Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 maart 2024
gepubliceerd op 28 maart 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024200936
pub.
28/03/2024
prom.
12/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MAART 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2023 Vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 onder het nummer 183188/CO/149.01) In uitvoering van hoofdstuk 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen ("Arbeidsdeal"). HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

De uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt toegewezen aan de Volta vzw/asbl, verder Volta vzw genoemd. HOOFDSTUK II. - Risicogroepen

Art. 2.§ 1. Onder "risicogroepen" wordt verstaan : - langdurig werkzoekenden; - kortgeschoolde werkzoekenden; - werkzoekenden van 45 jaar en ouder; - herintreders en herintreedsters; - leefloners; - personen met een arbeidshandicap; - personen van allochtone afkomst; - werkzoekenden in een herinschakelingsstatuut; - (deeltijds) lerende jongeren; - kortgeschoolde arbeiders; - arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën; - arbeiders van 45 jaar en ouder; - de risicogroepen voorzien in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, vierde lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), gespecifieerd in § 2 en § 3 van dit artikel. § 2. Ten minste 0,05 pct. van de loonmassa dient te worden voorbehouden aan één of meerdere van volgende risicogroepen : 1. De werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;2. De werknemers van minstens 40 jaar die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag : a.hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de opzeggingstermijn loopt; b. hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn In een onderneming die erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering;c. hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een collectief ontslag werd aangekondigd;3. De niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. Onder "niet-werkenden" wordt verstaan : a. de langdurig werkzoekenden, zijnde de personen die in het bezit zijn van een werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden;b. de uitkeringsgerechtigde werklozen;c. de werkzoekenden die laaggeschoold of erg laaggeschoold zijn in de zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten ter bevordering van de tewerkstelling;d. de herintreders, zijn de personen die zich na een onderbreking van minstens één jaar terug op de arbeidsmarkt begeven;e. de personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in toepassing van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie en personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;f. de werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200961 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het activerend beleid bij herstructureringen sluiten betreffende het activerend beleid bij herstructureringen;g. de werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of niet bezaten bij overlijden;4. De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk : a.de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap; b. de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens 33 pct.; c. de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten op de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;d. de personen die als doelgroep werknemer tewerkgesteld zijn of waren bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de beschutte en de sociale werkplaatsen; e. de persoon met een handicap die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 pct.; f. de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federal Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen;g. de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot werkhervatting;5. De jongeren die nog geen 25 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in artikel 27, 5° van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten0 houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een instapstage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten0. § 3. Van de in § 2 bedoelde inspanning moet minstens de helft (0,025 pct.) besteed worden aan initiatieven ten voordele van één of meerdere van de volgende groepen : a. De in artikel 2, § 2, 5.bedoelde jongeren; b. De in artikel 2, § 2, 3.en 4. bedoelde personen die nog geen 25 jaar oud zijn.

Dit aandeel van de bijdrage voor risicogroepen dat besteed moet worden aan de jongeren zal verhoogd worden tot minstens 0,05 pct. van de loonmassa, om jongeren, via een ingroeibaan, werkkansen te bieden in de sector.

Elke jongere komt in aanmerking voor een ingroeibaan, ongeacht de aard van de overeenkomst (IBO/FPIE, PFI, IBU, Stage First, BIS,...), deeltijds leren/werken, arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur,...

Volta vzw krijgt de opdracht om in dit kader ondersteunende en bijkomende acties te ontwikkelen.

Een specifieke opdracht in dit kader voor Volta vzw is het uitwerken van een opleidingspakket voor werknemers in een traject van peterschap om jongeren in een ingroeibaan te begeleiden en te coachen. Deze werknemers dienen de nodige tijd te krijgen om enerzijds deze opleiding te volgen en anderzijds de jonge werknemer te begeleiden en te coachen in zijn nieuwe baan.

Art. 3.Opdrachten aan Volta vzw De financiële middelen zoals bepaald in artikel 14 van deze overeenkomst, worden door Volta vzw aangewend om onderstaande opdrachten voor de doelgroep zoals omschreven in artikel 2 van deze overeenkomst, te vervullen : - bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de ondersteuning van vormings-, opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven van, alsook samenwerking met, institutionele partners, onder andere VDAB, Bruxelles Formation, Actiris, ADG en Forem, met als doel een maximale tewerkstelling binnen de sector; - ondersteuning en samenwerking met derden inzake vormings- en opleidingsinitiatieven en tewerkstellingsinitiatieven, met als doel een maximale tewerkstelling binnen de sector; - uitbouwen van een paritair beheerd en kwalitatief alternerend opleidingssysteem, onder andere via projecten in samenwerking met onderwijs en andere opleidingsinstanties; - optimaliseren van de aansluiting opleiding en arbeidsmarkt; - alle andere opdrachten en projecten van het bestuursorgaan van Volta vzw in het kader van de ondersteuning van vormings- en opleidingsinitiatieven van personen uit risicogroepen, zoals bepaald in artikel 2 van deze overeenkomst.

Art. 4.Modaliteiten Het bestuursorgaan van Volta vzw bepaalt de verdere modaliteiten met betrekking tot de opdrachten van Volta vzw, zoals bepaald in artikel 3 van deze overeenkomst, en dit in functie van onder andere de instroom van risicogroepen in de sector, de beheersbaarheid van de kosten, alsook de tewerkstelling in de sector. HOOFDSTUK III. - Het opleidingsrecht Afdeling 1. - Definities

Art. 5. a) opleiding : de vorming die het vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn arbeidsmarktpositie versterkt en beantwoordt aan de noden van de ondernemingen en de sector;b) de formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme zoals bijvoorbeeld Volta vzw; c) de informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder b) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele cursist individuele of door een groep cursisten met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen met het oog op opleiding; d) de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;e) groeipad : de termijn waarbinnen het in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde aantal opleidingsdagen moet zijn bereikt. Afdeling 2. - Opdrachten van Volta vzw

Art. 6.De opdracht van Volta vzw omvat het ondersteunen van een sectoraal opleidingsbeleid, met name : - het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden; - het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van de permanente vorming; - de kwaliteitsbewaking en erkenning van de opleidingsinspanningen ten behoeve van de sector; - de certificering van arbeiders binnen de domeinen bepaald door het bestuursorgaan van Volta vzw en dit via projecten die inzetten op het erkennen van elders verworven competenties onder meer Validation des Compétences; - het aanbieden van een ondersteunende rol teneinde bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij te staan bij de uitwerking van het opleidingsplan; - het opvolgen van de opleidingsplannen in de ondernemingen, met als doel de verbetering van de kwantiteit van de bedrijfsopleidingsplannen en het informeren van de ondernemingen van de plicht tot het opmaken een bedrijfsopleidingsplan en hen aan te moedigen om het door te sturen naar Volta; - het nastreven van een betere afstemming en samenwerking tussen Volta vzw en andere opleidingsfondsen, waaronder ook deze voor bedienden teneinde de opleidingsinitiatieven op bedrijfsvlak voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen. In dit kader dient Volta vzw tevens te kunnen beschikken over de gegevens van de bedienden tewerkgesteld bij werkgevers uit de sector van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie; - de mogelijkheid om beperkte betalende activiteiten te ontwikkelen en bedrijven een globaal opleidingsaanbod te verstrekken, in zoverre dat de middelen die hiermee gegenereerd worden opnieuw in de werking van Volta vzw geïnvesteerd worden. Deze initiatieven dienen zelfbedruipend te zijn en mogen de algemene lasten niet bezwaren teneinde de basisopdrachten van Volta vzw niet in het gedrang te brengen; - het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de werkzekerheid van arbeiders, meer specifiek zoals voorzien in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003 inzake werkzekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 juli 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 september 2004; - andere door het bestuursorgaan van Volta vzw te bepalen opleidingsinitiatieven. Afdeling 3. - Recht op vorming en opleiding

Art. 7.Ondernemingen met minder dan 20 werknemers Het aantal werknemers, om de grootte van de onderneming te bepalen, wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 geldt het opleidingsrecht zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021 betreffende vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening. 1. Collectief recht Vanaf 1 januari 2024 bedraagt het collectief recht op vorming en opleiding 3 dagen per voltijds equivalent per kalenderjaar.2. Individueel recht § 1.Vanaf 1 januari 2024 heeft elke voltijdse arbeider een individueel en afdwingbaar recht op 1 dag scholing en permanente vorming per kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2026 heeft elke voltijdse arbeider een individueel en afdwingbaar recht op 2 dagen scholing en permanente vorming per kalenderjaar.

Arbeiders niet die voltijds worden tewerkgesteld en/of die niet door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden gedurende het ganse kalenderjaar, hebben dezelfde rechten pro rata berekend op basis van hun tewerkstellingsbreuk conform artikel 50, § 3 van de Arbeidsdeal. § 2. Het individueel recht op vorming en opleiding dient te worden aangewend voor vormingen die bedrijfsrelevant zijn en de inzetbaarheid van de arbeider op de arbeidsmarkt verbeteren. 3. Aanwending van de opleidingsdagen Vanaf 1 januari 2024 mag er 1 dag per jaar opgenomen worden in uren, de andere dagen mogen opgenomen worden in blokken van minimum 4 uur. Vanaf 1 januari 2026 mogen er 2 dagen per jaar opgenomen worden in uren, de andere dagen mogen opgenomen worden in blokken van minimum 4 uur.

Art. 8.Ondernemingen met minstens 20 werknemers Het aantal werknemers om de grootte van de onderneming te bepalen, wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

In uitvoering van artikel 54 van de Arbeidsdeal wordt voorzien in volgend groeipad : Van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 geldt het opleidingsrecht zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021 betreffende vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening. 1. Individueel recht en groeipad Vanaf 1 januari 2024 heeft elke voltijdse arbeider een individueel en afdwingbaar recht op 3 dagen scholing en permanente vorming per kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2026 heeft elke voltijdse arbeider een individueel en afdwingbaar recht op 4 dagen scholing en permanente vorming per kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2028 heeft elke voltijdse arbeider een individueel en afdwingbaar recht op 5 dagen scholing en permanente vorming per kalenderjaar.

Arbeiders niet die voltijds worden tewerkgesteld en/of die niet door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden gedurende het ganse kalenderjaar, hebben dezelfde rechten pro rata berekend op basis van hun tewerkstellingsbreuk conform artikel 50, § 3 van de Arbeidsdeal. 2. Aanwending van de opleidingsdagen Vanaf 1 januari 2024 mag er 1 dag per jaar opgenomen worden in uren, de andere dagen mogen opgenomen worden in blokken van minimum 4 uur. Vanaf 1 januari 2026 mogen er 2 dagen per jaar opgenomen worden in uren, de andere dagen mogen opgenomen worden in blokken van minimum 4 uur. HOOFDSTUK IV. - Het premiekrediet

Art. 9.Premiekrediet 1. Opbouw premiekrediet § 1.Teneinde de ondernemingen te stimuleren om effectief beroep te doen op de door de sector, via Volta vzw, aangeboden mogelijkheden betreffende opleidingen die aan de criteria voor het recht op premie beantwoorden, geldt onderstaand systeem van premiekrediet. Met dit premiekrediet wordt de permanente vorming en opleiding van de arbeiders, zoals bepaald in artikel 5 van deze overeenkomst, verzekerd. § 2. Het jaarlijks premiekrediet wordt berekend op basis van het aantal arbeiders (contract onbepaalde of bepaalde duur) tewerkgesteld tijdens het kwartaal waarvan de meest recente gegevens beschikbaar zijn, vermenigvuldigd met 15,50 EUR en 16 uren. Het bestuursorgaan Volta vzw kan beslissen het kwartaal waarop de berekening van het premiekrediet geschiedt, te wijzigen indien dit om praktische redenen aangewezen zou zijn. Het premiekrediet, waarop een onderneming recht heeft, wordt door Volta vzw aan de onderneming meegedeeld in de loop van het 4de kwartaal van het voorgaande kalenderjaar. § 3. Vanaf 1 januari 2024 wordt het bedrag in artikel 9, 1, § 2 verhoogd van 15,5 EUR naar 22 EUR voor de ondernemingen met minder dan 20 werknemers.

Vanaf 1 januari 2024 wordt het bedrag in artikel 9, 1, § 2 verhoogd van 15,5 EUR naar 18 EUR voor de ondernemingen met minstens 20 werknemers.

Deze verhoging geldt tot 30 juni 2025 en wordt geëvalueerd op 31 december 2024. § 4. Voor de ondernemingen is de mogelijkheid om het collectief premiekrediet bepaald in artikel 9, 1, § § 2 en 3 hierboven te gebruiken beperkt tot het betrokken jaar (hierna "N"). § 5. Een onderneming heeft de mogelijkheid om het niet opgenomen premiekrediet van de voorgaande jaren vooralsnog op te nemen. Dit is echter beperkt tot de twee voorgaande jaren volgens de formules N-1 en N-2.

Het niet opgenomen premiekrediet van N-3 en voorgaande jaren wordt toegevoegd aan de globale sectorale begroting ter financiering van de voortzetting van het premiestelsel. § 6. De onderneming, die voor het lopende jaar meer dagen aan opleiding voorziet dan diegene die gedekt zijn door het premiekrediet door Volta vzw meegedeeld, zoals bepaald in artikel 9, 1, § § 2 en 3, kan niettemin een voorafname van dit premiekrediet ontvangen tot maximaal de 2 daaropvolgende jaren volgens de formules N+1 en N+2.

Indien zou blijken dat de voorafname op het premiekrediet hoger is dan het premiekrediet waarop de onderneming, overeenkomstig de gegevens waarover Volta vzw beschikt, in de loop van de volgende jaren recht zal hebben, kan Volta vzw de voorafname terugvorderen van de betrokken onderneming. Dit geldt bijgevolg tevens voor ondernemingen die de sector verlaten. 2. Afbouw premiekrediet § 1.Wanneer een arbeider uit een onderneming behorende tot het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie deelgenomen heeft aan een opleiding die aan de criteria voor het recht op premie beantwoorden, zal zijn werkgever recht hebben op het ontvangen van een premie van 15,50 EUR per opleidingsuur. De arbeider zelf krijgt gedurende de opleiding zijn loon van de werkgever doorbetaald volgens het arbeidsregime waarin hij tewerkgesteld is. § 2. Vanaf 1 januari 2024 wordt het bedrag in artikel 9, 2, § 1 verhoogd van 15,5 EUR naar 22 EUR voor de ondernemingen met minder dan 20 werknemers.

Vanaf 1 januari 2024 wordt het bedrag in artikel 9, 2, § 1 verhoogd van 15,5 EUR naar 18 EUR voor de ondernemingen met minstens 20 werknemers. Deze verhoging geldt tot 30 juni 2025 en wordt geëvalueerd op 31 december 2024. § 3. Indien de opleiding echter in aanmerking komt voor het Vlaams Opleidingsverlof/Betaald educatief verlof/Congé-éducation payé zal de werkgever slechts recht hebben op het ontvangen van een premie van 7,75 EUR per opleidingsuur. De arbeider zelf krijgt gedurende de opleiding zijn loon van de werkgever doorbetaald volgens het arbeidsregime waarin hij tewerkgesteld is. § 4. Teneinde recht te hebben op de in § 1 tot en met § 3 beschreven tussenkomsten vanwege Volta vzw, dient de werkgever een correct ingevulde premie-aanvraag (bepaald door Volta vzw) in te dienen bij Volta vzw. § 5. De in § 1 tot en met § 3 bepaalde tussenkomsten zijn afkomstig van het opgebouwde premiekrediet, zoals bepaald in artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Het premiekrediet wordt dus verminderd in functie van het aantal door de arbeider(s) gevolgde opleidingsuren. § 6. In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging kan het premiekrediet slechts worden toegekend op basis van paritair goedgekeurde opleidingsplannen. Ook alle latere aanpassingen aan de opleidingsplannen moeten paritair worden goedgekeurd. 3. Systeem premiekrediet De criteria waaraan een opleiding moet voldoen om in aanmerking te komen voor de afbouw van het premiekrediet worden vastgelegd door het bestuursorgaan van Volta, op voorstel van de nationale werkgroep van Volta. § 1. Opleidingen gevolgd op vraag van de werkgever die aan de criteria voor het recht op premie beantwoorden komen enkel in aanmerking voor uitbetaling van de opleidingspremie. Wanneer deze opleidingen doorgaan binnen de normale werkuren van de arbeider, met uitzondering van : - deze die niet binnen de werkuren kunnen gevolgd worden omdat het niet anders kan; - de bij wet opgelegde opleidingen buiten de werkuren.

Deze laatste volgen dezelfde bepalingen als de opleidingen binnen de werkuren.

Deze uren worden beschouwd als arbeidstijd en geven recht op de betaling van het normale loon, zonder evenwel aanleiding te geven tot de betaling van een eventueel overloon.

De arbeider die een opleiding volgt in dit systeem wordt verloond volgens het arbeidsregime waarin hij tewerkgesteld is.

Het inschrijvingsgeld wordt betaald door de werkgever.

De premie wordt betaald aan de werkgever en afgebouwd van het premiekrediet van de onderneming, zoals bepaald in artikel 9, 1 van deze overeenkomst. § 2. Toolboxmeetings en infosessies van fabrikanten die niet voldoen aan de criteria voor het recht op premie in het kader van premiekrediet, komen niet in aanmerking voor uitbetaling van de opleidingspremie.

Een kader voor online-opleidingen wordt uitgewerkt in de nationale werkgroep van Volta vzw.

Art. 10.Digitaal persoonlijk opleidingsdossier Telkens een arbeider uit een onderneming behorende tot het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie heeft deelgenomen aan een opleiding die beantwoordt aan de criteria voor de opleidingspremie van Volta vzw, wordt het elektronisch deelname-attest, uitgereikt door Volta vzw, automatisch geüpload in het digitaal persoonlijk dossier (My Volta) van de arbeider. In dit persoonlijk dossier vindt de arbeider een overzicht van alle opleidingen, beantwoordend aan de criteria voor de opleidingspremie van Volta vzw, die deze heeft gevolgd en waarvoor de werkgever een premie-aanvraag bij Volta vzw heeft ingediend.

De ondertekenende partijen zullen het wetgevend initiatief van het digitaal persoonlijk opleidingsdossier opvolgen en verder uitwerken in de nationale werkgroep van Volta vzw.

Art. 11.Proeven in het kader van de regeling inzake het erkennen van elders verworven competenties/Validation des Compétences De arbeider die een competentietest in het kader van de erkenning van elders verworven competenties of de Validation des Compétences aflegt, heeft het recht om, gedurende maximaal 1 dag per kalenderjaar en met behoud van zijn normale loon, van het werk afwezig te zijn. HOOFDSTUK V. - Bedrijfsopleidingsplannen

Art. 12.Bedrijfsopleidingsplannen § 1. Ondernemingen met vakbondsafvaardiging In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging dient het opstellen en het wijzigen van een bedrijfsopleidingsplan in de onderneming paritair te worden goedgekeurd.

Om een kwaliteitsvoloverleg over de bedrijfsopleidingsplannen te verzekeren, dienen de besprekingen op ondernemingsvlak, vóór 15 november van het voorgaande kalenderjaar te worden aangevat.

Indien de partners er niet in slagen een paritair goedgekeurd opleidingsplan op te stellen, kunnen de betrokken partijen binnen deze ondernemingen voor het opstellen van hun opleidingsplan beroep doen op de begeleiding van Volta vzw.

Tenslotte kan bij niet-akkoord op vlak van de onderneming het ontwerp van opleidingsplan, opgesteld door de werkgever samen met de bedenkingen van de vakbondsafgevaardigden overgemaakt worden aan Volta vzw.

Het bedrijfsopleidingsplan wordt jaarlijks vóór 15 februari aan Volta vzw overgemaakt, maar kan gewijzigd of aangevuld worden in de loop van het kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2022 moet volgende procedure worden gevolgd bij weigering van de werknemersdelegatie om een door de werkgever voorgesteld bedrijfsopleidingsplan goed te keuren.

De ondernemingen leggen de bedrijfsopleidingsplannen aan de ondernemingsraad voor. De besprekingen vangen aan vóór 15 november van het voorafgaande kalenderjaar en worden bij voorkeur afgerond op 1 februari. De voorstelling van het bedrijfsopleidingsplan dient genotuleerd te worden in het verslag van de ondernemingsraad.

Partijen kunnen voor de opmaak van een bedrijfsopleidingsplan beroep doen op de begeleiding van Volta vzw.

Het bedrijfsopleidingsplan dient paritair te worden goedgekeurd en aan Volta vzw worden overgemaakt, bij voorkeur vóór 15 februari en kan nadien nog worden aangevuld of gewijzigd in onderling overleg.

Wanneer de werknemersdelegatie weigert het door de werkgever voorgestelde bedrijfsopleidingsplan goed te keuren, zal zij, binnen de maand na de voorstelling van het bedrijfsopleidingsplan aan de ondernemingsraad, schriftelijk haar redenen meedelen in een rapport aan de werkgever. Het rapport wordt ondertekend door de afgevaardigden van elke vakorganisatie die weigert het voorgestelde opleidingsplan goed te keuren. De redenen mogen enkel vormingsgerelateerd zijn.

Bij ontstentenis van deze schriftelijk gemotiveerde weigering, ten laatste 3 maanden na de voorstelling door de werkgever, wordt het bedrijfsopleidingsplan geacht paritair te zijn goedgekeurd.

Na een gemotiveerde weigering trachten de partners op ondernemingsvlak tot een consensus te komen. Indien dit niet lukt binnen de 3 maanden na de gemotiveerde weigering, kan de werkgever het rapport overmaken aan zijn werkgeversfederatie.

De werkgeversfederatie legt het rapport voor aan het uitvoerend comité van Volta vzw. Het uitvoerend comité heeft de bevoegdheid om het bedrijfsopleidingsplan goed of af te keuren. De beslissing die unaniem moet zijn, wordt genomen binnen de 30 dagen na de voorlegging door de werkgeversfederatie.

In het geval er geen uitvoerend comité gepland is binnen de termijn van 30 dagen na voorlegging van het rapport, kan de bespreking tussen de leden van het uitvoerend comité ook gebeuren via e-mail en/of telefoon. § 2. Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging Indien in ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging de bereidheid bestaat een opleidingsplan uit te werken, kunnen de partners binnen de onderneming hiervoor een beroep doen op de begeleiding van Volta vzw. § 3. Het bedrijfsopleidingsplan houdt rekening met de opleidingsnoden en de gewenste antwoorden hierop van de onderneming. In functie van de sectorale criteria voor het toekennen van een opleidingspremie en een optimaal gebruik van het premiekrediet en van de wet op het Vlaams Opleidingsverlof/Betaald educatief verlof/Congé-éducation payé, verloopt de uitvoering van dit plan - hoewel niet exclusief - in samenwerking met Volta vzw. § 4. De uitvoering van dit plan wordt eveneens in de onderneming paritair opgevolgd en jaarlijks geëvalueerd. De jaarlijkse evaluatie gebeurt in de ondernemingsraad, bij ontstentenis in samenspraak met de vakbondsafvaardiging of door het paritair subcomité. § 5. Indien een opleidingsplan in erkende opleidingen voorziet, die gevolgd worden door een competentietest in het kader van een certificering van arbeiders, zal de vakbondsafvaardiging, indien er één bestaat, door de werkgever voorafgaand geïnformeerd en geconsulteerd worden over de procedure. In geval van negatieve testresultaten van een opleiding die leidt tot certificering wordt een principerecht op remediëring voorzien, waarin de werkgever er zich toe verbindt om een niet-geslaagde cursist een éénmalige remediëringsopleiding aan te bieden met behoud van de bestaande voordelen. Volta vzw zal deze remediëringsopleiding gratis aanbieden indien het gaat om een door Volta vzw georganiseerde opleiding. § 6. Teneinde het vormingsaanbod van Volta vzw beter op de sector af te stemmen : - dienen de bedrijfsopleidingsplannen aan Volta vzw te worden overgemaakt; - zal een globale analyse van de ingediende opleidingsplannen gebeuren; - dient Volta vzw haar bedrijfsbezoeken uit te bouwen. HOOFDSTUK VI. - Sectorpromotie en innovatie

Art. 13.Onderwijs en arbeidsmarkt De financiële middelen kunnen door Volta vzw aangewend worden om een paritair beheerd en kwalitatief opleidingssysteem uit te bouwen, onder andere via projecten in samenwerking met onderwijs.

Het bestuursorgaan van Volta vzw bepaalt de verdere modaliteiten met betrekking tot deze opdracht van Volta vzw en kan tevens beslissen tot andere initiatieven ter promotie van de sector, in samenwerking met institutionele en andere derden. Het bestuursorgaan van Volta vzw dient deze initiatieven te kaderen in functie van onder andere de instroom in de sector, de beheersbaarheid van de kosten, alsook de tewerkstelling in de sector.

Art. 14.Technologische dienst- en adviesverlening De sociale partners ondersteunen via Volta vzw de inspanningen inzake technologisch onderzoek in de sector, met oog op het bevorderen, het opvolgen en het organiseren van alle vormen van technologische dienst- en adviesverlening, onder andere inzake de volgende terreinen : technology assessment (onderzoek van de weerslag van nieuwe technologieën voor de werkgevers en arbeiders in de sector), milieu-technologie en de impact ervan op de sector en sectorlabelling en bedrijfscertificering op technologisch vlak.

De opdrachten moeten zodanig toegekend worden dat er een evenwichtige spreiding is over de verschillende regio's van het land. HOOFDSTUK VII. - Financiering

Art. 15.Risicogroepen en innoverende opleidingsprojecten § 1. Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en haar uitvoeringsbesluit van 26 april 2009 ter activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de periode 2009-2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 2009, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders aan 108 pct. bevestigd. § 2. Van hogergenoemde bijdrage van 0,15 pct. wordt 0,05 pct. aangewend voor innoverende projecten. Modaliteiten hiertoe dienen te worden vastgelegd binnen het bestuursorgaan van Volta vzw. § 3. Gezien deze inspanning, vragen partijen dat de Minister van Werk de sector verder zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. bestemd voor het Tewerkstellingsfonds. § 4. De sociale partners komen overeen dat, rekening houdende met de inspanningen van de sector op het vlak van risicogroepen, er op sectorvlak een aanvraag zal gericht worden aan de Minister van Werk tot opheffing van de verplichting tot aanwerving van arbeiders met een startbaanovereenkomst.

Art. 16.Vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening Voor de financiering van de inspanningen op vlak van vorming, innovatie en technologische dienst- en adviesverlening, wordt een bijdrage geïnd van 0,65 pct. van de brutolonen van de arbeiders aan 108 pct., waarvan 0,60 pct. voorzien wordt voor vorming en innovatie en 0,05 pct. voor de technologische dienst- en adviesverlening.

Art. 17.Toepassingsmodaliteiten bijdrage vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening Voor de aanwending van de sommen bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst in functie van de uitvoering van de opdrachten inzake vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening, zoals beschreven in hoofdstukken III, IV en V van deze overeenkomst, zal het Fonds voor bestaanszekerheid - Volta (fbz Volta fse) de uitvoeringsmodaliteiten bepalen.

Ten einde Volta vzw in staat te stellen de haar bij collectieve arbeidsovereenkomst opgelegde verplichtingen na te komen worden de nodige middelen voorzien.

In het bijzonder zullen voor de opdrachten inzake permanente vorming, zoals beschreven in hoofdstukken III, IV en V van deze overeenkomst, vanuit het Fonds voor bestaanszekerheid - Volta (fbz Volta fse), indien nodig, bijkomende middelen worden vrijgemaakt. Een paritaire werkgroep binnen het Fonds voor bestaanszekerheid - Volta (fbz Volta fse) zal de modaliteiten hiertoe uitwerken. HOOFDSTUK VIII. - Engagement opleidingsinspanningen

Art. 18.§ 1. De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de arbeiders, en bijgevolg van de ondernemingen. § 2. De ondertekenende partijen engageren zich om te evolueren naar een Loopbaanfonds. HOOFDSTUK IX. - Scholingsbeding

Art. 19.In uitvoering van artikel 22bis, § 1, tweede lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden opleidingen waarvoor aan de werkgever een premie werd betaald en wettelijk of reglementair verplichte opleidingen uitgesloten van de toepassing van het scholingsbeding, tot en met 31 december 2025. HOOFDSTUK X. - Geldigheid

Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021 inzake vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, geregistreerd onder het nummer 169344/CO/149.01.

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2024 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van : - artikel 1 dat in werking treedt op 1 juli 2023 voor onbepaalde uur; - de artikelen 2, 3, 4, 15 en 19 die in werking treden op 1 juli 2023 en buiten werking zullen treden op 31 december 2025; - artikelen 9, 1, § 3 en 9, 2, § 2 die in werking treden op 1 januari 2024 en buiten werking zullen treden op 30 juni 2025.

Zij kan door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeg van zes maanden betekend met een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 juli 2025.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^