Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998
gepubliceerd op 02 september 1998

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "mobiele urgentiegroep" moet voldoen om te worden erkend

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022557
pub.
02/09/1998
prom.
10/08/1998
ELI
eli/besluit/1998/08/10/1998022557/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "mobiele urgentiegroep" (MUG) moet voldoen om te worden erkend


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 68 en op artikel 69, 3°, gewijzigd door de wet van 21 december 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie "mobiele urgentiegroep";

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet voldoen om erkend te worden;

Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, uitgebracht op 19 mei 1994, 10 juli 1997 en 9 juli 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 juni 1995;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën van 2 maart 1998;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 20 maart 1998 over de adviesaanvraag binnen de termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 mei 1998. met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1 °, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;2° interventiezone : de zone toegewezen, overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening en waarbinnen de MUG-functie haar taken uitvoert;3° MUG : mobiele urgentiegroep die, uitsluitend op vraag van de aangestelde van het éénvorrnig oproepstelsel, werkt binnen de haar toegewezen interventiezone;4° functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" : de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" bedoeld in het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet voldoen om erkend te worden;5° associatie : een erkende associatie van ziekenhuizen bedoeld in het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moet voldoen;6° protocol : de overeenkomst bedoeld in artikel 7, derde lid, 2° en 3°, van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, waarin de opvang van de patiënten door de ziekenhuizen wordt geregeld,afgesloten tussen alle ziekenhuizen van de provincie of van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad met een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", die ingeschakeld is in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Om te worden erkend en erkend te blijven, moet de MUG-functie aantonen dat deze in aanmerking komt om ingeschakeld te worden in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening en moet deze voldoen aan de erkenningsnormen van dit besluit.

De erkenning van de MUG-functie wordt verleend aan een ziekenhuis met een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" die ingeschakeld is in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening of aan een associatie van ziekenhuizen met een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" die ingeschakeld zijn in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening.

De door de associatie(s) uitgebate MUG-functie(s) wordt(en) beschouwd als een functie van elk van de deelnemende ziekenhuizen. HOOFDSTUK III. - Functionele normen

Art. 3.§ 1er. Het beheer van elke in de provincie of in het arrondissement Brussel-Hoofdstad beschikbare MUG-functie geschiedt door een ziekenhuis of een ziekenhuisassociatie.

Wanneer er zich in een interventiezone meer ziekenhuizen met een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" bevinden, die zich kandidaat stellen om een MUG-functie op te richten, moeten alle MUG-functies binnen deze interventiezone uitgebaat worden door één associatie, samengesteld uit alle bedoelde kandiderende ziekenhuizen.

In afwijking tot artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen. kan een door een associatie uitgebate MUG-functie zich op meer dan één vestigingsplaats bevinden, uitsluitend voor zover dit voor een alternerende werking bestemd is en deze functie derhalve niet simultaan op meer dan één vestigingsplaats functioneert. § 2. Naast de aangelegenheden die, ingevolge de toepassing van het voormeld koninklijk besluit van 25 april 1997, in de associatie-overeenkomst moeten geregeld worden, regelt de overeenkomst minstens volgende aangelegenheden : 1° de aanwijzing van de plaats van vertrek van het interventieteam, die verdeeld kan worden tussen verschillende ziekenhuizen voor zover deze binnen een redelijke afstand van elkaar verwijderd zijn.Onder redelijke afstand wordt verstaan een afstand in de orde van grootheid van maximum 5 km. Wanneer het een ruraal gebied betreft kan de overheid die bevoegd is voor de erkenning van de associaties een afwijking toestaan op deze maximum afstand voor zover de ziekenhuizen die van de associatie deel uitmaken hiertoe een gemotiveerd verzoek indienen. De motivering moet minstens bestaan uit een document dat zowel de behoeften van de regio als het potentieel aan mogelijke vertrekplaatsen aanduidt; 2° de wijze van structurering van de medische activiteit met daarin begrepen de wijze van aanstelling van de medisch coördinator;3° de wijze van structurering van de verpleegkundige activiteit met daarin begrepen de wijze van aanstelling van de verpleegkundig coördinator;4° de algemene modaliteiten inzake werking en samenwerking, financiële aspecten inbegrepen;5° de taakverdeling tussen de betrokken ziekenhuizen en de organisatie van de ritten;6° de verdeling van de wachtdiensten onder de ziekenhuizen. Ingeval één associatie meerdere MUG-functies uitbaat moeten in de overeenkomst die aangelegenheden worden aangeduid die per MUG-functie afzonderlijk dienen geregeld te worden. Hiertoe behoren minstens de aangelegenheden bedoeld in 1°, 5° en 6°.

Art. 4.Een protocol moet worden afgesloten tussen alle ziekenhuizen met een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" die ingeschakeld is in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening en die in dezelfde provincie of in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad gelegen zijn, alvorens de MUG-functies in de betrokken provincie of in voornoemd administratief arrondissement kunnen worden erkend. HOOFDSTUK IV. - Organisatorische normen Afdeling 1. - Medisch en verpleegkundig personeel

Art. 5.De geneesheer die de leiding van de functie heeft moet een geneesheer-specialist, houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde en voltijds aan het ziekenhuis of aan één der ziekenhuizen van de associatie verbonden zijn.

Art. 6.§ 1. Onverminderd de bepalingen inzake de beschikbaarheid van het medisch personeel van de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", moet de MUG-functie instaan voor een eigen medische permanentie 24 uur op 24. § 2. De medische permanentie wordt waargenomen door minstens één, minstens halftijds aan het ziekenhuis verbonden, geneesheer met één van de volgende kwalificaties : 1° een geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde;2° een geneesheer-specialist in opleiding om de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde te behalen;3° een geneesheer die de opleiding, bedoeld in artikel 5, § 2, 2, b) van het ministerieel besluit van 12 november 1993 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, alsook van de stagemeesters en stagediensten in de urgentiegeneeskunde gevolgd heeft.

Art. 7.De hoofdverpleegkundige die de leiding van het verpleegkundig personeel van de functie heeft, moet houder zijn van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster in intensieve zorg en spoedgevallenzorg of gegradueerde verpleger of verpleegster zijn die het bewijs levert dat hij/zij, op het ogenblik van de bekendmaking van onderhavig besluit, minstens 5 jaar ervaring heeft opgedaan in één der in artikel 7, tweede lid, bedoelde diensten.

Bedoelde ervaring dient opgedaan te zijn hetzij in een erkende dienst voor intensieve verzorging, hetzij in een dienst voor intensieve behandeling die beantwoordt aan de omschrijving in de bijlage 3 van het koninklijk besluit van 28 november 1986 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 6bis, § 2, 6°bis, van de wet op de ziekenhuizen, hetzij in een spoedgevallendienst die beantwoordt aan de omschrijving in de bijlage I bij voormeld besluit van 28 november 1986.

Art. 8.Onverminderd de bepalingen inzake de beschikbaarheid van het verpleegkundig personeel van de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", moet de MUG-functie 24 uur op 24 voorzien in eigen verpleegkundige permanentie, van ten minste één persoon die houder is van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster in intensieve zorg en spoedgevallenzorg tenzij hij kan bewijzen dat hij op het ogenblik van de bekendmaking van dit besluit,minstens 5 jaar ervaring heeft opgedaan in één der in artikel 7, tweede lid, bedoelde diensten.

Art. 9.Onverminderd de bepalingen inzake de beschikbaarheid van het medisch korps en het verpleegkundig personeel in een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", maakt het personeel dat ermee belast is de opdrachten van de MUG-functie uit te voeren deel uit van het medisch korps en verpleegkundig personeel van een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" zoals bedoeld in artikel 3, § 1.

Art. 10.Voor iedere interventie omvat het medisch interventieteam van de MUG-functie ten minste een geneesheer en een verpleegkundige die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in respectievelijk de artikelen 6 en 8, en maakt deze gebruik van een uitgerust voertuig zoals bedoeld in de artikelen 13 tot 17.

Art. 11.De MUG-functie moet het bewijs leveren dat haar medisch en verpleegkundig personeel, overeenkomstig de door de Minister bepaalde modaliteiten, permanent bijgeschoold wordt.

Art. 12.De MUG-functie moet actief deelnemen aan de opleiding van de hulpverleners-ambulanciers, bedoeld in artikel 6bis van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. Afdeling 2. - Uitrusting

Art. 13.De MUG-functie moet beschikken over tenminste een voertuig dat gestationeerd is in het ziekenhuis waar het medisch interventieteam zich bevindt. Het voertuig moet conform zijn aan de door de Minister vastgestelde eigenschappen.

Art. 14.Alle leden van het medisch interventieteam moeten beschikken over een persoonlijke uitrusting waarvan de eigenschappen door de Minister vastgesteld worden.

Art. 15.Het volgend draagbaar materieel moet zich aan boord van hel voertuig bevinden : 1° een cardioscoop voorzien van een defibrillator met mogelijkheid van een aangepaste registratie op papier van EKG-grafiek;2° een pulse-oxymeter;3° een niet-invasieve bloeddrukmeter;4° een draagbare zuurstofvoorraad, die voldoende is om een patiënt gedurende 90 minuten zuurstof a rato van 10 liter/minuut toe te dienen;5° een injectiespuitpomp;6° een glycometer;7° spalken voor de halswervels en de ledematen, die bij gebruik hun vorm behouden gedurende minstens 6 uren;8° een elektrisch aspiratietoestel;9° het materieel nodig voor een doorgedreven reanimatie van volwassenen en kinderen;10° een mobiele zender-ontvanger met de regionale en nationale frequenties van de dienst 100 evenals de frequentie voor de communicatie tussen ziekenhuizen, overeenkomstig de geldende reglementering terzake;11° een draagbare zender-ontvanger met de in 10° bedoelde frequenties;12° elk ander door de Minister vastgesteld materieel of uitrusting. Alle bovengenoemde aangedreven toestellen moeten minstens 90 minuten autonoom kunnen functioneren.

Art. 16.De Minister kan een lijst opstellen van de geneesmiddelen die zich aan boord van het voertuig moeten bevinden. Die geneesmiddelen moeten worden bewaard volgens de bepalingen van de Belgische farmacopee.

Art. 17.Alle toestellen moeten goed onderhouden zijn, behoorlijk functioneren en klaar zijn voor gebruik. HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen

Art. 18.Gedurende een periode van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit kan de in artikel 6, § 2, van dit besluit bedoelde medische permanentie ook worden waargenomen door een geneesheer-specialist bedoeld in artikel 2, § 1, van het ministerieel besluit van 12 november 1993 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, alsook van de stagemeesters en stagediensten in de urgentiegeneeskunde, die zijn erkenning als geneesheer specialist heeft verkregen uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

De Minister kan deze overgangstermijn verlengen voor zover zou blijken dat bij het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde overgangstermijn nog niet voldoende artsen voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 6, § 2. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 19.In het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet voldoen om erkend te worden, wordt een artikel 8bis ingevoegd luidend als volgt : «

Art. 8bis.Het ziekenhuis dat beschikt over een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" die ingeschakeld is in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening moet, overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "mobiele urgentiegroep" (MUG) moet voldoen om te worden erkend, een protocol sluiten met de overige ziekenhuizen van dezelfde provincie of in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, die beschikken over een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" die ingeschakeld is in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening. ».

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op de datum bepaald door de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, en in ieder geval uiterlijk op 1 mei 1999.

Art. 21.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Pensioenen, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 augustus 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^