Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juli 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Koninklijk besluit houdende de uniformering van de spilindex in de materie betreffende de sluiting van ondernemingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001003350
pub.
11/08/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001003350/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende de uniformering van de spilindex in de materie betreffende de sluiting van ondernemingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, sluit aan bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro. In dat besluit werden alle spilindex-mechanismen in de sociale materies geüniformeerd op basis van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, inzonderheid artikel 1 gewijzigd bij de wet van 16 november 1993 en artikelen 5 en 7, § 2. De wetgeving betreffende de sluiting van ondernemingen bepaalt evenwel een bijzonder spilindex-mechanisme. Het is de bedoeling van dit besluit dit mechanisme volledig af te stemmen op de wijziging doorgevoerd door het voormelde besluit van 20 juli 2000.

Commentaar van de artikelen Artikel 1 Dit artikel wijzigt artikel 6 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen als gevolg van de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro.

De oude spilindexering wordt vervangen door de nieuwe, geldend op 1 juni 2000 (basis 1996 = 100).

Artikelen 2 en 3 Deze wijziging treedt slechts in werking op het ogenblik van de definitieve invoering van de euro, met name op 1 januari 2002.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

ADVIES 31.883/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 26 juni 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende de uniformering van de spilindex in de materie betreffende de sluiting van ondernemingen", heeft op 2 juli 2001 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief aldus : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat. » Gezien het bijzonder grote aantal aanvragen om advies binnen drie dagen die tegelijkertijd zijn ingediend, bepaalt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling en van de vraag of aan de vormvoorschriften is voldaan.

Zo is meer bepaald niet stelselmatig onderzocht kunnen worden of de opgegeven getallen rekenkundig correct zijn, noch of de gevolgde werkwijzen deugdelijk zijn.

Onder voorbehoud van de bovenstaande opmerking, behoeven over het ontwerp geen opmerkingen te worden gemaakt.

De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, staatsraad, voorzitter;

P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd opgesteld door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy.

De griffier, De voorzitter, B. Vigneron. Y. Kreins.

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende de uniformering van de spilindex in de materie betreffende de sluiting van ondernemingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, inzonderheid op artikel 6, leden 2, 3 en 4;

Gelet op de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, almede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van consumptieprijzen worden gekoppeld, inzonderheid artikel 1 gewijzigd bij de wet van 16 november 1993 en artikelen 5 en 7, § 2;

Gelet op de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro;

Gelet op het advies nr. 1.303 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 1 maart 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, gegeven op 20 april 2000;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juni 2000 en 29 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting van 29 juni 2000 en 19 juni 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat.

Dit ontwerp van koninklijk besluit is onlosmakelijk verbonden met de wijzigingen voorgesteld in het ontwerp van koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid waarbij de geïndexeerde basisbedragen in artikel 6, eerste lid van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen worden omgezet naar euro.

Dit ontwerp van koninklijk besluit sluit volledig aan bij de wijzigingen in het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000). »;

Gelet op het advies van de Raad van State 31.883/2, gegeven op 2 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen

Artikel 1.In artikel 6 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, gewijzigd door de wet van 28 juli 1971 en het koninklijk besluit van 13 december 1977, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « aan de spilindex 114,20 » vervangen door de woorden « aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100) »;2° tussen het tweede en het derde lid worden de volgende leden ingevoegd : « Het nieuwe bedrag wordt bekomen door het basisbedrag te vermenigvuldigen met een multiplicator gelijk aan 1,0200n, waarbij n overeenstemt met de rang van de bereikte spilindex.De spilindex volgend op deze vermeld in het eerste lid wordt als rang 1 beschouwd.

De multiplicator wordt uitgedrukt in eenheden, gevolgd door 4 cijfers.

Het vijfde cijfer na de komma wordt weggelaten en leidt tot een verhoging met één eenheid van het vorige cijfer indien het minstens 5 bereikt.

Wanneer de overeenkomstig de voorgaande leden berekende bedragen, een gedeelte van een euro bevatten, worden deze bedragen tot de hogere of lagere euro afgerond naargelang het gedeelte al dan niet 0,5 bereikt. » HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^