenkomstig de procedure die door de Minister is vastgesteld op voorstel van de Dienst voor administratieve controle ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^