gepubliceerd op 19 oktober 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid
12 AUGUSTUS 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 43, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1 en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 5, eerste lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 april 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven 8 juni 2000;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de inwerkingtreding op 1 april 2000 van hoofdstuk VIII -startbaanovereenkomst- van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid en door de noodzaak, op een datum die het dichtst de datum van inwerkingtreding benadert, de bijkomende gebieden waarin globale projecten kunnen uitgevoerd worden ter kennis te brengen van de jonge werknemers en van de potentiële werkgevers uit de openbare sector;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, wordt aangevuld als volgt : « 5° onthaal en inlichtingen voor de werkzoekenden en de werklozen; 6° opvang en animatie voor jonge vluchtelingen in de centra voor asielaanvragers met meer dan honderd plaatsen;7° onthaal en inlichtingen bij het sociaal overleg en de werkgelegenheidsprojecten;8° interculturele bemiddeling bij openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van het lenteprogramma van de federale regering tot activering van bestaansminimumtrekkers en steungerechtigden.»
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2000.
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Ambtenarenzaken en van Modernisering van de Openbare Besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Beturen, L. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 december 1999, Belgisch Staastblad van 27 januari 2000. Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000.