12 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 tot vaststelling van de tarieven der retributies voor sommige prestaties, geleverd door de Dienst van de Zeevaartinspectie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, artikel 30, gewijzigd bij de wet van 22 januari 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 1989 tot vaststelling van de tarieven der retributies voor sommige prestaties, geleverd door de Dienst van de Zeevaartinspectie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 januari 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting d.d. 10 maart 2009;

Gelet op advies 46.679/4 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat met het oog op het invoeren van een integraal kwaliteitsbeheer dat tot doel heeft de kwaliteit van de sterk groeiende Belgische koopvaardijvloot te bewaken, het noodzakelijk is om onverwijld het retributiesysteem dat betrekking heeft op bepaalde prestaties van de vlaggenstaatadministratie aan te passen; dat de retributies die geen betrekking hebben op prestaties van de vlaggenstaatadministratie inzake koopvaardijschepen het voorwerp zullen uitmaken van een algemene herziening in het kader van de werkzaamheden van de Commissie Maritiem Recht belast met de herziening van het privaatrechtelijk en publiekrechtelijk maritiem recht, opgericht bij het koninklijk besluit van 27 april 2007;

Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 tot vaststelling van de tarieven der retributies voor sommige prestaties, geleverd door de Dienst van de Zeevaartinspectie, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van schepen. »

Art. 2.De artikelen 1 tot 3 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : «

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit en zijn bijlage wordt verstaan onder : 1° passagiersschip met vaarbeperkingen : passagiersschip met vaarbeperkingen bedoeld in artikel 1, 28°, van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement;2° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Maritieme Mobiliteit behoort.

Art. 2.Voor de prestaties verricht door de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren die daartoe aangesteld zijn, is een retributie verschuldigd volgens de tarieven vastgesteld overeenkomstig artikel 3.

Art. 3.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen in § 2 zijn de tarieven bedoeld in artikel 2 de basistarieven, vastgesteld in de bijlage bij dit besluit. § 2. Het bedrag van de tarieven wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen op basis van de volgende formule : basistarief zoals vastgesteld in de bijlage vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het bedrag van de tarieven wordt aangepast overeenkomstig het eerste lid.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van november 2008.

Het verkregen resultaat wordt afgerond naar boven op de euro als het decimale gedeelte gelijk aan of meer dan vijftig cent is. Het wordt naar onder op de euro afgerond als dit gedeelte minder is dan vijftig cent. § 3. De retributies bedoeld in artikel 2 zijn verschuldigd door de kapitein of door de eigenaar van het schip met uitzondering van de retributies vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van tarief XIII en tarief XIV van de bijlage bij dit besluit die verschuldigd zijn door de aanvrager. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van de bijlage vervangen als volgt : « Bijlage : Basistarieven. »

Art. 4.In de bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift van Tarief I wordt vervangen als volgt : « Tarief I.Onderzoek van schepen onder Belgische of vreemde vlag die geen vissersvaartuigen of passagiersschepen met vaarbeperkingen zijn. »; 2° de bepaling onder Tarief I wordt vervangen als volgt : « Voor onderzoek en voor verdere werkzaamheden nodig voor de afgifte van de wettelijk vereiste certificaten, evenals voor de reistijd, is een retributie van 110 euro per uur verschuldigd voor schepen onder Belgische of vreemde vlag die geen vissersvaartuigen of passagiersschepen met vaarbeperkingen zijn. Indien de in het eerste lid bedoelde prestaties plaatsvinden op verzoek van de kapitein of van de eigenaar van het schip tussen 18 uur en 7 uur 30 op werkdagen of op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, is een bijkomende retributie verschuldigd van 17 euro per uur.

Voor inspecties nodig voor het toepassen van het geïntegreerde kwaliteitsbeheer van schepen onder Belgische vlag, evenals voor de reistijd, is een retributie van 110 euro per uur verschuldigd. »; 3° het opschrift van Tarief III wordt vervangen als volgt : « Tarief III.Passagiersschepen met vaarbeperkingen : certificaat van deugdelijkheid. »; 4° in Tarief III worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling a) worden de woorden « Voor eerste onderzoek van schepen, bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, van de wet van 5 juni 1972 en van passagiersschepen die uitsluitend varen in een beperkt vaargebied langsheen de Belgische kust en verdere werkzaamheden, nodig voor eerste afgifte van een certificaat van deugdelijkheid aan een nieuw gebouwd schip of aan een schip dat onder Belgische vlag overgaat, is de hierna volgende retributie verschuldigd » vervangen door de woorden « Voor het eerste onderzoek van passagiersschepen met vaarbeperkingen en voor verdere werkzaamheden, nodig voor de eerste afgifte van een certificaat van deugdelijkheid aan een nieuw gebouwd schip of aan een schip dat onder de Belgische vlag wordt gebracht, is de hierna volgende retributie verschuldigd : »;b) in de bepaling onder b) worden de woorden « Voor periodiek onderzoek van schepen, bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, van de wet van 5 juni 1972, en van passagiersschepen die uitsluitend varen in een beperkt vaargebied langsheen de Belgische kust en verdere werkzaamheden, nodig voor vernieuwing van een certificaat van deugdelijkheid, is de hiernavolgende retributie verschuldigd » vervangen door de woorden « Voor periodiek onderzoek van passagiersschepen met vaarbeperkingen en voor verdere werkzaamheden, nodig voor de vernieuwing van een certificaat van deugdelijkheid, is de hiernavolgende retributie verschuldigd : »;5° het opschrift van Tarief V wordt vervangen als volgt : « Tarief V.Vissersvaartuigen onder Belgische vlag : certificaat van deugdelijkheid. »; 6° het opschrift en de bepaling van Tarief VI worden vervangen door het volgende opschrift : « Tarief VI.Vissersvaartuigen onder Belgische vlag en passagiersschepen met vaarbeperkingen : onderzoek van radio-elektrische installaties en elektronische navigatietoestellen. » 7° in Tarief VI worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder a) (i) wordt vervangen als volgt : « (i) Voor eerste onderzoek van de radio-elektrische installaties en van de elektronische navigatietoestellen en voor verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van de wettelijk vereiste certificaten aan boord van een nieuw gebouwd schip of van een schip dat onder Belgische vlag wordt gebracht;»; b) in de bepaling onder a) (ii) worden de woorden « voornoemde certificaten » vervangen door de woorden « de certificaten bedoeld in Tarief VI.a) (i) »; c) in de bepaling onder c) worden de woorden « voornoemde certificaten, na voorlegging van een rapport van onderzoek » vervangen door de woorden « de certificaten bedoeld in Tarief VI.a) (i), na voorlegging van een rapport van onderzoek »; d) in de bepaling onder d) worden de woorden « van één van de voornoemde veiligheidscertificaten » vervangen door de woorden « van één van de certificaten bedoeld in Tarief VI.a) (i) »; 8° het opschrift van Tarief VII wordt vervangen als volgt : « Tarief VII.Vissersvaartuigen onder Belgische vlag en passagiersschepen met vaarbeperkingen : vrijboord. »; 9° de opschriften en bepalingen onder Tarief II, Tarief VIII, Tarief IX, Tarief X, Tarief XI en Tarief XII, met uitzondering van Tarief XII b), worden opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2009.

Art. 6.De Minister bevoegd voor Maritieme Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 juli 2009.

Van Koningswege : De Eerste Minister, H. VAN ROMPUY De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE