Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2015
gepubliceerd op 17 juni 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2013-2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012072
pub.
17/06/2015
prom.
10/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2013-2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2013-2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014 Protocol van sectoraal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122064/CO/224) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld in de collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 23/02/2002 numac 2002022044 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 11/04/2002 numac 2002022054 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten (61401/CO/224) houdende de functieclassificatie voor de bedienden. HOOFDSTUK II. - Neerlegging

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK III. - Koopkracht Afdeling 1. - Index

Art. 3.Op 1 mei 2013 en op 1 mei 2014 worden de basiswedden, alsook de niet in procent uitgedrukte ploegen- en productiepremies, evenals de baremieke wedden aangepast aan de inflatie overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1997 (46031/CO/224) betreffende de koppeling van de wedden aan het prijsindexcijfer bij consumptie.

Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. Afdeling 2. - Resultaatsgebonden voordelen (ROCE)

Art. 4.Vanaf de referteperiode die samenvalt met het kalenderjaar 2014, of in voorkomend geval met het verschoven boekjaar dat aanvangt in 2014 (bijvoorbeeld 1 april 2014 tot 31 maart 2015) wordt de schaal voor de berekening van het toe te kennen voordeel bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008 (88098/CO/224) betreffende de omzetting van een bestaand plan betreffende voordelen, gebonden aan de collectieve resultaten van de onderneming genaamd "variabele bonus" in een plan betreffende resultaatsgebonden voordelen als volgt aangepast : alle schijven groter dan of gelijk aan 5 pct. worden verhoogd : van 5 tot 12,5 pct. met 0,1 pct., van 12,5 tot 17,5 pct. met 0,2 pct. en vanaf 17,5 pct. met 0,3 pct.. Dit artikel geldt voor onbepaalde duur.

Bijgevolg varieert vanaf voormelde referteperiode het toe te kennen voordeel overeenkomstig volgende schaal :

Rendabiliteit van de onderneming, uitgedrukt in ROCE

Grootte van het voordeel uitgedrukt in percentage van het individueel bruto-loon van de bediende verdiend tijdens de referteperiode

Rentabilité de l'entreprise, exprimée en ROCE

Grandeur de l'avantage exprimé en pourcentage du salaire brut individuel de l'employé gagné pendant la période de référence

Kleiner dan 5 pct.

0

Inférieure à 5 p.c.

0

Groter dan of gelijk aan 5 pct. en kleiner dan 7,5 pct.

1 pct.

Supérieure ou égale à 5 p.c. et inférieure à 7,5 p.c.

1 p.c.

Groter dan of gelijk aan 7,5 pct. en kleiner dan 12,5 pct.

1,3 pct.

Supérieure ou égale à 7,5 p.c. et inférieure à 12,5 p.c.

1,3 p.c.

Groter dan of gelijk aan 12,5 pct. en kleiner dan 15 pct.

1,7 pct.

Supérieure ou égale à 12,5 p.c. et inférieure à 15 p.c.

1,7 p.c.

Groter dan of gelijk aan 15 pct. en kleiner dan 17,5 pct.

2,3 pct.

Supérieure ou égale à 15 p.c. et inférieure à 17,5 p.c.

2,3 p.c.

Groter dan of gelijk aan 17,5 pct. en kleiner dan 20 pct.

3 pct.

Supérieure ou égale à 17,5 p.c. et inférieure à 20 p.c.

3 p.c.

Groter dan of gelijk aan 20 pct.

3,6 pct.

Supérieur ou égal à 20 p.c.

3,6 p.c.

Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. Afdeling 3. - Wijzigingen aan de bestaande sectorale regeling inzake

ecocheques (collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2009 betreffende het koopkrachtmenu)

Art. 5.Andere invulling op ondernemingsvlak Ondernemingen die bij gebrek aan akkoord voor 15 september 2009 (95488/CO/224) op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2009 betreffende het koopkrachtmenu ecocheques hebben toegekend kunnen alsnog voor een andere invulling kiezen zonder dat dit een kostenverhoging inhoudt.

Hiertoe kan uitsluitend gekozen worden uit het onderstaand gesloten menu : 1. Invoering van een nieuwe of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering ter waarde van 250 EUR per jaar, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen.2. Invoering van - op voorwaarde dat voor de arbeiders dezelfde keuze werd gemaakt - of verbetering van een aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak ter waarde van 250 EUR per jaar, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen.3. Loonsverhoging ter waarde van 250 EUR per jaar, zijnde 13,30 EUR bruto per maand, voor een voltijds tewerkgestelde bediende (pro rata voor deeltijdsen), alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen.4. Een combinatie van de 3 bovenstaande mogelijkheden ter waarde van 250 EUR per jaar, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen. De keuze uit bovenstaand menu moet op ondernemingsvlak gemaakt worden tegen ten laatste 30 juni 2014 via een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst. Ondernemingen zonder syndicale delegatie moeten de gekozen formule meedelen aan de voorzitter van het paritair comité vóór 30 juni 2014.

Bij gebrek aan akkoord binnen de onderneming vóór 30 juni 2014, worden door de werkgever aan de bedienden ecocheques toegekend volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 2 tot en met 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2009 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. Afdeling 4. - Sectoraal kader aanvullend pensioen

Art. 6.De sociale partners komen overeen om samen met de vakbondsorganisaties voor de arbeiders een werkgroep op te richten met het oog op de bespreking van de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid als inrichter van een sectoraal sociaal aanvullend pensioenplan met solidariteitsprestaties. Afdeling 5. - Maaltijdcheques bij vorming

Art. 7.De dagen waarvoor betaald educatief verlof wordt toegekend en de dagen syndicale vorming geven recht op betaling van een maaltijdcheque. Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid en werkbaar werk

Art. 8.De werkzekerheidsclausule die per collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (105769/CO/224) uitgebreid werd naar meervoudig ontslag wordt verlengd tot 30 juni 2015.

Art. 9.Omzetting eindejaarspremie In ondernemingen waar een eindejaarspremie bestaat, kan, met individueel akkoord van de bediende, een deel of het geheel van de eindejaarspremie worden omgezet naar vrije dagen.

Deze omzetting en de modaliteiten ervan moeten steeds bij collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak worden bepaald.

Ingeval van omzetting in vrije dagen kunnen deze vrije dagen ook opgenomen worden op een later ogenblik in de loopbaan.

Bij het uitwerken van de omzetting en de modaliteiten ervan moet in de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak rekening worden gehouden met het volgende : - jaarlijkse mededeling van het openstaande saldo dagen; - het loon zoals van toepassing op het moment van opname dient gerespecteerd te worden; - behoud van het aantal omgezette vrije dagen bij wijziging van het arbeidsstelsel.

Wanneer een syndicale delegatie in de onderneming aanwezig is, moet deze collectieve arbeidsovereenkomst door alle representatieve werknemersorganisaties die in de syndicale delegatie zijn vertegenwoordigd, worden ondertekend.

Een afschrift van de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak wordt overgemaakt aan de voorzitter van het paritair comité.

Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK V. - Arbeidsorganisatie en loopbaanplanning Afdeling 1. - Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

Art. 10.Lange loopbaan Voor de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2014 wordt de leeftijd van het SWT zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 verlaagd tot 58 jaar.

Art. 11.Nachtarbeid Voor de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2014 wordt binnen de wettelijke en reglementaire mogelijkheden de leeftijd van het SWT zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 verlaagd tot 56 jaar, voorzover de bediende in toepassing van de SWT-reglementering 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kan rechtvaardigen en 20 jaar gewerkt heeft in een nachtregeling zoals bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46.

Art. 12.Zwaar beroep Voor zover de voorwaarden van artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag worden vervuld, wordt de regeling vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, tot invoering van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers die worden ontslagen, uitgebreid tot alle bedienden vanaf 58 jaar op wie onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, voor zover de bedienden een beroepsverleden als loontrekkende van 35 jaar kunnen rechtvaardigen en gewerkt hebben in een zwaar beroep.

Van deze 35 jaar moeten ofwel minstens 5 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 10 kalenderjaren voor het einde van arbeidsovereenkomst, ofwel minstens 7 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 15 kalenderjaren voor het einde van de arbeidsovereenkomst.

Voor de omschrijving van zwaar beroep wordt verwezen naar artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Art. 13.Vastklikmodaliteiten Bedienden die in de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst in aanmerking kunnen komen voor een SWT, kunnen hun rechten vastklikken zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013. De sociale partners bevelen een bespreking aan ter bevestiging van de modaliteiten die op ondernemingsvlak van toepassing zijn. Afdeling 2. - Tijdskrediet

Art. 14.De collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende tijdskrediet en loopbaanvermindering (registratienummer 105768/CO/224) wordt verlengd tot 30 juni 2015.

Art. 15.Landingsbanen In uitvoering van artikel 8, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, hebben de werknemers van de sector van minstens 50 jaar en die een beroepsloopbaan van 28 jaar doorlopen hebben, recht op een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5.

De bestaande afspraken rond tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen zullen daarbij gerespecteerd worden.

Voor zover een onderneming zou wensen af te wijken van de toepassing van de landingsbanen vanaf 50 jaar, zal de onderneming de voorzitter van het paritair comité hiervan op de hoogte stellen evenals van de redenen van deze afwijking.

De sociale partners komen overeen dat een evaluatie zal plaatsvinden in het eerste kwartaal van 2015.

Dit artikel is van toepassing tot 30 juni 2015. Afdeling 3. - Overuren

Art. 16.De collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (105757/CO/224) betreffende de arbeidsorganisatie wordt verlengd tot 30 juni 2015. HOOFDSTUK VI. - Opleiding Afdeling 1. - Risicogroepen

Art. 17.In toepassing van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en het koninklijk besluit van 19 februari 2013 worden de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2013 (116290/CO/224) betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen verlengd voor de periode van 1 januari 2013 tot 30 juni 2015.

De bijdrage voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst blijft vastgesteld op 0,10 pct. Afdeling 2. - Permanente vorming

Art. 18.Wettelijk kader De sociale partners onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de bedienden en bijgevolg van de ondernemingen.

De sector bevestigt te voldoen aan de in artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact en de uitvoeringsbesluiten hiervan bepaalde opleidingsinspanning van 1,9 pct. van de loonmassa door middel van de jaarlijkse verhoging van de vormingsinspanning van iedere onderneming afzonderlijk en de bedrijfsopleidingsplannen, zoals bepaald in artikelen 21 en 22.

Art. 19.Norm De vormingsinspanning van elke onderneming zal vanaf 2014 minstens 1,7 pct. bedragen van de totale jaarlijkse bruto loonmassa.

De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen zijn de opleidingen die in de sociale balans dienen opgenomen te worden. Dit zijn dus zowel de initiële als de voortgezette formele, minder formele en informele beroepsopleidingen.

De op ondernemingsvlak reeds bestaande inspanningen inzake vorming en opleiding voor bedienden kunnen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de bovengenoemde doelstellingen. De sector roept de ondernemingen op om de nodige aandacht aan vorming en opleiding te besteden en vraagt de ondernemingen waar de gestelde norm reeds wordt overschreden om deze inspanningen te continueren.

Art. 20.Bedrijfsopleidingsplan § 1. In de jaarlijks vóór 1 april op te stellen bedrijfsopleidingsplannen geldt de aanbeveling om een bijzondere aandacht te schenken aan de bedienden van 50 jaar en ouder. § 2. Het bedrijfsopleidingsplan betreffende het jaar 2014 en een uittreksel uit het verslag van de ondernemingsraad betreffende de raadpleging zullen worden overgemaakt aan Agoria uiterlijk tegen 30 april 2014. Agoria geeft de bedrijfsopleidingsplannen en uittreksels uit de verslagen van de ondernemingsraden door aan de werknemersorganisaties. Op dezelfde wijze zal uiterlijk tegen het einde van het eerste kwartaal na afloop van 2014 een evaluatie betreffende de realisatie van het plan aan de vakbondsorganisaties via Agoria worden overgemaakt.

Op bedrijfsvlak wordt afgesproken welke informatie wordt medegedeeld. § 3. Tenzij de raad van bestuur van de VZW "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferro sector" er anders over beslist, zal een financiële ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen vanuit de VZW "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferro sector" slechts kunnen verleend worden indien de betrokken onderneming tijdig een bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld waarin tevens de opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen zijn opgenomen en dat door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door de syndicale afvaardiging voor de bedienden, bij toepassing van dit artikel gunstig werd geadviseerd.

Daarboven wordt voor de onderneming die hetzij geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld, hetzij de ondernemingsraad niet heeft geraadpleegd overeenkomstig dit artikel, de bijdrage voor de risicogroepen zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2013 (116290/CO/224) betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen, verlengd met deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor het betrokken kalenderjaar verhoogd met 0,05 pct.

Art. 21.De sectorale sociale partners geven de sociale partners binnen de ondernemingen de aanbeveling om bijzondere aandacht voor oudere werknemers te hebben bij de uitwerking van maatregelen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104.

Art. 22.Uitzendkrachten De bedienden met statuut van uitzendkracht die minstens 1 jaar ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten van een gelijkwaardig recht op vorming als de vaste bedienden. Deze bepaling geldt voor onbepaalde duur.

Art. 23.Individuele vorming Aan de ondernemingen en de bedienden wordt aanbevolen om gebruik te maken van de bestaande communicatiekanalen in de onderneming of andere contacten met de hiërarchische lijn, teneinde de individuele functiegerichte vorming van de bediende bespreekbaar te maken. HOOFDSTUK VII. - Mobiliteit

Art. 24.De bijdrage van de werkgever in de kosten van het privé-vervoer zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (105761/CO/224) betreffende de vervoerskosten wordt vanaf 1 mei 2014 geïndexeerd met het percentage waarmee de lonen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1997 betreffende de koppeling van de lonen aan het prijsindexcijfer bij consumptie worden geïndexeerd op deze datum.

Art. 25.Het loonplafond inzake de bijdrage van de werkgever in de kosten van het privé-vervoer (artikel 1 van de collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (105761/CO/224) betreffende de vervoerskosten) bedraagt vanaf 1 mei 2013 52 540,64 EUR.

Art. 26.De fietsvergoeding zoals bepaald in artikel 4, § 1 van de collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (105761/CO/224) betreffende de vervoerkosten, wordt met ingang van 1 mei 2014 berekend op dagbasis, ook indien de werknemer niet gedurende een gehele kalendermaand gebruik maakt van de fiets.

Ingeval tijdens de kalendermaand werkdagen met gewoon privé-vervoer en werkdagen met fietsvervoer voorkomen ("gemengde" maanden), worden de fietsdagen vergoed met de verhoogde fietsvergoeding.

Voor de berekening van de dagelijkse tegemoetkoming wordt het bedrag van de maandelijkse tegemoetkoming eerst vermenigvuldigd met 3 en vervolgens gedeeld door 65. Weekbedragen worden gedeeld door 5.

Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VIII. - Harmonisatie statuten

Art. 27.De sociale partners komen overeen om op korte termijn, samen met de vertegenwoordigers van de arbeiders van de sector, een werkgroep op te richten met het oog op de toenadering van de statuten van arbeiders en bedienden op sectorvlak.

De activiteiten van de werkgroep zullen zich in eerste instantie richten op de oplijsting van de eventuele verschillen in de sectorale regelingen voor de arbeiders en de bedienden, en de validering van de lijst. Binnen deze werkgroep zullen de verdere timing alsook de te bespreken aandachtspunten vastgelegd worden. HOOFDSTUK IX. - Sociaal overleg, syndicale waarborgen

Art. 28.De syndicale waarborgen zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeids overeenkomst van 27 juni 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 03/08/2011 numac 2011022269 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 23/03/2012 numac 2012022076 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 27/06/2011 pub. 12/04/2012 numac 2012022059 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (105773/CO/224) betreffende de syndicale waarborgen worden vanaf 1 januari 2014 verhoogd met de indexaanpassing van december 2013. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede

Art. 29.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te eerbiedigen tot het verstrijken van deze overeenkomst. Dit houdt in : a) dat de vakbonds- en werkgeversorganisaties, de werknemers en de werkgevers de integrale naleving van de van kracht zijnde overeenkomsten waarborgen;b) dat de vakbondsorganisaties en de werknemers zich ertoe verbinden geen enkele eis te stellen, noch te steunen, hetzij op nationaal, hetzij op gewestelijk, hetzij op ondernemingsvlak en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken tot het verlenen van bijkomende voordelen. HOOFDSTUK XI. - Duur

Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014, tenzij anders bepaald.

De bepalingen van de artikelen 8, 14, 15, 16 en 17 houden op van kracht te zijn op 30 juni 2015.

De bepalingen van de artikelen 3, 4, 5, 7, 9, 22 en 26 zijn van onbepaalde duur en kunnen door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden.

De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.

De bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten zullen in deze zin worden geharmoniseerd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2013-2014 Stelsel van de aanmoedigingspremies in de privé-sector in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering Sociaal akkoord van 14 maart 2014 In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 houdende hervorming van het stelsel van aanmoedigingspremies in de privé-sector verklaren de ondertekenende partijen dat de bedienden ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest tot 30 juni 2015 gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies in het raam van het zorgkrediet en het opleidingskrediet en van de aanmoedigingspremie voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^