Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 mei 2011
gepubliceerd op 27 mei 2011

Koninklijk besluit betreffende specifieke maatregelen om knolcyperus te bestrijden en de verspreiding ervan te voorkomen

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2011018190
pub.
27/05/2011
prom.
12/05/2011
ELI
eli/besluit/2011/05/12/2011018190/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MEI 2011. - Koninklijk besluit betreffende specifieke maatregelen om knolcyperus (Cyperus esculentus L.) te bestrijden en de verspreiding ervan te voorkomen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 2 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/1971 pub. 07/12/2010 numac 2010000674 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wetten van 5 februari 1999 en 27 december 2004 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten;

Gelet op de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, §§ 1 en 2, artikel 4, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, en artikel 5, tweede lid, 7°, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, artikel 4 § 3, gewijzigd bij wet van 23 december 2005 : Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1987 betreffende de bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 12 juni 2009;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 29 juni 2009;

Gelet op het advies nr. 49/036/3 van de Raad van State, gegeven op 21 december 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° knolcyperus : Cyperus esculentus L.; 2° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;3° PCE : Controle-eenheid van het Agentschap;4° een perceel : een landbouwgrond waarop één teelt verbouwd wordt door één operator;5° een terrein : elk stuk grond dat geen perceel is. § 2. De definities in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2005 pub. 31/08/2005 numac 2005022636 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen sluiten betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, zijn van toepassing op dit besluit.

Art. 2.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2005 pub. 31/08/2005 numac 2005022636 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen sluiten betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, worden de in de volgende artikelen bedoelde maatregelen getroffen in het kader van de specifieke bestrijding van knolcyperus.

In afwijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/2005 pub. 31/08/2005 numac 2005022636 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen sluiten betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen zijn de in de volgende artikelen bedoelde maatregelen die daarmee niet in overeenstemming zijn van toepassing.

Art. 3.Eenieder die de aanwezigheid van knolcyperus vaststelt, is verplicht dit te melden aan het Agentschap.

Art. 4.Het is verboden planten of plantendelen van knolcyperus in te voeren of in het verkeer te brengen.

Art. 5.§ 1. Grond van een perceel of terrein waarop knolcyperus werd vastgesteld, mag enkel onder toezicht van het Agentschap afgevoerd worden. Hiervoor dient het Agentschap twee werkdagen op voorhand ingelicht te worden. § 2. Onverminderd de eventuele toepasselijke bepalingen van de Gewestelijke afvalstoffenwetgeving, mogen gronden die besmet zijn met knolcyperus slechts begraven of verbrand worden alsook behandeld worden overeenkomstig punt g) van bijlage I van dit besluit. § 3. Alle gebruikte machines moeten, voor het verlaten van een perceel of terrein waarop knolcyperus werd vastgesteld, grondvrij gemaakt en gereinigd worden.

Art. 6.§ 1. Vanaf het moment waarop knolcyperus vastgesteld is op een perceel, is het verboden wortel-, knol- of bolgewassen die hierop verbouwd zijn, in het verkeer te brengen. § 2. Op voorwaarde dat het Agentschap vooraf ingelicht wordt en zijn schriftelijke toestemming heeft gegeven, is een uitzondering op § 1 mogelijk voor volgende bestemmingen : 1. rechtstreekse levering voor veevoeding of aan een bedrijf voor industriële verwerking of aan een bereider met het oog op de rechtstreekse verkoop aan de eindverbruiker, onder volgende voorwaarden : a) de afzender of ontvanger moet de producten, volgens het proces van de droge afscheiding, grondvrij maken;b) de afzender of ontvanger dient de grond te begraven of te verbranden, de sorteerafval en de verwerkingsafval te verbranden;c) het Agentschap moet vooraf ingelicht worden van het tijdstip waarop de producten grondvrij zullen gemaakt worden en de grond en/of sorteer- en verwerkingsafval hun eindbestemming zullen krijgen;2. verbranding;3. andere efficiënte behandeling. § 3. Het is verboden na de vaststelling van knolcyperus, wortel-, knol- of bolgewassen te verbouwen op een perceel.

Art. 7.Vanaf het moment waarop knolcyperus vastgesteld is op een terrein, mag om het even welk materiaal (grond, planten) enkel afgevoerd worden volgens de Gewestelijke afvalstoffenwetgeving.

Art. 8.De verantwoordelijke moet, totdat het perceel officieel vrij verklaard wordt door het Agentschap, op het perceel waarop knolcyperus vastgesteld werd : - knolcyperus bestrijden met ten minste één van de bestrijdingsmaatregelen uit bijlage I van dit besluit en - vooraf het Agentschap schriftelijk inlichten van de maatregel(en) die hij zal nemen.

Art. 9.§ 1. Indien er na twee jaar van bestrijding geen afname van minstens 20 % van de besmette oppervlakte van een perceel met een zware besmetting, beschreven in bijlage II van dit besluit, wordt vastgesteld door het Agentschap, zal gedurende vijf jaar tijdelijk grasland worden opgelegd. § 2. Indien na deze periode van vijf jaar, gevolgd door een nieuwe periode van twee jaar van bestrijding opnieuw geen afname van minstens 20% van de besmette oppervlakte van een perceel met een zware besmetting, beschreven in bijlage II van dit besluit, wordt vastgesteld door het Agentschap, zal gedurende tien jaar grasland worden opgelegd. § 3. Indien na de periode van tien jaar gevolgd door een nieuwe periode van twee jaar van bestrijding opnieuw geen afname van minstens 20% van de besmette oppervlakte van een perceel met een zware besmetting, beschreven in bijlage II van dit besluit, wordt vastgesteld door het Agentschap, zal de procedure uit § 2 telkenmale herhaald worden.

Art. 10.In afwijking op de bepalingen van artikel 9 is het de verantwoordelijke toegestaan een andere teelt te verbouwen dan grasland op voorwaarde dat hij op eigen initiatief en kosten een begeleidingscontract, waarvan een model kan verkregen worden bij de PCE van de plaats waar het perceel zich bevindt, afsluit met een instelling die voldoet aan de voorwaarden in bijlage III van dit besluit. De coördinaten van de voorgenoemde instellingen kunnen bekomen worden bij de betrokken PCE.

Art. 11.Indien knolcyperus slechts vastgesteld is op een deel van het perceel, kan een splitsing van het perceel op vraag van de verantwoordelijke toegestaan worden indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt : 1° het perceel kan maximaal in 3 delen gesplitst worden;2° er dient een bufferzone ingesteld te worden van 10 m rond de besmette oppervlakte.

Art. 12.Een perceel waarop de aanwezigheid van knolcyperus werd vastgesteld, wordt officieel vrij verklaard door het Agentschap en de maatregelen uit artikelen 5 tot en met 11 worden opgeheven indien er gedurende twee opeenvolgende jaren geen knolcyperus vastgesteld wordt door het Agentschap in een teelt die de vaststellingen mogelijk maakt.

Art. 13.Artikel 84 van het koninklijk besluit van 19 november 1987 betreffende de bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, wordt opgeheven.

Art. 14.De Minister tot wiens bevoegdheid de Veiligheid van de Voedselketen behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

Bijlage I Bestrijdingsmaatregelen voor percelen waarop knolcyperus vastgesteld is a) handmatige verwijdering van knolcyperus;b) mechanische bestrijding;c) chemische bestrijding (met een erkend gewasbeschermingsmiddel);d) inzaaien van grasland gevolgd door een teelt waarin de evolutie van de besmetting kan bepaald worden (vb.maïs); e) braakligging in combinatie met één van de voorgaande bestrijdingsmaatregelen;f) andere efficiënte bestrijdingsmaatregelen na voorafgaandelijke toestemming van het Agentschap;g) afgraven tot 50 cm diepte van een zone met een straal van 3 m vanaf de rand van de besmettingshaard.De uitgegraven grond moet diep begraven worden op het perceel zelf en met minimaal 1 m onbesmette grond bedekt worden. In laatste instantie kan de afgegraven grond gestort worden op een erkende stortplaats.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 12 mei 2011 betreffende specifieke maatregelen om knolcyperus (Cyperus esculentus L. ) te bestrijden en de verspreiding ervan te voorkomen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

Bijlage II Perceel met een zware besmetting Een perceel met een zware besmetting is een perceel waarop knolcyperus wordt vastgesteld door het Agentschap en dat aan één van de volgende voorwaarden voldoet : - meer dan 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter op minstens 100 vierkante meter van het perceel of knolcyperus heeft een bedekkingsgraad van meer dan 50 % op een oppervlakte van minstens 100 vierkante meter van het perceel - ten hoogste 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter op minstens 200 vierkante meter van het perceel of knolcyperus heeft een bedekkingsgraad van ten hoogste 50 % op minstens 200 vierkante meter van het perceel - de som van de besmette oppervlakten in een perceel, met meer dan 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter of met een bedekkingsgraad van meer dan 50 %, vermeerderd met de helft van de besmette oppervlakten, met ten hoogste 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter of met een bedekkingsgraad van ten hoogste 50%, is groter of gelijk aan 100 vierkante meter. Indien een besmette oppervlakte van ten hoogste 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter of met een bedekkingsgraad van ten hoogste 50% raakt aan een oppervlakte met meer dan 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter of met een bedekkingsgraad van meer dan 50 % wordt het geheel beschouwd als een oppervlakte van meer dan 10 scheuten van knolcyperus per vierkante meter of met een bedekkingsgraad van meer dan 50 %.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 12 mei 2011 betreffende specifieke maatregelen om knolcyperus (Cyperus esculentus L. ) te bestrijden en de verspreiding ervan te voorkomen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

Bijlage III Voorwaarden voor begeleidingsinstelling De instelling moet aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : - werkt als natuurlijk persoon of als privé- of publiek rechtspersoon; - werkt onpartijdig van de aanvrager tot begeleiding; - heeft personeel met kennis inzake de biologie en de bestrijding van knolcyperus; - werkt in het domein van de voorlichting van land- en tuinbouw; - heeft een protocol voor de uitvoering van de bestrijding afgesloten met het Agentschap.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 12 mei 2011 betreffende specifieke maatregelen om knolcyperus (Cyperus esculentus L. ) te bestrijden en de verspreiding ervan te voorkomen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

^