Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2022
gepubliceerd op 25 november 2022

Koninklijk besluit tot invoering van de verplichting om bedrijfsvoorheffing in te houden op de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde premies die aan Rijksinwoners worden betaald of toegekend en tot regeling van een specifieke ficheverplichting

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022034147
pub.
25/11/2022
prom.
13/11/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot invoering van de verplichting om bedrijfsvoorheffing in te houden op de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde premies die aan Rijksinwoners worden betaald of toegekend en tot regeling van een specifieke ficheverplichting


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De artikelen 34 en 38 van de wet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/01/2022 pub. 28/01/2022 numac 2022040046 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten houdende diverse fiscale bepalingen hebben een gunstig belastingstelsel ingevoerd voor premies die worden betaald of toegekend naar aanleiding van uitzonderlijke sportieve prestaties op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen of Europese of andere continentale kampioenschappen (artikelen 90, eerste lid, 2° bis en 171, 4°, b/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92)).

De eerste schijf van 30.000 euro (geïndexeerd bedrag voor aanslagjaar 2023: 51.260 euro) aan premies per belastbaar tijdperk, wordt gekwalificeerd als diverse inkomsten. Het brutobedrag van deze premies (geen aftrek van kosten mogelijk) wordt belast tegen het tarief van 16,5 pct., tenzij de globalisatie voordeliger is.

Dit besluit heeft tot doel om in uitvoering van artikel 271, WIB 92, de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, WIB 92 bedoelde inkomsten te onderwerpen aan de bedrijfsvoorheffing. Hiertoe wordt een bepaling onder 3° bis ingevoegd in artikel 87, KB/WIB 92.

Er wordt opgemerkt dat de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, WIB 92 bedoelde premies die aan niet-inwoners worden betaald of toegekend nu reeds in toepassing van artikel 87, 5°, d), KB/WIB 92 aan de bedrijfsvoorheffing zijn onderworpen.

De schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing op de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, WIB 92 bedoelde premies zullen, net als andere schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing, voor iedere verkrijger van die inkomsten jaarlijks een fiche moeten opstellen en die aan de verkrijger en aan de fiscale administratie bezorgen.

Een specifieke regeling wordt voorzien voor de premies die in 2022 werden betaald of toegekend vóór de inwerkingtreding van artikel 1 van dit besluit, i.c. voor 1 december 2022. Voor deze inkomsten (die nog niet aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen waren) zal ook een fiche moeten worden opgesteld en worden bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten en de fiscale administratie en dit vóór 1 maart 2023. Het model van deze fiche zal hetzelfde zijn als dat van de fiche die moet worden ingediend voor de premies die vanaf 1 december 2022 worden betaald. Er kan echter worden beslist om voor het inkomstenjaar 2022 één enkele fiche te gebruiken voor de premies die vóór 1 december 2022 (zonder inhouding van bedrijfsvoorheffing) en de premies die vanaf 1 december 2022 (met inhouding van de bedrijfsvoorheffing) werden betaald of toegekend.

Er wordt nog op gewezen dat de premies als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 2° bis, WIB 92 overeenkomstig artikel 204, 4°, b), KB/WIB 92 inkomsten zijn van het belastbare tijdperk waarin ze zijn betaald of toegekend.

Artikel 1 treedt in werking op 1 december 2022 en is van toepassing op de premies die vanaf diezelfde datum worden betaald of toegekend. Voor artikel 2 is geen specifieke inwerkingtreding voorzien. Deze bepaling treedt dan ook in werking 10 dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

ADVIES 72.312/3 VAN 4 NOVEMBER 2022 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "TOT INVOERING VAN DE VERPLICHTING OM BEDRIJFSVOORHEFFING IN TE HOUDEN OP DE IN ARTIKEL 90, EERSTE LID, 2° BIS, VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 BEDOELDE PREMIES DIE AAN RIJKSINWONERS WORDEN BETAALD OF TOEGEKEND EN TOT REGELING VAN EEN SPECIFIEKE FICHEVERPLICHTING" Op 7 oktober 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot invoering van de verplichting om bedrijfsvoorheffing in te houden op de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde premies die aan Rijksinwoners worden betaald of toegekend en tot regeling van een specifieke ficheverplichting".

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 25 oktober 2022. De kamer was samengesteld uit Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter, Koen Muylle en Inge Vos, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lise Vandenhende, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 4 november 2022. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe om in uitvoering van artikel 271 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92), de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het WIB 92 bedoelde inkomsten te onderwerpen aan de bedrijfsvoorheffing.Hiertoe voegt artikel 1 van het ontwerp in artikel 87 van het KB/WIB 92 een nieuw punt 3° bis in.

Artikel 2 van het ontwerp voorziet in een specifieke regeling voor de premies die in 2022 werden betaald of toegekend voor 1 november 2022, op grond waarvan voor deze inkomsten (die nog niet aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen waren) een fiche zal moeten worden opgesteld en bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten en aan de fiscale administratie.

Artikel 1 van het te nemen besluit treedt in werking op 1 november 2022 en is van toepassing op de vanaf die datum betaalde of toegekende premies. Artikel 2 treedt in werking volgens de normale regels, namelijk de tiende dag na de bekendmaking van het te nemen besluit in het Belgisch Staatsblad.

Rechtsgrond 3.1. Artikel 1 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 271 van het WIB 92. Op grond van die bepaling kan de Koning de toepassing van artikel 270 van het WIB 92 met betrekking tot het verschuldigd zijn van bedrijfsvoorheffing, uitbreiden tot winst, baten of in artikel 90, eerste lid, 1° tot 4° en 12° vermelde diverse inkomsten. 3.2. De rechtsgrond voor artikel 2 van het ontwerp wordt gezocht in de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning (artikel 108 van de Grondwet). De algemene bevoegdheid van de Koning om de wetten uit te voeren impliceert echter steeds het bestaan van een andere wetskrachtige bepaling waarmee de algemene uitvoeringsbevoegdheid samenhangt. Artikel 108 van de Grondwet bepaalt immers dat de Koning de verordeningen maakt en de besluiten neemt die "voor de uitvoering van de wetten" nodig zijn, zodat er ook een uit te voeren wet moet zijn. Dat grondwetsartikel moet dus steeds worden gelezen in samenhang met een wetskrachtige bepaling.

De gemachtigde verklaarde in dat verband het volgende: "Voor artikel 2 van het ontwerp wordt inderdaad als rechtsgrond verwezen naar artikel 108 van de grondwet in samenlezing met artikel 90, eerste lid, 2° bis, WIB 92. De fiche voor de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, WIB 92 vermelde inkomsten die voor 1 november 2022 zijn toegekend, is noodzakelijk voor de correcte verwerking, inning en controle van de inkomstenbelastingen (o.a. om na te gaan of de eerste schijf van 30.000 euro per belastbaar tijdperk werd overschreden)." Met die zienswijze kan worden ingestemd.

Onderzoek van de tekst Aanhef 4. Gelet op hetgeen is uiteengezet in opmerking 3.2, moet in het tweede lid van de aanhef ook worden verwezen naar artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het WIB 92.

Artikelen 2 en 3 5. Artikel 1 van het te nemen besluit treedt in werking op 1 november 2022, overeenkomstig artikel 3 ervan.Gelet op de datum waarop dit advies word gegeven, zal artikel 1 uitwerking krijgen met terugwerkende kracht tot die datum.

Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is slechts toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op een regeling waarbij, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen worden toegekend of in zoverre de retroactiviteit noodzakelijk is voor de continuïteit of de goede werking van het bestuur en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast.

De terugwerkende kracht kan voor het onderwerpen van inkomsten aan de bedrijfsvoorheffing niet worden aanvaard. De gemachtigde verklaarde evenwel het volgende: "Een inwerkingtreding op 1 december 2022 kan eventueel voorzien worden om niet gewenste retroactiviteit te vermijden." Met die suggestie kan worden ingestemd. In artikel 3 van het ontwerp schrijve men dan 1 december 2022 in plaats van 1 november 2022, zodat de overgangsregeling in die bepaling eveneens in die zin wordt aangepast.

Dat heeft ook tot gevolg dat de data die worden vermeld in artikel 2 van het ontwerp moeten worden herbekeken in het licht van die aanpassing.

Slotopmerking 6. Gelet op de aanpassing van de toepassingsregels voor de bedrijfsvoorheffing bij het ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op inkomsten van sporters als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992", dat eveneens om advies is voorgelegd (72.311/3), zal er over moeten worden gewaakt dat beide besluiten gelijktijdig in werking treden, allicht dus op 1 december 2022.

De griffier De voorzitter A. Truyens J. Van Nieuwenhove

13 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot invoering van de verplichting om bedrijfsvoorheffing in te houden op de in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde premies die aan Rijksinwoners worden betaald of toegekend en tot regeling van een specifieke ficheverplichting FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 90, eerste lid, 2° bis, ingevoegd bij de wet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/01/2022 pub. 28/01/2022 numac 2022040046 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten;

Gelet op hetzelfde Wetboek, artikel 271, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2015 pub. 30/12/2015 numac 2015206007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht sluiten;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 22 september 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting d.d. 6 oktober 2022;

Gelet op advies 72.312/3 van de Raad van State, gegeven op 4 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 87 KB/WIB 92, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2021, wordt een bepaling onder 3° bis, ingevoegd, luidende: "3° bis premies als vermeld in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van hetzelfde Wetboek;".

Art. 2.De schuldenaars van de in artikel 90, eerste lid, 2° bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde premies die zijn betaald of toegekend in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 november 2022, stellen voor elke verkrijger van de voormelde premies een fiche op volgens het model dat door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde in uitvoering van artikel 92, KB/WIB 92 wordt vastgesteld voor de premies die vanaf 1 december 2022 worden betaald of toegekend. De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde kan de gegevens met betrekking tot de premies die in de periode van 1 januari tot en met 30 november 2022 zijn betaald of toegekend en de gegevens met betrekking tot de premies die in de periode van 1 december 2022 tot en met 31 december 2022 zijn betaald of toegekend op dezelfde fiche laten vermelden.

De in het eerste lid bedoelde fiches worden binnen de in artikel 93, § 1, KB/WIB 92, vermelde termijn langs elektronische weg ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstenbelasting en langs elektronische weg of op papier bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.

Art. 3.Artikel 1 treedt in werking op 1 december 2022 en is van toepassing op de vanaf die datum betaalde of toegekende premies.

Art. 4.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^